Naar inhoud springen

Gebruiker:Ellywa/klad4

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Urkerdag 2017

De klederdracht van Urk, ook wel Urker klederdracht, is een Nederlandse streekdracht. De dracht wordt sinds de jaren 1980 weinig meer in het straatbeeld gezien.[1] Op Urkerdag wordt de kleding nog gedragen.

Vrouwendracht[bewerken | brontekst bewerken]

Het dagelijkse schort is wit met gekleurde verticale streepjes, net zoals in de klederdracht van Volendam.[2] Daarboven wordt een soort korset gedragen, het middelde, traditioneel verstevigd met baleinen, en met beschermingsranden van zeemleer. De buitenkant van de middelde is traditioneel blauw, met gele randen rondom de armen. Onder de rug van de middelde zit een rol, de worst, waarover de bovenrok valt. Onder de bovenrok wordt een witte onderrok gedragen.[1] Tussen de rokken hebben de vrouwen een “diezek,” een los zakje, voor bijvoorbeeld een zakdoek.

De vrouwenkleding bij bijzondere gelegenheden zoals een huwelijk, doop of een belijdenis, bestaat uit een skôrt, een zwarte geplisseerde rok, waarvan de plooien vast zijn geregen. De rok wordt met de hand gemaakt uit dikke stof, lduffel. Aan de bovenrand zit een bovenstuk van zwart damast, waar de rokband op wordt vastgespeld. Als de rok niet gebruikt wordt wordt deze opgerold met een zwart lint eromheen, zodat de rok rechtop staand bewaard kan worden.[2] Daarboven wordt een zondags jak gedragen, langs de mouwen en de hals van gebrocheerde zijde voorzien.[2]

De hoofddracht bestaat uit een ruim vallend ondermuts met zwart borduursel aan de rand. Daarover dragen de vrouwen een hulletje, waarop een smal zilveren oorijzer met uiteinden in de vorm van een vogelkop wordt gedragen.[2] Van dit oorijzer zijn alleen de uiteinden zichtbaar, ter hoogte van de wangen. De wangen krijgen kuiltjes doordat de gouden mutsspelden er tegenaan drukken. Vrouwen boven de huwbare leeftijd dragen boven de bol van de hul een zwarte strook gerimpelde stof.

De kraplap die de boezem bedekt is rijk versierd met borduurwerk van de hand van de draagster zelf.[2] Om de hals dragen de vrouwen een snoer van granaten met een rechthoekig gouden slot.

Rouw[bewerken | brontekst bewerken]

In rouw, maar ook op zondag, is het schort zwart in plaats van wit en kleurig gestreept.[1]

Mannendracht[bewerken | brontekst bewerken]

Mannendracht, foto uit de 19e eeuw

De mannen dragen een ruime broek, dichtgemaakt met een klap, die met twee knopen sluit. Op de broekband dragen de mannen broekstukken, gemaakt van zilveren rijksdaalders of knoppen met Bijbelse voorstellingen. Daarboven dragen de mannen een gestreept baadje met een zwart dichtgeknoopte jasje. Op het hoofd een karpoes of karrepoes, gemaakt van de vacht van een ongeboren lam, persianer bont.[2] Onder de broek dragen de Urker mannen gebreide kousen met een open patroon, traditioneel gebreid van blauwe wol.[2]