CBR Lixhe: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
dit gaat over de fabriek, niet over de steengroeves, slechte herschrijving
Label: Ongedaan maken
LL0903 (overleg | bijdragen)
Versie 67498532 van Romaine (overleg) ongedaan gemaakt.
Labels: Ongedaan maken nowiki toegevoegd
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Loën-CBR Lixhe (4).jpg|thumb|De fabriek gezien vanaf het plateau, de (horizontale) bruine buis (deels te zien) linksonder de rood-witte schoorsteen is de grote draaioven]]
[[Bestand:Loën-CBR Lixhe (4).jpg|thumb|De fabriek gezien vanaf het plateau, de (horizontale) bruine buis (deels te zien) linksonder de rood-witte schoorsteen is de grote draaioven]]
De '''cementfabriek van [[Lieze|Lixhe]]''' omvat sinds 1950 twee steengroeven, [[Loën]] en Romont, een klinkerfabriek en een maalderij en is gelegen in de Belgische provincie [[Luik (stad)|Luik]] in de gemeente [[Wezet]]. De fabriek was gedurende een lange periode onderdeel van de groep Cimenteries et Briqueteries Réunies La Bonne Espérance ([[CBR (bedrijf)|CBR]]), maar behoort sinds 1993 tot het concern [[Heidelberg Materials|HeidelbergCemen]]<nowiki/>t. De site met een oppervlakte van 16 hectare produceert jaarlijks 1,4 miljoen ton klinker en 1,5 miljoen ton cement van alle soorten, geleverd in verschillende vormen. <ref>{{Citeer web |url=https://web.archive.org/web/20230325003327/https://www.cbr.be/nld/cbr-lixhe |titel=CBR Lixhe {{!}} N.V. CBR Cementbedrijven in Belgium |datum=2023-03-25 |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=web.archive.org}}</ref>
De '''CBR Lixhe''' is een grote [[Cementindustrie|cementfabriek]] in de [[België|Belgische]] provincie [[Luik (provincie)|Luik]] in de gemeente [[Wezet]]. De fabriek staat ten noordwesten van [[Lieze]] en ten noordoosten van [[Loën]]. Ten westen van de fabriek stijgt de bergwand van het [[Haspengouws Plateau]] steil op en ligt de [[Côte de Hallembaye]]. De fabriek ligt in het dal van de [[Maas]] aan het [[Albertkanaal]] waar de fabriek een eigen haven heeft. De fabriek bestaat uit een klinkerfabriek en een maalderij.<ref name="CBR-Lixhe" />


== Locatie ==
Direct naast de fabriek ligt de voormalige [[Groeve Dierkx]].
De fabriek, gelegen in het dal van de [[Maas]], staat ten noordwesten van Lieze en ten noordoosten van Loën. Ten westen van de fabriek stijgt de bergwand van het [[Haspengouws Plateau]] steil op en ligt de [[Côte de Hallembaye|Côté de Hallembaye]]. Direct naast de fabriek ligt de voormalige [[Groeve Dierkx]]. Ten noordwesten van de fabriek, aan de andere zijde van het plateau en het daarachter gelegen dal van de [[Jeker]], ligt de [[Groeve Romontbos]]. Deze groeve beslaat een oppervlakte van 225 hectare en is via een 2,1 kilometer lange ondergrondse transportband verbonden met de fabriek. Jaarlijks wordt er uit deze groeve 2,3 miljoen ton grijs krijt en tufsteen gehaald. Ten zuidwesten van de fabriek bevindt zich de tweede kalksteengroeve, de [[Groeve van Loën]]. De kalksteen, gewonnen uit deze twee groeven voor de cementindustrie, vindt zijn oorsprong voornamelijk in de [[Formatie van Gulpen]] en de [[Formatie van Maastricht]].


Een eigen haven aan de oevers van het [[Albertkanaal]] en een belangrijk spoorweg- en autowegennet laten het transport van goederen naar en van de fabriek toe. Via het Albertkanaal gebeurt 30% van het bulktransport per schip.<ref>{{Citeer web |url=https://www.heidelbergmaterials-benelux.com/nl/belgie-cement/lixhe |titel=Lixhe {{!}} Heidelberg Materials Benelux |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=www.heidelbergmaterials-benelux.com |taal=nl}}</ref>
De fabriek is onderdeel van [[CBR (bedrijf)|Cimenteries et Briqueteries Réunies La Bonne Espérance]] (CBR).


== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==
In 1910 ontstond de ''Cimenteries et Briqueteries Réunies Bonne-Espérance et Loën'' door de samenvoeging van de twee bedrijven ''La Bonne-Espérance'' en ''Fabrique de Ciment Portland Artificiel de Loën''. De eerstgenoemde was gevestigd in [[Turnhout]] en de tweede in Loën.<ref name="av-cbr">[https://www.avae-vvba.be/12-cbr-cimenteries-belges-reunies Archives du groupe Cimenteries-CBR-Cementbedrijven]. [https://web.archive.org/web/20230320194853/https://www.avae-vvba.be/12-cbr-cimenteries-belges-reunies Gearchiveerd] op 20 maart 2023.</ref>
De ''Cimenteries et Briqueteries Réunies Bonne-Espérance et Loën'' (CBR) is in 1910 ontstaan door de samenvoeging van twee oudere bedrijven: ''La Bonne-Espérance'' en ''Fabrique de Ciment Portland Artificiel de Loën''. De eerstgenoemde was gevestigd in [[Turnhout]] en de tweede in Loën. In de daaropvolgende jaren nam CBR verschillende fabrieken over. Na de [[Eerste Wereldoorlog]] domineerde CBR de [[cementindustrie in België]], met een totale productiecapaciteit van 850.000 ton cement per jaar.


In 1946 was de cementsector verspreid over verschillende vestigingslocaties. Daarom werden de fabrieken in [[Turnhout]], [[Beerse]], [[Ravels]], [[Niel (Antwerpen)|Niel]] (bij Antwerpen) en Loën gesloten en besloot men bij Loën een moderne cementfabriek te bouwen.<ref name="av-cbr" />
In 1946 werd de [[Generale Maatschappij van België]] de grootste aandeelhouder van CBR met ongeveer 17% van het kapitaal. [[Max Nokin]] besloot enerzijds de fabrieken in Turnhout, [[Beerse]], [[Ravels]], [[Niel (Antwerpen)|Niel]] (bij Antwerpen) en Loën te sluiten, en anderzijds bij Loën een moderne cementfabriek te bouwen.


De nieuwe cementfabriek te Lixhe werd ontworpen als onderdeel van het [[Marshallplan]] en was destijds de meest moderne en een van de grootste in Europa. Het Marshallplan was een programma voor materiële hulp dat na de [[Tweede Wereldoorlog]] in 1947 werd geïntroduceerd door de [[Verenigde Staten]] om de economieën in Europa te herstellen en te versterken, alsook om de verspreiding van het communisme tegen te gaan. Vanaf 1950 was de nieuwe fabriek, uitgerust met Amerikaans materiaal, operationeel. Met behulp van het Europese steunprogramma ERP (European Recovery Program) werden de geleende Belgische franken omgezet in dollars tegen de gunstigste voorwaarden. Het elektronisch controlegebouw, het controle laboratorium en de cementoven werden ontworpen door [[Constantin Brodzki]].
In 1950 werd de fabriek opgericht.<ref name="CBR-Lixhe">[https://www.cbr.be/nld/cbr-lixhe CBR Lixhe]. [https://web.archive.org/web/20230325003327/https://www.cbr.be/nld/cbr-lixhe Gearchiveerd] op 25 maart 2023.</ref>


In 1981 besloot CBR de productiemethode voor klinkers volgens het natte procedé, die in het begin van de 20ste eeuw was geïntroduceerd, te vervangen door ovens die werkten volgens het droge procedé. De klinkerproductie werd bijgevolg verder gerationaliseerd tot drie droogovens met hoge capaciteit: Maastricht (onderdeel van [[ENCI]]), Lixhe en een nieuwe locatie, [[Antoing]].
== Fabriek ==
De kalksteen die in de fabriek verwerkt wordt tot cement wordt gewonnen binnen enkele kilometers van de fabriek in twee steengroeves. Ten noordwesten van de fabriek ligt aan de andere zijde van het plateau en het daarachter gelegen dal van de [[Jeker]] de [[Groeve Romontbos]]. De daar gewonnen kalksteen wordt via een 2100 meter lange ondergrondse transportband naar de fabriek getransporteerd. Ten zuidwesten van de fabriek bevindt zich de tweede kalksteengroeve, de [[Groeve CBR]]. Vanaf daar wordt het per vrachtwagen naar de fabriek vervoerd.<ref name="CBR-Lixhe" /><ref name="cbr-gvr">[https://www.cbr.be/nld/groeve-van-romont-een-uniek-voorbeeld-in-belgie Groeve van Romont: een uniek voorbeeld in België], CBR. [https://web.archive.org/web/20211027015846/https://www.cbr.be/nld/groeve-van-romont-een-uniek-voorbeeld-in-belgie Gearchiveerd] op 27 oktober 2021.</ref>


