Schubbige taaiplaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Schubbige taaiplaat
Schubbige taaiplaat
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Klasse:Agaricomycetes
Orde:Gloeophyllales
Familie:Gloeophyllaceae
Geslacht:Neolentinus
Soort
Neolentinus lepideus
(Fr.) Redhead & Ginns (1985)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De schubbige taaiplaat (Neolentinus lepideus), ook wel dwarsliggerzwam genoemd, is een schimmel behorend tot de familie Gloeophyllaceae. De zwam leeft saprotroof en veroorzaakt bruinrot, hoofdzakelijk op bewerkt naaldhout, onder meer op spoorbielzen. Soms komt hij voor op dode of levende stammen en stronken van den en spar. In zomer en herfst is de schubbige taaiplaat aan te treffen op zonnige en droge plekken.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De vruchtlichamen van Neolentinus lepideus zijn taaie, vlezige plaatzwammen van variabele grootte. De hoed is gewelfd tot verdiept afgevlakt. Hij kan ongeveer 12 cm hoog worden, terwijl de steel ongeveer 8 cm hoog wordt. Het crème tot lichtbruine oppervlak van de hoed is bedekt met concentrisch gerangschikte bleekbruine fijne schubben die naar het midden grover worden. De lamellen zijn wit tot gelig, hebben een grof gezaagde snede en lopen af langs de steel. De wittige steel is bedekt met donkere schubjes onder een wollige velumzone, aan de basis is hij donker gekleurd. De geur is enigszins zoetig, zeer zwak appel-anijsachtig.

De sporen zijn in bulk wit, cilindrisch van vorm en meten 8–12,5 × 3,5–5 µm.

Habitat en verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

De soort lijkt een kosmopolitische verspreiding te hebben en bewoont voornamelijk de gematigde breedtegraden van het zuidelijk- en noordelijk halfrond, maar wordt ook aangetroffen in Noord-India, Midden-Amerika en Zuid-Afrika. In Europa komt hij voor van het Middellandse Zeegebied tot Scandinavië.

In Nederland en België is de zwam matig algemeen. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'Kwetsbaar'.

Eetbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

Sommige auteurs kwalificeren Neolentinus lepideus als eetbaar, hoewel het vlees moet worden gekookt om het zachter te maken. De vruchtlichamen kunnen door de plaats waar ze groeien in contact zijn gekomen met gevaarlijke chemicaliën, zoals creosoot.