Transversaliteit

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Transversaliteit is een begrip uit de differentiaaltopologie, de tak van de wiskunde die gladde vervormingen van gekromde ruimten bestudeert. Intuïtief beschrijft het de "meest algemene" onderlinge ligging van twee deelruimten.

Twee onderling transversale krommen op een sfeer
Twee onderling niet-transversale krommen op een sfeer

Definitie[bewerken | brontekst bewerken]

Zij een gladde variëteit, en en twee deelvariëteiten van . We zeggen dat de variëteit de variëteit transversaal snijdt in een gegeven punt van als aan een van de volgende twee voorwaarden voldaan is:

  • behoort niet tot , of
  • behoort tot de doorsnede van met , en de raakruimten van en in het punt brengen samen de raakruimte van in het punt voort.

Als de deelvariëteit transversaal snijdt in alle punten van , dan geldt omgekeerd dat ook transversaal snijdt in alle punten van , en we zeggen kortweg dat en elkaar transversaal snijden.

Merk op dat twee disjuncte deelvariëteiten van elkaar per definitie "transversaal snijden".

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Zij het euclidische vlak, en en twee gladde krommen. Ze zijn transversaal in alle punten behalve hun eventuele raakpunten. Krommen die elkaar niet raken (wel eventueel snijden), zijn transversaal.

Zij de euclidische ruimte, en en twee gladde krommen. De raakruimten van en zijn overal eendimensionaal, en kunnen dus nooit samen de driedimensionale raakruimte van voortbrengen. en kunnen dus alleen maar transversaal zijn als ze disjunct zijn.

Dit kan gegeneraliseerd worden tot

;

dan zijn en slechts transversaal als ze disjunct zijn.

Zij de euclidische ruimte, een gladde kromme en een glad oppervlak. Dan zijn en transversaal als en slechts als in elk van hun snijpunten, de raaklijn aan het raakvlak aan snijdt.

Als of dezelfde dimensie heeft als , dan zijn en steeds transversaal.

Doorsnede van twee deelvariëteiten[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijkste motivatie van deze definitie ligt in de volgende eigenschap:

De doorsnede van twee transversale deelvariëteiten is opnieuw een deelvariëteit, en in dat geval is

Met bedoelen we de codimensie, dit is het verschil .

In het algemeen geval is de doorsnede van twee deelvariëteiten een erg ingewikkelde verzameling, en zeker niet altijd een variëteit.

Transversaliteit van afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Een indompeling is een gladde afbeelding waarvan de rakende afbeelding overal injectief is.

Twee gladde indompelingen en heten transversaal als in ieder snijpunt van met de twee bereiken van de rakende afbeeldingen de raakruimte aan voortbrengen. D.w.z. dat voor alle

Deze definitie is een veralgemening van de oorspronkelijke, door iedere deelvariëteit van te identificeren met zijn eigen inclusie-afbeelding

Algemene ligging[bewerken | brontekst bewerken]

Transversaliteit moet beschouwd worden als het algemene geval, en niet-transversaliteit als de uitzondering. De volgende stelling maakt dit precies:

Zij een compacte gladde variëteit, dan is de topologie van afkomstig van een metriek. Het heeft dan zin om te spreken over uniforme convergentie van een rij continue afbeeldingen van naar zichzelf. Als en niet-transversale deelvariëteiten zijn van , dan bestaan er diffeomorfismen van met zichzelf, die uniform convergeren naar de identieke transformatie van , en die afbeelden op een deelvariëteit van die transversaal is met .

Informeler gezegd, een niet-transversale stand kan door een willekeurig kleine vervorming in een transversale stand worden gebracht. Dit is intuïtief duidelijk voor het geval van rakende krommen in de tweedimensionale sfeer: door een willekeurig kleine vervorming van een van de krommen gaan de twee krommen ofwel uit elkaar liggen (disjunct, dus transversaal), ofwel snijden (eveneens transversaal).

Het begrip "willekeurig klein" kan hier bijvoorbeeld geïnterpreteerd worden als volgt: de topologie van is metriseerbaar, en de diffeomorfismen convergeren uniform naar de identieke transformatie.