Naar inhoud springen

Wikipedia:Educatieprogramma/ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalers/Fulton J. Sheen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Fulton John Sheen
Fulton John Sheen in 1952
Fulton John Sheen in 1952
Aartsbisschop van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een aartsbisschop
Geboren 8 mei 1895
Plaats El Paso, IL
Overleden 9 december 1979
Plaats New York City, NY
Wijdingen
Priester 20 september 1919
Bisschop 11 juni 1951
Kerkelijke carrière
1925 kapelaan van St Patrick's Church, Soho, Londen
1926 pastoor in het bisdom Peoria
1926 - 1950 docent filosofie op de Katholieke Universiteit van Amerika
1951 - 1966 hulpbisschop van het aartsbisdom New York
1966 - 1969 bisschop van Rochester
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Fulton John Sheen (geboren Peter John Sheen; El Paso, Illinois, 8 mei 1895New York City, 9 december 1979) was een Amerikaanse geestelijke van de Rooms-Katholieke Kerk. Hij was achtereenvolgens onder andere hulpbisschop van het aartsbisdom New York en bisschop van Rochester. Hij was vooral bekend door zijn evangelisatie en zijn werk op radio en televisie.

Sheen werd geboren in El Paso in de staat Illinois, en was de oudste van de vier zonen van Newton en Delia Sheen. Zijn ouders waren van Ierse afkomst en hadden voorouders in het graafschap Roscommon in Connacht. Sheen was bekend onder de naam Fulton, de meisjesnaam van zijn moeder, maar kreeg als doopnamen Peter John Sheen mee. Als kind liep Sheen tuberculose op. De familie verhuisde naar het naburige Peoria, waar Sheens eerste functie in de kerk die van misdienaar in St. Mary's Cathedral was.

De grootouders van Sheen kwamen uit het graafschap Roscommon in Ierland.

In 1913 werd Sheen uitgeroepen tot beste leerling van dat jaar van het Spalding Institute in Peoria. Hierna werd hij opgeleid aan het St. Viator College in Bourbonnais in Illinois, en ging hij naar het Saint Paul Seminary in Minnesota. Op 20 september 1919 werd hij tot priester gewijd. Hij vervolgde zijn studie aan de Katholieke Universiteit van Amerika in Washington DC. Zijn eerste kerstmis droeg hij op in de St. Mark Parish in Peoria; dit was de enige kerk in dit bisdom waar hij een mis opdroeg. In 1924 studeerde Sheen verder in Rome, waar hij de graad van doctor in de heilige theologie behaalde aan het Pontificium Collegium Internationale Angelicum, de toekomstige Pauselijke Universiteit Sint Thomas van Aquino, beter bekend als het Angelicum.

Hij werd in 1919 tot priester van het bisdom Peoria in de staat Illinois gewijd. Sheen werd al snel een vermaard theoloog en kreeg in 1923 de Cardinal Mercier Prize for International Philosophy. Hij ging vervolgens theologie en filosofie doceren aan de Katholieke Universiteit van Amerika en werkte eveneens als pastoor. In 1951 werd hij benoemd tot hulpbisschop van het aartsbisdom New York. Hij bekleedde dit ambt tot 1966 en werd vervolgens tot bisschop van Rochester benoemd. In 1969 – hij was toen bijna 75 jaar – ging hij met emeritaat en werd hij benoemd tot titulair aartsbisschop van Newport in Wales.

Sheen presenteerde twintig jaar lang het radionachtprogramma The Catholic Hour op NBC (1930-1950) als Father Sheen en later als Monsignor Sheen. Hierna ging hij werken voor televisie en presenteerde hij van 1952 tot 1957 het programma Life Is Worth Living. Het laatste programma dat Sheen presenteerde was The Fulton Sheen Program dat van 1961 tot 1968 op meerdere televisiezenders tegelijkertijd werd uitgezonden en waarvan de formule sterk leek op Life is Worth Living. Voor dit werk won Sheen twee keer een Emmy Award voor Most Outstanding Television Personality. Ook stond hij op de cover van Time Magazine. Zijn shows zijn vanaf 2009 opnieuw uitgezonden op de katholieke radio- en televisiezender EWTN en via kabeltelevisie op het Church Channel van het Trinity Broadcasting Network. Sheen wordt vaak beschouwd als een van de eerste televangelisten.

