Resolutie 1237 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1237
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 7 mei 1999
Nr. vergadering 3999
Code S/RES/1237
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burgeroorlog in Angola
Beslissing Richtte een panel van experts op om schendingen van de sancties tegen UNITA te onderzoeken.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1999
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Bahrein (1972-2002) Bahrein · Vlag van Canada Canada · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Gambia Gambia · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Namibië Namibië · Vlag van Nederland Nederland · Vlag van Slovenië Slovenië
Een tijdens de burgeroorlog verwoest gebouw in Huambo.

Resolutie 1237 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 7 mei 1999, en richtte een expertenpanel op om schendingen van de sancties tegen de Angolese rebellenbeweging UNITA te onderzoeken.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Geschiedenis van Angola voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat Angola in 1975 onafhankelijk was geworden van Portugal keerden de verschillende onafhankelijkheidsbewegingen zich tegen elkaar om de macht. Onder meer Zuid-Afrika en Cuba bemoeiden zich in de burgeroorlog, tot ze zich in 1988 terugtrokken. De VN-missie UNAVEM I zag toe op het vertrek van de Cubanen. Een staakt-het-vuren volgde in 1990, en hiervoor werd de UNAVEM II-missie gestuurd. In 1991 werden akkoorden gesloten om democratische verkiezingen te houden die eveneens door UNAVEM II zouden worden waargenomen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De hoofdoorzaak van de crisis in Angola was dat UNITA haar verplichtingen onder het vredesakkoord niet nakwam. Men was erg bezorgd over de gevolgen voor de bevolking, alsook de militaire steun, waaronder huurlingen, aan UNITA. Secretaris-generaal Kofi Annan had maatregelen voorgesteld om de sancties tegen de rebellenorganisatie te versterken.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

A[bewerken | brontekst bewerken]

Vrede en verzoening konden enkel op politieke wijze bereikt worden en daarom werd gewezen op het belang van het vredesakkoord en het Lusaka-Protocol.

B[bewerken | brontekst bewerken]

Er waren meldingen van schendingen van de maatregelen tegen UNITA in verband met wapens, aardolie, diamanten en financiële middelen. De Veiligheidsraad veroordeelde ook UNITA's aanvallen op de bevolking.

Ze besloot een panel van experts op te richten met een mandaat van zes maanden om schendingen van de sancties te onderzoeken, de schenders te identificeren en maatregelen tegen die schendingen en voor de versterking van de sancties aan te bevelen. Alle landen werden opgeroepen dit panel alle medewerking te verlenen inzake informatie, toegang tot getuigen en plaatsen en werkingsvrijheid.

Verder was de Raad bezorgd om de vertragingen bij het onderzoek naar het neerhalen van twee VN-vliegtuigen boven UNITA-gecontroleerd gebied.

C[bewerken | brontekst bewerken]

Alle betrokkenen werden nog eens opgeroepen mee te werken met de humanitaire activiteiten van de VN door de levering van hulpgoederen aan iedereen in nood mogelijk te maken.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]