In 1986 had CBR hun totale productiecapaciteit kunnen opdrijven tot 6,5 miljoen ton in de Benelux.
De eerste stap in de verwerking van de afgegraven kalksteen is het breken en zeven, waarbij onder andere [[vuursteen]] uit het gesteente gehaald wordt. Na het homogeniseren begint de fabricage van [[Klinker (halffabricaat)|klinker]]. Klinker wordt gemaakt van [[Limburgse mergel|mergel]], [[leem]], [[vliegas]] en ijzerhoudende grondstoffen. Deze grondstoffen worden gemalen en gedroogd, zodat er meel ontstaat. Dit meel wordt getransporteerd naar een voorverwarmingstoren. In deze toren wordt het meel in zogenaamde cyclonen laten vallen waarbij tijdens de val het meel opstijgende gascalorieën absorbeert en een temperatuur krijgt van 800 °C. In de precalcinator vindt er decarbonatatie en [[Dehydratie (scheikunde)|deshydratatie]] plaats. Daarna gaat de substantie naar een hellende draaioven waarin een vlam van ongeveer 2000 °C de substantie verhit en er bij een temperatuur van 1450 °C [[sintering]] plaatsvindt. Bij het verlaten van de oven is de klinker klaar en wordt ze in een luchtkoelinstallatie afgekoeld tot 100 °C, waarna ze wordt opgeslagen in silo's.<ref name="CBR-cpp">[https://web.archive.org/web/20211029053640/https://www.cbr.be/nld/system/files_force/asset/document/productieproces_cement_nl.pdf Cement productieproces], CBR</ref>


In 1993 verkocht de [[Generale Maatschappij van België]] haar aandeel van 42,5% aan de Duitse cementgroep Heidelberger Zement, die sinds 2022 bekend is onder de naam Heidelberg Materials.
Voor de productie van cement is klinker het [[halffabricaat]]. Afhankelijk van het type cement wordt er in bepaalde hoeveelheden de klinker, [[calciumsulfaat]], [[vliegas]], [[kalksteen]] en [[hoogovenslak]]ken toegevoegd. Na de dosering worden de verschillende ingrediënten samen vermalen tot een poeder in een [[kogelmolen]] en/of rollenpers. Na het vermalen wordt het poeder door een afscheider gevoerd om de korrels op grootte te sorteren, waarbij de te grote korrels opnieuw vermalen worden in de kogelmolen. De fijnheid van de korrels van het poeder is bepalend voor de sterkteklasse. Na het vermalen wordt het cement afgekoeld en daarna in grote silo's opgeslagen per cementsoort.<ref name="CBR-cpp" />


== Technologie ==
Jaarlijks kan er 1,4 miljoen ton klinker en 1,5 miljoen ton cement worden geproduceerd.<ref name="CBR-Lixhe" />
[[Cement (bouwmateriaal)|Cement]] wordt in twee stappen gefabriceerd: de eerste stap is de klinker fabricage, de tweede stap is de cementproductie.


=== Klinker fabricage ===
{{Appendix}}
De eerste stap in het verwerken van de afgegraven kalksteen is het breken en zeven tot een homogeen poeder. Na het homogeniseren begint de fabricage van [[Klinker (halffabricaat)|klinkers]]. Klinkers worden gemaakt van [[Limburgse mergel|mergel]], [[leem]], [[vliegas]] en ijzerhoudende grondstoffen. Deze grondstoffen worden gemalen en gedroogd, zodat er meel ontstaat.

Dit meel wordt getransporteerd naar een voorverwarmingsoven of precalcinator. De cementfabriek van Lixhe gebruikt een voorverwarmingsoven van Polysius. Hier valt het meel in zogenaamde cyclonen, waarbij tijdens de val het meel opstijgende gascalorieën absorbeert en een temperatuur krijgt van 800°C. Hierdoor vindt er decarbonatatie en [[Dehydratie (scheikunde)|deshydratatie]] plaats.

Vervolgens wordt de substantie naar een hellende draaioven geleid, waarin een vlam van zo'n 2000°C de substantie geleidelijk verwarmt en er bij een temperatuur van 1450°C [[Sinteren|sintering]] plaatsvindt. Deze cementoven, met een lengte van 93 meter en een diameter van 5,4 meter, is ook van Polysius en werd in 1974 in gebruik genomen. In 2001 onderging de oven een aanzienlijke upgrade.