Priesterleven

[bewerken | brontekst bewerken]

Sheen was een jaar lang priester-assistent in de St. Patrick’s Church aan Soho Square in Londen en doceerde tegelijkertijd theologie aan het St. Edmund’s College in Ware. Daar ontmoette hij Ronald Knox. De universiteiten van Oxford en Columbia wilden dat hij les ging geven in wijsbegeerte, maar bisschop Edmund Dunne van het rooms-katholieke bisdom Peoria vroeg Sheen in 1926 om de parochie van St. Patrick over te nemen. Na negen maanden liet Dunne Sheen terugkeren naar de Katholieke Universiteit waar hij tot 1950 filosofie doceerde.

In 1929 hield Sheen een toespraak voor de National Catholic Educational Association, de vereniging voor docenten in het katholiek onderwijs. Hij moedigde leraren aan om in de Verenigde Staten ‘les te geven omwille van een katholieke renaissance’. Sheen hoopte dat de katholieken in zijn land door middel van onderwijs meer invloed zouden krijgen, waardoor anderen zich door het geloof aangetrokken zouden voelen. Hij was van mening dat katholieken hun geloof moesten ‘integreren’ in hun dagelijks leven. Sheen sprak vloeiend Frans.

Bisschop en aartsbisschop

[bewerken | brontekst bewerken]

Sheen werd op 11 juni 1951 tot bisschop gewijd en diende van 1951 tot 1966 als hulpbisschop van het aartsbisdom New York. De hoofdconsecrator was Adeodato Giovanni Piazza, kardinaal van de ongeschoeide karmelieten, kardinaal-bisschop van Sabina e Poggio Mirteto en secretaris van de toenmalige Congregatie voor het Consistorie (nu de Congregatie voor Bisschoppen). De belangrijkste medeconsecrators waren aartsbisschop Leone Giovanni Battista Nigris, titulair aartsbisschop van Filippi en secretaris van de Congregatie voor de Verspreiding van het Geloof (nu: de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren), en aartsbisschop Martin John O'Connor, titulair aartsbisschop van Laodicea in Syrië en rustend president van de Pauselijke Raad voor de Sociale Communicatiemiddelen.

In 1966 werd Sheen benoemd tot bisschop van Rochester. Hij diende in deze functie van 21 oktober 1966 totdat hij ontslag nam op 6 oktober 1969 en werd benoemd tot titulair aartsbisschop van Newport in Wales.

Oecumenische inspanningen

[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw viel Sheen op vanwege zijn initiatieven om punten van overeenkomst te bereiken met christenen uit niet-rooms-katholieke kerken, hetzij de oosterse kerken, hetzij de protestantse kerken. Af en toe vierde hij de Byzantijnse goddelijke liturgie; de paus had hem toestemming gegeven om de mis van andere godsdiensten op te dragen. Herhaaldelijk prees hij de toewijding van de protestanten aan de Bijbelstudie: ‘Het allereerste wat bestudeerd moet worden is de Schrift, en dit vereist niet alleen dat de Schrift wordt gelezen, maar ook dat de uitleg hiervan wordt bestudeerd. Ik heb ontdekt dat de protestantse uitleg bijzonder interessant is, aangezien de protestanten meer tijd aan de Schrift hebben besteed dan de meesten van ons.’ Zijn autobiografie geeft een samenvatting van zijn oecumenische visie: ‘De combinatie van reizen, het bestuderen van de wereldreligies en persoonlijke ontmoetingen met verschillende nationaliteiten en volkeren hebben mij doen inzien dat de volheid van de waarheid als een cirkel van 360 graden is. Elke religie in de wereld heeft een deel van die waarheid.’

Mediacarrière

[bewerken | brontekst bewerken]

Sheen was een populaire docent. Hij schreef 73 boeken, waarvan zijn eerste in 1925 uitkwam. In 1930 begon hij met een wekelijkse radio-uitzending – The Catholic Hour – op de zondagavond op NBC. Sheen vond dat de Tweede Wereldoorlog niet alleen een politieke strijd was, maar ook een ‘theologische’. Hij noemde Hitler een voorbeeld van de ‘antichrist’. Twintig jaar later luisterden wekelijks vier miljoen mensen naar zijn uitzendingen. Time Magazine noemde Fulton J. Sheen in 1946 ‘de monseigneur met de gouden stem en de beroemde bekeerder tot het Amerikaanse katholicisme’, en berichtte dat op zijn radio-uitzendingen wekelijks 3.000 tot 6.000 brieven van luisteraars binnenkwamen.

