IJsvogel: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
deels herschreven en wat uitgebreid, +bronvermelding & afbeeldingen
Regel 3: Regel 3:
|statusbron=2008
|statusbron=2008
|rl-id=142112
|rl-id=142112
|afbeelding=Alcedo atthis 3 (Lukasz Lukasik).jpg
|afbeelding=
|afbeeldingtekst=
|orde=[[Coraciiformes]] (Scharrelaarvogels)
|orde=[[Scharrelaarvogels|Coraciiformes]] (Scharrelaarvogels)
|familie=[[Alcedinidae]] (IJsvogels)
|familie=[[Alcedinidae|Alcedinidae]] (IJsvogels)
|geslacht=''[[Alcedo]]''
|geslacht=''[[Alcedo]]''
|w-naam=''Alcedo atthis''
|w-naam=''Alcedo atthis''
Regel 11: Regel 12:
|datum=1758
|datum=1758
|haakjes=ja
|haakjes=ja
|commons=Alcedo atthis
|species=Alcedo atthis
}}{{etalage}}
}}{{etalage}}
De '''ijsvogel''' (''Alcedo atthis'') is een klein bontgekleurd vogeltje uit de familie der [[IJsvogels|ijsvogels]] (Alcedinidae). Het is de enige algemeen in [[Europa (werelddeel)|Europa]] voorkomende ijsvogelsoort. De [[Smyrna-ijsvogel]] is in het uiterste zuidoosten van Europa te vinden
De '''ijsvogel''' (''Alcedo atthis'') is een waterminnende [[vogels|vogel]] uit de familie [[IJsvogels|ijsvogels]] (Alcedinidae). Het is de enige algemeen in [[Europa (werelddeel)|Europa]] voorkomende ijsvogelsoort. De ijsvogels komt ook voor in Nederland en België en is hier een van de bontst gekleurde vogels.

==Naamgeving==
De wetenschappelijke geslachtsnaam ''Alcedo'' is afgeleid van het [[Latijn|Latijnse]] ''alcedo'' ([[Griekenland|Grieks]]: ἁλκυων of halcuon) dat 'koningsvisser' betekent <ref name="TREN">{{voetnoot web | url = http://books.google.nl/books?id=tyU1FymabrgC&printsec=frontcover&source=gbs_navlinks_s#v=onepage&q=&f=false | ISBN = 3 11 017054 X | titel = '''Trends in Linguistics''' | datum = 2003 | auteur = Theo Vennemann, Patrizia Noel & Aziz Hanna}}</ref>. De soortnaam ''atthis'' is afgeleid van [[Attis]], een mannelijk figuur uit de [[Griekse mythologie]] <ref name="BIRD">{{voetnoot web | url = http://blx1.bto.org/birdfacts/results/bob8310.htm | titel = '''Kingfisher Alcedo atthis [Linnaeus, 1758]''' | auteur = British Trust for Ornithology}}</ref>.

De Nederlandse naam '''ijs'''vogel heeft niets te maken met een voorkeur of een relatie met ijs. Het is waarschijnlijk een [[verbastering]] van de [[Germaanse talen|Germaanse]] naam ''Eisenvogel'' wat zoiets als 'ijzervogel' betekent. Deze naam slaat op het metaalachtige glans op het blauwe verenkleed. Een andere verklaring voor de naam is dat de ijsvogel vaak 's winters bij het ijs werd gezien om uit een [[wak]] vissen te vangen.<ref>[http://www.wildzoekers.nl/?pag=8&nid=214 www.wildzoekers.nl]</ref>. Welke van de twee de juiste verklaring biedt is echter onderdeel van studie <ref name="TREN"/>.


== Kenmerken ==
== Kenmerken ==
[[Afbeelding:Alcedo atthis 3 (Lukasz Lukasik).jpg|thumb|270px|right]]
De ijsvogel is een kleine vogel met een korte staart en pootjes, een korte nek, korte, afgeronde [[Vleugel (vogel)|vleugels]], een grote kop met grote ogen en een lange, [[Snavel#Vorm|dolkvormige snavel]], geschikt om vissen mee te vangen en vast te houden. De poten zijn [[Syndactylie|syndactiel]]: de voortenen zijn gedeeltelijk aan de basis met elkaar vergroeid.
De ijsvogel is een kleine vogel met een korte staart en pootjes, een korte nek, korte, afgeronde [[Vleugel (vogel)|vleugels]], een grote kop met grote ogen en een lange, [[Snavel#Vorm|dolkvormige snavel]], geschikt om vissen mee te vangen en vast te houden. De poten zijn [[Syndactylie|syndactiel]]; de voortenen zijn gedeeltelijk aan de basis met elkaar vergroeid.


De ijsvogel is in noordelijk Europa onmiskenbaar door zijn tekening, soorten uit andere werelddelen kunnen echter sprekend op de ijsvogel lijken.
De ijsvogel is onmiskenbaar door zijn tekening: een [[iriseren]]d blauwgroene rug, kruin en vleugels en kobaltblauwe staart en stuit, met witte halsvlek en keel en een warm oranjebruine buik en wang. Het blauw op de rug en vleugels is lichter dan die op de kop. De poten zijn oranjerood van kleur. De geslachten zijn enkel te onderscheiden aan de kleur van de basis van de ondersnavel, die bij het vrouwtje dofrood is en bij het mannetje net zo zwart als de rest van de snavel. Jonge dieren onderscheiden zich van volwassen dieren door het valere verenkleed met donkergrijs gerande borstveren, gevlekte kruin, lichte snavelpunt en donkerbruine poten.
De ijsvogel heeft een overwegend blauwe kleur, waarbij de veren van de kop en vleugels [[iriseren]]d blauwgroen zijn maar op het midden van de rug lichter tot kobaltblauw. De staartveren zijn echter weer wat donkerder. De veren aan de borst en buikzijde zijn warm oranje gekleurd en steken hiermee duidelijk af. Van de snavel tot achter het oog is op de wang een oranje oogstreep aanwezig, die abrupt overgaat een een heldere witte streep, ook de keel van de ijsvogel is wit. De poten zijn oranje tot rood van kleur. De mannetjes zijn enkel van de vrouwtjes te onderscheiden aan de kleur van de basis van de ondersnavel, die bij het vrouwtje dofrood is en bij het mannetje net zo zwart als de bovensnavel. Juvenielen onderscheiden zich van volwassen exemplaren door het valere verenkleed met donkergrijs gerande borstveren, gevlekte kruin, lichtere snavelpunt en donkerbruine poten.


Hij heeft een [[lichaamslengte]] van 16 tot 20 cm, een [[spanwijdte]] van 24 tot 26 cm en een [[lichaamsgewicht]] van 34 tot 44 gram.<ref name=B2001>Burnie, D. ''Dieren'' (2001), Londen: Dorling Kindersley Limited, p. 328-329.</ref>
De [[lichaamslengte]] bedraagt ongeveer 16 tot 20 cm, de [[spanwijdte]] is 24 tot 26 cm en het [[lichaamsgewicht]] loopt uiteen van 34 tot 44 gram.<ref name=B2001>Burnie, D. ''Dieren'' (2001), Londen: Dorling Kindersley Limited, p. 328-329.</ref>


Het geluid van de ijsvogel is een hoge, fluitende 'tjieieiet' of 'tieietuu', die hij vaak tijdens de vlucht laat horen. Bij opwinding slaakt hij een kort, herhaald 'titi-titi'.<ref name=Thieme1993>Nicolai, J. ''Thieme vogelgids in kleur'' (1993), Baarn: Uitgeversmaatschappij Tirion, p. 154-155</ref>
Het geluid van de ijsvogel is divers; er kunnen diverse kwetterende schelle, kwelende en fluitende geluiden worden geproduceerd <ref name="SOOR">{{voetnoot web | url = http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&id=255 | titel = '''IJsvogel (''Alcedo atthis'')''' | auteur = Soortenbank}}</ref>. Het mannetje lokt het vrouwtje met een hoge, fluitende 'tjieieiet' of 'tieietuu', die hij vaak tijdens de vlucht laat horen. Bij opwinding worden korte, herhaalde 'titi-titi' geluiden geproduceerd.<ref name=Thieme1993>Nicolai, J. ''Thieme vogelgids in kleur'' (1993), Baarn: Uitgeversmaatschappij Tirion, p. 154-155</ref>


== Leefwijze ==
== Verspreiding en habitat ==
[[Afbeelding:Alcedo atthis -range map-2-cp.png|right|thumb|300px|Het verspreidingsgebied van de ijsvogel:<br>
[[Bestand:Alcedo_atthis_1_(Lukasz_Lukasik).jpg|right|250px|thumb|IJsvogel zittend op een tak. Meestal heeft de ijsvogel een vaste tak over het water als uitkijkpost]]
<font color="orange">'''Geel: zomerverblijf trekvogels'''</font><br>
<font color="green">'''Groen: verblijf standvogels'''</font><br>
<font color="blue">'''Blauw: overwinteringsgebied trekvogels'''</font><br>]]
De ijsvogel komt voor in een groot deel van [[Europa (werelddeel)|Europa]], behalve het grootste deel van [[Scandinavië]] en [[Schotland]], in [[Azië]] ten zuiden van [[Siberië]] tot [[Japan]] en de [[Salomonseilanden]], en lokaal in [[Afrika|Noordwest Afrika]]. In Europa loopt de noordgrens door Zuid-[[Zweden]], ongeveer ter hoogte van [[Stockholm]], en Zuid-[[Finland]]. In [[België]] en [[Nederland]] is hij een zelden waargenomen [[broedvogel|broed-]] en [[standvogel]]. Incidenteel trekt hij 's winters weg.