Bij het verlaten van de cementoven zijn de klinkers klaar en worden ze in een luchtkoelinstallatie afgekoeld van 1200°C tot 100°C. Hierna worden ze opgeslagen in silo's. De luchtkoelinstallatie gebruikt in de fabriek van Lixhe werd geleverd door Claudius Peters en dateert, net als de oven, van 1974.

=== Cementfabricage ===
De tweede fase op weg naar cement is de vermaling. Hier worden de diverse componenten gedoseerd, gemengd en fijngemalen tot een homogeen en uiterst fijn poeder: cement. Klinker vormt het hoofdbestanddeel van Portlandcement.

Klinker zijn het [[halffabricaat]] voor cementproductie. Afhankelijk van het type cement worden klinkers, [[calciumsulfaat]], [[vliegas]], [[kalksteen]] en hoogovenslakken in specifieke verhoudingen toegevoegd. Nadat de ingrediënten zijn gedoseerd, worden ze samen gemalen tot poeder in een [[kogelmolen]] en/of rollenpers. De cementfabriek in Lixhe beschikt momenteel over vier molens waarvan er twee van FLSmidth en twee van Polysius zijn.

Na het vermalen wordt het poeder door een afscheider gevoerd om de [[Korrelgrootte (sediment)|korrelgrootte]] te sorteren, waarbij te grote korrels opnieuw worden vermalen. De fijnheid van de korrels bepaalt de sterkteklasse van het cement. Na het vermalen wordt het cement gekoeld en vervolgens opgeslagen in grote [[Silo (opslagplaats)|silo]]'s, gesorteerd per cementsoort. <ref>{{Citeer web |url=https://web.archive.org/web/20211029053640/https://www.cbr.be/nld/system/files_force/asset/document/productieproces_cement_nl.pdf |titel=Wayback Machine |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=web.archive.org}}</ref><ref>{{Citeer web |url=https://www.febelcem.be/nl/cement-beton/de-cementproductie/ |titel=De cementproductie - Productie van cement. Het productieprocédé van cement stap voor stap geïllustreerd |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=www.febelcem.be |taal=nl}}</ref>

== Emissie en [[milieu-impact]] ==

=== [[Koolstofdioxide|CO<sub>2</sub>]] - uitstoot ===
Elke 100 ton kalksteen ([[CaCO3|CaCO<sub>3</sub>]]) levert na verhitting 56 ton [[ongebluste kalk]] (CaO) op, terwijl 44 ton  CO<sub>2</sub> vrijkomt in de atmosfeer.

Het grootste deel van de CO<sub>2</sub>-uitstoot, komt vrij bij het verhitten in de precalcinator, waarbij decarbonatatie en dehydratatie van de gemalen materie plaatsvinden. Deze hoeveelheid vrijgekomen CO<sub>2</sub> is goed voor twee derden van de totale uitstoot van het cementpoductiepoces. Verder is één derde van de  CO<sub>2</sub>-productie toe te schrijven aan de hoge benodigde temperaturen in de draaioven.

De jaarlijkse cementproductie in Lixhe van 1,5 miljoen ton cement brengt een uitstoot van 1 miljoen ton CO₂ met zich mee. Hierdoor behoort deze cementfabriek tot de top tien uitstoters in België, goed voor bijna 1% van de totale CO<sub>2</sub>-uitstoot van het land. <ref>{{Citeer web |url=https://www.tijd.be/dossiers/de-grote-klimaatslag/klein-waals-torentje-geeft-de-wereld-co-hoop/10299272.html |titel=Klein Waals torentje geeft de wereld CO2-hoop |achternaam=Steel |voornaam=Tobe |datum=2021-4-20 |bezochtdatum=2024-5-7 |uitgever=De Tijd}}</ref>

=== Alternatieve brandstoffen ===
Om de CO<sub>2</sub>-emissies ten gevolge van de opwarming van de oven te beperken, maakt de cementfabriek sinds 2001 gebruik van [[alternatieve brandstoffen]] zoals geïmpregneerd zaagsel, rioolzuiveringsslib en fluff.

Hiervoor wordt gebruik gemaakt van afval uit lokale industrieën zoals [[Suez (bedrijf, 2008-)|Suez]] in Luik, waarmee de fabriek een [[joint venture]] heeft. Suez neemt een reeks vloeibare en pasteuze afvalstoffen van lokale industrieën af, verwijdert de metalen en waardevolle materialen en impregneert het brandbare tot zaagsel. Het afval dat het bedrijf produceert, wordt al sinds 2010 aangepast aan de productie- en vergunningsvereisten van de cementfabriek.

