Portaal:Steden/Uitgelicht stad BNL/38

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Doornik vanuit de lucht
Doornik vanuit de lucht

Doornik (Frans: Tournai) is een stad en gemeente in het westen van de Belgische provincie Henegouwen aan de Schelde met ruim 67.500 inwoners. De stad is na Tongeren) de oudste stad van België en heeft cultuurhistorisch een grote rol gespeeld.

Doornik bestond al in de Romeinse tijd en kwam rond 432 in Frankische handen. Onder de Salische Franken Childerik en Clovis was Doornik de hoofdstad van het Frankische rijk (tot 486). Het graf van Childerik werd in 1653 bij toeval ontdekt.

Clovis verplaatste het Frankische machtscentrum naar Parijs, maar maakte de stad bij zijn vertrek tot bisschopszetel, die heel Vlaanderen bestreek. Onder Karel de Kale, de eerste koning van westelijk Frankrijk, ontstond rond 850 het graafschap Vlaanderen, dat een leen bleef van de Franse koning. De stad trekt welvarende kooplieden aan en hun streven naar onafhankelijkheid leidt ertoe dat Doornik vanaf 1187 rechtstreeks onder de Franse kroon komt te vallen. Tot 1513 zal de stad Frans blijven.

In de vijftiende eeuw kende de stad een bloeiende lakenhandel en was het een voorname leverancier van wandtapijten. In 1513 veroverde de Engelse koning Hendrik VIII Doornik. Het is daarmee de enige stad in België die ooit Engels was. Keizer Karel V voegde in 1521 de stad bij zijn Nederlandse erflanden, waarop een periode van godsdiensttwisten en economisch verval volgde. In de tijd van de godsdiensttwisten was Doornik een calvinistisch bolwerk. In 1581 werd het echter door de Spaanse stadhouder, de hertog van Parma, veroverd na een langdurig beleg.

Onder de Franse koning Lodewijk XIV kwam de stad weer in Frans bezit (Verdrag van Aken, 1668). De Fransen moesten echter aan het eind van de Spaanse Successieoorlog (Vrede van Utrecht, 1713) aanvaarden dat de voormalige Spaanse Nederlanden Oostenrijks werden. In 1815 ging Doornik deel uitmaken van de Nederlandse provincie Henegouwen die in 1830 Belgisch werd. In 1940 leed de stad aanzienlijke schade door toedoen van de Duitse bezetters.