Tijdlijn van de Lage Landen (Habsburgse tijd)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De tijdlijn van de Lage Landen is een chronologische lijst van feiten en gebeurtenissen betreffende de Lage Landen, een gebied dat ongeveer de laagvlakte in Nederland, België en sommige aangrenzende streken beslaat, gelegen rond de grote rivieren van Noordwest-Europa die in de Noordzee en het Nauw van Calais uitmonden. Daarin vormden zich variërende eenheden onder respectievelijk Keltisch-Germaanse, en Romeinse invloeden. Vervolgens evolueerden zij onder impuls van de kerstening mee in grotere imperiums met een toenemend feodale structuur. De opkomst van de steden zorgde voor toename in rijkdom, maar ook verschuiving van de macht en versplintering. Pogingen tot centralisatie wisselden af met tendensen tot autonomie.

Klik op een jaartal hieronder om het scrollen te beperken

−2000 −1000 −500 0 250 500 750 1000 1100 1200 1300 1350 1400 1450 1500 1520 1550
1575 1600 1625 1650 1675 1700 1725 1750 1775 1800 1825 1850 1900 1925 1950 1975 2000
Geschiedenis van Nederland

Tijdlijn · Bibliografie



Portaal  Portaalicoon  Nederland
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis
Geschiedenis van België

Tijdlijn · Bibliografie



Winterlandschap met schaatsers en vogelknip, Pieter Bruegel de Oude, 1565

..Naar voormalige koloniën

Portaal  Portaalicoon  België
Portaal  Portaalicoon  Geschiedenis

Voorafgaande perioden[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdlijn van de Habsburgse tijd (1482 - 1581/1795)[bewerken | brontekst bewerken]

1483[bewerken | brontekst bewerken]

1484[bewerken | brontekst bewerken]

De heilige maagschap, 1485 tot 1493, Geertgen tot Sint Jans.

1486[bewerken | brontekst bewerken]

  • 17 maart - De Heer van Arenberg, bondgenoot van Gelre, valt met een legertje Eindhoven binnen. De stad wordt geplunderd en in brand gestoken. er blijven niet meer dan zes huizen (op de Grote Berg) gespaard.
  • Zonder kerkelijke goedkeuring wordt de Heksenhamer gedrukt als bekendste boek omtrent de hekserij. Hierin komt steeds meer de nadruk te liggen op vrouwelijke minderwaardigheid. De vrouw zou eerder voor de duivelse verleidingen bezwijken. Het verbond met de duivel wordt als vaststaand beschouwd. Vanaf die tijd worden in de Lage Landen steeds meer oude, armlastige vrouwen als heks opgepakt.
  • Maximiliaan I van Oostenrijk wordt gekozen tot Rooms-koning. Hij is van plan om Frankrijk tussen twee legers te verpletteren en sluit daarvoor een overeenkomst met de hertog van Bretagne en vriendschapverdragen met Orléans en Navarra.
  • In de zomer komen de legers in beweging. Picardië en Artesië worden onder de voet gelopen. In augustus slaan de Fransen terug en nemen St-Omaars en Theruanen waarna ze een grote overwinning voor Béthune behalen.
  • De steden voelen de toenemende belastingdruk om de oorlog te financieren, en de ongemakken van kazernerende legers, en beginnen zich weer tegen Maximiliaan te keren. Vooral de Vlamingen, die de Vrede van Atrecht als hun verwezenlijking hebben beschouwd, vergeven de vorst niet, dat hij die geschonden heeft. Brugge verwijt hem dat het zijn handel aan die van Antwerpen heeft moeten prijsgegeven. Gent kan de verbeurdverklaring van de privileges nog steeds niet verkroppen en sluit opnieuw een alliantie met Frankrijk, waarna het een soort Gents Gemenebest uitroept, met herstel van de oude vrijheden terwijl de ambachten hun eerder overwicht hervatten. Brabant blijft de kant van de vorst kiezen, omdat het geen nieuw concurrentievoordeel voor Brugge tegenover het opkomende Antwerpen wenst.

1487[bewerken | brontekst bewerken]

1488[bewerken | brontekst bewerken]