Het vervangingspercentage voor alternatieve brandstoffen schommelt door de jaren heen. In 2018 werden 80% alternatieve brandstoffen gebruikt.

De focus ligt op het optimaliseren van de brandstofmix op basis van de kosten van de brandstof, maar ook op de CO<sub>2</sub>-uitstoot, hier zijn namelijk ook kosten aan verbonden dankzij het EU-[[emissiehandelssysteem]] (EU-ETS). <ref>{{Citeer web |url=https://www.globalcement.com/magazine/articles/1109-cbr-lixhe-looking-to-the-future |titel=CBR Lixhe: Looking to the future |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=www.globalcement.com}}</ref><ref>{{Citeer web |url=https://web.belga.press/share/d7e9b7ea-876d-4175-b02b-4c3dcee8c0f8?searchText=%22lixhe%22 |titel=Belga.press |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=web.belga.press}}</ref>

=== Biodiversiteit in de groeve ===
In [[Groeve Romontbos|groeve Romont]] wordt er al sinds 1978 kalksteen gewonnen. De vruchtbare deklaag ([[slib]], zand en grind) werd ten zuiden van de site opgeslagen en gestapeld op wat intussen de Romont-heuvel is geworden. De bedoeling was om de gronden van Romont-heuvel te gebruiken bij de herontwikkeling van de ontgonnen en geëxploiteerde gebieden om de heuvel geleidelijk aan te nivelleren.

Doorheen de jaren heeft er zich op de heuvel echter een interessante biodiversiteit ontwikkeld, er zijn zes beschermde soorten geïdentificeerd: de [[Rugstreeppad|rugstreeppad,]] de [[vroedmeesterpad]], de [[veldparelmoervlinder]], de [[blauwvleugelsprinkhaan]], de [[Andrena agilis]] en de kleine [[Wolbijen|wolbij]]. Hierdoor heeft het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst (DNF) de cementfabriek in Lixhe verboden om de heuvel verder af te graven en moeten er maatregelen genomen worden om deze diersoorten te beschermen. <ref>{{Citeer web |url=https://www.heidelbergmaterials-benelux.com/nl/herontwikkeling-van-de-romont-heuvel |titel=Aanvraag voor een herziening van de herontwikkeling van de Romont heuvel {{!}} Heidelberg Materials Benelux |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=www.heidelbergmaterials-benelux.com |taal=nl}}</ref> 

== Toekomstplannen ==

=== LEILAC- project ===
Het ‘Low Emissions Intensity Limestone and Cement’- project is een onderzoeks- en innovatieproject gesteund door de [[Europese Unie]]. Het doel van dit project is om 95% van de CO<sub>2</sub> die vrijkomt bij het verhitten van de gemalen kalksteen in de voorverwarmingsoven op te vangen en zo tot bijna 60% van de totale uitstoot van cementproductie weg te werken. Twee derde van de koolstofuitstoot van cementproductie wordt namelijk gegenereerd door de calcinatie van kalksteen.

De technologie pakt de bestaande procesflows anders aan en is zo in staat om de vrijgekomen koolstofdioxide op te vangen, zonder extra energiekosten. Dit gebeurt door de CO<sub>2</sub> die vrijkomt bij het verhitten van het gesteente in de voorverwarmingstoren al vanaf het begin gescheiden te houden van andere gassen die afkomstig zijn van de energiebron. De LEILAC-toren maakt hiervoor gebruik van de Direct Separation Reactor (DSR) van het Australische bedrijf Calix. In het midden van de toren bevindt zich een hermetisch gesloten stalen buis. Daaromheen zitten twee verwarmingsconstructies die de stalen buis verhitten. In deze gloeiend hete buis wordt gemalen kalksteen geïnjecteerd. De gassen die vrijkomen uit de  kalksteen en energiebon blijven zo gescheiden en zuivere CO<sub>2</sub> vrijgekomen tijdens het verhitten kan rechtstreeks opgevangen worden. De CO<sub>2</sub> kan vervolgens worden opgeslagen of elders opnieuw worden gebruikt. Het proefproject ging van start in 2016 en is een stap in de richting om koolstofneutraal beton te produceren in 2050. Sinds 2019 bevindt zich een operationele testinstallatie in de fabriek van Lixhe. <ref>{{Citeer web |url=https://www.heidelbergmaterials-benelux.com/nl/belgie-cement/een-belangrijke-stap-vooruit-in-de-vermindering-van-de-co2-uitstoot-van-het-cementproces |titel=Een belangrijke stap vooruit in de vermindering van de CO2-uitstoot van het cementproces {{!}} Heidelberg Materials Benelux |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=www.heidelbergmaterials-benelux.com |taal=nl}}</ref><ref>{{Citeer web |url=https://www.leilac.com/ |titel=Cement & Lime Decarbonisation Solution |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=Leilac |taal=en-US}}</ref><ref>{{Citeer web |url=https://web.belga.press/share/08447383-b827-4d06-a83a-70f8259ba9fd?searchText=%22cementindustrie%22 |titel=België speelt een sleutelrol in de vergroening van de cementindustrie CBR Cement wil tot 95 procent van de zuivere CO2 opvangen |bezochtdatum=2024-05-07 |werk=web.belga.press}}</ref>{{Appendix}}
{{Commonscat}}
{{Commonscat}}
{{Coor title dms|50|45|53.36|N|5|40|28.06|E|type:landmark}}
{{Coor title dms|50|45|53.36|N|5|40|28.06|E|type:landmark}}

