Salvator Mundi (Leonardo da Vinci)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Salvator Mundi
Salvator Mundi
Kunstenaar Leonardo da Vinci
Jaar ca. 1500
Techniek Olieverf op notenhout
Afmetingen 45,4 × 65,6 cm
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Een andere Salvator Mundi uit de omgeving van Leonardo

Verlosser van de wereld (Latijn Salvator Mundi) is een olieverfpaneel dat rond 1500 geschilderd is door Leonardo da Vinci of door iemand uit zijn atelier of omgeving. Het is geschilderd op een walnotenhouten paneel van 45,4 bij 65,6 cm. Op een veiling in 2017 ging het werk onder de hamer tegen een prijs die er het duurste schilderij ooit van maakte.

Het motief Salvator Mundi was in de 15e en 16e eeuw populair op Franse en Vlaamse schilderijen. De afbeelding toont Jezus met opgeheven rechterhand tot zegening, met in de andere een kristallen bol, symbool van de hemel. Hij is gekleed in zijn traditionele rode en blauwe gewaden. Om het werk te onderscheiden van andere Salvatores Mundi uit het atelier van Da Vinci, wordt het soms aangeduid als de versie-Cook, naar de vroegere eigenaar Francis Cook (1817-1901).

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het schilderij werd mogelijk geschilderd voor Lodewijk XII[1] van Frankrijk en zijn echtgenote, Anna van Bretagne, kort na Lodewijks verovering van Milaan en Genua rond 1500. Later zou het schilderij eigendom zijn geworden van Karel I van Engeland, wellicht meegenomen door diens echtgenote Henriëtta Maria van Frankrijk in 1625 voor haar vertrekken in Queen's House in Greenwich, en opgenomen in zijn kunstcollectie in 1649 voordat het geveild werd door de zoon van de hertog van Buckingham en Normanby in 1763.

Het eerste onbetwiste opduiken van het paneel was in 1900, toen het werd gekocht door de Britse verzamelaar Francis Cook, eerste burggraaf van Monserrate. Het schilderij was beschadigd door eerdere restauratiepogingen en het auteurschap was onduidelijk. Nakomelingen van Cook veilden het in 1958 voor £ 45.[2] In 2005 werd het schilderij verworven door een consortium van kunsthandelaren, onder wie Robert Simon, een specialist in oude meesters, voor circa $ 10.000. Het was zwaar overschilderd en werd voorafgaand aan de restauratie beschreven als "een wrak, donker en somber". Men dacht dat het schilderij een kopie was van een werk geschilderd door Leonardo's leerling Giovanni Boltraffio.[3]

Op de Leonardo-tentoonstelling van 9 november 2011 tot 5 februari 2012 in de National Gallery in Londen werd het schilderij voor het eerste als een authentieke Da Vinci gepresenteerd. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden hadden de organisatoren vier Italiaanse Leonardo-kenners uitgenodigd om het auteurschap te beoordelen. Een van hen wees Da Vinci's auteurschap af en de drie anderen bleven onbeslist, onder meer door de afwezige herkomstgeschiedenis en de vele en zware restauraties. Op basis van een toeschrijving van Martin Kemp werd het op de expositie toch zonder reserves als een origineel werk van de meester gepresenteerd.[4] Al in juli 2011 had het museum bericht dat het ongetwijfeld om een Leonardo da Vinci ging, waardoor de waarde steeg naar £ 120 miljoen. In 2013 werd het schilderij verkocht aan de Russische verzamelaar Dmitry Rybolovlev voor $ 127,5 miljoen, via de Zwitserse handelaar Yves Bouvier.

Recordprijs[bewerken | brontekst bewerken]

Op 15 november 2017 werd het doek geveild door de toenmalige eigenaar in veilinghuis Christie's in New York. Het werd geveild voor $ 400 miljoen (uiteindelijke prijs $ 450.312.500 inclusief commissie), waardoor de Salvator Mundi het duurst verkochte kunstwerk tot dan toe was.[5] Het vermoeden bestaat dat de koper de Saoedische prins Bader bin Abdoellah bin Mohammed bin Farhan al-Saoed was namens het departement van Cultuur en Toerisme van Abu Dhabi, maar dit laatste werd door het ministerie niet bevestigd.[6][7]

Het schilderij zou komen te hangen in het Louvre Abu Dhabi, kondigde het museum aan, echter daar hangt het niet.[8] Het werk zou mogelijk aan boord hangen van het jacht "Serene" van de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman.[9]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]