  • 9 januari - de Gentse coalitie voert een geslaagde krijgstocht tegen Kortrijk.
  • 31 januari - Maximiliaan van Oostenrijk komt naar Brugge 'om te onderhandelen' maar in werkelijkheid voor represailles en om de opstand de kop in te drukken. Alleen hemzelf wordt dan ook toegang verleend door de gewapende milities van de ambachten die de poorten bewaken, waarna hij door een verbitterd en achterdochtig geworden volk van ambachtslieden wordt vastgehouden om inderdaad te onderhandelen.
  • 12 mei - De Staten-Generaal komen bijeen en er wordt een einde gemaakt aan Maximiliaans regentschap over Vlaanderen. Frankrijk stuurt bemiddelaars, en Karel VIII zet zelfs uiteindelijk zijn zegel op de bereikte overeenkomst nadat die ook door Brabant, Henegouwen, Zeeland en het Naamse is aanvaard, en waarin Maximiliaan de vredesbelofte herstelt en het Groot Privilege bevestigt. Maximiliaan belooft zich hieraan te houden en wordt vrijgelaten in ruil voor gijzelaars. Als borg wordt zijn raadsman Filips van Kleef gevangen gehouden.
  • Drie dagen nadat de vrede in Henegouwen en Brabant plechtig is uitgeroepen, verbreekt Maximiliaan opnieuw de overeenkomst en komt met een groot leger "op bevel van de keizer" Gent belegeren. Intussen komen vanuit het zuiden Franse troepen Gent te hulp. Maximiliaan voert strafexpedities uit in het Brugse ommeland. Filips van Kleef, voelt zich verraden vanwege deze eedbreuk. Hij verwijt Maximiliaan de Nederlanden bij Oostenrijk te willen inlijven en sluit zich aan bij de opstandelingen. De onafhankelijkheidsgedachte wint veld in zijn persoon en hij wordt zelfs de leider. De opstand is ditmaal succesrijker, mede doordat ook buiten Vlaanderen het regentschap in vraag wordt gesteld.
  • Nadat Antwerpen zich aan de zijde van Maximiliaan heeft geschaard, gevolgd door Henegouwen, terwijl Brussel en Leuven aan Gent trouw blijven, raakt het land in een tweestrijd tussen degenen die de vrijheden aanhangen en zij die de handels- en nijverheidsbelangen het hoogst aanschrijven.
  • Ook in Holland ontstaat nu een opstand tegen Maximiliaan, geleid door Frans van Brederode, terwijl de Brusselaars een belegering van het kasteel van Beersel tegen Maximiliaan uitvoeren.
  • Filips van Kleef kan het keizerlijk leger gemakkelijk weerstand bieden met de steun van de Vlaamse steden, en in september ook die van Brussel en Leuven, door de Hoeksen die weer de wapens opnemen, door de Luikenaars met Willem van der Marck, en ten slotte door Esquerdes' ruiterij en de door Karel VIII gezonden Franse huurlingen.
  • Oktober - Frederik noch Maximiliaan bezitten de middelen om hun krijgstroepen lang onder de wapens te houden. Na een vergeefse veertiendaagse belegering van Gent, dat gewoontegetrouw als verdedigingsmiddel het ommeland onder water zet door zijn rivieren te doen overstromen, raken Maximiliaans troepen ontmoedigd. Hun terugtrekking, nadat Frederik zelf uittrok, levert op het platteland nog een aantal vernielende schermutselingen op.
  • 18 november - In de Jonker Fransenoorlog, waarin jonkheer Frans van Brederode een opstandig legertje in Holland leidt, komt Rotterdam in Hoekse handen.
  • Keizer Maximiliaan van Oostenrijk, regent van de Bourgondische gewesten voor zijn minderjarige zoon, vaardigt de Ordonnantie op de Admiraliteit uit, waarin de afzonderlijke oorlogsvloten van de zeegewesten onder één admiraal worden gesteld.

1489[bewerken | brontekst bewerken]

  • Maximiliaan verlaat wegens andere politieke belangen de Nederlanden, en laat de herovering van de gebieden over aan de stadhouder, hertog Albrecht van Saksen.
  • Onder aanvoering van Albrecht van Saksen wordt Maximiliaans leger uitgestuurd om de opstandige graafschappen Vlaanderen en Holland en het hertogdom Brabant te onderwerpen en te straffen. Onder andere de stad Tienen en omliggende dorpen worden geplunderd, de inwoners mishandeld en verdreven.
  • Graaf Jan III van Egmont, Maximiliaans trouwe bondgenoot en stadhouder, weet de stad Rotterdam, die in Hoekse handen was, tot overgave te dwingen door uithongering.
  • 30 oktober - Verdrag van Montil-lez-Tours: De Franse koning zegt, als opperleenheer van Vlaanderen, aan Maximiliaan toe dat de Nederlanden de Roomse koning als momboor zouden erkennen en hem 300.000 gouden kronen betalen, als boete en in ruil voor vrede. Filips van Kleef weigert dit verdrag te tekenen en trekt naar Sluis, dat de weerstand tegen Albrechts pogingen tot bezetting dan ook zal blijven volhouden. Maar zijn ambitie om de grote oppositie tegen de 'momboor' te leiden is mislukt.

1490[bewerken | brontekst bewerken]

1491[bewerken | brontekst bewerken]

1492[bewerken | brontekst bewerken]

1493[bewerken | brontekst bewerken]

1494[bewerken | brontekst bewerken]

1495[bewerken | brontekst bewerken]

1496[bewerken | brontekst bewerken]

Filips de Schone en Johanna de Waanzinnige

1498[bewerken | brontekst bewerken]

~1500[bewerken | brontekst bewerken]