Versie van 7 mei 2024 21:54

De fabriek gezien vanaf het plateau, de (horizontale) bruine buis (deels te zien) linksonder de rood-witte schoorsteen is de grote draaioven

De cementfabriek van Lixhe omvat sinds 1950 twee steengroeven, Loën en Romont, een klinkerfabriek en een maalderij en is gelegen in de Belgische provincie Luik in de gemeente Wezet. De fabriek was gedurende een lange periode onderdeel van de groep Cimenteries et Briqueteries Réunies La Bonne Espérance (CBR), maar behoort sinds 1993 tot het concern HeidelbergCement. De site met een oppervlakte van 16 hectare produceert jaarlijks 1,4 miljoen ton klinker en 1,5 miljoen ton cement van alle soorten, geleverd in verschillende vormen. [1]

Locatie

De fabriek, gelegen in het dal van de Maas, staat ten noordwesten van Lieze en ten noordoosten van Loën. Ten westen van de fabriek stijgt de bergwand van het Haspengouws Plateau steil op en ligt de Côté de Hallembaye. Direct naast de fabriek ligt de voormalige Groeve Dierkx. Ten noordwesten van de fabriek, aan de andere zijde van het plateau en het daarachter gelegen dal van de Jeker, ligt de Groeve Romontbos. Deze groeve beslaat een oppervlakte van 225 hectare en is via een 2,1 kilometer lange ondergrondse transportband verbonden met de fabriek. Jaarlijks wordt er uit deze groeve 2,3 miljoen ton grijs krijt en tufsteen gehaald. Ten zuidwesten van de fabriek bevindt zich de tweede kalksteengroeve, de Groeve van Loën. De kalksteen, gewonnen uit deze twee groeven voor de cementindustrie, vindt zijn oorsprong voornamelijk in de Formatie van Gulpen en de Formatie van Maastricht.

Een eigen haven aan de oevers van het Albertkanaal en een belangrijk spoorweg- en autowegennet laten het transport van goederen naar en van de fabriek toe. Via het Albertkanaal gebeurt 30% van het bulktransport per schip.[2]

Geschiedenis

De Cimenteries et Briqueteries Réunies Bonne-Espérance et Loën (CBR) is in 1910 ontstaan door de samenvoeging van twee oudere bedrijven: La Bonne-Espérance en Fabrique de Ciment Portland Artificiel de Loën. De eerstgenoemde was gevestigd in Turnhout en de tweede in Loën. In de daaropvolgende jaren nam CBR verschillende fabrieken over. Na de Eerste Wereldoorlog domineerde CBR de cementindustrie in België, met een totale productiecapaciteit van 850.000 ton cement per jaar.

In 1946 werd de Generale Maatschappij van België de grootste aandeelhouder van CBR met ongeveer 17% van het kapitaal. Max Nokin besloot enerzijds de fabrieken in Turnhout, Beerse, Ravels, Niel (bij Antwerpen) en Loën te sluiten, en anderzijds bij Loën een moderne cementfabriek te bouwen.

