Settler colonialism

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Leider van de Apache, Geronimo (rechts), met krijgers in 1886. De Apache waren een van de laatste bevolkingsgroepen die georganiseerd gewapend verzet toonden tegen de oprukkende Amerikaanse kolonisatie.

Settler colonialism of vestigingskolonialisme[bron?] is een vorm van kolonialisme waarbij het doel van de kolonisator is om de oorspronkelijke bevolking van een regio te vervangen. De intentie van de kolonisator is om van de nieuwe regio een uitbreiding van zijn grondgebied te maken. De nadruk ligt dus niet op de nieuwe regio als een domein van exploitatie, maar als een nieuwe woonst voor de natie. Dit wil echter niet zeggen dat economische en menselijke exploitatie geen belangrijke rol speelde in deze vorm van kolonialisme.[1][2]

Alhoewel vestigingskolonialisme een eeuwenoude praktijk is, zijn historici ervan overtuigd dat de schaal, aard en intensiteit van dit soort kolonialisme door de eeuwen sterk veranderd is.[3] Een terugkerend element is echter dat de oorspronkelijke bevolking als inferieur wordt beschouwd door de kolonisator en vervangen dient te worden door de eigen of een andere bevolking.[2]

Vestigingskolonialisme heeft meestal een zeer grote impact op een regio. Meestal blijft een nieuwe bevolking leven op het veroverde territorium lang nadat het officiële kolonisatieproject is afgesloten, tenzij er sprake is van een grootschalige vestigende dekolonisatie. De uitroeiingsacties kunnen leiden tot een genocide op de oorspronkelijke bevolking, het creëren van een blijvende ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen en diepgewortelde culturele en economische spanningen.[4]

Oudheid[bewerken | brontekst bewerken]

De Grieken[bewerken | brontekst bewerken]

Grieks kolonialisme was een vorm van vestigingskolonialisme, waarbij een groep gezanten door een stadstaat of polis de toestemming kreeg om een overzeese stad te stichten die verbonden zou blijven met de oorspronkelijke polis. Deze praktijk, die ontstond in de achtste eeuw voor Christus, zou gedreven zijn door de snel groeiende bevolking van de oude Grieken en de zoektocht naar nieuwe handelspartners.[5] Veel van deze kolonies bleven politiek verbonden aan de oorspronkelijke stadstaat. Een uitzondering hierop zijn de apoikiai (Oudgrieks ἀποικίαι), kolonies die later uitgroeiden tot onafhankelijke stadstaten.[6]

Door de grote hoeveelheid Griekse kolonies rond de Middellandse en Zwarte Zee vond er een hellenisering plaats van deze regio. Hellenisering was een historisch proces waarbij niet-Griekse volkeren de Griekse cultuur en taal overnamen. De Romeinse redenaar Cicero stelde dat de Griekse kolonisatie ervoor had gezorgd dat "er een Griekse rand geweven was rond de kusten van de barbaren."[7] Soms wordt daarom een link gelegd tussen dit proces van hellenisering en de Europese beschavingsmissies uit de Nieuwe Tijd. Historici stellen echter dat dit een anachronisme is, aangezien in tegenstelling tot de Europeanen de oude Grieken niet het expliciete doel hadden om andere bevolkingen te gaan beschaven.[3]

De Griekse kolonisatie werd in de 18e en 19e eeuw vaak door Europese kolonisatoren gebruikt om hun eigen kolonialisme te rechtvaardigen. Er zijn echter grote verschillen tussen het Griekse kolonialisme en latere vormen van Europees kolonialisme. Zoals hierboven gesteld zagen de Grieken hun kolonisatie niet als onderdeel van een bredere beschavingsmissie.[3] Verder ging Grieks kolonialisme zelden gepaard met de uitroeiing van de oorspronkelijke bevolking, maar vestigden ze zich vooral in onbewoonde gebieden. Hier bestaan echter uitzonderingen op, zoals de kolonisatie van Sinop.[8] Alhoewel de Grieken wel al een binair onderscheid maakten tussen zichzelf en 'barbaren,' hadden deze groepen nog geen raciale dimensie. Ook werd de term eerder neutraal gebruikt en kreeg deze pas later negatieve connotaties.[9]

