Naar inhoud springen

Scolopostethus affinis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Scolopostethus affinis
Kortvleugelige zaagpoot (Scolopostethus affinis) De linker antenne mist een segment.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hemiptera (Halfvleugeligen)
Onderorde:Heteroptera (Wantsen)
Familie:Lygaeidae (Bodemwantsen)
Geslacht:Scolopostethus
Soort
Scolopostethus affinis
(Schilling, 1829)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Scolopostethus affinis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De Scolopostethus affinis is een wants uit de onderfamilie Rhyparochrominae en uit de familie bodemwantsen (Lygaeidae). 'Kortvleugelige zaagpoot' is de Nederlandse naam voor deze wants op Waarneming.nl, waar voor alle in de Benelux voorkomende wantsen eenduidige Nederlandse namen zijn ingevoerd.[1][2]

De onderfamilie Rhyparochrominae wordt ook weleens als een zelfstandige familie Rhyparochromidae gezien in een superfamilie Lygaeoidea.[3] Lygaeidae is conform de indeling van bijvoorbeeld het Nederlands Soortenregister.

Uiterlijk[bewerken | brontekst bewerken]

De kortvleugelige zaagpoot is 3,1 tot 4 mm lang. De wantsen van het geslacht Scolopostethus hebben aan de onderzijde van de dijen van de voorpoten een groot aantal kleine doorns. Ze hebben ook allemaal een witte vlek aan de zijkant (in het midden) van het halsschild (pronotum). Het bovenste deel van het halsschild is zwart en de onderste helft is bruin. De kleur van de antennes is vaak verschillend tussen de soorten. Van de antennes van de kortvleugelige zaagpoot zijn de eerste twee segmenten lichtbruin en de laatste twee segmenten donkerbruin. De poten zijn lichtbruin, de dijen van de voorpoten kunnen ook donkerbruin zijn. Deze wants is bijna altijd kortvleugelig (brachypteer). Het vleugelmembraan (doorzichtige deel van de voorvleugel) is dan ook kort. Maar ze kunnen een enkele keer ook langvleugelig (macropteer) zijn.

Verspreiding en habitat[bewerken | brontekst bewerken]

De soort is wijdverspreid in Europa van het zuiden van Scandinavië tot het noorden van het Middellandse Zeegebied. Naar het oosten is hij verspreid tot in West-Siberië en Klein-Azië en het gebied rond de Kaspische Zee. Men vindt hem op voedselrijke plaatsen zonder voorkeur voor vochtige of droge omstandigheden, zowel op zonnige als op schaduwrijke plaatsen.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De dieren zuigen zowel aan zaden, die op de grond liggen als aan onrijpe zaden van verschillende kruidachtige planten (zelden van houtige gewassen). Ze zijn vooral te vinden op brandnetels (Urtica). De ontwikkeling is verschillend. Meestal vindt men het hele jaar imago’s. Nimfen zijn voornamelijk te vinden in de zomer, maar ook in de winter. In gunstige jaren, is het mogelijk dat een gedeeltelijke of volledige tweede generatie wordt gevormd. De eieren worden gelegd in mei en juni. De wantsen overwinteren in de strooisellaag, dood hout of achter losse schors.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]