Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes/Ik zal handhaven (verzetsblad, Leiden)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Hieronder zie je een beginnetje (opzetje, stub) van een Wikipedia-artikel over een Nederlandse verzetskrant uit de Tweede Wereldoorlog.

Dit beginnetje is aangemaakt in het kader van het Wikiproject Verzetskranten.

De informatie in het beginnetje is rechtstreeks overgenomen uit het boek De ondergrondse pers 1940-1945 van Lydia Winkel, in zijn geheel als PDF te vinden op Wikimedia Commons.

Onderstaand beginnetje is nog niet rijp voor de hoofdnaamruimte van Wikipedia, je kunt helpen om het te controleren of aan te vullen tot een volwaardig artikel.

In de handleiding voor deelnemers aan het Wikiproject Verzetskranten lees je hoe dit werkt.

Andere beginnetjes van verzetskrantenartikelen vind je in Wikipedia:Wikiproject/Verzetskranten/Beginnetjes


Ik zal handhaven
Plaats(en) van uitgave Leiden
Verschijningsfrequentie Maandelijks, (na herfst 1941 onregelmatig?)
Inhoud Binnenlandse berichten, Humor en Opinie-artikelen
Reproductiemethode Gestencild
Oplage Tussen de 500 en 500
Datum eerste uitgave 1 oktober 1940
Datum laatste uitgave 1 december 1943
Taal Nederlands
Vervaardigers/redacteuren C.L. Kist A.C.L. de Klerck J.H. Knoop D.A.E. de Loos Sj. Nauta J. van Olmen J. de Blanken George Ridderhof F.N.F. van der Schrieck G. Stellbrink J.M. van Stralen J.F. van Walsem J. Gijsman H. 't Hart G. de Jong Jan de Jong
Gerelateerde kranten Kroniek van de week; vriheyt en is om gheen gelt te coop
Nr. in DOP van L.E. Winkel 248
Beschrijving in catalogus 376302984
Portaal  Portaalicoon   Media

Ik zal handhaven was een verzetsblad uit de Tweede Wereldoorlog, dat vanaf 1 oktober 1940 tot en met 1 december 1943 in Leiden werd uitgegeven. Het blad verscheen maandelijks, (na herfst 1941 onregelmatig?) in een oplage van 500 exemplaren. Het werd gestencild en de inhoud bestond voornamelijk uit binnenlandse berichten, humor en opinie-artikelen.

Betrokken personen[bewerken | brontekst bewerken]

Gerelateerde kranten[bewerken | brontekst bewerken]

Categorie:Illegale pers in de Tweede Wereldoorlog

Ruwe tekst Winkel-lemma[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder staat de tekst over Ik zal handhaven uit lemma nr. 248 van De Ondergrondse Pers. Met behulp van deze tekst (en andere bronnen) kunnen Wikipedianen het bestaande artikel verbeteren. De Ondergronds Pers is ook als full-text PDF beschikbaar op Wikimedia Commons, daar is onderstaande tekst dus ook terug te vinden.