Wandtapijt "Wilde vrouw met eenhoorn": het symbool voor kuisheid (Bazel).
  • De eerste helft van de 16e eeuw is voor de Zuidelijke Nederlanden een periode van enorme groei. Een van de troeven van de Nederlanden is hun buitengewoon gunstige geografische ligging, waardoor ze tegelijkertijd als schakel, verkeersknooppunt en eindbestemming dienstdoen voor de handel tussen de landen van de Baltische en Middellandse Zee. De Lage Landen scoren hoog op het vlak van handel, industrie en landbouw, en zijn door verschuiving van de wereldhandel van de Middellandse Zee naar de Atlantische Zeeruimte het nieuwe centrum van de wereldeconomie. Brabant en Vlaanderen zijn hierbij de toonaangevende regio’s.
  • De oudste Vlaamse wandtapijten dateren uit de 13e eeuw. De belangrijkste productiecentra waren toen Doornik en Arras. Deze twee centra kregen in de 15e eeuw heel wat opdrachten van de Hertogen van Bourgondië. (In de veertiende eeuw werden ook al wandtapijten gemaakt in Brugge, Oudenaarde, Geraardsbergen, Edingen en Gent). In de 16e eeuw worden Brussel, Mechelen en Antwerpen belangrijk. Antwerpen gaat zorgen voor de verspreiding over de rest van Europa. Vlaanderen is daarmee het centrum van de Europese wandtapijtenproductie geworden.
  • Omstreeks 1500 is Gent samen met steden als Firenze, een van de belangrijkere steden in Europa, een politiek, economisch en juridisch zwaargewicht en telt tussen 40.000 en 50.000 inwoners.
  • In het begin van de 16e eeuw bereikt de stad Antwerpen haar hoogtepunt. De grootste invoer is die van Engelse lakens, Duitse metaalproducten en de Portugese specerijen. In 1500 heeft Antwerpen ongeveer 40.000 inwoners, omstreeks 1560 wordt het aantal van 100.000 bereikt. Hand in hand met de toenemende welvaart kent de stad een ongekende culturele bloei. Vooral neemt de schilderkunst in Antwerpen een hoge vlucht in de zestiende en zeventiende eeuw.
  • Een aantal provinciale raden verklaren zich soeverein in het begin van de 16e eeuw zoals Brabant en Henegouwen.
  • In de 16e eeuw verspreiden protestantse evangelisten de heksenvervolging vanuit hun thuisland (Wittenberg, Genève en Zürich) elders in Europa, op de voet gevolgd door hun rivalen van de contrareformatie, de jezuïeten.[2]
Johanna met de lijkkist van haar man
  • Na het achtereenvolgens afsterven van haar broer, don Juan (1497), haar zuster Isabella (1498) en van diens zoon, don Miguel (1500), wordt Johanna, in hetzelfde jaar waarin Karel V ter wereld komt, erfgename van de Spaanse koninkrijken. Als mede-erfgenaam en toekomstig Rooms koning met een gezag dat tot aan de Middellandse Zee zou reiken, kan Filips de Schone nu niet anders meer dan zich van de voogdij van zijn ministers en van de Staten losmaken. Nu hij de toekomstige bezitter van de grootste der Europese mogendheden is geworden, moeten de belangen van de Nederlanden voortaan voor machtiger motieven wijken.

1502[bewerken | brontekst bewerken]

1504[bewerken | brontekst bewerken]

Zeven werken van Barmhartigheid, 1504, Meester van Alkmaar.
Het schepenhuis te Mechelen, zetel van het parlement tussen 1473 en 1477 en van de Grote Raad tussen 1504 en 1609

1506[bewerken | brontekst bewerken]

1507[bewerken | brontekst bewerken]

Margaretha van Oostenrijk

1508[bewerken | brontekst bewerken]

  • Als Maximiliaan aanstalten maakt militair tussen te komen in de Gelderse kwestie, eisen de Staten opnieuw de vrede. Zij beweren dat de oorlog met Gelderland een private twist is, die uitsluitend Brabant aangaat, en plegen passief verzet via hun controle op de geldkraan.
  • 24 juni - Na een eerste aanmaning en een gebod om ondanks de weigering van de steden de bede in Brabant te lichten, waarmee zij de weerstand wil breken, werpt Margaretha het over een andere boeg. Ondanks haar weerzin tegen Lodewijk XII (die ook Gelderland steunde) kiest zij voor vredesonderhandelingen en weet haar vader te overtuigen, dat het behoud van de Nederlanden die opoffering vergt.
  • Maximiliaan I wordt keizer van het Heilige Roomse Rijk gekroond.
  • Bij de onderhandelingen middels de Franse kardinaal van Amboise betoont Margaretha een diplomatiek talent dat nooit eerder bij Oostenrijkse besprekingen is gekend. De daarop gesloten vrede van Kamerijk blijkt over de hele lijn gunstig voor Oostenrijk en voor de Nederlanden, al is dit laatste vooral te danken aan Chièvres, de opvoeder van de kleine Karel. De Franse leenheerschappij over onder andere de graafschappen Artesië en Kroon-Vlaanderen wordt ermee opgeheven.

1509[bewerken | brontekst bewerken]

1511[bewerken | brontekst bewerken]

Lof der zotheid

1512[bewerken | brontekst bewerken]

  • De Habsburgse bezittingen in de Lage Landen worden samen ingedeeld in de Bourgondische Kreits, een verband van verschillende staatjes binnen het Heilige Roomse Rijk.
  • Huurtroepen van Karel van Gelre vallen Amsterdam aan. Ze plunderen de Lastage, de winterhaven en scheepshelling van de stad. Er wordt grote schade aangericht.

1513[bewerken | brontekst bewerken]

  • Landvoogdes Margaretha doet Maximiliaan mee in een alliantie stappen van de paus en de koningen van Aragon en Engeland tegen Frankrijk. De oorlogen die daarop volgen blijven wel buiten het grondgebied van de Nederlanden, maar de kosten ervoor worden wel op de Staten verhaald.

