Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Zevenbergen (1878-1918)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kiesdistrict Zevenbergen (1888)

Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Zevenbergen (1878-1918) geeft een overzicht van verkiezingen voor de Nederlandse Tweede Kamer in het kiesdistrict Zevenbergen in de periode 1878-1918.[1]

Het kiesdistrict Zevenbergen was eerder ingesteld geweest in de periode 1848-1850. Het kiesdistrict werd opnieuw ingesteld na een wijziging van de Kieswet in 1878. Tot het kiesdistrict behoorden vanaf dat moment de volgende gemeenten: Besoijen, Capelle, Dinteloord en Prinsenland, Drongelen, Haagoort, Gansoijen en Doeveren, Dussen, Munster en Muilkerk, Fijnaart en Heijningen, Geertruidenberg, 's-Gravenmoer, Hooge en Lage Zwaluwe, Klundert, Made en Drimmelen, Meeuwen, Hill en Babyloniënbroek, Oud en Nieuw Gastel, Oudenbosch, Raamsdonk, Standdaarbuiten, Sprang, Vrijhoeve-Capelle, Waspik, Willemstad en Zevenbergen.

In 1888 werd de indeling van het kiesdistrict gewijzigd. De gemeente 's-Gravenmoer werd toegevoegd aan het kiesdistrict Oosterhout en de gemeenten Besoijen, Capelle, Drongelen, Haagoort, Gansoijen en Doeveren, Dussen, Munster en Muilkerk, Meeuwen, Hill en Babyloniënbroek, Sprang, Vrijhoeve-Capelle en Waspik aan het kiesdistrict Waalwijk. Tevens werd een gedeelte van het kiesdistrict Breda (de gemeenten Oud- en Nieuw-Gastel, Oudenbosch en Standdaarbuiten) toegevoegd aan het kiesdistrict Zevenbergen.

Het kiesdistrict Zevenbergen was in dit tijdvak een enkelvoudig[2] kiesdistrict: het vaardigde per zittingsperiode van vier jaar één lid af naar de Tweede Kamer.


Legenda

  • cursief: in de eerste verkiezingsronde geëindigd op de eerste of tweede plaats, en geplaatst voor de tweede ronde;
  • vet: gekozen als lid van de Tweede Kamer.

26 februari 1878[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden vanwege de instelling van het kiesdistrict.

26 februari 12 maart[3]
Kiesgerechtigden 2.044 2.044
Opkomst 1.520 1.528
Geldige stemmen 1.508 1.499
Blanco stemmen 3 24
Kandidaten
J.H.A. Diepen 703 754
R. van de Werk 361 745
T.C.L. Wijnmalen 337
A. Sassen 102

23 april 1878[bewerken | brontekst bewerken]

J.H.A. Diepen was gekozen bij de verkiezingen van 26 februari en 12 maart 1878. Hij werd echter niet toegelaten als lid van de Tweede Kamer vanwege geconstateerde onregelmatigheden bij deze verkiezingen. Daarom werd een naverkiezing gehouden.

23 april 7 mei[3]
Kiesgerechtigden 2.044 2.044
Opkomst 1.689 1.732
Geldige stemmen 1.684 1.715
Blanco stemmen 4 16
Kandidaten
R. van de Werk 549 901
J.H.A. Diepen 650 814
T.C.L. Wijnmalen 476

14 juni 1881[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden vanwege de afloop van de zittingstermijn van het gekozen lid.

14 juni 28 juni[3]
Kiesgerechtigden 2.134 2.134
Opkomst 1.656 1.767
Geldige stemmen 1.641 1.732
Blanco stemmen 15 31
Kandidaten
R. van de Werk[4] 627 893
L. van Rijckevorsel 612 838
C.N. Tieleman 376

24 juni 1884[bewerken | brontekst bewerken]

Roeland van de Werk, gekozen bij de verkiezingen van 14 juni 1881, trad op 28 mei 1884 af vanwege zijn benoeming als raadsheer bij het Gerechtshof in Amsterdam.[5] Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

24 juni 8 juli[3]
Kiesgerechtigden 2.155 2.155
Opkomst 1.165 1.570
Geldige stemmen 1.087 1.539
Blanco stemmen 66 27
Kandidaten
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde 509 910
R. van de Werk[4] 519 629
H.M. Smits 29

