Resolutie 1423 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1423
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 12 juli 2002
Nr. vergadering 4573
Code S/RES/1423
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Bosnische Burgeroorlog
Beslissing Stemde in met een verlenging van SFOR met 12 maanden en verlengde de UNMIBH-vredesmissie in Bosnië en Herzegovina tot 31 december.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2002
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Bulgarije Bulgarije · Vlag van Kameroen Kameroen · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Guinee Guinee · Vlag van Ierland Ierland · Vlag van Mexico Mexico · Vlag van Mauritius Mauritius · Vlag van Noorwegen Noorwegen · Vlag van Singapore Singapore · Vlag van Syrië Syrië
Het UNMIBH-gesp.

Resolutie 1423 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 12 juli 2002.

De goedkeuring van deze resolutie had vertraging opgelopen na de perikelen in verband met de Verenigde Staten en het Internationaal Strafhof, die na het aannemen van resolutie 1422 van de baan waren.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Bosnische Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars, en in 1991 verklaarden verschillende deelstaten zich onafhankelijk. Zo ook Bosnië en Herzegovina, waar in 1992 een burgeroorlog ontstond tussen de Bosniakken, Kroaten en Serviërs. Deze oorlog, waarbij etnische zuiveringen plaatsvonden, ging door tot in 1995 vrede werd gesloten. Hierop werd de NAVO-operatie IFOR gestuurd die de uitvoering ervan moest afdwingen. Die werd in 1996 vervangen door SFOR, die op zijn beurt in 2004 werd vervangen door de Europese operatie EUFOR Althea.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad benadrukte nogmaals dat de terugkeer van vluchtelingen in de regio cruciaal was voor duurzame vrede. Op 5 juni had de secretaris-generaal Kofi Annan een rapport ingediend over de UNMIBH-vredesmissie in Bosnië en Herzegovina en het uitvoeringsplan voor haar mandaat.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

I (vredesakkoorden)[bewerken | brontekst bewerken]

De partijen werden nogmaals herinnert aan hun verplichtingen onder de akkoorden, waaronder het Akkoord van Dayton, en hun eigen verantwoordelijkheid voor de uitvoering van die akkoorden.

II (SFOR)[bewerken | brontekst bewerken]

De lidstaten die deel uitmaakten van de SFOR werden geautoriseerd die missie met twaalf maanden te verlengen, en om al het nodige te doen om Annex 1-A van het vredesakkoord te doen naleven en de missie of de uitvoering van het mandaat te verdedigen.

III (UNMIBH)[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad besloot ook het mandaat van de UNMIBH-vredesmissie, inclusief de IPTF-politiemissie, te verlengen tot 31 december. Die zou vanaf 1 januari 2003 worden opgevolgd door de EUPM-missie van de Europese Unie.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1423 op de Engelstalige Wikisource.