1514[bewerken | brontekst bewerken]

Jakob Fugger de Rijke. Schilderij door Albrecht Dürer van rond 1519.
De goudweger en zijn vrouw (1514) Quinten Matsijs, Musée du Louvre, Parijs
  • Nadat hij van keizer Maximiliaan I in 1507 al Kirchberg en Weißenhorn ontvangen heeft, verkrijgt de bankier Jakob Fugger de Rijke nu de titel van rijksgraaf. Met enorme sommen geld steunt hij de verkiezing van Karel V tot keizer.
  • 30 september - De Sint-Jeronimusvloed treft Holland en Zeeland.
  • December - Aangespoord door minister Chièvres, die al eerder opruiing tegen Margaretha heeft bewerkstelligd en thans weer van de situatie misbruik maakt, eisen de Staten-Generaal de aanstelling van hun natuurlijke vorst, de nu vijftien geworden Karel. Maximiliaan laat zich door hen vrijkopen voor akkoord.

1515[bewerken | brontekst bewerken]

1516[bewerken | brontekst bewerken]

In de Sint-Goedelkathedraal te Brussel liet Karel zich alvast tot koning kronen
  • 23 januari - Wanneer Karels grootvader, Ferdinand overlijdt, erft zijn moeder Johanna de koninklijke titel van Spanje. Maar als hij bericht krijgt dat zij vanwege haar geestelijke toestand niet in staat is te regeren, besluit Karel zichzelf alvast in de Sint-Goedelekathedraal te Brussel openbaar tot koning te laten zalven en vertrekt het jaar daarop naar Spanje om er zijn functie waar te nemen. Enige dagen vóór zijn vertrek naar Madrid heeft hij Maximiliaan melding gedaan van zijn kandidatuur voor het Duitse keizerschap. Het wordt duidelijk dat hij op zijn beurt de koers van de dynastieke staatkunde zal volgen en het lot van de Nederlanden aan het belang van de Habsburgse dynastie ondergeschikt maakt.
  • Nadat Karel V naar Spanje is vertrokken wordt Margaretha van Oostenrijk,"la bonne tante", voor een tweede maal belast met de regering over de Nederlanden.
  • Karel deelt hoge ambten uit - zoals aan Chièvres, die admiraal en generaal-bevelhebber van de zeemacht tot opperschatmeester van Spanje wordt - en bisschopszetels aan verwanten en medestanders. Die gunsten, leiden in Spanje tot de opstand der Comuneros, maar verzoenen de grote Nederlandense heren met het nieuwe stelsel, waardoor die toetreden tot de wereldpolitiek van hun vorst. Nu Chièvres zich daartoe bekend heeft, kan ook het contact met Margaretha weer vlotten.
  • In 's-Hertogenbosch breekt de pest uit.

1517[bewerken | brontekst bewerken]

Kasteel Radboud te Medemblik

1518[bewerken | brontekst bewerken]

  • 24 juni - Na de benoeming van Gattinara tot grootkanselier verkrijgt Margaretha volmacht om in de Nederlanden alle regeringsakten te tekenen en ambtenaren aan te stellen.

1519[bewerken | brontekst bewerken]

1520[bewerken | brontekst bewerken]

1521[bewerken | brontekst bewerken]

Maarten Luther rond 1522

1522[bewerken | brontekst bewerken]

  • 2 januari - Doornik, dat door de Engelse koning veroverd en aan Frankrijk geschonken was, is door Karel ingenomen, en hij laat het rechtsgebied van het Frans Parlement over Vlaanderen en Artesië opheffen. Daarmee wordt het laatste spoor van het Franse opperleenheerschap uitgewist en worden de Bourgondische gebieden één aansluitend geheel over de oude grens van het verdrag van Verdun heen.
  • 7 februari - Karel staat alle Oostenrijkse domeinen van de Habsburgers aan zijn broer Ferdinand af, waardoor de Nederlanden echter de facto door Spanje op sleeptouw worden genomen.
  • Mei - Karel verlaat de Nederlanden voor de strijd in het zuiden en laat Margaretha de ruimste volmachten om de Nederlanden te besturen als een onderkoningin. Zij heeft het recht de ridders van de orde, al de raden en de Staten-Generaal bijeen te roepen en over alle zaken te laten beraadslagen. Ze oefent oppertoezicht uit over geldwezen, justitie, landwacht, gouverneurs en stedehouders, en is gemachtigd plakkaten en verordeningen uit te vaardigen ‘als wij zelf zouden doen en gebieden in eigen persoon'. Zij zal dan ook een eigen politieke koers varen in het belang van de Nederlanden, die zij niet een eenvoudige voorpost van Spanje wil laten zijn.
  • In Brugge en, tot tweemaal toe, in Antwerpen vinden er openbare boekverbrandingen plaats van Lutherse geschriften.
  • Beeldenstorm in Wittenberg.

1523[bewerken | brontekst bewerken]

1524[bewerken | brontekst bewerken]

Reconstructie van de historische kraan van Brugge.
  • Zowel Oost-Friesland als Bremen gaan tot het hervormde geloof over. Deze ontwikkeling bij de buren baart het hof van Karel V grote zorg, omdat het het instromen van ketterse geschriften des te gemakkelijker maakt.
  • Friesland erkent Karel V als landsheer.

