Portaal:Middeleeuwen/Uitgelicht/33

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Afbeelding uit de Heksenhamer
Afbeelding uit de Heksenhamer

Het boek Malleus Maleficarum, ook bekend als de Heksenhamer, is geschreven in 1485-1486 door Sprenger en Institoris, beiden dominicaanse inquisiteurs die hoge kerkelijke ambten bekleedden. Malleus betekent "hamer" en malleficium betekent "schadelijke toverkracht". De verspreiding van de Malleus maleficarum werd vergemakkelijkt, omdat vanaf ca. 1460 de boekdrukkunst in gebruik was gekomen. De Malleus is zeer populair geweest.

De Malleus Maleficarum bestaat uit drie belangrijke delen. Het eerste wil bewijzen dat hekserij wel degelijk bestaat, het tweede vertelt over de vormen die hekserij aanneemt en het derde en laatste deel beschrijft hoe heksen herkend kunnen worden, voorgeleid en berecht.

De systematische vervolging van heksen als duivelaanbidders begon in Europa al in de vroege 14de eeuw. De nadruk lag echter nog steeds op de maleficieën. Pas in de tweede helft van de 16e eeuw begon het idee van het duivelspact goed veld te winnen. In Engeland heeft dit idee pas veel later enige opgang gemaakt. In de Malleus werd de heksensabbat nog niet genoemd.

In de Malleus maleficarum werd meer dan tot dan toe gewaarschuwd tegen de vrouw als het grootste gevaar. De vrouw zou van nature slecht, zwak en inferieur zijn. Verder zou zij ongelovig, eerzuchtig, wraakzuchtig, heerszuchtig en hebzuchtig zijn.

Verder lezen