Resolutie 1316 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1316
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 23 augustus 2000
Nr. vergadering 4189
Code S/RES/1316
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Congolese burgeroorlog
Beslissing Verlengde de MONUC-vredesmissie tot 15 oktober.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2000
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Bangladesh Bangladesh · Vlag van Canada Canada · Vlag van Jamaica Jamaica · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Mali Mali · Vlag van Namibië Namibië · Vlag van Nederland Nederland · Vlag van Tunesië Tunesië · Vlag van Oekraïne Oekraïne
Indische MONUC-blauwhelmen.

Resolutie 1316 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 23 augustus 2000.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Congolese Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1994 braken in de Democratische Republiek Congo etnische onlusten uit die onder meer werden veroorzaakt door de vluchtelingenstroom uit de buurlanden Rwanda en Burundi. In 1997 beëindigden rebellen de lange dictatuur van Mobutu en werd Kabila de nieuwe president. In 1998 escaleerde de burgeroorlog toen andere rebellen Kabila probeerden te verjagen. Zij zagen zich gesteund door Rwanda en Oeganda. Toen hij in 2001 omkwam bij een mislukte staatsgreep werd hij opgevolgd door zijn zoon. Onder buitenlandse druk werd afgesproken verkiezingen te houden die plaatsvonden in 2006 en gewonnen werden door Kabila. Intussen zijn nog steeds rebellen actief in het oosten van Congo en blijft de situatie er gespannen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Door gebrek aan veiligheid en medewerking kon de MONUC-vredesmissie niet volledig ingezet worden in de Democratische Republiek Congo. Congo en de andere partijen werden opgeroepen de hindernissen op te heffen.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad verlengde MONUC's mandaat tot 15 oktober. Dat moest extra tijd geven aan de diplomatieke inspanningen ter ondersteuning van het staakt-het-vurenakkoord. De secretaris-generaal werd gevraagd daar tegen 21 september over te rapporteren.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]