1525[bewerken | brontekst bewerken]

1526[bewerken | brontekst bewerken]

1527[bewerken | brontekst bewerken]

1528[bewerken | brontekst bewerken]

  • Januari - De Staten van het Oversticht (Overijssel en Drenthe) huldigen keizer Karel V als landsheer.
  • 21 oktober - Het bisdom Utrecht wordt geseculariseerd. Elect Hendrik van de Palts moet de wereldlijke macht afstaan aan keizer Karel V, die leenheer wordt van Utrecht en het Oversticht.
  • Karel V benoemt Antoon van Lalaing tot stadhouder van Utrecht.
  • Met geldelijke steun van Holland wordt in Utrecht aan de bouw van Kasteel Vredenburg begonnen. Het is de bedoeling dat daardoor de roerige gilden eindelijk het zwijgen wordt opgelegd en de stad voorgoed in het Bourgondische gareel gebracht wordt.
  • Troepen van de Gelderse veldheer Maarten van Rossum plunderen en brandschatten Den Haag.
  • Terwijl opnieuw oorlog uitbreekt tussen Karel V en Frans I, die nu Hendrik VIII tot bondgenoot heeft, sluit Margaretha, tegen de wil van haar neef in, een bijzonder bestand met Engeland om de handel der Nederlandense gewesten te vrijwaren.

1529[bewerken | brontekst bewerken]

Standbeeld van Margaretha van Oostenrijk in Mechelen, met de rol van de Damesvrede in de hand.

1530[bewerken | brontekst bewerken]

Afdruk grootzegel van Karel V, dat bij grootkanselier Gattinara in bewaring was.

1531[bewerken | brontekst bewerken]

Maria van Hongarije landvoogdes der Nederlanden .
  • 24 januari - Na bijna tien jaar vertoont Keizer Karel V zich persoonlijk te Brussel om de nieuwe landvoogdes aan te stellen. Hij werkt bijna permanent aan het opstellen van de drie bestuursraden die de regentes zullen blijven bijstaan. Hij stelt ook het Eeuwig Edict op, dat de basis voor de wetgeving van de Nederlanden vormt.
  • 14 maart - Aankomst van Maria van Hongarije in de Nederlanden - zij zal Margaretha van Oostenrijk opvolgen als landvoogdes over de Nederlanden. Maria neemt haar intrek niet in Mechelen maar in het oude paleis van de hertogen van Bourgondië in Brussel, dat mede door de vestiging van de Collaterale Raden aldaar tot hoofdstad van de Lage Landen wordt.
  • 1 oktober - Keizer Karel V stelt de Collaterale Raden te Brussel in, bestaande uit: de Raad van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën. Tot het jaar 1788 zijn dit de 3 voornaamste bestuursorganen van de Nederlanden.
  • 7 oktober - Officiële aanstelling van Maria van Hongarije als landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden in de Staten-Generaal (gezamenlijke vergadering van alle Collaterale Raden samen). Maria van Hongarije maakt slechts zelden gebruik van het advies van de hoge edelen.
  • Oktober - Naar gewoonte neemt de keizer afscheid van de Staten om hen de nieuwe toestand over te dragen. Persoonlijk het woord nemend vermaant hij hen, uit alle macht de ketterij te helpen bestrijden. Hij vernieuwt het verschrikkelijke plakkaat van 1529 dat ketters met de doodstraf beboet. Zoals Karel weet, is zijn zuster niet geheel afkerig van de Reformatie, en vooral niet van de menselijke houding van verdraagzaamheid die het humanisme voordraagt. Maar ze krijgt de dubbele opdracht het keizerrijk te dienen én de Reformatie te bestrijden.
  • 26 oktober - Christiaan van Denemarken zeilt met vijfentwintig bodems en 7000 soldaten de haven van Medemblik uit richting Noorse kust en schendt daarmee de neutraliteit die de Nederlanden respecteren. Frederik van Holstein sluit onmiddellijk een verbond met Lübeck, waardoor de Sont voor de Hollandse schepen gesloten wordt. De eis van Holland om in de Nederlanden alle Deense en Hanzeschepen aan de ketting te leggen, en een Nederlandense oorlogsvloot uit te rusten, stuit op het particularistisch verzet van de andere gewesten, die niet begrijpen dat zij gemeenschappelijke belangen hebben. Vlaanderen en Antwerpen wensen zich buiten het conflict te houden, maar Maria kiest onmiddellijk partij voor Holland, dat voor haar als gewest onlosmakelijk deel uitmaakt van de ene staat der Nederlanden, behorend tot dezelfde vorst.

1532[bewerken | brontekst bewerken]

1533[bewerken | brontekst bewerken]

1534[bewerken | brontekst bewerken]

  • Maria stelt voor de Staten vast dat er wel nog verborgen kernen van aanhangers van het lutheranisme zijn, maar dat de ijveraars thans wegblijven en dat de nieuwe leer geen volgelingen meer wint. Maar ongemerkt heeft zich een andere staatsgevaarlijke sekte in de Nederlanden genesteld: de anabaptisten prediken geweld om door het zwaard 'het rijk des Heren te stichten'.