Romeinen[bewerken | brontekst bewerken]

De Romeinse Republiek en later het Romeinse Rijk vestigden vaak Romeinse burgers in veroverde gebieden. Deze Romeinse burgers waren meestal veteranen, die in deze nieuwe regio's grond kregen voor hun dienst in het leger. Deze plaatselijke Romeinen dienden als een buffer om Opstanden in de nieuwe regio's neer te slaan en als gezanten om de Romeinse cultuur te verspreiden.[10] In tegenstelling tot latere vormen van kolonialisme diende het Romeinse kolonialisme dus in de eerste plaats een functie binnen de militaire veroveringen van naburige regio's. Het militaire karakter van deze regio wordt verder benadrukt door de Latijnse term colonia die vooral gebruikt werd om te verwijzen naar tot steden omgevormde militaire kampen in veroverde gebieden.[11]

Middeleeuwen[bewerken | brontekst bewerken]

Duitse volkeren[bewerken | brontekst bewerken]

De Oostkolonisatie bestond uit de vestiging van kolonisten uit het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natiën in Centraal-Europa, Oost-Europa en de Balkan. De Oostkolonisatie verwijst eigenlijk naar drie verschillende golven van kolonialisme in de 9e, 12e en 16e eeuw.[12] In tegenstelling tot latere vormen van Europese kolonisatie was er bij de Oostkolonisatie geen sprake van een bezetting of exploitatie van Duitse vorsten in deze nieuwe regio's. Historici stellen dat het eerder begrepen kan worden als een massale immigratiestroom, die culturele, politieke en economische banden behield met het moederland.[13]

Japan[bewerken | brontekst bewerken]

In de provincie Mutsu, in het noorden van Japan, leefden de Emishi, een cultureel en politiek onafhankelijke bevolkingsgroep. Door de Vroege Middeleeuwen heen werd de regio gekoloniseerd en werd de plaatselijke bevolking vervangen door de zuidelijke bevolking van het eiland.[14]

Nieuwe Tijd[bewerken | brontekst bewerken]

In de Nieuwe Tijd was er een zeer grote toename aan vestigingskolonialisme door de opkomst van de Europese grootmachten en het Europese kolonialisme. Er zijn enkele zeer belangrijke verschillen tussen deze nieuwe vormen en eerdere vormen van vestigingskolonialisme.

  • In deze tijd ontstonden racisme en witte suprematie als belangrijke ideologieën in Europa. Hierdoor kreeg de kolonisatie vaak een raciale dimensie. De veroverde bevolkingsgroepen werden omschreven als 'inferieur' en minderwaardig. Veel Europeanen geloofden dat zij een plicht hadden om deze bevolkingsgroepen te vervangen door mensen van hun eigen ras.[15][16] Vaak werd dit in deze periode omschreven als een 'beschavingsmissie.'[17]
  • Door de opkomst van de natiestaat en een hogere mate van politieke centralisatie konden de koloniserende naties een veel intensere controle houden op de kolonies. Veel kolonies kwamen zo onder het direct bestuur te staan van het 'moederland' en verloren alle vormen van autonomie.[18][19]
  • Door de opkomst van het kapitalisme en de Industriële Revolutie werden economische motieven steeds belangrijker in het kolonialisme. Alhoewel het primaire doel van de vestigende kolonies niet was om te exploiteren, zoals het geval was bij de exploitatiekolonies, was dit toch een belangrijk doel van de kolonisatoren.[18]

Een belangrijke vorm van vestigingskolonialisme uit deze periode is de massadeportatie van Afrikanen als slaven naar overzeese gebieden door Europese kolonisatoren. Deze mensen werden tegen hun wil verplicht om in deze gebieden te werken voor de nieuwe Europese bevolking. Deze vorm van vestigingskolonialisme was echter tegen de wil van de Afrikanen en wordt best benaderd als een apart historisch fenomeen.[20]

Kolonisatie in Amerika[bewerken | brontekst bewerken]

Het schilderij 'American Progress' van John Gast (1872) wordt vaak als symbool voor de 'Manifest Destiny'-ideologie gezien.

