Resolutie 497 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 497
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 17 december 1981
Nr. vergadering 2319
Code S/RES/497
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Israëlisch administratief ingrijpen in de Golanhoogten
Beslissing Besliste dat Israëlische wetten nietig waren in de Golanhoogten en dat de Vierde Geneefse Conventie er bleef gelden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1981
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Spanje (21 jan. 1977 - 18 dec. 1981) Spanje · Vlag van Duitse Democratische Republiek DDR · Vlag van Ierland Ierland · Vlag van Japan (1870–1999) Japan · Vlag van Mexico Mexico · Vlag van Niger Niger · Vlag van Panama Panama · Vlag van Filipijnen (1936-1985 en 1986-1998) Filipijnen · Vlag van Tunesië (1959-1999) Tunesië · Vlag van Oeganda Oeganda
De Syrische stad Quneitra in de Golanhoogten die tijdens de Zesdaagse Oorlog geheel verwoest werd en sindsdien verlaten is.

Resolutie 497 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 17 december 1981. De resolutie stelde dat de wetten die Israël had uitgevaardigd in de bezette Golanhoogten nietig waren en dat in dit gebied de Geneefse Conventie betreffende de Bescherming van Burgers tijdens Oorlogstijd bleef gelden.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Door Israël bezette gebieden voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1967 vocht Israël de Zesdaagse Oorlog uit tegen Egypte, Syrië en Jordanië. Tijdens die oorlog bezette Israël grondgebied van de drie tegenstanders: de Golanhoogten in Syrië, de Westelijke Jordaanoever die in 1948 door Jordanië was geannexeerd en in 1947 door de VN werd beschouwd als grondgebied van een te vormen Arabische staat, Oost-Jeruzalem met onder meer de Oude Stad die eveneens door Jordanië was geannexeerd en door de VN bestempeld als internationaal gebied) en ten slotte de Gazastrook en het Sinai-schiereiland van Egypte. Vervolgens verschenen de Israëlische nederzettingen in de bezette gebieden, waaraan de Palestijnen steeds meer grondgebied verloren. Sindsdien werd alleen de Sinaï − na vredesoverleg met Egypte − in 1982 teruggegeven. De Joodse nederzettingen aldaar werden ontruimd.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • Heeft de brief van Syrië overwogen.
  • Herbevestigt dat de verwerving van grondgebied met geweld ontoelaatbaar is, in overeenstemming met het Handvest der Verenigde Naties, de principes van het internationaal recht, en relevante resoluties van de Veiligheidsraad.
  1. Beslist dat de beslissing van Israël om zijn wetten, jurisdictie en administratie in de bezette Syrische Golanhoogten uit te oefenen, nietig is en zonder internationale gelding;
  2. Eist dat Israël, de bezettingsmacht, per omgaande zijn besluit herroept;
  3. Bepaalt dat de Geneefse Conventie betreffende de Bescherming van Burgers tijdens Oorlogstijd blijft gelden in het door Israël bezette Syrische grondgebied.
  4. Vraagt secretaris-generaal Kurt Waldheim om binnen twee weken te rapporteren over de uitvoering van deze resolutie. In het geval dat Israël de resolutie naast zich neerlegde, zou men ten laatste op 5 januari 1982 bijeenkomen om gepaste maatregelen te nemen.