In Europa komt de ijsvogel voornamelijk voor bij langzaam stromende wateren als [[beek (stroom)|beken]] en [[rivier]]en in het [[laagland]] (zelden boven 650 meter hoogte), maar hij kan worden aangetroffen in bijna alle waterrijke gebieden, als kanalen, sloten en een enkele keer de oevers van grotere plassen, meren, [[grind]]gaten en [[estuarium|estuaria]]. In [[Oost-Azië|Oost-]] en [[Zuidoost-Azië]] wordt hij voornamelijk langs de kust aangetroffen, in [[mangrove]]bossen, [[riviermonding]]en en [[getijde (astronomie)|getijdepoelen]].
De ijsvogel heeft een snelle, rechte vlucht, vaak vlak langs het wateroppervlak. Hij kan op deze manier snelheden bereiken van maximaal 80 km per uur.<ref name=H1995/> De vleugelslag is snorrend, afgewisseld met een korte glijperiode.<ref name=Jonsson1993>Jonsson, L. ''Tirion Vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten'' (1993), Baarn: Uitgeversmaatschappij Tirion, p. 334-335</ref> Hierdoor is er van een ijsvogel in vlucht zelden meer te zien dan een blauwe en/of oranje flits.


De ijsvogel is voor het jagen afhankelijk van wateren die helder en ijsvrij zijn met veel kleine visjes. Het liefst leeft hij in schaduwrijke gebieden, waar hij bij de jacht niet wordt gehinderd door de [[reflectie (straling)|reflectie]] van licht. De aanwezigheid van geschikte uitkijkplaatsen is van minder groot belang. In de broedtijd leven de vogels voornamelijk in de nabijheid van steile oeverwallen van [[zand]] of [[leem]] nabij water, waar een nesthol kan worden uitgegraven. Soms broeden zij ook in steile wanden die wat verder van het water afliggen, maar dit komt zelden voor.<ref name=H1995/>
Hij is vaak te vinden op een vaste uitkijkpost nabij het water, vanwaar hij zijn prooidieren gadeslaat. Ook zit hij vaak in de schaduw van overhangende struiken.

De ijsvogel is over het algemeen een [[standvogel]], maar dieren die boven de 40e [[breedtegraad]] leven, zoals de Finse en [[Rusland|Russische]] [[populatie (biologie)|populaties]], [[trekvogel|trekken]] 's winters weg, aangezien dan alle wateren bevroren zijn, wat het jagen onmogelijk maakt. Tijdens de trek kan hij afstanden tot wel 2000 km afleggen. Vogels uit Scandinavië worden 's winters ook in Nederland aangetroffen. Zij trekken in maart weer weg naar de broedgebieden. In sommige gebieden, zoals [[Borneo]] en [[Java (eiland)|Java]], komt de soort enkel als [[wintervogel]] voor. Ook dieren in gematigde streken verlaten tijdens plotselinge koude hun broedterritoria. Deze dieren trekken slechts vrij korte afstanden. Ze kunnen dan rond allerlei soorten wateren aangetroffen worden, waaronder de kust.

== Leefwijze ==
[[Bestand:Alcedo_atthis_1_(Lukasz_Lukasik).jpg|right|260px|thumb|IJsvogel zittend op een tak. Meestal heeft de ijsvogel een vaste tak over het water als uitkijkpost.]]
De ijsvogel heeft een snelle, rechte vlucht, vaak vlak langs het wateroppervlak. Hij kan op deze manier snelheden bereiken van maximaal 80 km per uur.<ref name=H1995/> De vleugelslag is snorrend, afgewisseld met een korte glijperiode.<ref name=Jonsson1993>Jonsson, L. ''Tirion Vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten'' (1993), Baarn: Uitgeversmaatschappij Tirion, p. 334-335</ref> Hierdoor is er van een ijsvogel in vlucht zelden meer te zien dan een blauw-oranje flits.


Het waterdichte en isolerende verenkleed van de ijsvogel bestaat uit korte, dichte veren die tot zes keer per dag gepoetst en gekamd worden. Dit kan 15 tot 20 minuten duren. De ijsvogel kent een voor de soort unieke poetsbeweging: hij wrijft over zijn kruin met de binnenkant van zijn vleugel.<ref name=H1995/> Ook houdt de ijsvogel regelmatig een bad. Vooral ouderdieren baden aan het einde van de periode waarin de jongen in de nestkamer worden gevoerd. Het nest is rond die tijd bevuild met een laag braakballen. Tijdens het baden duikt de ijsvogel onder water, alsof hij aan het vissen is, om enige tellen in het water te blijven of gelijk weer het water te verlaten en opnieuw te duiken. Dit doet hij tot twintig keer achter elkaar.
Het waterdichte en isolerende verenkleed van de ijsvogel bestaat uit korte, dichte veren die tot zes keer per dag gepoetst en gekamd worden. Dit kan per keer 15 tot 20 minuten duren. De ijsvogel kent een voor vogels unieke poetsbeweging: hij wrijft over zijn kruin met de binnenkant van zijn vleugel.<ref name=H1995/> Ook neemt de ijsvogel regelmatig een bad. Vooral ouderdieren baden aan het einde van de periode waarin de jongen in de nestkamer worden gevoerd. Het nest is rond die tijd bevuild met een laag braakballen. Tijdens het baden duikt de ijsvogel onder water, alsof hij aan het vissen is, om enige seconden in het water te blijven of gelijk weer het water te verlaten en opnieuw te duiken. Dit wordt vervolgens zo'n twintig keer herhaald.


=== Voedsel en jacht ===
=== Voedsel en jacht ===
[[Afbeelding:Alcedo atthis 2 (Marek Szczepanek).jpg|thumb|260px|right|De ijsvogel leeft vrijwel uitsluitend van vis.]]
De ijsvogel jaagt voornamelijk op kleine [[vissen (dieren)|vissen]] als [[modderkruipers]], [[Ruisvoorn|voorns]], [[barbeel|barbelen]], jonge [[vlagzalm]]en en [[tiendoornige stekelbaars]]jes, aangevuld met jonge [[forel]]len, [[baars|baarzen]], [[snoek]]en en [[karper]]s, [[alver]]s, [[gambusia]]'s, [[driedoornige stekelbaars]]jes en [[kwabaal|kwabalen]].<ref name=H1995/> Ook [[garnalen]], [[rivierkreeften]] en andere [[kreeftachtigen]], [[amfibieën]] als [[salamanders]], [[kikkers]] en [[kikkers (ontwikkeling)|kikkervisjes]], [[insecten]] als [[libellen]], [[kevers]], waterinsecten en [[larve]]n en [[weekdieren]] als [[slakken|zoetwaterslakken]] staan op het dieet. Prooidieren zijn meestal 3 tot 5 cm lang, maximaal 7 cm. Vissen beslaan zo'n 78% van het dieet.<ref name=H1995/>
De ijsvogel is een [[carnivoor]], meer specifiek een [[piscivoor]], en jaagt voornamelijk op kleine [[vissen (dieren)|vissen]] als [[modderkruipers]], [[Ruisvoorn|voorns]], [[barbeel|barbelen]], jonge [[vlagzalm]]en en [[tiendoornige stekelbaars]]jes, aangevuld met jonge [[forel]]len, [[baars|baarzen]], [[snoek]]en en [[karper]]s, [[alver]]s, [[gambusia]]'s, [[driedoornige stekelbaars]]jes en [[kwabaal|kwabalen]].<ref name=H1995/> Ook [[garnalen]], [[rivierkreeften]] en andere [[kreeftachtigen]], [[amfibieën]] als [[salamanders]], [[kikkers]] en [[kikkers (ontwikkeling)|kikkervisjes]], [[insecten]] als [[libellen]], [[kevers]], waterinsecten en [[larve]]n en [[weekdieren]] als [[slakken|zoetwaterslakken]] staan op het dieet. Prooidieren zijn meestal 3 tot 5 cm lang, maximaal 7 cm. Vissen beslaan zo'n 78% van het dieet.<ref name=H1995/>


De ijsvogel is vaak te vinden op een vaste [[uitkijkpost]] nabij het water vanwaar hij zijn prooidieren gadeslaat. De ijsvogel zit meestal onbeweeglijk stil op zijn uitkijkplaats, vaak met de vleugels gespreid en de snavel half open. De uitkijkplaats bevindt zich zo'n één tot drie meter boven het water. Een tak die over het water uitsteekt is hiervoor geschikt maar ook beschaduwde overhangende struiken worden hiervoor wel gebruikt. Met zijn scherpe ogen kan hij in helder water de precieze positie van zijn prooi bepalen, waarna hij met snavel naar voren op zijn prooi duikt. De prooi bevindt zich meestal niet meer dan 25 cm onder het wateroppervlak.<ref name=B2001/> Als een visje zich laat zien wordt het met een snelle duikvlucht verschalkt. Iedere ijsvogel heeft zijn eigen favoriete uitkijkplaats vanwaar hij duikt. Als de uitkijkplaats te laag is, vliegt hij eerst omhoog waarna hij naar beneden duikt. Ook kan de ijsvogel boven het water "[[bidden (vogel)|bidden]]". Aan de kust wordt vanaf een rots, een [[pier (dijk)|pier]] of een paal gejaagd. Soms wordt ook buiten het water gezocht naar voedsel, zoals in de lucht, hier worden insecten gevangen.
[[Bestand:Eisvogel Jagd.jpg|left|250px|thumb|Biddende ijsvogel]]


Bij het jagen op vis duikt de vogel met hoge snelheid bijna loodrecht op zijn prooi, waardoor hij het wateroppervlak kan doorbreken. Om deze snelheid te ontwikkelen slaat hij tijdens de duik kort met zijn vleugels. Op hoge snelheid kan hij tot een diepte van een meter duiken, maar meestal duikt hij niet meer dan enkele centimeters. Om de ogen te beschermen tegen het water gebruikt de ijsvogel zijn [[knipvlies]], dit is een extra ooglid dat half doorzichtig is en door een [[reflex]] als een duikbril over het oog schuift tijdens het duiken. Het wordt ook gesloten als de vogel de veren poetst, om beschadiging door de klauwen te voorkomen.
Hij vindt zijn prooi vanaf een tak die over het water uitsteekt, om daarvandaan met een snelle duikvlucht een visje te verschalken. Ook kan hij boven het water "[[bidden (vogel)|bidden]]". Aan de kust jaagt hij vanaf een rots, een [[pier (dijk)|pier]] of een paal. Soms zoekt hij ook buiten het water naar voedsel, zoals in de lucht. Iedere ijsvogel heeft zijn eigen favoriete uitkijkplaats vanwaar hij duikt. Deze plaats bevindt zich zo'n één tot drie meter boven het water. Als de uitkijkplaats te laag is, vliegt hij eerst omhoog waarna hij naar beneden duikt.