28 oktober 1884[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[6]

28 oktober 11 november[3]
Kiesgerechtigden 2.155 2.155
Opkomst 1.596 1.676
Geldige stemmen 1.584 1.651
Blanco stemmen 11 25
Kandidaten
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde[4] 531 838
C.J.A. Heydenrijck 531 813
R. van der Werk 460

15 juni 1886[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[7]

15 juni
Kiesgerechtigden 2.244
Opkomst 1.468
Geldige stemmen 1.448
Blanco stemmen 16
Kandidaten
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde[4] 1.104
J.A. Loeff 315

1 september 1887[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[8]

1 september
Kiesgerechtigden 2.219
Opkomst 992
Geldige stemmen 949
Blanco stemmen 43
Kandidaten
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde[4] 891

6 maart 1888[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[9]

6 maart
Kiesgerechtigden 3.058
Opkomst 2.472
Geldige stemmen 2.458
Blanco stemmen 12
Kandidaten
J.P.T. van Nunen 1.483
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde[4] 682
J.S.P.W. Eerens 279

9 juni 1891[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

9 juni
Kiesgerechtigden 3.112
Opkomst 1.772
Geldige stemmen 1.760
Blanco stemmen 8
Kandidaten
J.P.T. van Nunen[4] 1.267
M. Tydeman 214
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde 208
W.A.E. van der Borch 55

6 december 1892[bewerken | brontekst bewerken]

Joannes van Nunen, gekozen bij de verkiezingen van 9 juni 1891, trad op 12 november 1892 af vanwege zijn vertrek naar Nederlands-Indië. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.

6 december
Kiesgerechtigden 3.113
Opkomst 1.070
Geldige stemmen 1.035
Blanco stemmen 26
Kandidaten
E.A.M. van der Kun 900
T.L.M.H. Borret 56

10 april 1894[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na vervroegde ontbinding van de Tweede Kamer.[10]

10 april
Kiesgerechtigden 3.003
Opkomst 1.468
Geldige stemmen 1.451
Blanco stemmen 16
Kandidaten
E.A.M. van der Kun[4] 1.007
G.W. Bruinsma 382
J. Geluk 35

15 juni 1897[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

15 juni
Kiesgerechtigden 6.414
Opkomst 4.736
Geldige stemmen 4.669
Blanco stemmen 67
Kandidaten
E.A.M. van der Kun[4] 3.234
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde 600

14 juni 1901[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

14 juni
Kiesgerechtigden 6.089
Kandidaten
E.A.M. van der Kun[4]

Van der Kun was de enige kandidaat; hij werd zonder nadere stemming gekozen verklaard.

16 juni 1905[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

16 juni 28 juni[3]
Kiesgerechtigden 6.393 6.393
Opkomst 4.585 4.667
Geldige stemmen 4.513 4.623
Blanco stemmen 72 44
Kandidaten
A.C.A. van Vuuren 1.325 2.328
W.H. Bogaardt 2.088 2.295
A.G.J. Mastboom 519

11 juni 1909[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

11 juni
Kiesgerechtigden 7.101
Kandidaten
A.C.A. van Vuuren[4]

Van Vuuren was de enige kandidaat; hij werd zonder nadere stemming gekozen verklaard.

17 juni 1913[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

17 juni
Kiesgerechtigden 7.704
Kandidaten
A.C.A. van Vuuren[4]

Van Vuuren was de enige kandidaat; hij werd zonder nadere stemming gekozen verklaard.

15 juni 1917[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden gehouden na ontbinding van de Tweede Kamer.

15 juni
Kiesgerechtigden 8.549
Kandidaten
A.C.A. van Vuuren[4]

De zeven in de vorige Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen hadden afgesproken in elkaars kiesdistricten geen tegenkandidaten te stellen.[11] Van Vuuren was derhalve de enige kandidaat; hij werd zonder nadere stemming gekozen verklaard.

Opheffing[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezing van 1917 was de laatste verkiezing voor het kiesdistrict Zevenbergen. In 1918 werd voor verkiezingen voor de Tweede Kamer overgegaan op een systeem van evenredige vertegenwoordiging met kandidatenlijsten van politieke partijen.