Resolutie 438 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 438
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 23 oktober 1978
Nr. vergadering 2091
Code S/RES/438
Stemming
voor
12
onth.
2
tegen
0
niet
1
Onderwerp Wapenstilstand tussen Israël en Egypte
Beslissing Verlenging waarnemingsmissie met negen maanden
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1978
Permanente leden
Niet-permanente leden
Het Midden-Oosten.

Resolutie 438 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 23 oktober 1978 aangenomen met twaalf leden voor, geen tegen en twee onthoudingen van Tsjechoslowakije en de Sovjet-Unie. China nam geen deel aan de stemming. De resolutie verlengde de UNEF II-vredesmacht in de Sinaï een laatste keer, tot 24 juli 1979.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Jom Kipoer-oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de Jom Kipoeroorlog twee jaar voor deze resolutie, werd een interventiemacht gestationeerd in de Sinaï, dat tijdens de oorlog door Israël was bezet. De Veiligheidsraad had opgeroepen tot onderhandelingen om een duurzame vrede te bereiken in de regio. In 1979 sloten Israël en Egypte een vredesverdrag en in 1982 trok Israël zich terug uit de Sinaï.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • Herinnert aan de resoluties 338, 340, 341, 346, 362, 368, 371, 378, 396 en 416.
  • Heeft het rapport van secretaris-generaal Kurt Waldheim over de VN-interventiemacht overwogen.
  • Herinnert aan diens standpunt dat de situatie in het Midden-Oosten instabiel is en dat zal blijven totdat er een allesomvattend akkoord wordt bereikt.
  1. Beslist het mandaat van de VN-interventiemacht met negen maanden te verlengen, tot 24 juli 1979.
  2. Vraagt de secretaris-generaal tegen die tijd te rapporteren over de ontwikkelingen en de genomen stappen om resolutie 338 uit te voeren.
  3. Vertrouwt erop dat de macht zo efficiënt mogelijk wordt onderhouden.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]