↑ abWat zijn de gebeurtenissen en handelingen van de personages (acties)?
↑ abWat zijn de personages, locaties en voorwerpen die een rol spelen in het verhaal?
↑ abHoe leiden de gebeurtenissen en handelingen tot de verhaallijn? Hoe is het verloop van de tijd, de snelheid van vertellen en volgorde van vertellen? Hoe is de focalisatie en het point of view?
↑Aan wie, aan welke (fictieve) doelgroep? Voorbeeld: hoofdpersoon, de 'schurk', een onbekende Waarom, met welk doel wordt er verteld? Voorbeeld: misleiding, argumentatie Waartoe, met welk gewenst effect wordt er verteld? Voorbeeld: humor, emoties, kennisoverdracht.
↑Aan wie, aan welke doelgroep? Voorbeeld: volwassenen, kinderen, leerlingen Waarom, met welk doel wordt er verteld? Voorbeeld: onderwijs, entertainment, argumentatie Waartoe, met welk gewenst effect wordt er verteld? Voorbeeld: humor, emoties, kennisoverdracht.