Naar inhoud springen

Gebruiker:Henxter/Slag om Brussel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag om Brussel
Conflict Belgische revolutie
Datum 23-26 september 1830
Plaats Brussel
Strijdende partijen
Vlag van Nederland Nederland Vlag van België België
Leiders
prins Frederik Juan Van Halen
Troepensterkte
ca. 10.000 onbekend
Verliezen
ca. 800 ca. 400

De slag om Brussel was een reeks gevechten tussen het koninklijke Nederlandse leger onder bevel van prins Frederik tegen de Belgische opstandelingen te Brussel. Naar de data van de gevechten, van 23 tot 26 september 1830, worden deze ook de Septemberdagen genoemd.

Aanloop[bewerken | brontekst bewerken]

Op 25 en 26 augustus 1830 waren ongeregeldheden ontstaan in Brussel. Koning Willem I zond een leger om het oproer te onderdrukken, met zijn beide zoons Frederik en Willem. Prins Willem begaf zich op 1 september in de stad om te onderhandelen. Op 3 september verliet hij de stad, samen met de resterende legeronderdelen. De burgerwacht onder commando van Emmanuel van der Linden d'Hooghvorst was daarmee de enige overblijvende gewapende macht in Brussel. De koning besloot de Staten-Generaal in Den Haag samen te roepen op 13 september, maar ondertussen radicaliseerde de revolutie verder in het Zuiden. De revolutionaire club Réunion centrale eiste een revolutionair voorlopig bewind dat verder ging dan de burgerlijke Veiligheidscommissie en de burgerwacht wilden gaan. Luikse vrijwilligers onder leiding van Rogier kwamen de revolutionairen versterken. Op 19 september deed zich een ernstig incident voor waarbij Luikse vrijwilligers de postkoets uit Amsterdam tegenhielden en vier paarden van de Marechaussee bemachtigden. De Veiligheidscommissie, die de reactie van prins Frederik vreesde, liet schriftelijke verontschuldigingen overbrengen, wat de radicalen aangrepen om het onmiddellijke ontslag van de commissie te eisen. De volksmassa werd gemobiliseerd om het stadhuis in te nemen. D'Hoogvorst liet 's nachts nog op de menigte schieten, maar tegen de ochtend van de 20ste werd de burgerwacht door de menigte overrompeld en ontwapend.

Op 21 september ontving prins Frederik de opdracht van koning Willem om de rust te herstellen in Brussel. Hij stelde een proclamatie op waarin hij aankondigde met het leger terug te zullen keren in de stad. De opstandelingen zouden amnestie krijgen, op de aanstokers van het oproer na. Toen deze proclamatie bekend raakte in de stad, vluchtten de meeste revolutionaire leiders. Gendebien was al op 19 september naar Valenciennes getrokken, zogezegd om contact te leggen met de in ballingschap verblijvende De Potter. Van de Weyer en Van der Smissen trokken eveneens naar Valenciennes. Ook de radicalen Chazal en Niellon bevonden zich in Noord-Frankrijk. Félix de Mérode bevond zich in het familiekasteel. Rogier verliet op 23 september de stad om onder te duiken in Bosvoorde. Rodenbach trok naar Leuven, vanwaar Adolphe Roussel te hulp kwam met enkele honderden vrijwilligers. Nog op 21 september was er het eerste contact met de voorhoedes van dragonders die de stad omsingelden.

Op 22 september trokken vrijwilligers de stad uit om de vijand tegemoet te trekken. In Zellik raakten zij slaags met de kolonne van kolonel Van Balveren, die vanuit Aalst naderde. Een andere groep, waaronder de Luikse vrijwilligers van Rogier, raakte in Diegem in een vuurgevecht verwikkeld met de jagers.

Aanvalsplan[bewerken | brontekst bewerken]

De stad Brussel was in die dagen beperkt tot de Vijfhoek. In 13.622 huizen woonden een 98.000-tal inwoners[1] en hun aantal nam snel toe. De stadsomwallingen van Brussel waren verdwenen. In de plaats waren hekken en tolpoorten gekomen.

Volgens het aanvalsplan zou het koninklijk leger met twee kolonnes via de Schaarbeekse en de Leuvense poort de stad binnentrekken, zich meester maken van de paleizen rond het Park, en vervolgens de benedenstad innemen. In de benedenstad moeten twee kolonnes via de Vlaamse poort en de Lakense poort de aandacht afleiden van de hoofdmacht in de bovenstad.

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

Betekenis en recuperatie[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Volgens de officiële resultaten van de eind 1829 uitgevoerde volkstelling. Het ging wellicht om een onderschatting. Zie J. Hannes: De resultaten van de volkstelling van 1.1.1830 te Brussel. Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 1981, nr. 1-2