In 1940, in de periode dat hij aan de Katholieke Universiteit van Amerika werkte, droeg Sheen op paaszondag de mis op. Dit was een van de eerste religieuze diensten die op televisie werden uitgezonden. Tijdens de preek, die te zien was op de experimentele tv-zender W2XBS, merkte Sheen op: ‘Dit is de eerste religieuze televisie in de wereldgeschiedenis. Laat haar eerste boodschap daarom een blijk van dank zijn aan God die de geesten van onze tijd de inspiratie heeft gegeven om de geheimen van het universum te ontrafelen.’

Op 12 februari 1952 begon Sheen met het wekelijkse televisieprogramma Life Is Worth Living voor DuMont Television Network, dat werd opgenomen in het Adelphi Theatre in de stad New York. Hierin sprak Sheen – onbezoldigd – gewoon voor een live publiek zonder gebruik te maken van een draaiboek of spiekbriefjes. Af en toe gebruikte hij een schoolbord.

De show werd primetime geprogrammeerd op dinsdagavond om 20.00 uur. Er werd niet verwacht dat Life is Worth Living de kijkcijfers van de concurrenten Milton Berle en Frank Sinatra zou verslaan, maar de show deed het verrassend goed. Berle, die bij veel televisiekijkers van het eerste uur bekend staat als ‘oom Miltie’ en vanwege de oude vaudeville-attributen die hij gebruikte, zei gekscherend over Sheen: ‘Hij gebruikt ook oud materiaal’ en ‘Als ik van de troon wordt gestoten, dan het liefst door Hem over wie bisschop Sheen spreekt.’ Sheen reageerde grappend dat mensen hem misschien ‘oom Fultie’ moesten gaan noemen. De tijdschriften Life and Time publiceerden themanummers over bisschop Sheen en het aantal televisiezenders dat Life Is Worth Living uitzond vervijfvoudigde in minder dan twee maanden tijd.

Per week kwamen er 8500 brieven van bewonderaars binnen en werden er vier keer zoveel kaartjes aangevraagd om de opnames bij te wonen dan er beschikbaar waren. De sponsor, Admiral, betaalde de productiekosten in ruil voor commercials van één minuut aan het begin en einde van de show. Sheen won in 1952 een Emmy Award voor zijn inspanningen. Over deze waardering zei hij: ‘Ik geloof dat het tijd is om mijn vier schrijvers – Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes – eer te bewijzen’. Toen Sheen de Emmy won, merkte Berle spitsvondig op: ‘We werken allebei voor de ‘Sky Chief', waarmee hij verwees naar zijn sponsor Texaco. Time noemde Sheen ‘de eerste “televangelist”’ en het aartsbisdom New York kon de vraag naar kaartjes niet aan.

Een van de shows die nog het meest op het netvlies staat is die van februari 1953 waarin Sheen het Sovjetregime van Jozef Stalin scherp veroordeelde. Hij droeg op theatrale wijze de begrafenisscène uit de tragedie Julius Caesar van Shakespeare voor, waarbij hij de namen van Caesar, Cassius, Marcus Antonius en Brutus verving door die van de prominente Sovjetleiders Stalin, Lavrenty Beria, Georgy Malenkov en Andrej Vysjinski. Hij eindigde zijn voordracht met de woorden: ’Ooit zal Stalin zich voor zijn zonden moeten verantwoorden’. De dictator kreeg een paar dagen later een beroerte en stierf binnen een week.

De show werd tot 1957 uitgezonden en trok wekelijks maar liefst 30 miljoen kijkers. In 1958 werd Sheen nationaal directeur van de Society for the Propagation of the Faith. Hij vervulde deze functie gedurende acht jaar en werd vervolgens op 26 oktober 1966 benoemd tot bisschop van Rochester in de staat New York. Voor lokale tv-zenders presenteerde hij ook The Fulton Sheen Program dat van 1961 tot 1968 eerst in zwart-wit en daarna in kleur werd uitgezonden. De formule van deze serie was eigenlijk gelijk aan die van Life Is Worth Living.

Internationale cassettebandjesdienst In september 1974 vroeg de aartsbisschop van Washington aan Sheen of hij spreker wilde zijn tijdens een retraite voor diocesane priesters in het Loyola Retreat House in Faulkner in de staat Maryland. Deze gesprekken werden opgenomen met een bandrecorder: het nieuwste van het nieuwste in die tijd.

