Gebruiker:Lettervorscher/Kladblok
artikel[bewerken | brontekst bewerken]
De jaren zeventig
Begin jaren 70 componeerde Steinman de muziek voor het poppenspel 'Ubu On The Hill' gebaseerd op het theaterstuk 'Ubu Roi'. Naar alle waarschijnlijkheid is deze muziek verloren gegaan omdat men steeds over de oude banden heen de soundtrack opnam.
In 1972 bracht Steinman samen met Keating een eigen bewerking van Wagners 'Das Rheingold' op de planken, onder de naam 'The Rhinegold'. Rond diezelfde tijd verscheen er ook een show genaamd 'Bloodshot Wine', maar veel is hierover niet bekend. Tevens verscheen in deze periode Steinmans eerste studio-opname, te weten het nummer Happy Ending op het album 'Food Of Love' door Yvonne Elliman.
In 1973 werkte Steinman mee aan een musical met de titel 'More Than You Deserve' (onder leiding van Papp). Tijdens de audities hiervoor kwam Steinman oog in oog met een jonge zanger uit Texas met de bijnaam Meat Loaf (echte naam: Marvin Lee Aday), van wie hij zeer onder de indruk was. Later zou dit een van de belangrijkste ontmoetingen in de geschiedenis van de rockmuziek worden genoemd.[bron?] Rond deze periode werkte Steinman met Ray Earl Fox samen aan een theaterversie van Melvins 'The Confidence Man'. Het zou nog tot de jaren 80 duren dat die op de planken komt.
In 1975 componeerde hij de muziek voor een stuk gebaseerd op het leven van Jim Morrison 'Kid Champion' getiteld.
In 1977 bracht Steinman voor het eerst een workshopversie van de musical 'Neverland' op de planken. Deze bevat een handvol nummers van het latere 'Bat Out Of Hell' en het idee van een 'Neverland'-musical en -film nam vanaf toen een belangrijke plaats in Steinmans werk in. De workshopversie van 'Neverland' is een soort kruising tussen Peter Pan en Steinmans eigen 'The Dream Engine'. Naast nummers die later op 'Bat Out of Hell' verschijnen bevat het ook een nummer uit 'The Dream Engine' (Who Needs The Young?) en een nummer dat waarschijnlijk gedeeltelijk uit 'De Goede Mens Van Sezuan' komt (Gods). Van dit werk (alsook van 'The Rhinegold') bestaan opnames, maar de tweede akte ontbreekt grotendeels omdat de persoon die de opnames maakte vergeten was de cassetterecorder aan te zetten toen de tweede akte begon.
Aantekeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Middelnederlandse handschriften uit Europese en Amerikaanse bibliotheken - (1972) J. Deschamps De werken van Hadewijch zijn in drie handschriften overgeleverd: de hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2879-80 en 2877-78, beide uit Roeklooster afkomstig, en het boven beschreven hs. Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 941; bovendien zijn de Strofische gedichten en de Mengeldichten nog in hs. Antwerpen, Ruusbroecgenootschap, 3852 bewaard gebleven. Verder komen kleinere delen uit Hadewijchs werk in de volgende handschriften voor: Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2412-13 (gedeelte van de 10de brief) en 3037 (excerpten in de kanttekeningen bij Dboec der passien ons liefs heren ihesu cristi); 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 70 E 5 (10de brief) en 133 H 21 (excerpten uit verschillende brieven) en Parijs, Bibliothèque Mazarine, 920 (6de en 10de brief). Vermelden we nog dat de Mengeldichten XVII-XXIX, die niet van Hadewijch zijn en in de bovengenoemde hss. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 2877-78 en Gent, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, 941 zijn overgeleverd, eveneens in hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 3093-95 worden aangetroffen.
Ouderdom en genese van de veertiende-eeuwse Hadewijch-handschriften - (1999) Erik Kwakkel Hadewijchs werk is volledig bewaard in drie handschriften, met de sigla A, B en C, respectievelijk Brussel, KB, 2879-80, Brussel, KB, 2877-78 en Gent, UB, 941. De twee Brusselse handschriften dragen een bezittersmerk van Rooklooster, de Gentse codex hoort thuis in de priorij Bethlehem bij Leuven. Er is tenslotte nog één ander veertiendeeeuws handschrift met werk van de mystica: Parijs, Bibliothèque Mazarine, 920. Het zesde convoluutdeel bevat Brief 6 en Brief 10
Leven en werken[bewerken | brontekst bewerken]
Er is over Hadewijch geen vita overgeleverd of andere historische bronnen met biografische gegevens. Er zijn daardoor geen feiten over haar leven met zekerheid bekend.[3][4]
Wel overgeleverd zijn drie handschriften met elk haar complete oeuvre. Deze bevatten xx visioenen, xx brieven, xx strofische gedichten en xx. De drie codexen
- A
- B
- C
- ↑ [ ], .
- ↑ [ ], .
- ↑ P. Mommaers, Hadewijch: Schrijfster, Begijn, Mystica (1989). Hierin: "Tot dusver beschikken we over geen enkel direct biografisch gegeven. Er valt bijgevolg niets met zekerheid te zeggen over de herkomst, de afstamming en de woonplaats van Hadewijch. En we kunnen evenmin uitmaken waar en wanneer zij precies is geboren en gestorven" (blz. 17). En: Zij heeft haar Lijst opgesteld tussen 1239 en 1243. Haar werken zijn in een Brabants dialect geschreven en zij had contact met heer Hendrik van Breda (Hertogdom Brabant). Dat plaats haar hoogstwaarschijnlijk in het hertogdom Brabant van de 13e eeuw (blz. 18-19).
- ↑ G.J. van Bork & P.J. Verkruijsse (red.), De Nederlandse en Vlaamse auteurs van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs (1985).