De kolonisatie van Amerika begon toen een Spaanse expeditie onder leiding van Christoffel Columbus in 1492 landde in de Caraïben, tijdens een zoektocht naar een westelijke handelsroute naar India en China. Dit zette een proces in gang van kolonisatie, verstedelijking, industrialisering, exploitatie en raciaal gemotiveerde uitroeiingscampagnes.[21] Spanje was de Europese grootmacht om kolonies te stichten op het nieuwe continent. Op het hoogtepunt van hun macht bezat Spanje een koloniaal rijk van Noord-Amerika (Californië, Texas) tot het uiterste puntje van Zuid-Amerika (Argentinië). De eerste Spaanse stad werd gesticht in 1497.[22]

Later veroverde Portugal Brazilië. Frankrijk koloniseerde enkele Caraïbische eilanden, Canada en Louisiana. Nederland koloniseerde gebieden langs de kust van Noord-Amerika en Suriname. Delen van de kust van Noord-Amerika en enkele Caraïbische eilanden werden ten slotte gekoloniseerd door het Verenigd Koninkrijk. Tegen de 17e eeuw was heel het continent onder Europese controle. Dit had een gigantische impact op het plaatselijke ecosysteem, de wereldeconomie en de plaatselijke bevolking.[23] Alhoewel het onduidelijk is exact hoe veel mensen omkwamen in deze kolonisatie wordt door historici vaak naar deze campagne verwezen als de grootste genocide in de geschiedenis van de mens.[24] Er bestaat echter discussie of dit als 'genocide' gekwalificeerd kan worden, aangezien de meeste mensen naar alle waarschijnlijkheid omkwamen door Europese ziektes.[25][26]

Een apart geval van kolonialisme was de Amerikaanse kolonisatie door de Verenigde Staten. Alhoewel initieel een Britse kolonie, werden de Amerikanen onafhankelijk in 1776. Het grootste deel van het huidige grondgebied van de Verenigde Staten werd dan ook gekoloniseerd door de Amerikanen als een onafhankelijk volk. De Amerikaanse kolonisatie van het westen werd gelegitimeerd door de manifest destiny-ideologie. Dit was de politieke overtuiging dat de Amerikanen een goddelijke plicht hadden om een gebied te veroveren van de Atlantische tot de Stille Oceaan en hierin hun waarden te verspreiden. De meeste historici beschouwen het 'manifest destiny'-ideaal nu vooral als een retorische truc om de genocide op Native Americans te rechtvaardigen.[27]

Kolonisatie in Azië[bewerken | brontekst bewerken]

In Azië was er minder sprake van vestigingskolonialisme, maar probeerden Europese grootmachten vooral handelsposten en exploitatiekolonies te vestigen. Het doel van kolonisatie was hier vooral om een toegang te krijgen tot de Aziatische handelsmarkt en grondstoffen.[18] Sommige handelskolonies groeiden later echter uit tot volwaardige vestigingskolonies. Voorbeeld hiervan zijn Hong Kong, een Chinese haven die door de Britten veroverd werd na de Opiumoorlogen, en Taiwan, een regio die initieel door de Nederlanders en later door Chinese vluchtelingen gekoloniseerd werd.[28][29]

Tijdens de 16e en 17e eeuw vond ook de Russische kolonisatie van Siberië plaats. Voor de kolonisatie stond deze regio bekend als het Kanaat van Sibir, een confederatie van kleinere politieke entiteiten. De strategie van de Russen bestond eruit om kleinere forten in de regio te bouwen en zo de plaatselijke bevolking te verdringen. Ondanks pogingen van Kuchum Kahn om zijn rijk beter te centraliseren werd het opgenomen in het Russische Rijk.[30]

Kolonisatie in Oceanië[bewerken | brontekst bewerken]