1535[bewerken | brontekst bewerken]

  • 11 februari - Wederdopers rennen naakt door de straten van Amsterdam en trachten vergeefs de stad in te nemen. Het rijk van de Wederdopers in Münster onder leiding van Jan van Leiden komt ten val. Een golf van vervolging van Doopsgezinden leidt tot terechtstellingen in vele steden. De Batenburgers, een groep extremistische Doopsgezinden onder Jan van Batenburg maken het platteland van de noordelijke Nederlanden en Westfalen onveilig. Zij beweren de goddelijke wraak op de goddelozen te belichamen.
  • Maart - Een groep van circa 300 Doopsgezinden onder leiding van Menno Simons' oudere broer Pieter neemt de Cisterciënser abdij van Oldeclooster nabij Bolsward in en richt versterkingen op. Zij vernielen de altaren en beelden en stichten er hun "Nieuw Jeruzalem". Stadhouder Georg Schenck van Toutenburg neemt de abdij in. De overlevenden worden gehangen, onthoofd of indien vrouwelijk, verdronken.
  • 1 juni - Een nieuw edict stelt de anabaptisten de facto buiten de wet, door ieder die hun leer aanhangt met de dood te straffen.

1536[bewerken | brontekst bewerken]

1537[bewerken | brontekst bewerken]

  • 16 maart - Koning Frans I van Frankrijk verklaart Vlaanderen en Artesië opnieuw ‘in volle recht eigendom der kroon ’ en valt het Vlaamse graafschap Artesië binnen met een leger van 30.000 man.
  • 24 en 27 maart - Bijeenroeping van de Staten-Generaal door Maria van Hongarije rond de bedeaanvraag, een belasting die Karel haar vraagt op te leggen van 1.200.000 carolusgulden en die zij voor een gelijkaardig leger wil bestemmen, vormt de directe aanleiding van een Gentse Opstand.[7] Maria en rekwestenmeester van de Geheime Raad Lodewijk van Schore dringen aan op de noodzaak om de overweldigers te verdrijven en doen ook beroep op de gehechtheid van de gewesten aan hun privileges. Brabant verklaart zich bereid tot de verdediging van de overweldigde gewesten bij te dragen, omdat al de provinciën ‘makende een corpus, daer de keyserlicke majesteyt dat hoeft van es’. De Staten besloten een maandelijkse belasting van 200.000 carolussen als soldij van een leger van 30.000 man te bewilligen. Alle Nederlandse gewesten stemmen zonder morren in, maar Gent niet. Het zit al met een schuldenberg (boetes wegens opstandigheid), geërfd uit de Bourgondische periode. Kasselrij Kortrijk, het Land van Waas, en Ninove sluiten zich bij Gent aan. Het Eerste Lid van Vlaanderen beroept zich voor de bedeweigering op het unanimiteits– en het minderheidsbeginsel uit het Vlaamse Privilegie van 1477. Dat houdt in dat aan het graafschap geen belasting kan worden opgelegd als er geen unanieme toestemming van de Vier Leden is.
  • April - De door de landvoogdes en de Staten der Nederlanden getroffen verdedigingsmiddelen ontmoedigen de koning van Frankrijk dermate, dat hij enkel wat dorpen van Artesië en aan de Henegouwse grens in brand steekt en eind april afdruipt om in Italië te gaan oorlogen. Er blijven hem enkel wat bezittingen in Picardië.
  • 3 mei - Christiaan III tekent met Maria van Hongarije een driejarig bestand dat de vrede inleidt.
  • 30 juli - Te Bomy (nabij Theruanen) wordt een bestand voor de ganse noorderstreek getekend, op 16 november gevolgd door het bestand van Monçon.
  • Landvoogdes Maria van Hongarije poogt vruchteloos om met de Gentse opstandige raadsleden tot een akkoord te komen. Zij beveelt iedere Gentse burger die in Antwerpen of Brussel komt te arresteren.
Hertogdom Gelre
  • Maria van Hongarije laat Willem van Kleef weten, dat de keizer nooit van zijn rechten op Gelderland zal afzien. Om dit plechtig te bevestigen beveelt zij enige dagen later de Grote Raad van Mechelen bij de lange lijst van Karels titels ook die van hertog van Gelderland en graaf van Zutphen te voegen.

1538[bewerken | brontekst bewerken]

1539[bewerken | brontekst bewerken]

  • Na het overlijden van zijn vader op 7 februari, maant Maria Willem van Kleef om Gelderland te ontruimen, nadat zij er door verraad reeds meerdere steden heeft weten te bemachtigen. Als Karel V daarop ook nog weigert hem het verlof voor zijn vaderlijke erfenis te verlenen, kan Willem weinig anders dan gaan vechten. Hij rekent op steun van de protestantse vorsten van Duitsland, die de toenemende macht van de keizer met lede ogen aanzien, en ook van Hendrik VIII, die met Karel V overhoop ligt, en natuurlijk van Frans I, die een nieuwe oorlog voorbereidt.