Sheen verzocht de opgenomen gesprekken geschikt te maken voor distributie. Dit was de start van de wereldwijde cassettebandjesdienst Ministr O Media, een organisatie zonder winstoogmerk die werkte vanuit de St. Joseph’s Parish in Pomfret, Maryland. Het retraite-album heette Renewal and Reconciliation (vernieuwing en verzoening) en bevatte negen geluidsbandjes van zestig minuten.

Evangelisatie

[bewerken | brontekst bewerken]

Van Sheen wordt gezegd dat hij een aantal voorstaande personen tot het katholieke geloof heeft bekeerd, waaronder de agnostisch schrijver Heywood Broun, politicus Clare Boothe Luce, autofabrikant Henry Ford II, communistisch schrijver Louis F. Budenz, communistisch organisator Bella Dodd, decorontwerper Jo Mielziner, violist en componist Fritz Kreisler en de actrice Virginia Mayo. Voor elk bekeringsproces stond gemiddeld 25 uur les en naar verluidt werden meer dan 95% van zijn studenten die privéles kregen gedoopt.

Controverse met kardinaal Spellman In het voorwoord van Sheens autobiografie Treasure in Clay: The Autobiography of Fulton J. Sheen, editie 2008, schreef de katholieke journalist Raymond Arroyo waarom Sheen ‘met pensioen ging’: ‘Toen Life is Worth Living op haar hoogtepunt was, stemden naar schatting 30 miljoen kijkers en luisteraars elke week op het programma af’. Arroyo schreef dat ‘er wordt aangenomen dat Kardinaal Spellman Sheen uit de ether verdreef’.

Arroyo vertelt: ‘Eind jaren vijftig schonk de regering voor miljoenen dollars aan poedermelk aan het aartsbisdom New York. Kardinaal Spellman gaf die melk op zijn beurt aan de Society for the Propagation of the Faith om uit te delen aan de armen. Hij eiste minstens één keer dat de directeur van deze vereniging – bisschop Sheen – het aartsbisdom betaalde voor de gedoneerde melk. Hij wilde miljoenen dollars. Hoewel kardinaal Spellman behoorlijk wat overtuigingskracht en invloed in Rome had, weigerde Sheen. Het ging om geld dat het publiek aan de missie had geschonken, waaraan Sheen persoonlijk had bijgedragen en dat hij via radio en televisie had ingezameld. Hij voelde zich verplicht dat te beschermen, zelfs tegen de hebzucht van zijn eigen kardinaal.’

Later bepleitte Spellman – in het bijzijn van Sheen – zijn zaak bij paus Pius XII. De paus koos de zijde van Sheen. Later zou Spellman Sheen confronteren met de uitspraak: ‘Dit zet ik je betaald. Het zal misschien zes maanden of tien jaar duren, maar iedereen zal weten hoe jij bent.’ Naast het feit dat Sheen onder druk werd gezet om van televisie te gaan, ‘voelde hij zich ook niet welkom in de kerken van de stad New York. Spellman annuleerde de preken die Sheen altijd op Goede Vrijdag in St. Patrick's Cathedral hield en ontmoedigde geestelijken om vriendschap met de bisschop te sluiten’. In 1966 liet Spellman Sheen overplaatsen naar Rochester en hij dwong af dat Sheens functie bij de Society for the Propagation of the Faith werd beëindigd (een functie die hij zestien jaar lang had vervuld, waarvoor hij honderden miljoenen dollars had ingezameld, en waaraan hij persoonlijk $ 10 miljoen van zijn eigen inkomsten had gedoneerd). Spellman overleed op 2 december 1967 in de stad New York.

Sheen heeft nooit over de situatie gesproken en verwees slechts vaag naar zijn ‘beproevingen binnen en buiten de kerk’. Hij ging zelfs zover dat hij Spellman prees in zijn autobiografie.

Latere jaren Tijdens zijn ambtsperiode in Rochester richtte Sheen de Sheen Ecumenical Housing Foundation op. Ook was hij af en toe politiek actief; zo hekelde hij eind juli 1967 de Vietnamoorlog. Op Aswoensdag 1967 besloot Sheen om het gebouw van de St. Bridget’s Parish aan het programma voor Volkshuisvesting en Stedelijke Ontwikkeling te schenken. Sheen wilde dat de regering dit zou gebruiken voor zwarte Amerikanen. Hierop kwam protest omdat Sheen dit op eigen houtje deed. De pastoor was het er niet mee eens en zei: ‘De kerk en de school hoeven niet te worden afgebroken; er is in de buurt meer dan genoeg onroerend goed dat leegstaat’. De overeenkomst ging niet door.

