Theatre Ballistic Missile Defence

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Theatre Ballistic Missile Defence (TBMD) is verdediging tegen ballistische raketten in het slagveld.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Met de groei van het aantal intercontinentale ballistische raketten in de jaren zestig van de 20e eeuw zochten de mogendheden, i.c. de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie naar een mogelijkheid zich daartegen te beschermen. De luchtmacht van de Verenigde Staten zette een ontwikkelingsprogramma op voor Spartan- en Splendidraketten, die van de Sovjet-Unie ontplooide Galosh-raketten. Overwegende echter dat een technologische doorbraak op dit terrein het machtsevenwicht, dat tot dan gebaseerd was op Mutual Assured Destruction, zou doorbreken, kwamen beide partijen met het SALT-1 akkoord onder meer overeen dat een maximum van 100 afweerraketten was geoorloofd. De Sovjet-Unie hield hierop 100 Galosh-raketten aan, de V.S. overwoog echter, gezien de geringe trefzekerheid, af te zien van een dergelijk wapensysteem.

In de jaren tachtig kreeg de verdediging tegen ballistische raketten opnieuw een impuls dankzij Ronald Reagan met het Strategic Defense Initiative (Star Wars). Door zeer hoge kosten, technologische en juridische beperkingen[1] is dit plan echter nooit ten uitvoer gebracht. Deelprogramma's van SDI echter, zijn tot op de dag van vandaag blijven bestaan.

TBMD in een modern jasje[bewerken | brontekst bewerken]

Bescherming tegen ballistische raketten heeft opnieuw aandacht gekregen door de verspreiding van vele kleinere ballistische raketten. O.a. de Golfoorlog van 1991 maakte het gevaar duidelijk van landen (Irak) die over een dergelijk arsenaal beschikken. Evenzeer werd duidelijk dat een krijgsmacht die zich daartegen wil verdedigen mobiele wapens moet hebben. De grote Galosh en Spartan raketten uit de jaren zestig werden vanuit silo's gelanceerd en zijn ongeschikt om mee te nemen in het gevechtsterrein.

Thans opteren de strijdkrachten van de Verenigde Staten ervoor om nieuwe versies van bestaande luchtdoelraketten te verbeteren opdat ze geschikt zijn om ballistische raketten te onderscheppen. Dit leidde tot de ontwikkeling van o.a. de Patriot-3 en de Standard missile-3.

Technische problemen[bewerken | brontekst bewerken]

Een ballistische raket is in het algemeen veel kleiner en veel sneller dan vliegtuigen, ze zijn zelfs sneller dan de raketten die geacht worden ze te onderscheppen. Dit vereist een grote mate van nauwkeurigheid van zowel luchtdoelraket als vuurleidingsapparatuur. Onderscheppen is feitelijk alleen mogelijk door het ballistische projectiel te rammen (de twee voorwerpen op elkaar te laten botsen). Bij een onverhoopte misser is het niet mogelijk te keren en een nieuwe poging te wagen: de luchtdoelraket zou het projectiel immers niet meer kunnen inhalen.

TBMD in Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandse regering heeft zich bereid verklaard deel te nemen aan verdere ontwikkelingen in TBMD. Zo heeft de luchtmacht al een aantal Patriot Advanced Capability (PAC)-3 raketten besteld en zullen 2 (wellicht alle vier) fregatten van De Zeven Provinciënklasse hiervoor geschikt gemaakt worden. Testen bij Hawaï, eind 2006, hebben aangetoond dat de SMART-L radar van die fregatten een ballistische raket vanaf de lancering tot in de ruimte kan volgen.