De ijsvogel komt vanzelf weer boven en verlaat direct na de vangst het water. Met één slag van de korte, sterke vleugels kan hij zich weer uit het water heffen en wegvliegen. Hij vliegt hierna naar een zitplaats, waar hij het visje doodslaat tegen de tak waar hij op zit. Hierna wordt de prooi in zijn geheel ingeslikt waarbij de kop altijd eerst wordt doorgeslikt. Hierdoor wordt voorkomen dat de eventuele stekels van de prooi zich vastzetten in de keel en de ijsvogel kan stikken. Mocht de ijsvogel de vis niet met zijn snavel kunnen draaien dan wordt deze eerst in de lucht gegooid. Onverteerbare delen als [[Vissen_(dieren)#Skelet|graten]], [[schub]]ben en [[chitine]]resten worden in een kleine, ovale [[braakbal]] uitgebraakt.
Hij zit meestal onbeweeglijk stil op zijn uitkijkplaats, vaak met de vleugels gespreid en de snavel half open. Met zijn scherpe ogen kan hij in helder water de precieze positie van zijn prooi bepalen, waarna hij met snavel naar voren op zijn prooi duikt. De prooi bevindt zich meestal niet meer dan 25 cm onder het wateroppervlak.<ref name=B2001/> Hij duikt met hoge snelheid bijna loodrecht op zijn prooi, waardoor hij het wateroppervlak kan doorbreken. Om deze snelheid te ontwikkelen slaat hij tijdens de duik kort met zijn vleugels. Op hoge snelheid kan hij tot een diepte van een meter duiken, maar meestal duikt hij niet meer dan enkele centimeters. Een vlies, het [[knipvlies]], beschermt de ogen tegen het water.


<center>
De ijsvogel drijft vanzelf weer boven en verlaat direct na de vangst het water. Met één slag van de korte, sterke vleugels kan hij zich weer uit het water heffen en wegvliegen. Hij vliegt hierna naar een zitplaats, waar hij het visje doodslaat tegen de tak waar hij op zit. Hierna slikt hij het dier in zijn geheel in met de kop naar voren, waardoor de vinnen of schubben niet bijven steken in de keel. Mocht de ijsvogel de vis niet met zijn snavel kunnen draaien, gooit hij hem eerst in de lucht. Onverteerbare delen als [[Vissen_(dieren)#Skelet|graten]], [[schub]]ben en [[chitine]]resten worden met een kleine, ovale [[braakbal]] uitgebraakt.
<gallery caption="Afbeeldingen: jacht">
Afbeelding:Alcedo atthis -diving-8e.jpg|De ijsvogel duikt bijna loodrecht in het water....
Afbeelding:Alcedo atthis -water-8.jpg|...komt vrijwel direct naar boven...
Afbeelding:Alcedo atthis -water -splash-8.jpg|...maakt een korte vleugelslag...
Afbeelding:Alcedo atthis -water-8b.jpg|...en vliegt weg.
</gallery>
</center>


=== Sociaal gedrag ===
=== Sociaal gedrag ===
De ijsvogel leeft voornamelijk [[solitair]], in het broedseizoen in paarverband. Een paartje heeft een eigen [[territorium (dieren)|territorium]], dat honderd meter tot een kilometer van een rivieroever kan beslaan. Het paartje is zeer territoriaal in de broedtijd en tolereert geen andere ijsvogels. Een indringer wordt over het water achtervolgd, waarbij de ijsvogel harde kreten slaakt. Soms monden deze aanvallen uit in gevechten, waarbij de ijsvogels elkaar bij de snavels beetpakken en in het water vallen. Deze gevechten duren meestal maar kort, maar in [[Zweden]] is waargenomen dat een gevecht acht uur lang kan duren.<ref name=H1995>Hesaffre, G. "N°101 de ijsvogel" (1995), Honders, J. (red.) ''Dieren in het wild'', Société des Périodiques Larousse.</ref> Ook kleine [[zangvogels]] worden weggejaagd.
De ijsvogel leeft voornamelijk [[solitair]], in het broedseizoen in paarverband. Een paartje heeft een eigen [[territorium (dieren)|territorium]], dat honderd meter tot een kilometer van een rivieroever kan beslaan. Het paartje is zeer territoriaal in de broedtijd en tolereert geen andere ijsvogels. Een indringer wordt over het water achtervolgd, waarbij de ijsvogel harde kreten slaakt. Soms monden deze aanvallen uit in gevechten, waarbij de ijsvogels elkaar bij de snavels beetpakken en in het water vallen. Deze gevechten duren meestal maar kort, maar in [[Zweden]] is waargenomen dat een gevecht acht uur lang kan duren.<ref name=H1995>Hesaffre, G. "N°101 de ijsvogel" (1995), Honders, J. (red.) ''Dieren in het wild'', Société des Périodiques Larousse.</ref> Ook kleine [[zangvogels]] worden weggejaagd.


's Winters heeft de ijsvogel soms een groter territorium, dat wel vijf kilometer kan beslaan. Het mannetje en vrouwtje leven in deze periode gescheiden van elkaar en zij hebben allebei een deel van het territorium. Dit verdedigen zij ook, ook tegen elkaar, maar minder fanatiek dan in het broedseizoen. Meestal zijn ijsvogels [[standvogel]]s, maar in het noorden van het [[verspreidingsgebied]], waar 's winters de wateren dichtvriezen en de ijsvogel daardoor geen vis kan vangen, trekt hij weg naar ijsvrije gebieden, bijvoorbeeld de kust. Alleen in deze periode kan de ijsvogel in groepen worden waargenomen. Ook in warmere streken kan de ijsvogel lokaal trekken. Het mannetje trekt over het algemeen later weg dan het vrouwtje. De ijsvogel zoekt het daaropvolgende jaar zijn territorium weer op.
's Winters heeft de ijsvogel soms een groter territorium, dat wel vijf kilometer kan beslaan. Het mannetje en vrouwtje leven in deze periode gescheiden van elkaar en zij bewonen allebei een deel van het territorium. Dit verdedigen zij ook, zelfs tegen elkaar, maar minder fanatiek dan tegen vreemde soortgenoten in het broedseizoen. In een groot deel van hun areaal zijn ijsvogels [[standvogel]]s, maar in het noorden van het [[verspreidingsgebied]], waar 's winters de wateren dichtvriezen en de ijsvogel daardoor geen vis kan vangen, trekt hij weg naar ijsvrije gebieden, bijvoorbeeld de kust. Alleen in deze periode kan de ijsvogel in groepen worden waargenomen. Ook in warmere streken kan de ijsvogel lokaal trekken. Het mannetje trekt over het algemeen later weg dan het vrouwtje. De ijsvogel zoekt het daaropvolgende jaar zijn territorium weer op.


=== Voortplanting ===
=== Voortplanting ===
[[Afbeelding:Alcedo atthis-8b.jpg|thumb|260px|right|Een juveniel heeft donkere kleuren, bruine poten en een lichte snavelpunt.]]
De ijsvogel broedt meestal twee à drie keer per jaar. Bij zeer gunstig weer of verlies van een [[broedsel]] kunnen vier broedsels per jaar plaatsvinden. Aan het begin van de [[paartijd]] in februari zoekt het mannetje een vrouwtje, meestal hetzelfde vrouwtje als het voorgaande jaar. Hij kan in de paartijd tot drie vrouwtjes bevruchten. De [[paarvorming]] begint uit een achtervolging in de lucht, vlakbij de toekomstige locatie van het nest. Tijdens deze achtervolging slaakt hij scherpe kreten. Hiermee wordt de agressie van de ijsvogels geneutraliseerd.<ref name=H1995/> Hierna strijkt het paartje naast elkaar neer. De vogels richten zich verticaal op, met de snavel licht omhoog. Dit lijkt veel op de dreighouding, maar bij deze houding blijft de snavel gesloten en worden de veren op de rug en kruin niet opgericht. Het mannetje maakt in deze houding met zijn voorlijf zwaaiende bewegingen. Na de paarvorming begint het mannetje met de bouw van het nest. Als het mannetje een oud nest wil betrekken, toont hij dit door er geregeld in en uit te vliegen.
De ijsvogel broedt meestal twee à drie keer per jaar. Bij zeer gunstig weer of verlies van een [[legsel]] kunnen tot vier legsels per jaar worden geproduceerd. Aan het begin van de [[paartijd]] in februari zoekt het mannetje een vrouwtje, meestal hetzelfde vrouwtje als het voorgaande jaar. Hij kan in de paartijd tot drie vrouwtjes bevruchten. De [[paarvorming]] begint met een achtervolging in de lucht, vlakbij de toekomstige locatie van het nest. Tijdens deze achtervolging slaakt het mannetje scherpe kreten. Hiermee wordt de agressie van de ijsvogels geneutraliseerd.<ref name=H1995/> Hierna strijkt het paartje naast elkaar neer. De vogels richten zich verticaal op, met de snavel licht omhoog. Dit lijkt veel op de dreighouding, maar bij deze houding blijft de snavel gesloten en worden de veren op de rug en kruin niet opgericht. Het mannetje maakt in deze houding met zijn voorlijf zwaaiende bewegingen. Na de paarvorming begint het mannetje met de bouw van het nest. Als het mannetje een oud nest wil betrekken, toont hij dit door er geregeld in en uit te vliegen.


Net als de andere soorten ijsvogels broedt hij in holen die hij zelf in een steile [[oever]]kant uitgraaft. Het mannetje klemt zich eerst vast aan de oeverwand en graaft met de snavel de grond weg. Met de poten veegt hij de uitgegraven aarde uit het hol. Ook het vrouwtje helpt later mee met de bouw van het nest. In het begin houdt zij zich echter meer bezig met het verdedigen van het territorium. Het hol bestaat uit een licht oplopende gang met een [[diameter|doorsnede]] van 5 tot 5,5 cm en een lengte van 30 tot 100 cm. Deze gang eindigt in een ronde nestkamer, waarin de eieren worden gelegd. De opening van het hol bevindt zich meestal zo'n 90 tot 180 cm van de grond af, zelden lager dan 60 cm. Na een week is de nestgang klaar.
Net als bij andere soorten ijsvogels worden holen zelfgegraven holen gebruikt om te broeden. De holen worden in een steile [[oever]]kant uitgegraven. Het mannetje klemt zich eerst vast aan de oeverwand en graaft met de snavel de grond weg. Met de poten veegt hij de uitgegraven aarde uit het hol. Ook het vrouwtje helpt later mee met de bouw van het nest. In het begin houdt zij zich echter meer bezig met het verdedigen van het territorium. Het hol bestaat uit een licht oplopende gang met een [[diameter|doorsnede]] van 5 tot 5,5 cm en een lengte van 30 tot 100 cm. Deze gang eindigt in een ronde nestkamer, waarin de eieren worden gelegd. De opening van het hol bevindt zich meestal zo'n 90 tot 180 cm van de bodem, zelden lager dan 60 cm. Na een week is de nestgang klaar.