De twee landen in Oceanië, Australië en Nieuw-Zeeland, werden beiden gekoloniseerd door het Verenigd Koninkrijk. Eind de 18e eeuw werd Australië opgericht als vestigingskolonie door het Verenigd Koninkrijk. Er waren twee redenen voor deze nieuwe kolonie. Ten eerste bestond in het Verenigd Koninkrijk de traditie om veroordeelde criminelen te verbannen naar overzeese kolonies. Lange tijd werden de Verenigde Staten hiervoor gebruikt, maar na de Amerikaanse Onafhankelijkheid was er nood aan een nieuwe regio. Ten tweede was Australië bedoeld als een buffer tegen Franse expansie in de Stille Oceaan en Azië. Over een periode van 150 jaar werden er zo'n 50.000 gevangen verbannen naar de kolonie.[31]

De kolonisatie van Nieuw-Zeeland kwam pas later op gang tijdens de 19e eeuw. De kolonisatoren kwamen uit verscheidene Europese landen, maar de kolonie was deel van het Brits Imperium. Deze migratie leidde tot de Maori-oorlogen, een reeks gewapende conflicten tussen de kolonisatoren en de inheemse Maori-bevolking.[32]

Kolonisatie in Afrika[bewerken | brontekst bewerken]

De kolonisatie van Afrika was vooral gericht op exploitatie en minder op het stichtend van nieuwe vestigingen voor de kolonisator. De meeste van deze exploitatiekolonies werden vastgelegd in het Congres van Berlijn uit 1885. De kolonisatie van Zuid-Afrika begon echter al veel vroeger in 1652. Initieel was de kolonie in handen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en werd de regio vooral gebruikt als een knooppunt in de slavenhandel.[33] Het initiële plan van de Nederlandse officier Jan Van Riebeeck was om een erg kleine Nederlandse gemeenschap rond het fort te hebben, maar deze gemeenschap bleef expanderen en werd uiteindelijk een vestigingskolonie.[34]

In Noord-Afrika waren er iets meer kolonisatoren aanwezig dan in de rest van het continent. Vooral Algerije groeide uit tot een vestigingskolonie van Frankrijk. Algerije werd veroverd door de Fransen in 1830 en werd daardoor een van de eerste Europese kolonies in de regio. Hierdoor trok de regio zeer veel Fransmannen; die op zoek waren naar economische winst of op de vlucht waren voor oorlog. Deze kolonisatoren werden colons of pieds-noirs genoemd en vormden Algerije om tot een gesegregeerde staat, waarin de inheemse bevolking gereduceerd werden tot een raciale onderklasse.[35]

Kolonisatie in Europa[bewerken | brontekst bewerken]

Meestal spreekt men in de Europese context niet over 'kolonisatie,' maar over 'verovering.' In recente jaren is er echter kritiek gekomen op deze opdeling, omdat deze arbitrair zou zijn en de schijn doen opwekken dat Europese politiek inherent anders is dan de politiek in andere continenten.[36]

Vaak wordt naar de Engelse volksplanting in Ierland verwezen als een Europese vorm van vestigingskolonialisme. De Britse verovering van Ierland was een lang proces dat begonnen was in de 11e eeuw. In de 16e en 17e eeuw ondernam het Verenigd Koninkrijk echter een poging om de plaatselijke bevolking op massale schaal te vervangen door Engelsen. Aan de Engelsen werd lokale grond beloofd, die meestal werd afgepakt van katholieke Ieren.[37]

Een ander voorbeeld zijn de Sámi of Samen, de inheemse Fins-Oegrische bevolking van Sápmi of Lapland. In het Nederlands worden de Sámi ook wel 'Laplanders' genoemd, maar deze term zien de Sámi zelf als een scheldwoord. De Sámi en Scandinaviërs waren eeuwenlang buren van elkaar, maar in de 19e eeuw werden hun gebieden gekoloniseerd door Noorwegen en Zweden. Tot diep in de 20ste eeuw probeerde beide landen om de Sámi te vervangen door Zweedse burgers.[38]