1540[bewerken | brontekst bewerken]

Gent in 1534
Stroppendragers gedurende het jaarlijks Festival van Gent.
  • 6 januari - De koning van Engeland huwt te Greenwich Anna van Kleef, zuster van Willem, (die zelf op 4 juli van het volgend jaar zich verlooft met Johanna van Albret, nicht van de Franse koning). Hiermee wordt de Gelderse kwestie een Europese kwestie en legt de basis voor de diplomatieke kuiperijen en staatkundige en godsdienstige ijverzucht van de drie grote Staten in de westerse wereld.
  • De Gentse Opstand is tot een hoogtepunt gekomen als de Grote Raad het Kalfsvelverdrag uit 1515 verscheurt.
  • 21 januari - Karel V is met toelating voor vrije doorgang van Frans I, die op betere betrekkingen hoopt, met een klein leger vanuit Spanje door Frankrijk noordwaarts getrokken naar Valenciennes waar hij eerst zijn zuster Maria samen met een delegatie uit Gent ontmoet.
  • 14 februari - Karel V komt bij Gent aan met een leger van 5000 soldaten. De Gentenaren zijn verrast dat hij persoonlijk en met een leger komt en bieden geen weerstand als hij de stad binnenkomt. De leiders van de opstand worden gearresteerd en 25 van hen worden geëxecuteerd. De overigen wacht een publieke vernedering om hun macht te breken. De officiële gezagsdragers moeten van het stadhuis naar het Prinsenhof, Karels verblijf, stappen, blootvoets, in een donker kleed gehuld en met een strop rond de hals. Ook 318 gildeleden en 50 wevers. Aan het Prinsenhof moeten ze Karel om vergiffenis smeken en zijn 'Karolijnse concessie' met afschaffing van alle Gentse privileges aanhoren. Na de onderdrukking van de Gentse Opstand komt niet alleen aan de zelfstandigheid van de stad Gent nu definitief een einde maar aan een tijdvak in de geschiedenis van de Nederlanden. De gemeentepolitiek en inmenging van de ambachten in de openbare zaken eindigt hier en verzet tegen het monarchaal gezag kan enkel nog in de Statenvergaderingen worden geuit.
  • 17 juli - Als de koning van Frankrijk een bondgenootschap sluit met de nieuwe hertog van Gelderland, Willem van Kleef, waardoor de oude Gelderse kwestie weer in een kritieke fase treedt, dreigt opnieuw oorlog voor de Nederlanden. Voor Frans I is het in zijn twisten met de keizer immers van onschatbare waarde, dat het hart van de Nederlanden in het noorden bedreigd wordt, terwijl hijzelf ze in het zuiden kan aanvallen.
  • De zomer van 1540, ook wel "het grote zonnejaar" genoemd, is uitzonderlijk lang, warm en droog en duurt zeven maanden. Naar aanleiding hiervan besluiten veel boeren wijn aan te planten.

1542[bewerken | brontekst bewerken]

  • Vanaf 1542 tonen de ontvangsten van de in de Sont gelichte Pfundzoll, dat het verkeer van Hollandse schepen de tien volgende jaren vertienvoudigt. Van nu af neemt de Hollandse koopvaardij in de noordse wateren voorgoed de plaats van de Hanze in.
  • In juli beginnen vijandelijkheden op aanstoken van de Franse koning en worden de Nederlanden op alle windstreken tegelijk aangevallen. .Maar Maria heeft de noorder- en zuidergrenzen met troepen bezet onder de bevelen van Renatus van Nassau, prins van Oranje, van de hertog van Aarschot, van de graven van Buren en van Roeulx, en deze houden behoorlijk stand.

1543[bewerken | brontekst bewerken]

De Zeventien Provinciën (in rood de lijn van de latere afscheiding der Noordelijke Nederlanden van de Zuidelijke)
Andreas Vesalius
  • In het voorjaar begeeft Keizer Karel V zich ijlings met een troepenmacht van 26.000 Italianen, Spanjaarden en lansknechten naar Gelderland. Enkele dagen volstaan om Willem te bedwingen.
  • 22 augustus - Duren wordt belegerd en na twee dagen stormenderhand ingenomen.
  • 7 september - het Traktaat van Venlo bezegelt het einde van de Gelderse Oorlogen en de overdracht van het hertogdom Gelre aan de Habsburgse landsheer Karel V. Omdat Habsburgs Bourgondië ook Friesland verwierf, komen de Zeventien Provinciën onder één heerser. De verovering van Gelderland vergroot niet alleen hun grondgebied, maar vrijwaart hen ook voortaan voor aanvallen langs het noorden.
  • Nadat ook Kamerijk is ingenomen trekt Frans I zich terug, en erkent de neutraliteit van die aloude bisschopsstad. Ze blijft, evenals het Land van Luik, tot begin 17e eeuw onder protectoraat van de Nederlanden. De in november opgerichte burcht daar zal voortaan de zuidergrens van de Bourgondische gewesten dekken, samen met de burchten van Mariembourg, Philippeville en Charlemont. In het hart van het land wordt Antwerpen door een systeem van vestingen omgeven, dat lang als een meesterwerk inzake krijgsbouw zal gelden. Al deze grote verdedigingswerken leveren aan de Nederlanden de uitstraling van een moderne Staat.
  • Het kloostercomplex van de Augustinessen in Helmond wordt verwoest door een gecontroleerde brand die moet verhinderen dat, wanneer Maarten van Rossum binnenvalt, de hele stad in vlammen opgaat. De zusters trekken naar het klooster Annenborch bij Rosmalen.
  • De Vlaamse arts Andreas Vesalius schrijft zijn boek over het menselijk lichaam.