Op 15 oktober 1969, een maand na de viering van zijn vijftigjarig priesterschap, legde Sheen zijn ambt in Rochester neer. Vervolgens werd hij door paus Paulus VI benoemd tot titulair aartsbisschop van Newport in Wales (Latijn: Neoportus). Door dit ceremoniële ambt kon Sheen zijn schrijfwerkzaamheden voortzetten. Hij schreef 73 boeken en vele artikelen en columns.

Op 2 oktober 1979 bezocht Paus Johannes Paulus II Sheen in St. Patrick’s Cathedral en omhelsde hem met de woorden: ‘Je hebt goed gesproken en geschreven over onze Heer Jezus Christus. Je bent een trouwe zoon van de kerk’. Sheen stierf twee maanden later.

Overlijden en nalatenschap

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1977 onderging Sheen ‘een reeks operaties waardoor zijn krachten afnamen en die hem het preken bemoeilijkte’. Gedurende deze periode bleef hij aan zijn autobiografie werken, waarvan delen ‘uit zijn ziekbed werden voorgedragen terwijl hij stevig een kruisbeeld vasthield’. Kort na een openhartoperatie in het Lenox Hill Hospital overleed Sheen op 9 december 1979 in zijn privékapel na het ontvangen van de laatste sacramenten. Hij werd begraven in de crypte van St. Patrick’s Cathedral.

De officiële bewaarplaats van de documenten, televisieprogramma's en ander materiaal van Sheen is de St. Bernard's School of Theology and Ministry in Rochester, New York.

Joseph Campanella gaf een introductie bij de verschillende programma’s van Sheen die op EWTN zijn herhaald. De herhalingen zijn ook uitgezonden op Trinity Broadcasting Network. Naast zijn televisieoptredens was Sheen te beluisteren op Relevant Radio.

Het Fulton J. Sheen Museum wordt beheerd door het bisdom Peoria en is gevestigd in Peoria in de staat Illinois. Het museum herbergt diverse collecties van Sheens persoonlijke bezittingen en bevindt zich één huizenblok ten zuiden van de Cathedral of Saint Mary of the Immaculate Conception. In deze kathedraal was Sheen misdienaar, heeft hij zijn eerste communie en vormsel gedaan, werd hij tot priester gewijd en droeg hij zijn eerste mis op. Een ander museum is gevestigd in Sheens geboorteplaats El Paso. Dit museum bezit verschillende voorwerpen van Sheen, maar is niet aan het bisdom Peoria verbonden.

Het cultureel centrum Sheen Center for Thought & Culture (Bleecker Street, Lower Manhattan) is vernoemd naar Sheen.

Acteur Ramón Gerard Antonio Estévez nam – deels uit bewondering voor Fulton J. Sheen – de artiestennaam Martin Sheen aan.

Zaligverklaring

[bewerken | brontekst bewerken]

Het zaligverklaringsproces van Sheen werd officieel in 2002 gestart. In juni 2012 erkende Paus Benedictus XVI een decreet van de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen waarin stond dat Sheen een leven van ‘heldhaftige deugdzaamheid’ had geleid – een belangrijke stap in het proces van zaligverklaring – en kreeg hij de status van ‘eerbiedwaardige’. Op 5 juli 2019 erkende Paus Franciscus dat door de tussenkomst van aartsbisschop Sheen een wonder was gebeurd, wat het pad naar zijn zaligverklaring effende. Op 21 december 2019 zou Sheen in de stad Peoria zaligverklaard worden, maar de zaligverklaring werd uitgesteld nadat de bisschop van Rochester zijn bezorgdheid had geuit. In een onderzoeksrapport van het New Yorkse openbaar ministerie zou Sheen namelijk in een ongunstig daglicht kunnen worden gesteld vanwege de manier waarop hij een zaak van seksueel wangedrag in 1963 had afgehandeld.