Na de bouw van het nest volgt de [[balts]], waarbij het mannetje een visje aanbiedt aan het vrouwtje. De balts wordt meestal vergezeld door veel geroep. Zodra het vrouwtje de vis heeft geaccepteerd en opgegeten volgt de paring. Het vrouwtje toont haar paarbereidheid door zich horizontaal te strekken. Het mannetje zweeft eerst kort boven haar in de lucht, om daarna op haar rug te landen. Om in evenwicht te blijven slaat hij met zijn vleugels, en soms houdt hij zich met zijn snavel vast aan de veren in haar nek. Binnen de week vinden meestal nog meer paringen plaats. Hierbij vindt geen baltsgedrag meer plaats.
Na de bouw van het nest volgt de [[balts]], waarbij het mannetje een visje aanbiedt aan het vrouwtje. De balts wordt meestal vergezeld door veel geroep. Zodra het vrouwtje de vis heeft geaccepteerd en opgegeten volgt de paring. Het vrouwtje toont haar paringsbereidheid door zich horizontaal te strekken. Het mannetje zweeft eerst kort boven haar in de lucht, om daarna op haar rug te landen. Om in evenwicht te blijven klappert hij met zijn vleugels, en soms houdt hij zich met zijn snavel vast aan de veren in haar nek. Gedurende een week vinden meestal meerdere paringen plaats. Hierbij wordt de balts echter overgeslagen.


De broedtijd duurt van maart tot juli. In [[West-Europa]] worden de eerste eieren half maart gelegd, in [[Oost-Europa]] half april. De nestkamer waarin de eieren worden gelegd is onbedekt. Een legsel bestaat uit vier tot acht (soms tot tien) witte, ronde eieren. Ze hebben een doorsnede van 2cm en een gewicht van 3,6 tot 4,7 gram. Het broeden begint nadat het laatste ei is gelegd, waardoor de eieren ongeveer tegelijkertijd uitkomen. Het paar broedt samen de eieren uit; ze wisselen elkaar iedere twee tot vijf uur af.
De broedtijd duurt van maart tot juli en is afhankelijk van de geografische locatie. In [[West-Europa]] worden de eerste eieren half maart gelegd, in [[Oost-Europa]] half april. De nestkamer waarin de eieren worden gelegd is onbedekt. Een legsel bestaat uit vier tot acht (soms tot tien) witte, ronde eieren. Ze hebben een doorsnede van 2 cm en een gewicht van 3,6 tot 4,7 gram. Het broeden begint nadat het laatste ei is gelegd, waardoor de eieren ongeveer tegelijkertijd uitkomen. Het paar broedt samen de eieren uit; ze wisselen elkaar iedere twee tot vijf uur af.


Na 18 tot 21 dagen broeden komen de eieren uit.<ref name=F2000>Felix, Jirí. ''Atrium Dierenatlas'' (2000), Alphen aan den Rijn: Atrium, p.106</ref> Bij het uitkomen zijn de kuikens blind en naakt. Om warm te blijven worden ze de eerste week warmgehouden door de ouders. Na deze week zijn de kuikens bedekt met korte veren. Zowel het mannetje als het vrouwtje verzorgt de jongen. Zij voeden de kuikens met insecten, visjes en kleine kreeftachtigen. De prooidieren zijn iets groter dan de prooidieren waarmee de ouders zichzelf voeren.<ref name=H1995/> De prooi wordt met de kop naar voren aangeboden. De eerste twee à drie weken wachten de jongen in de nestkamer op de ouders. De bodem van de kamer raakt hierdoor bedekt met braakballen, visschubben, graten en andere voedselresten. De jongen zitten in het hol in een stervorm, met de snavels naar buiten gericht. Het kuiken dat voor de ingang zit krijgt als enige voedsel. Nadat één voedsel heeft gekregen, schuift de "ster" een plaats op. Op deze manier krijgt ieder jong voer. Als een jong probeert voor te dringen, wordt hij door de andere jongen met harde pikken gestraft. Later wachten de kuikens de ouders op in de gang.
Na een broedtijd van 18 tot 21 dagen komen de eieren uit.<ref name=F2000>Felix, Jirí. ''Atrium Dierenatlas'' (2000), Alphen aan den Rijn: Atrium, p.106</ref> Bij het uitkomen zijn de kuikens blind en naakt. Om warm te blijven worden ze de eerste week warmgehouden door de ouders. Na deze week zijn de kuikens bedekt met korte veren. Zowel het mannetje als het vrouwtje verzorgt de jongen. Zij voeden de kuikens met insecten, visjes en kleine kreeftachtigen. De prooidieren zijn iets groter dan de prooidieren waarmee de ouders zichzelf voeren.<ref name=H1995/> De prooi wordt met de kop naar voren aangeboden. De eerste twee à drie weken wachten de jongen in de nestkamer op de ouders. De bodem van de kamer raakt hierdoor bedekt met braakballen, visschubben, graten en andere voedselresten. De jongen zitten in het hol in een stervorm, met de snavels naar buiten gericht. Het kuiken dat voor de ingang zit krijgt als enige voedsel. Nadat één voedsel heeft gekregen, schuift de "ster" een plaats op. Op deze manier krijgt ieder jong voer. Als een jong probeert voor te dringen, wordt hij door de andere jongen met harde pikken gestraft. Later wachten de kuikens de ouders op in de gang.


Na 23 tot 27 dagen verlaten de jongen het nest. Na het verlaten van het nest nemen de jonge ijsvogels een tak in, vanwaar ze nog twee tot vier dagen worden gevoerd. Vaak is het ouderpaar dan al begonnen aan een tweede broedsel, in een andere nestgang. Na deze dagen worden de jongen weggejaagd of verlaten ze uit zichzelf het territorium van de ouders. Ze vormen het volgende jaar zelf een territorium. Na een jaar zijn ze [[geslachtsrijp]].
Na 23 tot 27 dagen verlaten de jongen het nest en nemen plaats op een tak, vanwaar ze nog twee tot vier dagen worden gevoerd. Vaak is het ouderpaar dan al begonnen aan een tweede legsel, in een andere nestgang. Na deze dagen worden de jongen weggejaagd of verlaten ze uit zichzelf het territorium van de ouders. Ze vormen het volgende jaar zelf een territorium. Na een jaar zijn ze [[geslachtsrijp]].


De ijsvogel bereikt in de natuur een gemiddelde leeftijd van 7 jaar <ref name="ADW">{{voetnoot web | url = http://animaldiversity.ummz.umich.edu/site/accounts/information/Alcedo_atthis.html | titel = '''Common kingfisher ''Alcedo atthis''''' | auteur = Animal Diversity Web}}</ref>, alleen in uitzonderlijke gevallen kan in het wild een leeftijd van 21 jaar worden bereikt <ref>European Union for Bird Ringing - '''European Longevity Records''' - [http://www.euring.org/data_and_codes/longevity-voous.htm Website]</ref>. In gevangenschap gehouden exemplaren hebben minder last van natuurlijk verval veroorzaakt door parasieten, voedseltekort en ziektes, en kunnen ouder worden, gemiddeld bereiken ze een leeftijd van 21 jaar <ref name="ADW"/>.
De ijsvogel wordt maximaal 15 jaar oud.

== Verspreiding en leefgebied ==
De ijsvogel komt voor in een groot deel van [[Europa (werelddeel)|Europa]], behalve het grootste deel van [[Scandinavië]] en [[Schotland]], in [[Azië]] ten zuiden van [[Siberië]] tot [[Japan]] en de [[Salomonseilanden]], en lokaal in [[Afrika|Noordwest Afrika]]. In Europa loopt de noordgrens door Zuid-[[Zweden]], ongeveer ter hoogte van [[Stockholm]], en Zuid-[[Finland]]. In [[België]] en [[Nederland]] is hij een zelden waargenomen [[broedvogel|broed-]] en [[standvogel]]. Incidenteel trekt hij 's winters weg.

In Europa komt de ijsvogel voornamelijk voor langs langzaam stromende wateren als [[beek (stroom)|beken]] en [[rivier]]en in het [[laagland]] (zelden boven 650 meter hoogte), maar hij kan worden aangetroffen in bijna alle waterrijke gebieden, als kanalen, sloten en een enkele keer de oevers van grotere plassen, meren, [[grind]]gaten en [[estuarium|estuaria]]. In [[Oost-Azië|Oost-]] en [[Zuidoost-Azië]] wordt hij voornamelijk langs de kust aangetroffen, in [[mangrove]]bossen, [[riviermonding]]en en [[getijde (astronomie)|getijdepoelen]].

De ijsvogel is voor het jagen afhankelijk van wateren die helder en ijsvrij zijn met veel kleine visjes. Het liefst leeft hij in schaduwrijke gebieden, waar hij bij de jacht niet wordt gehinderd door de [[reflectie (straling)|reflectie]] van licht. De aanwezigheid van geschikte uitkijkplaatsen is van minder groot belang. In de broedtijd leven de vogels voornamelijk in de nabijheid van steile oeverwallen van [[zand]] of [[leem]] nabij water, waar een nesthol kan worden uitgegraven. Soms broeden zij ook in steile wanden die wat verder van het water afliggen, maar dit komt zelden voor.<ref name=H1995/>

De ijsvogel is over het algemeen een [[standvogel]], maar dieren die boven de 40e [[breedtegraad]] leven, zoals de Finse en [[Rusland|Russische]] [[populatie (biologie)|populaties]], [[trekvogel|trekken]] 's winters weg, aangezien dan alle wateren bevroren zijn, wat het jagen onmogelijk maakt. Tijdens de trek kan hij afstanden tot wel 2000 km afleggen. Vogels uit Scandinavië worden 's winters ook in Nederland aangetroffen. Zij trekken in maart weer weg naar de broedgebieden. In sommige gebieden, zoals [[Borneo]] en [[Java (eiland)|Java]], komt de soort enkel als [[wintervogel]] voor. Ook dieren in gematigde streken verlaten tijdens plotselinge koude hun broedterritoria. Deze dieren trekken slechts vrij korte afstanden. Ze kunnen dan rond allerlei soorten wateren aangetroffen worden, waaronder de kust.

== Ondersoorten ==
Er worden acht [[ondersoort]]en onderscheiden:
*''Alcedo atthis atthis'' - [[Middellandse Zeegebied]], [[Syrië]] en het [[Arabisch Schiereiland]]
*''Alcedo atthis bengalensis'' - Noord-[[India]] tot [[Filipijnen]] en [[Grote Soenda-eilanden]]
*''Alcedo atthis floresiana'' - [[Bali (eiland)|Bali]]
*''Alcedo atthis ispida'' - [[Europa (werelddeel)|Europa]]
*''Alcedo atthis ispidoides'' - [[Celebes]], [[Bismarck-archipel]]
*''Alcedo atthis japonica'' - [[Japan]], [[Taiwan]], [[Sachalin]]
*''Alcedo atthis salomonensis'' - [[Salomonseilanden]]
*''Alcedo atthis taprobana'' - Zuid-India en [[Sri Lanka]]


== Bedreigingen ==
== Bedreigingen ==
[[Bestand:BR ijsvogelwand.jpg|right|thumb|260px|Vrijwilligers van Natuurpunt graven een ijsvogelwand in het [[Saleghem Krekengebied]] die nu jaar na jaar nesten herbergt.]]
De belangrijkste [[natuurlijke vijand]]en van de ijsvogel zijn [[nerts]], [[wezel (dier)|wezel]] en [[bunzing]], die soms nestholen bezoeken en de jongen doden. De holen zijn echter lastig te bereiken en ijsvogels worden over het algemeen zelden bejaagd. Ook [[roofvogels]] doden zelden een ijsvogel, aangezien ijsvogels zich over het algemeen snel en laag bij het water verplaatsen.
De belangrijkste [[natuurlijke vijand]]en van de ijsvogel zijn rovende [[zoogdieren]] als de [[nerts]], de [[wezel (dier)|wezel]] en de [[bunzing]]. Deze predatoren bezoeken soms de nestholen en doden de jongen. De holen zijn echter lastig te bereiken en ijsvogels worden over het algemeen zelden bejaagd. Ook [[roofvogels]] doden zelden een ijsvogel, aangezien ijsvogels zich over het algemeen snel en laag bij het water verplaatsen.


De soort kan slecht tegen strenge [[winter]]s, en een zeer strenge winter overleven veel ijsvogels niet. Meestal sterven de dieren door voedselgebrek of doordat ze tijdens de duik een harde klap maken op het dikke ijs. Zo werden er in België na de bijzonder strenge winter van [[1963]] nauwelijks 25 broedende paren waargenomen.
De soort kan slecht tegen strenge [[winter]]s, en een zeer strenge winter overleven veel ijsvogels niet. Meestal sterven de dieren door voedselgebrek of doordat ze bij een duik een harde klap maken op het dikke ijs. Zo werden er in België na de bijzonder strenge winter van [[1963]] nauwelijks 25 broedende paren waargenomen.


Vanwege zijn voorliefde voor vis jaagt de ijsvogel regelmatig bij viskwekerijen. Hierdoor wordt hij soms als een schadelijk dier gezien. In zijn boek ''History of European Birds'' schreef [[L. Yeatman]] over een forellenkweker die tussen [[1892]] en [[1899]] zo'n 800 ijsvogels doodde en in [[1900]] op een [[ornithologie|ornithologisch]] congres in [[Parijs]] vroeg om de uitroeiing van de soort.<ref name=H1995/> Sommige viskwekers tolereren de dieren echter, omdat de ijsvogel zich voornamelijk voedt met de kleinere en zwakkere visjes. Sinds de [[1970-1979|jaren zeventig]] is de ijsvogel in de meeste Europese landen beschermd en beschermen de meeste viskwekerijen hun vissen met een gaasnet, waar de ijsvogels niet doorheen kunnen komen. Toch worden er nog steeds ijsvogels illegaal met strikken gedood.
Vanwege zijn voorliefde voor vis jaagt de ijsvogel regelmatig bij viskwekerijen. Hierdoor wordt hij soms als een schadelijk dier gezien. In zijn boek ''History of European Birds'' schreef [[L. Yeatman]] over een forellenkweker die tussen [[1892]] en [[1899]] zo'n 800 ijsvogels doodde en in [[1900]] op een [[ornithologie|ornithologisch]] congres in [[Parijs]] vroeg om de uitroeiing van de soort.<ref name=H1995/> Sommige viskwekers tolereren de dieren echter, omdat de ijsvogel zich voornamelijk voedt met de kleinere en zwakkere visjes. Sinds de [[1970-1979|jaren zeventig]] is de ijsvogel in de meeste Europese landen beschermd en beschermen de meeste viskwekerijen hun vissen met een gaasnet, waar de ijsvogels niet doorheen kunnen komen. Toch worden er nog steeds ijsvogels illegaal met strikken gedood.
Regel 93: Regel 103:


=== In Nederland en België ===
=== In Nederland en België ===
[[Bestand:BR ijsvogelwand.jpg|right|thumb|Vrijwilligers van Natuurpunt graven een ijsvogelwand in het [[Saleghem Krekengebied]] die nu jaar na jaar nesten herbergt.]]
In Nederland en België gold de ijsvogel jarenlang als een bedreigde soort, maar de laatste jaren is hun aantal in Nederland en België weer duidelijk toegenomen. In Nederland was er een stijging van 35 tot 50 broedparen in [[1997]] naar 650 tot 700 in [[2002]], mede veroorzaakt door de zachte winters, verbetering in waterkwaliteit en het herstel van beken.<ref>[http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=1443 www.vogelbescherming.nl]</ref> Ook wordt de soort geholpen door het maken van kunstmatige [[wak]]ken en zogenaamde [[IJsvogelwand|ijsvogelwanden]], speciaal voor ijsvogels ingerichte oeverwanden. Door deze stijging in aantallen is de soort in [[2004]] van de [[Nederlandse Rode Lijst (vogels)|Nederlandse Rode Lijst]] verdwenen en wordt de ijsvogel daar niet meer als bedreigde soort beschouwd. In [[2005]] werd het aantal ijsvogels in [[Vlaanderen]] geschat op 650 à 850 broedparen.<ref>[http://www.vogelbescherming.be/index.php?option=content&task=view&id=240 Aantal ijsvogels in Vlaanderen, op Vogelbescherming.be]</ref>
In Nederland en België gold de ijsvogel jarenlang als een bedreigde soort, maar de laatste jaren is hun aantal in Nederland en België weer duidelijk toegenomen. In Nederland was er een stijging van 35 tot 50 broedparen in [[1997]] naar 650 tot 700 in [[2002]], mede veroorzaakt door de zachte winters, verbetering in waterkwaliteit en het herstel van beken.<ref>[http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=1443 www.vogelbescherming.nl]</ref> Ook wordt de soort geholpen door het maken van kunstmatige [[wak]]ken en zogenaamde [[IJsvogelwand|ijsvogelwanden]], speciaal voor ijsvogels ingerichte oeverwanden. Door deze stijging in aantallen is de soort in [[2004]] van de [[Nederlandse Rode Lijst (vogels)|Nederlandse Rode Lijst]] verdwenen en wordt de ijsvogel daar niet meer als bedreigde soort beschouwd. In [[2005]] werd het aantal ijsvogels in [[Vlaanderen]] geschat op 650 à 850 broedparen.<ref>[http://www.vogelbescherming.be/index.php?option=content&task=view&id=240 Aantal ijsvogels in Vlaanderen, op Vogelbescherming.be]</ref>


== Verklaring van de naam ==
== In de cultuur ==
[[Bestand:Hieronymus Bosch 031.jpg|thumb|220px|left|Jeroen Bosch. ''[[Tuin der Lusten]], detail.'' Madrid, [[Museo del Prado]].]]
De kleur van zijn rug (blauwgroen met een metaalachtige schijn) is waarschijnlijk verantwoordelijk voor de naam van het beestje. Het is namelijk afkomstig van de [[Germaanse talen|Germaanse]] naam: ''Eisenvogel''. Dit betekent eigenlijk zoiets als 'ijzervogel', maar is uiteindelijk [[verbastering|verbasterd]] tot 'ijsvogel'. Een andere verklaring voor de naam is dat de ijsvogel vaak 's winters bij het ijs werd gezien om uit een [[wak]] vissen te vangen.<ref>[http://www.wildzoekers.nl/?pag=8&nid=214 www.wildzoekers.nl]</ref>
In de [[Griekse mythologie]] wordt het verhaal verteld van [[Alkyone]], de dochter van [[Aeolus (mythologie)|Aeolus]], de god van de wind, en [[Ceyx]], de zoon van de avondster [[Hesperus]]. De twee hadden een gelukkig huwelijk, maar wisten de goden te ontstemmen door zich [[Zeus]] en [[Hera]] te noemen. Om hun [[trots|hoogmoed]] te straffen werden de twee veranderd in vogels: Ceyx werd een [[meeuwen (vogels)|meeuw]], Alkyone een ijsvogel. Van de twee figuren zijn de namen van twee andere ijsvogelgeslachten afgeleid, ''[[Ceyx]]'' en ''[[Halcyon]]''.


[[Bestand:Hieronymus Bosch 031.jpg|thumb|left|Jeroen Bosch. ''[[Tuin der Lusten]], detail.'' Madrid, [[Museo del Prado]].]]
== De ijsvogel in kunst en cultuur ==
De ijsvogel speelt een rol in verscheidene [[legende]]n en verhalen. Zo zou de ijsvogel aan zijn kleuren zijn gekomen nadat hij de [[ark van Noach]] had verlaten. De volgens het verhaal oorspronkelijk grijze vogel zou een rode buik hebben gekregen van de ondergaande zon en een blauwe rug van de hemel. In [[China]] gold de ijsvogel als het symbool van [[trouw (ethiek)|huwelijkstrouw]].
De ijsvogel speelt een rol in verscheidene [[legende]]n en verhalen. Zo zou de ijsvogel aan zijn kleuren zijn gekomen nadat hij de [[ark van Noach]] had verlaten. De volgens het verhaal oorspronkelijk grijze vogel zou een rode buik hebben gekregen van de ondergaande zon en een blauwe rug van de hemel. In [[China]] gold de ijsvogel als het symbool van [[trouw (ethiek)|huwelijkstrouw]].


Vanwege zijn kleurenpracht werd de ijsvogel veelvuldig afgebeeld op schilderijen. Zo is de soort te zien op het [[triptiek|drieluik]] ''[[Tuin der Lusten|De Tuin der Lusten]]'' van [[Jheronimus Bosch|Jeroen Bosch]] en staat een paartje afgebeeld op ''Vogels in een landschap'' van [[Roelant Savery]].<ref name=H1995/> De ijsvogel werd afgebeeld op het [[Geschiedenis van de Nederlandse bankbiljetten|laatste Nederlandse 10-guldenbiljet]].
In de [[Griekse mythologie]] wordt het verhaal verteld van [[Alkyone]], de dochter van [[Aeolus (mythologie)|Aeolus]], de god van de wind, en [[Ceyx]], de zoon van de avondster [[Hesperus]]. De twee hadden een gelukkig huwelijk, maar wisten de goden te ontstemmen door zich [[Zeus]] en [[Hera]] te noemen. Om hun [[trots|hoogmoed]] te straffen werden de twee veranderd in vogels: Ceyx werd een [[meeuwen (vogels)|meeuw]], Alkyone een ijsvogel. Van de twee figuren zijn de namen van twee andere ijsvogelgeslachten afgeleid, ''[[Ceyx]]'' en ''[[Halcyon]]''.
<br clear="left" />


==Taxonomie==
Vanwege zijn kleurenpracht werd de ijsvogel veelvuldig afgebeeld op schilderijen. Zo is de soort te zien op het [[triptiek|drieluik]] ''[[Tuin der Lusten|De Tuin der Lusten]]'' van [[Jheronimus Bosch|Jeroen Bosch]] en staat een paartje afgebeeld op ''Vogels in een landschap'' van [[Roelant Savery]].<ref name=H1995/>
De ijsvogel is in Europa de bekendste soort uit de familie [[ijsvogels]] (Alcedinidae). Deze familie bestaat uit enige tientallen soorten die een wereldwijde verspreiding hebben maar vooral leven in subtropische en tropische gebieden. In sommige delen van de wereld, zoals noordelijk Europa en [[Noord-Amerika]] echter zijn de ijsvogels slechts door een paar soorten vertegenwoordigd. De ijsvogels hebben een vrij uniforme, gedrongen bouw met een rechte, dolkachtige snavel. De kleuren kunnen wel sterk verschillen, sommige soorten hebben blauwe of rode kleuren, andere zijn zwart met wit van kleur. Een andere Europese soort is de [[Smyrna-ijsvogel]] die in het uiterste zuidoosten leeft.


=== Ondersoorten ===
De ijsvogel stond afgebeeld op het [[Geschiedenis van de Nederlandse bankbiljetten|laatste Nederlandse 10-guldenbiljet]].
[[Afbeelding:Common Kingfisher- different races.jpg|thumb|260px|right|Links ''[[A. a. taprobana]]'' en rechts ''[[A. a. bengalensis]]''.]]
<br clear="left" />
Er worden acht [[ondersoort]]en onderscheiden, die qua uiterlijk en verspreidingsgebied enigszins verschillen;
*''Alcedo atthis atthis'' - [[Middellandse Zeegebied]], [[Syrië]] en het [[Arabisch Schiereiland]]
*''Alcedo atthis bengalensis'' - Noord-[[India]] tot [[Filipijnen]] en [[Grote Soenda-eilanden]]
*''Alcedo atthis floresiana'' - [[Bali (eiland)|Bali]]
*''Alcedo atthis ispida'' - [[Europa (werelddeel)|Europa]]
*''Alcedo atthis ispidoides'' - [[Celebes]], [[Bismarck-archipel]]
*''Alcedo atthis japonica'' - [[Japan]], [[Taiwan]], [[Sachalin]]
*''Alcedo atthis salomonensis'' - [[Salomonseilanden]]
*''Alcedo atthis taprobana'' - Zuid-India en [[Sri Lanka]]


==Bronvermelding==
{{bronnen|bronvermelding=
{{appendix|alles|2=
{{references}}
'''Referenties'''
}}
{{references|90%|2}}


'''Bronnen'''
== Externe links ==
* Burnie, D. Dieren (2001), Londen: Dorling Kindersley Limited, p. 328-329.
* {{nl}} Nicolai, J. Thieme vogelgids in kleur (1993), Baarn: Uitgeversmaatschappij Tirion, p. 154-155
* {{nl}} Hesaffre, G. "N°101 de ijsvogel" (1995), Honders, J. (red.) Dieren in het wild, Société des Périodiques Larousse.
* {{nl}} Jonsson, L. Tirion Vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten (1993), Baarn: Uitgeversmaatschappij Tirion, p. 334-335
* {{nl}} Felix, Jirí. Atrium Dierenatlas (2000), Alphen aan den Rijn: Atrium, p.106
* {{en}} Animal Diversity Web - '''Common kingfisher ''Alcedo atthis''''' [http://animaldiversity.ummz.umich.edu/site/accounts/information/Alcedo_atthis.html Website]
* {{nl}} Soortenbank - '''IJsvogel (''Alcedo atthis'')''' - [http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&id=255 Website]

'''Externe links'''
*[http://home.versatel.nl/myotis/ijs.mp3 Geluid van de ijsvogel]
*[http://home.versatel.nl/myotis/ijs.mp3 Geluid van de ijsvogel]
*[http://www.ijsvogels.nl/ Meer over ijsvogels]
*[http://www.ijsvogels.nl/ Meer over ijsvogels]
*[http://waarneming.nl/soort/view/37 Recente waarnemingen in Nederland]
*[http://waarneming.nl/soort/view/37 Recente waarnemingen in Nederland]
*[http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&record=Alcedo+atthis SoortenBank.nl] beschrijving, afbeeldingen en geluid
*[http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=vogels&record=Alcedo+atthis SoortenBank.nl] beschrijving, afbeeldingen en geluid
}}

{{commons|Alcedo atthis}}


{{Link FA|de}}
{{Link FA|de}}

Versie van 22 sep 2009 17:57

Dit artikel is aangedragen voor verwijdering als etalageartikel. Heeft u een mening over dit artikel, stem dan mee.
IJsvogel
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2008)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Coraciiformes (Scharrelaarvogels)
Familie:Alcedinidae (IJsvogels)
Geslacht:Alcedo
Soort
Alcedo atthis
(Linnaeus, 1758)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
IJsvogel op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels
Etalagester Dit artikel is opgenomen in de etalage.

De ijsvogel (Alcedo atthis) is een waterminnende vogel uit de familie ijsvogels (Alcedinidae). Het is de enige algemeen in Europa voorkomende ijsvogelsoort. De ijsvogels komt ook voor in Nederland en België en is hier een van de bontst gekleurde vogels.

Naamgeving

De wetenschappelijke geslachtsnaam Alcedo is afgeleid van het Latijnse alcedo (Grieks: ἁλκυων of halcuon) dat 'koningsvisser' betekent [2]. De soortnaam atthis is afgeleid van Attis, een mannelijk figuur uit de Griekse mythologie [3].

De Nederlandse naam ijsvogel heeft niets te maken met een voorkeur of een relatie met ijs. Het is waarschijnlijk een verbastering van de Germaanse naam Eisenvogel wat zoiets als 'ijzervogel' betekent. Deze naam slaat op het metaalachtige glans op het blauwe verenkleed. Een andere verklaring voor de naam is dat de ijsvogel vaak 's winters bij het ijs werd gezien om uit een wak vissen te vangen.[4]. Welke van de twee de juiste verklaring biedt is echter onderdeel van studie [2].

Kenmerken

De ijsvogel is een kleine vogel met een korte staart en pootjes, een korte nek, korte, afgeronde vleugels, een grote kop met grote ogen en een lange, dolkvormige snavel, geschikt om vissen mee te vangen en vast te houden. De poten zijn syndactiel; de voortenen zijn gedeeltelijk aan de basis met elkaar vergroeid.

De ijsvogel is in noordelijk Europa onmiskenbaar door zijn tekening, soorten uit andere werelddelen kunnen echter sprekend op de ijsvogel lijken. De ijsvogel heeft een overwegend blauwe kleur, waarbij de veren van de kop en vleugels iriserend blauwgroen zijn maar op het midden van de rug lichter tot kobaltblauw. De staartveren zijn echter weer wat donkerder. De veren aan de borst en buikzijde zijn warm oranje gekleurd en steken hiermee duidelijk af. Van de snavel tot achter het oog is op de wang een oranje oogstreep aanwezig, die abrupt overgaat een een heldere witte streep, ook de keel van de ijsvogel is wit. De poten zijn oranje tot rood van kleur. De mannetjes zijn enkel van de vrouwtjes te onderscheiden aan de kleur van de basis van de ondersnavel, die bij het vrouwtje dofrood is en bij het mannetje net zo zwart als de bovensnavel. Juvenielen onderscheiden zich van volwassen exemplaren door het valere verenkleed met donkergrijs gerande borstveren, gevlekte kruin, lichtere snavelpunt en donkerbruine poten.

