Portaal:Maritiem/Artikel24

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De zes belangrijkste partiële getijden. Het getijde of getij is de wisselende waterstand ten gevolge van de verticale waterbeweging die optreedt onder invloed van de zwaartekracht van de maan en in mindere mate de zon en de andere planeten op de roterende aarde. Dit heeft ook een horizontale waterbeweging tot gevolg; de getijstroom. Bij het aanlopen van een haven moet rekening worden gehouden met het getij vanwege de diepgang en de ruimte onder de kiel. Ook de getijstroom is van belang, omdat deze het manoeuvreren kan bemoeilijken. Sommige havens worden daarom — afhankelijk van de scheepsgrootte — alleen tijdens de kentering aangelopen. De evenwichtstheorie van Newton en de dynamische theorie van Laplace verklaren ten dele de getijden. Doordat de watermassa niet homogeen verdeeld is over de aarde, is het getij niet overal gelijk. Afhankelijk van de aanwezigheid van landmassa's, de waterdiepte, de vorm en de afmetingen van een waterlichaam treedt er geen getij op of een dubbeldaags getij, een enkeldaags getij of een gemengd getij. De werkelijke waterstand wordt daarnaast beïnvloed door weersomstandigheden zoals wind. De periode van het stijgen van het water heet vloed, die van het aflopen eb. De maximale waterhoogte heet hoogwater of hoogtij, de minimum hoogte laagwater of laagtij. Tijdens de kentering, als de stroomrichting omkeert, is er enige tijd geen stroming. lees verder