Gronden voor Sheens zaligverklaring De Archbisshop Fulton J. Sheen Foundation werd in 1998 opgericht door Gregory J. Ladd en Lawrence F. Hickey om bekendheid aan het leven van de aartsbisschop te geven. De organisatie benaderde kardinaal John O'Connor van het aartsbisdom New York om instemming te krijgen voor het starten van het zaligverklaringsproces van Sheen. Dit proces werd in 2002 officieel gestart door bisschop Daniel R. Jenky (CSC) van het bisdom Peoria. Vanaf dat moment werd Sheen aangeduid als een ‘dienaar van God’. Op 2 februari 2008 werd het archief van Sheen verzegeld tijdens een speciale mis in de Cathedral of Saint Mary of the Immaculate Conception in Peoria alwaar het bisdom zijn zaligverklaring bepleitte. In 2009 werd de diocesane fase van het onderzoek beëindigd en werden de documenten naar de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen in het Vaticaan in Rome gezonden.

Op 28 juni 2012 maakte het Vaticaan officieel bekend de ‘heroïsche deugden’ van Sheen te erkennen – een belangrijke stap in het proces van de uiteindelijke zaligverklaring. Vanaf dat moment had Sheen de status ‘eerbiedwaardige dienaar Gods’. Volgens het nieuwsagentschap Catholic News Service en The Catholic Post (de officiële krant van het bisdom Peoria) was er een voorbereidend onderzoek naar een gebeurtenis gaande– mogelijk een wonder dat nodig was voor de zaligverklaring van aartsbisschop Sheen. Het ging om een jongen bij wie bij de geboorte 61 minuten lang geen hartslag kon worden gevoeld (en die bijna dood werd verklaard in het OSF Saint Francis Medical Center in Peoria) en die naar verluidt toch een gezond leven leidde zonder fysieke of geestelijke beperkingen. Als het wonder op diocesaan niveau en vervolgens door de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen in het Vaticaan zou worden erkend (als zijnde een wonder dat volgens deskundigen zowel medisch onverklaarbaar is als theologisch toe te schrijven is aan de tussenkomst van Sheen), dan zou de zaligverklaring kunnen doorgaan. Voor zijn heiligverklaring was nog een tweede wonder nodig.

Op 7 september 2011 werd een tribunaal beëdigd om de vermeende genezing van het jongetje te onderzoeken. De documentatie die de onderzoekscommissie gedurende bijna drie maanden had verzameld werd tijdens een speciale mis in St. Mary’s Cathedral in Peoria op zondag 11 december 2011 om 10.30 uur in een doos gedaan en verzegeld. Vervolgens werd de doos naar het Vaticaan gebracht om door de Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen in overweging te worden genomen. Hiermee werd het werk van het diocesaan tribunaal afgesloten.

Op zondag 9 september 2012 werden in St. Mary's Cathedral en het Spalding Pastoral Center een dankmis en een banket gehouden om de voortgang in het proces van zaligverklaring van aartsbisschop Sheen te vieren. Hierbij waren de bisschop van Peoria Daniel R. Jenky (CSC) en zijn voorganger aartsbisschop John J. Myers aanwezig, samen met vele geestelijken en religieuzen uit het bisdom en het gehele land. Myers, kerkelijke vertegenwoordigers uit andere staten, een afgevaardigde van het aartsbisdom Chicago en andere voorstanders van Sheens zaligverklaring kregen de positio, het boek met de documentatie over zijn zaligverklaring, overhandigd. Geestelijken hebben tijdens de dienst verklaard dat de wonderen die nodig zijn voor Sheens zalig- en heiligverklaring op dat moment op medisch en theologisch vlak werden bestudeerd en er in ieder geval één wonder serieus in overweging werd genomen. Volgens de nieuwe regels – ingesteld door Paus Benedictus XVI – moet een zaligverklaring plaatselijk geschieden en idealiter in het bisdom van de kandidaat (dat meestal het bisdom is dat de zaligverklaring bepleit). In het geval van Sheen zou de zaligverklaring dan waarschijnlijk in Peoria plaatsvinden. Dit zou dan de eerste zaligverklaring in Peoria zijn. Indien hij zalig en heilig verklaard zou worden, dan zou hij een van de weinige Amerikanen met deze status zijn.

Het overbrengen van Sheens stoffelijk overschot In september 2014 werd bekendgemaakt dat het proces van zaligverklaring werd opgeschort vanwege een meningsverschil met het aartsbisdom New York over het overdragen van Sheens stoffelijk overschot naar het bisdom Peoria. Volgens een persbericht van 14 juni 2016 hadden Sheens nabestaanden het hooggerechtshof van New York verzocht om toestemming te geven om Sheens stoffelijk overschot naar Peoria te brengen. In het persbericht stond dat ‘het aartsbisdom [van New York] verschillende keren heeft verklaard te willen meewerken aan de wensen van de familie’.

Op 16 november 2016 oordeelde het hooggerechtshof van New York dat het aartsbisdom New York toestemming moest geven om het lichaam van Sheen op te graven. Het hof was de mening toegedaan dat het argument van het aartsbisdom dat Sheen geen opgraving zou hebben gewild niet-feitelijk was. Omdat zijn verheffing tot zalige was opgeschort, vond het hooggerechtshof het voldoende gerechtvaardigd dat de familie zijn lichaam verplaatste.

Op 6 februari 2018 werd het besluit van het hooggerechtshof van New York echter in hoger beroep tenietgedaan, met daarbij het bevel om een hoorzitting te houden over de vraag of het verplaatsen van Sheens lichaam in overeenstemming zou zijn geweest met zijn wensen. Het hof merkte op: ‘Het is onduidelijk wat aartsbisschop Sheen in zijn testament bedoelde met begraven te willen worden op “Calvary Cemetry, het officiële kerkhof van het aartsbisdom New York”. Was dit een uitdrukkelijke wens om begraven te blijven in het aartsbisdom New York of was het slechts een algemene omschrijving van Calvary Cemetery?’ Nadat de zaak opnieuw onderzocht was en de hoorzitting was gehouden, bevestigde het hooggerechtshof van New York echter op 9 juni 2018 zijn eerdere uitspraak. Het aartsbisdom had Peoria toegestaan het zaligverklaringsproces van Sheen te starten, wat – uiteindelijk – op zijn minst zou vereisen dat zijn relieken bijeen werden gebracht.

Het aartsbisdom New York maakte op 9 juni 2019 bekend dat het officieel de strijd opgaf om de stoffelijke resten van Sheen onder het altaar in St. Patrick's Cathedral te behouden. Deze werden op 27 juni 2019 overgedragen aan St. Mary’s Cathedral in Peoria.

Wonder voor zaligverklaring erkend Op 6 juli 2019 kondigde de Vaticaanse Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen het decreet af tot goedkeuring van het wonder dat nodig was voor Sheens zaligverklaring. Het wonder betreft het onverklaarbare herstel van James Fulton Engstrom, het zoontje van Bonnie en Travis Engstrom uit de stad Goodfield in Peoria die in september 2010 doodgeboren leek te zijn. De ouders baden voor de tussenkomst van Sheen voor het herstel van hun kind. Paus Franciscus keurde het wonder goed en Sheen zou op 21 december 2019 zalig worden verklaard in de Cathedral of St. Mary in Peoria.

Uitstel van de zaligverklaring Op 3 december 2019 kondigde het bisdom Peoria aan dat de Heilige Stoel de dag ervoor had besloten de zaligverklaring van Sheen uit te stellen. De reden hiervoor was dat Salvatore Matano, bisschop van Rochester, zijn bezorgdheid had uitgesproken over het feit dat Sheen in een onderzoeksrapport van het New Yorkse openbaar ministerie in een ongunstig daglicht kon worden gesteld vanwege de manier waarop hij een zaak van seksueel wangedrag in 1963 had afgehandeld.

Literatuur van Sheen (selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • God and Intelligence in Modern Philosophy (1925, Longmans, Green and Co.)
  • The Seven Last Words (1933, The Century Co.)
  • Philosophy of Science (1934, Bruce Publishing Co.)
  • The Eternal Galilean (1934, Appleton-Century-Crofts)
  • Calvary and the Mass (1936, P.J. Kenedy & Sons)
  • The Cross and the Beatitudes (1937, P.J. Kenedy & Sons)
  • Seven Words of Jesus and Mary (1945, P.J. Kenedy & Sons)
  • Communism and the Conscience of the West (1948, Bobbs-Merrill)
  • Peace of Soul (1949, McGraw-Hill)
  • Three to Get Married (1951, Appleton-Century-Crofts)
  • The World's First Love (1952, McGraw-Hill)
  • Life Is Worth Living Series 1-5 (1953-1957, McGraw-Hill)
  • Way to Happiness (1953, Maco Magazine)
  • Way to Inner Peace (1955, Garden City Books)
  • Life of Christ (1958, McGraw-Hill)
  • Missions and the World Crisis (1963, Bruce Publishing Co.)
  • The Power of Love (1965, Simon & Schuster)
  • Footprints in a Darkened Forest (1967, Meredith Press)
  • Lenten and Easter Inspirations (1967, Maco Ecumenical Books)
  • Treasure in Clay: The Autobiography of Fulton J. Sheen (1980, Doubleday & Co.)
  • Finding True Happiness (2014, Dynamic Catholic)


Tekst bij afbeeldingen • Interieur van de Cathedral of Saint Mary of the Immaculate Conception (Peoria, Illinois) • Sheen presenteerde radio- en televisieprogramma’s, waaronder Life is Worth Living dat van 1952 tot 1957 werd uitgezonden.

Tekst in rechterkader Zijne Hoogwaardige Excellentie Fulton J. Sheen • Titulair aartsbisschop van Newport • Emeritus bisschop van Rochester

Onderschrift bij foto: aartsbisschop Sheen op de set van een van zijn reguliere tv-programma’s

Kerk: rooms-katholiek Bisdom: Rochester, Monroe County, New York Benoemd: 21 oktober 1966 Einde termijn: 6 oktober 1969 Voorganger: James Edward Kearney Opvolger: Joseph Lloyd Hogan Overige ambten: • Titulair aartsbisschop van Neoportus (Latijns: Newport in Wales; op persoonlijke titel, 1969-1979) • Hulpbisschop van New York (1951-1966) • Titulair bisschop van Caesariana (1951-1966)

Wijdingen Priester: 20 september 1919 door Edmund M. Dunne Bisschop: 11 juni 1951 door Adeodato Giovanni Piazza

Persoonlijke details Namen: Peter John Sheen Geboren: 8 mei 1895 in El Paso, Illinois, Verenigde Staten Overleden: 9 december 1979 (op 84-jarige leeftijd) in St. Patrick’s Cathedral, New York City, Verenigde Staten Begraven: St. Patrick’s Cathedral in New York City (1979–2019), St. Mary's Cathedral of the Immaculate Conception in Peoria, Illinois (sinds 2019) Nationaliteit: Amerikaanse Denominatie: Rooms-katholiek Woonplaatsen: El Paso, Illinois Peoria, Illinois Bourbonnais, Illinois Minnesota Washington, D.C. Leuven, België Rome, Italië Londen, Verenigd Koninkrijk New York City Rochester, New York Functies: Katholiek aartsbisschop, evangelist, televangelist, radiopresentator, universitair docent Alma mater: St. Viator College St. Paul Seminary Katholieke Universiteit van Amerika Katholieke Universiteit Leuven Pauselijke Universiteit Sint Thomas van Aquino

Motto: Da per matrem me venire Handtekening: - Coat of arms: -

Sainthood Vereerd in: Rooms-katholieke kerk (in het bijzonder in de bisdommen Peoria en Rochester en het aartsbisdom New York) Titel als heilige: Eerbiedwaardige Uiterlijk teken: aartsbisschoppelijk gewaad Schrijnen: Graftombe (momenteel in St. Mary's Cathedral in Peoria (Illinois) en voorheen in St. Patrick's Cathedral in New York City); het geboorteplaatsmuseum in El Paso (Illinois); het Fulton Sheen Museum in The Museums of the Diocese of Peoria; het Spalding Pastoral Center in Peoria; documenten in de St. Bernard's School of Theology and Ministry in Rochester (New York).

Wijdingsgeschiedenis van Fulton J. Sheen

Priesterwijding Datum: 20 september 1919

Bisschopswijding Hoofdconsecrator: Adeodato Giovanni Piazza Medeconsecrators: Martin John O'Connor, Leone Giovanni Battista Nigris Datum: 11 juni 1951

Bisschoppelijke opvolging Bisschoppen die door Fulton J. Sheen als hoofdconsecrator zijn gewijd Joseph B. Houlihan 20 november 1960

Aanspreektitel: Zijne Hoogwaardige Excellentie Spreektaal: Excellentie Religieuze taal: Excellentie Postuum: eerbiedwaardige

Zie de categorie Fulton J. Sheen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.


Categorie:20e-eeuws bisschop Categorie:Amerikaans rooms-katholiek bisschop Categorie:Amerikaans evangelist