De nieuwe cementfabriek te Lixhe werd ontworpen als onderdeel van het Marshallplan en was destijds de meest moderne en een van de grootste in Europa. Het Marshallplan was een programma voor materiële hulp dat na de Tweede Wereldoorlog in 1947 werd geïntroduceerd door de Verenigde Staten om de economieën in Europa te herstellen en te versterken, alsook om de verspreiding van het communisme tegen te gaan. Vanaf 1950 was de nieuwe fabriek, uitgerust met Amerikaans materiaal, operationeel. Met behulp van het Europese steunprogramma ERP (European Recovery Program) werden de geleende Belgische franken omgezet in dollars tegen de gunstigste voorwaarden. Het elektronisch controlegebouw, het controle laboratorium en de cementoven werden ontworpen door Constantin Brodzki.

In 1981 besloot CBR de productiemethode voor klinkers volgens het natte procedé, die in het begin van de 20ste eeuw was geïntroduceerd, te vervangen door ovens die werkten volgens het droge procedé. De klinkerproductie werd bijgevolg verder gerationaliseerd tot drie droogovens met hoge capaciteit: Maastricht (onderdeel van ENCI), Lixhe en een nieuwe locatie, Antoing.

In 1986 had CBR hun totale productiecapaciteit kunnen opdrijven tot 6,5 miljoen ton in de Benelux.

In 1993 verkocht de Generale Maatschappij van België haar aandeel van 42,5% aan de Duitse cementgroep Heidelberger Zement, die sinds 2022 bekend is onder de naam Heidelberg Materials.

Technologie

Cement wordt in twee stappen gefabriceerd: de eerste stap is de klinker fabricage, de tweede stap is de cementproductie.

Klinker fabricage

De eerste stap in het verwerken van de afgegraven kalksteen is het breken en zeven tot een homogeen poeder. Na het homogeniseren begint de fabricage van klinkers. Klinkers worden gemaakt van mergel, leem, vliegas en ijzerhoudende grondstoffen. Deze grondstoffen worden gemalen en gedroogd, zodat er meel ontstaat.

Dit meel wordt getransporteerd naar een voorverwarmingsoven of precalcinator. De cementfabriek van Lixhe gebruikt een voorverwarmingsoven van Polysius. Hier valt het meel in zogenaamde cyclonen, waarbij tijdens de val het meel opstijgende gascalorieën absorbeert en een temperatuur krijgt van 800°C. Hierdoor vindt er decarbonatatie en deshydratatie plaats.

Vervolgens wordt de substantie naar een hellende draaioven geleid, waarin een vlam van zo'n 2000°C de substantie geleidelijk verwarmt en er bij een temperatuur van 1450°C sintering plaatsvindt. Deze cementoven, met een lengte van 93 meter en een diameter van 5,4 meter, is ook van Polysius en werd in 1974 in gebruik genomen. In 2001 onderging de oven een aanzienlijke upgrade.

Bij het verlaten van de cementoven zijn de klinkers klaar en worden ze in een luchtkoelinstallatie afgekoeld van 1200°C tot 100°C. Hierna worden ze opgeslagen in silo's. De luchtkoelinstallatie gebruikt in de fabriek van Lixhe werd geleverd door Claudius Peters en dateert, net als de oven, van 1974.

Cementfabricage

De tweede fase op weg naar cement is de vermaling. Hier worden de diverse componenten gedoseerd, gemengd en fijngemalen tot een homogeen en uiterst fijn poeder: cement. Klinker vormt het hoofdbestanddeel van Portlandcement.

Klinker zijn het halffabricaat voor cementproductie. Afhankelijk van het type cement worden klinkers, calciumsulfaat, vliegas, kalksteen en hoogovenslakken in specifieke verhoudingen toegevoegd. Nadat de ingrediënten zijn gedoseerd, worden ze samen gemalen tot poeder in een kogelmolen en/of rollenpers. De cementfabriek in Lixhe beschikt momenteel over vier molens waarvan er twee van FLSmidth en twee van Polysius zijn.

Na het vermalen wordt het poeder door een afscheider gevoerd om de korrelgrootte te sorteren, waarbij te grote korrels opnieuw worden vermalen. De fijnheid van de korrels bepaalt de sterkteklasse van het cement. Na het vermalen wordt het cement gekoeld en vervolgens opgeslagen in grote silo's, gesorteerd per cementsoort. [3][4]

Emissie en milieu-impact

CO2 - uitstoot

Elke 100 ton kalksteen (CaCO3) levert na verhitting 56 ton ongebluste kalk (CaO) op, terwijl 44 ton  CO2 vrijkomt in de atmosfeer.

Het grootste deel van de CO2-uitstoot, komt vrij bij het verhitten in de precalcinator, waarbij decarbonatatie en dehydratatie van de gemalen materie plaatsvinden. Deze hoeveelheid vrijgekomen CO2 is goed voor twee derden van de totale uitstoot van het cementpoductiepoces. Verder is één derde van de  CO2-productie toe te schrijven aan de hoge benodigde temperaturen in de draaioven.