1544[bewerken | brontekst bewerken]

1545[bewerken | brontekst bewerken]

1547[bewerken | brontekst bewerken]

1548[bewerken | brontekst bewerken]

1549[bewerken | brontekst bewerken]

De Lage Landen in 1549.

1550[bewerken | brontekst bewerken]

  • Karel V vaardigt in de Nederlanden het Bloedplakkaat uit. Hiermee wordt het drukken, schrijven, verspreiden en bezitten van ketterse boeken en afbeeldingen, het bijwonen van ketterse bijeenkomsten, het prediken van een tegendraadse religie en het huisvesten van ketters, met de doodstraf en inbeslagname van alle goederen beantwoord. Een derde van de vervolgden bestaat uit anabaptisten. Omdat ze zo sterk aan hun geloof vasthouden, wacht hen de brandstapel.
  • Bij de Heksenprocessen te Bredevoort moeten tussen 1550 en 1675 een hele reeks wegens hekserij verdachte personen in het Gelderse Bredevoort terechtstaan.

1551[bewerken | brontekst bewerken]

  • 26 september de oorlogsverklaring van de Franse koning aan Karel V wordt te Brussel afgekondigd. Het blijkt een gezamenlijke poging van Hendrik II en de protestantse vorsten om de macht van Karel V te doen wankelen. De Fransen richtten hun eerste aanvallen tegen Lotharingen, maar spoedig verlegt het front zich naar de grenzen van de Nederlanden, waar Luxemburg en Henegouwen belaagd worden.

1553[bewerken | brontekst bewerken]

  • Keizerlijke troepen veroveren de steden Theruanen en Hesdin, die zij geheel verwoesten en in de as leggen.

1554[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hendrik II van Frankrijk valt de Habsburgse Nederlanden binnen. Het Franse leger trekt vanuit Artesië door de Maasvallei en neemt het uitstekend versterkte vestingstadje Mariembourg in. Na Bouvignes bestormd te hebben en aan de vlammen prijsgegeven dringt het verder door tot in Dinant, waar het tot staan kan worden gebracht. Tijdens de campagne in Henegouwen verwoesten Franse troepen ook de kastelen van landvoogdes Maria van Hongarije in Binche en Mariemont. Een tegenaanval verjaagt de Fransen uit Henegouwen. Het is de laatste veldtocht van de zieke keizer Karel V.
  • 25 juli - Door Karel gearrangeerd huwelijk van zijn zoon Filips II met Maria Tudor in Londen. Daarna heeft hij deze ontboden te Brussel op 8 september 1555.
  • 4 augustus - Hendrik II wijkt terug, nadat Karel troepenversterking van zijn zoon uit Spanje heeft gekregen.

1555[bewerken | brontekst bewerken]

De Bourgondische Kreits binnen het Heilige Roomse Rijk. Na de Transactie van Augsburg in 1555.
Allegorie op de troonsafstand van keizer Karel V op 25 oktober 1555 te Brussel, ~1620, Frans Francken II.
  • 25 september - De Godsdienstvrede van Augsburg beëindigt de 40 jaar van religieuze twisten met protestantse Duitse vorsten met als hoogtepunt de Schmalkaldische Oorlog. De vrede gaat uit van het principe cuius regio, eius religio (van wie het land is, is ook de godsdienst). Dit houdt in dat iedere rijksvorst beslist welke godsdienst in zijn gebied opgelegd wordt. Hoewel de Lage Landen katholiek blijven en de vrede niet direct te maken heeft met de Nederlanden, wordt wel duidelijk dat het mogelijk is af te wijken van het rooms-katholieke geloof.
  • 25 oktober - Karel V doet afstand van de regering over de Lage Landen ten gunste van zijn zoon
  • 25 oktober - De keizer, nog in de rouw over zijn moeder, die kort te voren gestorven is, verschijnt, met de ene hand steunend op een stok, met de andere op de schouder van de prins van Oranje, voor de laatste maal vóór de Staten, namelijk om voor hen de heerschappij over te dragen op zijn zoon Filips II van Spanje die heer der Nederlanden wordt. Karel blijft zelf nog koning van Spanje en Rooms keizer..
  • 18 november - Filips heeft mogelijk al plannen om van de Nederlanden een apart koninkrijk te maken. De koning spreekt over zijn plannen echter enkel met Granvelle, Ruy Gomez, Bernardino de Mendoça en don Juan Manrique. Daarom eist de Raad van State, dat zaken die de gewesten aanbelangen aan hun advies zouden onderworpen worden.
  • Christoffel Plantijn sticht in Antwerpen een uitgeverij.
  • De laatste dijk rond het eiland van Reimerswaal begeeft het en het water staat nu rond de stadswallen.

1556[bewerken | brontekst bewerken]

De Spaanse Nederlanden in de zestiende en Zuidelijke Nederlanden met in het noorden de Zeven provinciën eind zestiende en zeventiende eeuw (vanaf 1581).

Volgende perioden[bewerken | brontekst bewerken]

Zie verder[bewerken | brontekst bewerken]

Voor een verder overzicht: