Slag om Brussel (1789)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag om Brussel
Onderdeel van Brabantse Omwenteling
Datum 11 december 1789 tot 12 december 1789
Locatie Brussel
Resultaat Belgische overwinning
Strijdende partijen
Brabantse rebellen Habsburgse monarchie
Leiders en commandanten
Onbekend Misschien Richard d'Alton
Troepensterkte
Onbekend Iets meer dan een regiment

De Slag om Brussel was een veldslag tussen het Oostenrijkse leger en lokale Belgische rebellen tijdens de Brabantse Omwenteling.

Context[bewerken | brontekst bewerken]

Op 24 november 1789 stak generaal Jan Andries vander Mersch de grens van de Oostenrijkse Nederlanden over in Hoogstraten. Hierdoor startte de Brabantse Omwenteling. Op de 27e versloeg hij de Oostenrijkers bij Turnhout. In november namen ze Gent in en kwam Henegouwen in opstand. Eind november stak vander Mersch de grens terug over en versloeg hij de Oostenrijkers bij Diest, Tienen en Zoutleeuw.

Tegen eind november had het Patriottenleger belangrijke forten bij Gent en Diest ingenomen. Ze rukten op Namen en delen van Henegouwen.

Van der Mersch daarentegen had geen vertrouwen in het vermogen van zijn troepen om het Oostenrijkse leger in een open gevecht te verslaan.

Op 2 December tekende Van der Mersch en D'alton de wapenstilstand van Horsmael, een tiendaagse wapenstilstand. Dit gaf tijd voor het comité van Breda om een wapenstilstand van twee maanden goed te keuren.

De veldslag[bewerken | brontekst bewerken]

Op 10 december ontstonden er grote protesten en rellen in Sint-Goedele. Op dezelfde dag deserteerden meerdere eenheden uit het garnizoen van Brussel, waarschijnlijk Belgen, en begonnen wapens aan de lokale bevolking uit te delen.

De volgende dag werden de restanten van de Oostenrijkse troepen onder vuur genomen. In de straten werd er hevig gevochten. De slag kan omschreven worden als pure chaos. De Oostenrijkers moesten terugtrekken in het park dat in het centrum van de nieuwe wijk was, die door Karel van Lotharingen gebouwd was.

Op 12 december beval Richard d'Alton de troepen om zich uit de stad terug te trekken. Ze lieten hun artillerie, munitie en hun regimentskas achter.

Gevolg[bewerken | brontekst bewerken]

De Oostenrijkse troepen trokken zich terug naar Luxemburg om te hergroeperen, en naar de citadel van Antwerpen waar ze belegerd werden. Onderweg werden de troepen die naar Luxemburg trokken onder vuur genomen door boze boeren. De Oostenrijkse keizer Jozef II was woedend. In februari, toen hij op zijn sterfbed lag, zei hij:

"Jouw land heeft mij verwoest: de val van Gent was mijn lijdensweg en het verlaten van Brussel was mijn dood."

Elke Belgische provincie die deel uitmaakte van de Oostenrijkse Nederlanden, buiten Luxemburg, was bevrijd. In januari 1790 werden de Verenigde Belgische Staten opgericht.