De lichaamslengte bedraagt ongeveer 16 tot 20 cm, de spanwijdte is 24 tot 26 cm en het lichaamsgewicht loopt uiteen van 34 tot 44 gram.[5]

Het geluid van de ijsvogel is divers; er kunnen diverse kwetterende schelle, kwelende en fluitende geluiden worden geproduceerd [6]. Het mannetje lokt het vrouwtje met een hoge, fluitende 'tjieieiet' of 'tieietuu', die hij vaak tijdens de vlucht laat horen. Bij opwinding worden korte, herhaalde 'titi-titi' geluiden geproduceerd.[7]

Verspreiding en habitat

Het verspreidingsgebied van de ijsvogel:
Geel: zomerverblijf trekvogels
Groen: verblijf standvogels
Blauw: overwinteringsgebied trekvogels

De ijsvogel komt voor in een groot deel van Europa, behalve het grootste deel van Scandinavië en Schotland, in Azië ten zuiden van Siberië tot Japan en de Salomonseilanden, en lokaal in Noordwest Afrika. In Europa loopt de noordgrens door Zuid-Zweden, ongeveer ter hoogte van Stockholm, en Zuid-Finland. In België en Nederland is hij een zelden waargenomen broed- en standvogel. Incidenteel trekt hij 's winters weg.

In Europa komt de ijsvogel voornamelijk voor bij langzaam stromende wateren als beken en rivieren in het laagland (zelden boven 650 meter hoogte), maar hij kan worden aangetroffen in bijna alle waterrijke gebieden, als kanalen, sloten en een enkele keer de oevers van grotere plassen, meren, grindgaten en estuaria. In Oost- en Zuidoost-Azië wordt hij voornamelijk langs de kust aangetroffen, in mangrovebossen, riviermondingen en getijdepoelen.

De ijsvogel is voor het jagen afhankelijk van wateren die helder en ijsvrij zijn met veel kleine visjes. Het liefst leeft hij in schaduwrijke gebieden, waar hij bij de jacht niet wordt gehinderd door de reflectie van licht. De aanwezigheid van geschikte uitkijkplaatsen is van minder groot belang. In de broedtijd leven de vogels voornamelijk in de nabijheid van steile oeverwallen van zand of leem nabij water, waar een nesthol kan worden uitgegraven. Soms broeden zij ook in steile wanden die wat verder van het water afliggen, maar dit komt zelden voor.[8]

De ijsvogel is over het algemeen een standvogel, maar dieren die boven de 40e breedtegraad leven, zoals de Finse en Russische populaties, trekken 's winters weg, aangezien dan alle wateren bevroren zijn, wat het jagen onmogelijk maakt. Tijdens de trek kan hij afstanden tot wel 2000 km afleggen. Vogels uit Scandinavië worden 's winters ook in Nederland aangetroffen. Zij trekken in maart weer weg naar de broedgebieden. In sommige gebieden, zoals Borneo en Java, komt de soort enkel als wintervogel voor. Ook dieren in gematigde streken verlaten tijdens plotselinge koude hun broedterritoria. Deze dieren trekken slechts vrij korte afstanden. Ze kunnen dan rond allerlei soorten wateren aangetroffen worden, waaronder de kust.

Leefwijze

IJsvogel zittend op een tak. Meestal heeft de ijsvogel een vaste tak over het water als uitkijkpost.

De ijsvogel heeft een snelle, rechte vlucht, vaak vlak langs het wateroppervlak. Hij kan op deze manier snelheden bereiken van maximaal 80 km per uur.[8] De vleugelslag is snorrend, afgewisseld met een korte glijperiode.[9] Hierdoor is er van een ijsvogel in vlucht zelden meer te zien dan een blauw-oranje flits.

Het waterdichte en isolerende verenkleed van de ijsvogel bestaat uit korte, dichte veren die tot zes keer per dag gepoetst en gekamd worden. Dit kan per keer 15 tot 20 minuten duren. De ijsvogel kent een voor vogels unieke poetsbeweging: hij wrijft over zijn kruin met de binnenkant van zijn vleugel.[8] Ook neemt de ijsvogel regelmatig een bad. Vooral ouderdieren baden aan het einde van de periode waarin de jongen in de nestkamer worden gevoerd. Het nest is rond die tijd bevuild met een laag braakballen. Tijdens het baden duikt de ijsvogel onder water, alsof hij aan het vissen is, om enige seconden in het water te blijven of gelijk weer het water te verlaten en opnieuw te duiken. Dit wordt vervolgens zo'n twintig keer herhaald.

Voedsel en jacht

De ijsvogel leeft vrijwel uitsluitend van vis.

De ijsvogel is een carnivoor, meer specifiek een piscivoor, en jaagt voornamelijk op kleine vissen als modderkruipers, voorns, barbelen, jonge vlagzalmen en tiendoornige stekelbaarsjes, aangevuld met jonge forellen, baarzen, snoeken en karpers, alvers, gambusia's, driedoornige stekelbaarsjes en kwabalen.[8] Ook garnalen, rivierkreeften en andere kreeftachtigen, amfibieën als salamanders, kikkers en kikkervisjes, insecten als libellen, kevers, waterinsecten en larven en weekdieren als zoetwaterslakken staan op het dieet. Prooidieren zijn meestal 3 tot 5 cm lang, maximaal 7 cm. Vissen beslaan zo'n 78% van het dieet.[8]

De ijsvogel is vaak te vinden op een vaste uitkijkpost nabij het water vanwaar hij zijn prooidieren gadeslaat. De ijsvogel zit meestal onbeweeglijk stil op zijn uitkijkplaats, vaak met de vleugels gespreid en de snavel half open. De uitkijkplaats bevindt zich zo'n één tot drie meter boven het water. Een tak die over het water uitsteekt is hiervoor geschikt maar ook beschaduwde overhangende struiken worden hiervoor wel gebruikt. Met zijn scherpe ogen kan hij in helder water de precieze positie van zijn prooi bepalen, waarna hij met snavel naar voren op zijn prooi duikt. De prooi bevindt zich meestal niet meer dan 25 cm onder het wateroppervlak.[5] Als een visje zich laat zien wordt het met een snelle duikvlucht verschalkt. Iedere ijsvogel heeft zijn eigen favoriete uitkijkplaats vanwaar hij duikt. Als de uitkijkplaats te laag is, vliegt hij eerst omhoog waarna hij naar beneden duikt. Ook kan de ijsvogel boven het water "bidden". Aan de kust wordt vanaf een rots, een pier of een paal gejaagd. Soms wordt ook buiten het water gezocht naar voedsel, zoals in de lucht, hier worden insecten gevangen.

Bij het jagen op vis duikt de vogel met hoge snelheid bijna loodrecht op zijn prooi, waardoor hij het wateroppervlak kan doorbreken. Om deze snelheid te ontwikkelen slaat hij tijdens de duik kort met zijn vleugels. Op hoge snelheid kan hij tot een diepte van een meter duiken, maar meestal duikt hij niet meer dan enkele centimeters. Om de ogen te beschermen tegen het water gebruikt de ijsvogel zijn knipvlies, dit is een extra ooglid dat half doorzichtig is en door een reflex als een duikbril over het oog schuift tijdens het duiken. Het wordt ook gesloten als de vogel de veren poetst, om beschadiging door de klauwen te voorkomen.

De ijsvogel komt vanzelf weer boven en verlaat direct na de vangst het water. Met één slag van de korte, sterke vleugels kan hij zich weer uit het water heffen en wegvliegen. Hij vliegt hierna naar een zitplaats, waar hij het visje doodslaat tegen de tak waar hij op zit. Hierna wordt de prooi in zijn geheel ingeslikt waarbij de kop altijd eerst wordt doorgeslikt. Hierdoor wordt voorkomen dat de eventuele stekels van de prooi zich vastzetten in de keel en de ijsvogel kan stikken. Mocht de ijsvogel de vis niet met zijn snavel kunnen draaien dan wordt deze eerst in de lucht gegooid. Onverteerbare delen als graten, schubben en chitineresten worden in een kleine, ovale braakbal uitgebraakt.

Sociaal gedrag

De ijsvogel leeft voornamelijk solitair, in het broedseizoen in paarverband. Een paartje heeft een eigen territorium, dat honderd meter tot een kilometer van een rivieroever kan beslaan. Het paartje is zeer territoriaal in de broedtijd en tolereert geen andere ijsvogels. Een indringer wordt over het water achtervolgd, waarbij de ijsvogel harde kreten slaakt. Soms monden deze aanvallen uit in gevechten, waarbij de ijsvogels elkaar bij de snavels beetpakken en in het water vallen. Deze gevechten duren meestal maar kort, maar in Zweden is waargenomen dat een gevecht acht uur lang kan duren.[8] Ook kleine zangvogels worden weggejaagd.

's Winters heeft de ijsvogel soms een groter territorium, dat wel vijf kilometer kan beslaan. Het mannetje en vrouwtje leven in deze periode gescheiden van elkaar en zij bewonen allebei een deel van het territorium. Dit verdedigen zij ook, zelfs tegen elkaar, maar minder fanatiek dan tegen vreemde soortgenoten in het broedseizoen. In een groot deel van hun areaal zijn ijsvogels standvogels, maar in het noorden van het verspreidingsgebied, waar 's winters de wateren dichtvriezen en de ijsvogel daardoor geen vis kan vangen, trekt hij weg naar ijsvrije gebieden, bijvoorbeeld de kust. Alleen in deze periode kan de ijsvogel in groepen worden waargenomen. Ook in warmere streken kan de ijsvogel lokaal trekken. Het mannetje trekt over het algemeen later weg dan het vrouwtje. De ijsvogel zoekt het daaropvolgende jaar zijn territorium weer op.

Voortplanting

Een juveniel heeft donkere kleuren, bruine poten en een lichte snavelpunt.

De ijsvogel broedt meestal twee à drie keer per jaar. Bij zeer gunstig weer of verlies van een legsel kunnen tot vier legsels per jaar worden geproduceerd. Aan het begin van de paartijd in februari zoekt het mannetje een vrouwtje, meestal hetzelfde vrouwtje als het voorgaande jaar. Hij kan in de paartijd tot drie vrouwtjes bevruchten. De paarvorming begint met een achtervolging in de lucht, vlakbij de toekomstige locatie van het nest. Tijdens deze achtervolging slaakt het mannetje scherpe kreten. Hiermee wordt de agressie van de ijsvogels geneutraliseerd.[8] Hierna strijkt het paartje naast elkaar neer. De vogels richten zich verticaal op, met de snavel licht omhoog. Dit lijkt veel op de dreighouding, maar bij deze houding blijft de snavel gesloten en worden de veren op de rug en kruin niet opgericht. Het mannetje maakt in deze houding met zijn voorlijf zwaaiende bewegingen. Na de paarvorming begint het mannetje met de bouw van het nest. Als het mannetje een oud nest wil betrekken, toont hij dit door er geregeld in en uit te vliegen.