De jaarlijkse cementproductie in Lixhe van 1,5 miljoen ton cement brengt een uitstoot van 1 miljoen ton CO₂ met zich mee. Hierdoor behoort deze cementfabriek tot de top tien uitstoters in België, goed voor bijna 1% van de totale CO2-uitstoot van het land. [5]

Alternatieve brandstoffen

Om de CO2-emissies ten gevolge van de opwarming van de oven te beperken, maakt de cementfabriek sinds 2001 gebruik van alternatieve brandstoffen zoals geïmpregneerd zaagsel, rioolzuiveringsslib en fluff.

Hiervoor wordt gebruik gemaakt van afval uit lokale industrieën zoals Suez in Luik, waarmee de fabriek een joint venture heeft. Suez neemt een reeks vloeibare en pasteuze afvalstoffen van lokale industrieën af, verwijdert de metalen en waardevolle materialen en impregneert het brandbare tot zaagsel. Het afval dat het bedrijf produceert, wordt al sinds 2010 aangepast aan de productie- en vergunningsvereisten van de cementfabriek.

Het vervangingspercentage voor alternatieve brandstoffen schommelt door de jaren heen. In 2018 werden 80% alternatieve brandstoffen gebruikt.

De focus ligt op het optimaliseren van de brandstofmix op basis van de kosten van de brandstof, maar ook op de CO2-uitstoot, hier zijn namelijk ook kosten aan verbonden dankzij het EU-emissiehandelssysteem (EU-ETS). [6][7]

Biodiversiteit in de groeve

In groeve Romont wordt er al sinds 1978 kalksteen gewonnen. De vruchtbare deklaag (slib, zand en grind) werd ten zuiden van de site opgeslagen en gestapeld op wat intussen de Romont-heuvel is geworden. De bedoeling was om de gronden van Romont-heuvel te gebruiken bij de herontwikkeling van de ontgonnen en geëxploiteerde gebieden om de heuvel geleidelijk aan te nivelleren.

Doorheen de jaren heeft er zich op de heuvel echter een interessante biodiversiteit ontwikkeld, er zijn zes beschermde soorten geïdentificeerd: de rugstreeppad, de vroedmeesterpad, de veldparelmoervlinder, de blauwvleugelsprinkhaan, de Andrena agilis en de kleine wolbij. Hierdoor heeft het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst (DNF) de cementfabriek in Lixhe verboden om de heuvel verder af te graven en moeten er maatregelen genomen worden om deze diersoorten te beschermen. [8] 

Toekomstplannen

LEILAC- project

Het ‘Low Emissions Intensity Limestone and Cement’- project is een onderzoeks- en innovatieproject gesteund door de Europese Unie. Het doel van dit project is om 95% van de CO2 die vrijkomt bij het verhitten van de gemalen kalksteen in de voorverwarmingsoven op te vangen en zo tot bijna 60% van de totale uitstoot van cementproductie weg te werken. Twee derde van de koolstofuitstoot van cementproductie wordt namelijk gegenereerd door de calcinatie van kalksteen.

De technologie pakt de bestaande procesflows anders aan en is zo in staat om de vrijgekomen koolstofdioxide op te vangen, zonder extra energiekosten. Dit gebeurt door de CO2 die vrijkomt bij het verhitten van het gesteente in de voorverwarmingstoren al vanaf het begin gescheiden te houden van andere gassen die afkomstig zijn van de energiebron. De LEILAC-toren maakt hiervoor gebruik van de Direct Separation Reactor (DSR) van het Australische bedrijf Calix. In het midden van de toren bevindt zich een hermetisch gesloten stalen buis. Daaromheen zitten twee verwarmingsconstructies die de stalen buis verhitten. In deze gloeiend hete buis wordt gemalen kalksteen geïnjecteerd. De gassen die vrijkomen uit de  kalksteen en energiebon blijven zo gescheiden en zuivere CO2 vrijgekomen tijdens het verhitten kan rechtstreeks opgevangen worden. De CO2 kan vervolgens worden opgeslagen of elders opnieuw worden gebruikt. Het proefproject ging van start in 2016 en is een stap in de richting om koolstofneutraal beton te produceren in 2050. Sinds 2019 bevindt zich een operationele testinstallatie in de fabriek van Lixhe. [9][10][11]

Zie de categorie CBR Lixhe van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.