In de herfst van 1940 werd te Leiden door een verzetsgroep, voornamelijk bestaande uit studenten, onder wie een aantal aspirant-officieren die hun toevlucht hadden gezocht bij de Leidse universiteit, een orgaan uitgegeven als onderdeel van het spionage- en sabotagewerk, dat hoofddoel was. Het blad bevatte in de eerste plaats praktische aanwijzingen voor de techniek en de tactiek van het openlijk verzet, bovenal voor personen, die direct met de bezettingsautoriteiten te maken hadden, zoals ambtenaren. Het blad verscheen een tijdlang regelmatig. De exemplaren werden ook onder de Duitse Weermacht verspreid. Betrokken bij de uitgave waren o.a. J.F. van Walsem, chem. drs. (vermoedelijk de oprichter). H. 't Hart, chem. drs., D.A.E. de Loos, F.N.F. van der Schrieck, de officieren C.L. Kist en Sj. Nauta en de cadet-vaandrig A.C.L. de Klerck. Omstreeks eind september 1941 werd een lijst opgesteld van verraderlijke en onbetrouwbare officieren, studenten en dames uit deze kringen, welke in een oplage van 1000 ex. werd verspreid. Deze lijst is vele malen opnieuw vermenigvuldigd. Van Walsem werd in oktober 1941 gearresteerd en is in januari 1943 in het concentratiekamp Neuengamme overleden. Van hem zei de Sachbearbeitervan de Sipo dat hij 'fanatisch demokratisch veranlagt' was en dat hij veel Duitse boeken had gelezen welke de Duitsers ook gaarne lazen maar dat zijn interpretatie ervan 'ganz falsch' was. Nauta werd, na een mislukte aanslag tezamen met Van der Schrieck op de provocateur G. Stellbrink te Haarlem, door de agent-provocateur George Ridderhof verraden en op 7 augustus 1941 gearresteerd. Op 15 oktober 1941 kreeg hij eerst levenslange gevangenisstraf, daarna werd het vonnis herzien in 15 jaar tuchthuisstraf. Tot de bevrijding door de Amerikanen verbleef hij in het concentratiekamp Lüttringhausen. Kist besloot, na in Marseille gestrand te zijn bij een poging om naar Engeland uit te wijken met de cadetten J. van Olmen en G. de Jong en de 2e lt. J.H. Knoop, een nieuwe poging te wagen i.v.m. de arrestatie van Nauta en hun gezamenlijke activiteit. Zij hielden zich aanvankelijk schuil in de pottenbakkerij van J. de Blanken, even buiten Leiden en verlieten Nederland in oktober 1941, nadat zij van tevoren een aanslag hadden voorbereid op drie provocateurs onder wie Stellbrink en Jan de Jong. Een hunner maakte een afspraak met de provocateurs en de aanslag werd te Haarlem door anderen uitgevoerd kort na het vertrek van eerstgenoemde naar Zuid-Frankrijk. De Jong werd hierbij voor Stellbrink aangezien en gedood. Kist keerde echter weer terug en reisde daarna nog enkele malen naar Zuid-Frankrijk met opdrachten van Dezaul, het hoofd van de Inlichtingendienst van onbezet Frankrijk, die Kist na de oorlog kenschetste als zijn beste koerier. Op 9 januari 1942 werd hij te Brussel gearresteerd en na twaalf malen tussen verschillende gevangenissen en kampen te zijn heen en weer gevoerd, werd hij op 24 juni 1943 op de Leusderhei gefusilleerd, tezamen met o.a. De Klerck en 't Hart. Van der Schrieck en De Loos werden in de eerste helft van 1942 gearresteerd en kwamen voor in het z.g. 'Tweede OD-proces' tegen generaal Roëll en honderd anderen. Van der Schrieck werd om gezondheidsredenen door bemiddeling van het Rode Kruis in april 1944 ter gelegenheid van de verjaardag van Hitler vrijgelaten. De Loos keerde na de bevrijding terug uit Dachau. De Blanken besloot, toen vrijwel iedereen was uitgevallen, de uitgave van het blad voort te zetten, teneinde de verdenking betreffende dit punt in elk geval van de gevangenen af te wentelen. Hij beschikte tenslotte nog over de stencilmachine. J. Gijsman werd bereid gevonden de leiding op zich te nemen. Deze vroeg zijn vriend J.M. van Stralen artikelen te schrijven. Inmiddels ontstond een geheel nieuwe situatie, toen de inlevering van de radiotoestellen werd gelast. Gijsman en Van Stralen oordeelden dat IK ZAL HANDHAVEN zijn taak nu wel volbracht had en geleidelijk geliquideerd moest worden, en dat men beter een actueel, op het dagelijks gebeuren en de krijgsverrichtingen afgestemd blad kon gaan vervaardigen, dat bovendien de geallieerde instructies in verband met een eventuele invasie kon doorgeven. Dit werd de KRONIEK VAN DE WEEK (zie nr. 326). In december 1943 verscheen het laatste nummer van IK ZAL HANDHAVEN; de inhoud bestond uit een bloemlezing van belangwekkende artikelen uit de landelijke opinie-bladen uit de tweede helft van 1943.