Net als bij andere soorten ijsvogels worden holen zelfgegraven holen gebruikt om te broeden. De holen worden in een steile oeverkant uitgegraven. Het mannetje klemt zich eerst vast aan de oeverwand en graaft met de snavel de grond weg. Met de poten veegt hij de uitgegraven aarde uit het hol. Ook het vrouwtje helpt later mee met de bouw van het nest. In het begin houdt zij zich echter meer bezig met het verdedigen van het territorium. Het hol bestaat uit een licht oplopende gang met een doorsnede van 5 tot 5,5 cm en een lengte van 30 tot 100 cm. Deze gang eindigt in een ronde nestkamer, waarin de eieren worden gelegd. De opening van het hol bevindt zich meestal zo'n 90 tot 180 cm van de bodem, zelden lager dan 60 cm. Na een week is de nestgang klaar.

Na de bouw van het nest volgt de balts, waarbij het mannetje een visje aanbiedt aan het vrouwtje. De balts wordt meestal vergezeld door veel geroep. Zodra het vrouwtje de vis heeft geaccepteerd en opgegeten volgt de paring. Het vrouwtje toont haar paringsbereidheid door zich horizontaal te strekken. Het mannetje zweeft eerst kort boven haar in de lucht, om daarna op haar rug te landen. Om in evenwicht te blijven klappert hij met zijn vleugels, en soms houdt hij zich met zijn snavel vast aan de veren in haar nek. Gedurende een week vinden meestal meerdere paringen plaats. Hierbij wordt de balts echter overgeslagen.

De broedtijd duurt van maart tot juli en is afhankelijk van de geografische locatie. In West-Europa worden de eerste eieren half maart gelegd, in Oost-Europa half april. De nestkamer waarin de eieren worden gelegd is onbedekt. Een legsel bestaat uit vier tot acht (soms tot tien) witte, ronde eieren. Ze hebben een doorsnede van 2 cm en een gewicht van 3,6 tot 4,7 gram. Het broeden begint nadat het laatste ei is gelegd, waardoor de eieren ongeveer tegelijkertijd uitkomen. Het paar broedt samen de eieren uit; ze wisselen elkaar iedere twee tot vijf uur af.

Na een broedtijd van 18 tot 21 dagen komen de eieren uit.[10] Bij het uitkomen zijn de kuikens blind en naakt. Om warm te blijven worden ze de eerste week warmgehouden door de ouders. Na deze week zijn de kuikens bedekt met korte veren. Zowel het mannetje als het vrouwtje verzorgt de jongen. Zij voeden de kuikens met insecten, visjes en kleine kreeftachtigen. De prooidieren zijn iets groter dan de prooidieren waarmee de ouders zichzelf voeren.[8] De prooi wordt met de kop naar voren aangeboden. De eerste twee à drie weken wachten de jongen in de nestkamer op de ouders. De bodem van de kamer raakt hierdoor bedekt met braakballen, visschubben, graten en andere voedselresten. De jongen zitten in het hol in een stervorm, met de snavels naar buiten gericht. Het kuiken dat voor de ingang zit krijgt als enige voedsel. Nadat één voedsel heeft gekregen, schuift de "ster" een plaats op. Op deze manier krijgt ieder jong voer. Als een jong probeert voor te dringen, wordt hij door de andere jongen met harde pikken gestraft. Later wachten de kuikens de ouders op in de gang.

Na 23 tot 27 dagen verlaten de jongen het nest en nemen plaats op een tak, vanwaar ze nog twee tot vier dagen worden gevoerd. Vaak is het ouderpaar dan al begonnen aan een tweede legsel, in een andere nestgang. Na deze dagen worden de jongen weggejaagd of verlaten ze uit zichzelf het territorium van de ouders. Ze vormen het volgende jaar zelf een territorium. Na een jaar zijn ze geslachtsrijp.

De ijsvogel bereikt in de natuur een gemiddelde leeftijd van 7 jaar [11], alleen in uitzonderlijke gevallen kan in het wild een leeftijd van 21 jaar worden bereikt [12]. In gevangenschap gehouden exemplaren hebben minder last van natuurlijk verval veroorzaakt door parasieten, voedseltekort en ziektes, en kunnen ouder worden, gemiddeld bereiken ze een leeftijd van 21 jaar [11].

Bedreigingen

Vrijwilligers van Natuurpunt graven een ijsvogelwand in het Saleghem Krekengebied die nu jaar na jaar nesten herbergt.

De belangrijkste natuurlijke vijanden van de ijsvogel zijn rovende zoogdieren als de nerts, de wezel en de bunzing. Deze predatoren bezoeken soms de nestholen en doden de jongen. De holen zijn echter lastig te bereiken en ijsvogels worden over het algemeen zelden bejaagd. Ook roofvogels doden zelden een ijsvogel, aangezien ijsvogels zich over het algemeen snel en laag bij het water verplaatsen.

De soort kan slecht tegen strenge winters, en een zeer strenge winter overleven veel ijsvogels niet. Meestal sterven de dieren door voedselgebrek of doordat ze bij een duik een harde klap maken op het dikke ijs. Zo werden er in België na de bijzonder strenge winter van 1963 nauwelijks 25 broedende paren waargenomen.

Vanwege zijn voorliefde voor vis jaagt de ijsvogel regelmatig bij viskwekerijen. Hierdoor wordt hij soms als een schadelijk dier gezien. In zijn boek History of European Birds schreef L. Yeatman over een forellenkweker die tussen 1892 en 1899 zo'n 800 ijsvogels doodde en in 1900 op een ornithologisch congres in Parijs vroeg om de uitroeiing van de soort.[8] Sommige viskwekers tolereren de dieren echter, omdat de ijsvogel zich voornamelijk voedt met de kleinere en zwakkere visjes. Sinds de jaren zeventig is de ijsvogel in de meeste Europese landen beschermd en beschermen de meeste viskwekerijen hun vissen met een gaasnet, waar de ijsvogels niet doorheen kunnen komen. Toch worden er nog steeds ijsvogels illegaal met strikken gedood.

De belangrijkste hedendaagse door de mens veroorzaakte bedreiging is watervervuiling, waardoor prooidieren sterven en water vertroebelt. Ook het verdwijnen van beken en de normalisering van oevers, die worden strakgetrokken en versterkt met beton of stenen, leiden tot een lagere biodiversiteit en het verdwijnen van geschikte broedplaatsen. Een andere bedreiging is de verstoring door de watersport en nieuwsgierige vogelaars. Gebieden waar de verstoring al vroeg in het jaar zeer hoog is, worden verlaten door ijsvogels, waardoor de dieren al hun energie steken in het vinden van een nieuw territorium en dat jaar niet meer aan broeden toe komen. Ook vliegen ijsvogels zich regelmatig dood tegen ramen en autoruiten.

In Nederland en België

In Nederland en België gold de ijsvogel jarenlang als een bedreigde soort, maar de laatste jaren is hun aantal in Nederland en België weer duidelijk toegenomen. In Nederland was er een stijging van 35 tot 50 broedparen in 1997 naar 650 tot 700 in 2002, mede veroorzaakt door de zachte winters, verbetering in waterkwaliteit en het herstel van beken.[13] Ook wordt de soort geholpen door het maken van kunstmatige wakken en zogenaamde ijsvogelwanden, speciaal voor ijsvogels ingerichte oeverwanden. Door deze stijging in aantallen is de soort in 2004 van de Nederlandse Rode Lijst verdwenen en wordt de ijsvogel daar niet meer als bedreigde soort beschouwd. In 2005 werd het aantal ijsvogels in Vlaanderen geschat op 650 à 850 broedparen.[14]

In de cultuur

Jeroen Bosch. Tuin der Lusten, detail. Madrid, Museo del Prado.

In de Griekse mythologie wordt het verhaal verteld van Alkyone, de dochter van Aeolus, de god van de wind, en Ceyx, de zoon van de avondster Hesperus. De twee hadden een gelukkig huwelijk, maar wisten de goden te ontstemmen door zich Zeus en Hera te noemen. Om hun hoogmoed te straffen werden de twee veranderd in vogels: Ceyx werd een meeuw, Alkyone een ijsvogel. Van de twee figuren zijn de namen van twee andere ijsvogelgeslachten afgeleid, Ceyx en Halcyon.

De ijsvogel speelt een rol in verscheidene legenden en verhalen. Zo zou de ijsvogel aan zijn kleuren zijn gekomen nadat hij de ark van Noach had verlaten. De volgens het verhaal oorspronkelijk grijze vogel zou een rode buik hebben gekregen van de ondergaande zon en een blauwe rug van de hemel. In China gold de ijsvogel als het symbool van huwelijkstrouw.

Vanwege zijn kleurenpracht werd de ijsvogel veelvuldig afgebeeld op schilderijen. Zo is de soort te zien op het drieluik De Tuin der Lusten van Jeroen Bosch en staat een paartje afgebeeld op Vogels in een landschap van Roelant Savery.[8] De ijsvogel werd afgebeeld op het laatste Nederlandse 10-guldenbiljet.

Taxonomie

De ijsvogel is in Europa de bekendste soort uit de familie ijsvogels (Alcedinidae). Deze familie bestaat uit enige tientallen soorten die een wereldwijde verspreiding hebben maar vooral leven in subtropische en tropische gebieden. In sommige delen van de wereld, zoals noordelijk Europa en Noord-Amerika echter zijn de ijsvogels slechts door een paar soorten vertegenwoordigd. De ijsvogels hebben een vrij uniforme, gedrongen bouw met een rechte, dolkachtige snavel. De kleuren kunnen wel sterk verschillen, sommige soorten hebben blauwe of rode kleuren, andere zijn zwart met wit van kleur. Een andere Europese soort is de Smyrna-ijsvogel die in het uiterste zuidoosten leeft.

Ondersoorten

Bestand:Common Kingfisher- different races.jpg
Links A. a. taprobana en rechts A. a. bengalensis.

Er worden acht ondersoorten onderscheiden, die qua uiterlijk en verspreidingsgebied enigszins verschillen;

Bronvermelding