Rudolph Magnus Forwald

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rudolph Magnus Forwald
Geboren 10 mei 1869
Overleden 11 april 1936
Land Vlag van Noorwegen Noorwegen
Nevenberoep organist
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Rudolph Magnus Forwald (Stavanger, 10 mei 1869[1]-Oslo, 11 april 1936[2]) was een Noors organist, componist en muziekpedagoog[3].

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Hij was de zoon van de van oorsprong Deense Ludvig Sverre Forwald, die eveneens organist en cantor was. Hij kreeg zijn opleiding in Noorwegen, Denemarken en Duitsland. Van 1894 tot 1904 was hij organist te Mandal en gaf destijds ook leiding aan het plaatselijk muziekkorps. Hij voerde bij orkest en koor een strak repetitieregime in dat men daar (nog) niet gewend was. Daarna vertrok hij naar Oslo om in de Sint Jacobskerk aldaar te spelen en les te geven (1904-1917) en daarna was hij tot aan zijn dood organist in de Uranienborgkerk.

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

Voor wat betreft zijn composities schreef hij voornamelijk werken voor zijn eigen muziekinstrument, maar het meest bekend van hem zijn bewerkingen (parafrase) van kerst- en paasliederen. Een aantal daarvan is opgenomen voor een kerstcompact disc op het platenlabel Grappa.

Voor piano[bewerken | brontekst bewerken]

  • Et barn er født i Betlehem (1908, Warmuth)
  • Her kommer dine arme små
  • Jeg synger julekvad
  • Kimer i klokker
  • Kjærlighet er lysets kilde

Voor orgel[bewerken | brontekst bewerken]

  • Halleluja ur Händels Messias arr. for orgel med pedal.
  • Festmarsch for orgel
  • Marcia Religiosa
  • Preludium
  • Sonate for orgel
  • Festpreludium over «Krist stod op af döde» (”Christ steht auf von der Tote”), op. 30 Nr. 3
  • Festpreludium over «Deilig er den himmel blå» (1907, Warmuth)
  • Festpreludium over «Deilig er jorden»
  • Festpreludium over «Apostlene satt i Jerusalem»
  • Festpreludium over <<Zions vaegter haever Rosten>> (1907, Warmuth)

Ander werk[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hil dig, Norge, op tekst van Per Sivle
  • Gebet
  • Kantate met baritonsolo
  • opus 4: Sømandskonens, vuggevise (Warmuth, 1901)
  • opus 5: Tre klaverstykker (Praeludium, Impromptu, Gavotte bij Warmuth, 1901)
  • opus 6: Schaff es in mir, Gott, eines reines Herze (Brodrene Hals)
  • opus 7: Im Herbste (Brodrene Hals)
  • opus 9: To sänge
  • opus 18: Paraphrase over Deilig er jorden
  • opus 22: Eg elskar dei voggande tonar! (zangstem, piano, Haakon Zapffe)
  • opus 30: Fire festpraeludier
  • opus 42: Jeg synger julekvad fantasie (voor piano)
  • opus 49: Parafrase over Kimer
  • opus 50: Twaalf preludes (Norsk Musikforlag 1922)

Concerten[bewerken | brontekst bewerken]

  • 18 november 1900: concert in de domkerk van Stavanger, samen met Julla Svendsen, later moeder van Trygve Torjussen.
  • 5 november 1905[4], concertzaal Brødrene Hals met koor en bariton Halfdan Rode; uitgevoerd werd de kantate en Hil dig, Norge.