Portaal:Molens/Uitgelicht/4

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Doorsnede van een standerdmolen met twee maalkoppels: A=kast, B=voet. 1 standerd, 2 teerlingen, 3 kruisplaten, 4 zonneblokken, 5 zetel, 6 steekbanden, 7 steenbalk, 8 lange burriebalk, 10 hoekstijl, 11 roegat, 12 waterlijst, 13 windpeluw, 14 ijzerbalken, 15 tempelbalk, 16 borstnaald, 17 staartbalk, 18 trapboom, 19 galerij, 20 kruibank, 21 loopschoor, 22 kruihaspel, 23 kruipaal, 24 bovenas, 25 insteekkop, 26 borst, 27 oplanger, 28 bovenwiel, 29 steenrondsels, 30 maalkoppel, 31 maalkoppel, 32 varkenswiel, 33 luias, 34 gaffelwiel, 35 luikap, 36 luireep, 37 makelaar, 38 hel, 39 vangbalk, 40 binnenvangstok, 41 vangtouw, 42 maalbak, 43 daklijst, 44 koppelbalk, 45 penbalk, 46 achterbalk, 47 voorzomer, 48 korte burriebalken, 49 achterzomer.

De standerdmolen of standaardmolen, in West- en Oost-Vlaanderen staakmolen genoemd en in Limburg kas(t)molen is het oudste houten type windmolen in de Lage Landen. De naam is afkomstig van het feit dat de kast van de molen op een standerd of staak, een rechtopstaande, ongeveer 60–80 cm dikke stam zit. De kast rust op de bovenkant van de standerd op een stormpen. Een tweede steunpunt voor de kast om de standerd is de zetel halverwege de standerd. Het midden van de kast zit niet op de standerd, maar meer naar achteren ter compensatie van het gewicht van het wiekenkruis. Hierdoor is de molen afhankelijk van de hoeveelheid in de kast opgeslagen maalgoed min of meer in evenwicht. Uit de standerdmolen is de wipmolen ontstaan. Aan de vorm van het dak, de hoogte van de voet, de vorm van de trap, de lengte/breedte verhouding van de kast en het afdak boven het luiwerk kan men zien in welke streek de molen staat.

De oudst bekende en onbetwistbare windmolenvermeldingen dateren van ca. 1180. Waarschijnlijk waren dit standerdmolens. In Opzullik in België zou echter al een openstanderdmolen in 1040 gestaan hebben. De oudste nog aanwezige standerdmolens in Nederland zijn Windlust in Nistelrode uit 1532, Den Evert in Someren uit 1543, de Kallenbroeker Molen of Den Olden Florus in Terschuur (voor 1584) en de Doesburgermolen in Ede (na 1620).

De standerdmolen komt nog voor in Noord-Frankrijk, België, Nederland, Engeland, Noord-Duitsland en Denemarken. In het Franse Dosches staat een dwarsgetuigde standerdmolen, de Moulin de Dosches.