Naar inhoud springen

Gebruiker:Nederlandse Leeuw/CdM

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nederlandse Leeuw/CdM
La Fayette beveelt zijn troepen om te schieten.
Plaats Vlag van Frankrijk Champ-de-Mars, Parijs
Datum 17 juli 1791
Doelwit republikeinse betogers
Aanslagtype massamoord
Doden ca. 12 tot 50 doden
Dader(s) Nationale Garde onder bevel van La Fayette

Het Bloedbad op het Champ-de-Mars was een massamoord op republikeinse betogers op 17 juli 1791 in Parijs tijdens de Franse Revolutie. De gebeurtenis is genoemd naar de plek van de massamoord, het Champ-de-Mars (Marsveld). Twee dagen eerder had de Nationale Grondwetgevende Vergadering (Assemblée nationale constituante, kortweg Assemblée) een decreet uitgevaardigd dat de koning, Lodewijk XVI, zijn troon zou behouden binnen een constitutionele monarchie. Dit besluit kwam nadat Lodewijk en zijn gezin de maand ervoor vergeefs hadden geprobeerd uit Frankrijk te ontsnappen tijdens hun Vlucht naar Varennes. Leiders van de republikeinen protesteerden luidkeels tegen dit besluit en riepen op tot het ondertekenen van een petitie en een grote demonstratie op het Champ-de-Mars om de algehele afschaffing van de monarchie en de instelling van een republiek te eisen. Uiteindelijk zou de prominente royalistische politicus en militair La Fayette het bevel tot het bloedbad geven.[1]

Jacques Pierre Brissot, leider van de girondijnen, hoofdredacteur van Le Patriote français en voorzitter van het Comité des Recherches van Paris, stelde een petitie op die de verwijdering van de koning eiste. Een menigte van 50.000 mensen verzamelde zich op 17 juli op het Champ-de-Mars om te petitie te tekenen,[2] en ongeveer 6.000 hebben hem uiteindelijk ondertekend. Eerder die dag waren echter twee verdachte mensen gevonden die zich schuil hielden op het Champs-de-Mars, "wellicht met de intentie om een betere inkijk te krijgen op de enkels van de vrouwen"; ze werden prompt opgehangen door degenen die hen ontdekten. Burgemeester Jean Sylvain Bailly van Parijs gebruikte dit incident om de staat van beleg te verklaren.[3] La Fayette en de Nationale Garde onder zijn bevel slaagden erin de menigte te verdrijven.

Later in de namiddag keerde de menigte terug in nog groteren getale, geleid door Danton en Camille Desmoulins. De grotere menigte was ook vastberadener dan de eerste. La Fayette probeerde haar opnieuw uiteen te drijven. Uit vergelding gooiden betogers stenen naar de Nationale Garde. Nadat de Nationale Garde vergeefs waarschuwingsschoten had gelost, opende zij rechtstreeks het vuur op de menigte. De precieze aantallen doden en gewonden zijn onbekend; schattingen lopen uiteen van een dozijn tot vijftig doden.[2]

Context[bewerken | brontekst bewerken]

Toen Lodewijk XVI en zijn gezin naar Varennes vluchtten, bracht dat het land in politieke oproer: mensen voelden zich verraden en waren woedend op Lodewijk. Eerder had de Assemblée informatie ontvangen dat de koning wellicht een plan had om te vluchten. Geruchten dat Lodewijk plannen smeedde om het Tuilerieënpaleis te ontsnappen en zijn regering in de steek te laten, begonnen begin 1791 te circuleren en veroorzaakten mede de Dag van de Dolken (Journée des Poignards) op 28 februari 1791.[4] De ontsnapping werd niet subtiel gepland en er werden genoeg vermoedens opgewerkt door werknemers in het paleis dat de informatie uiteindelijk terechtkwam in verschillende kranten. De markies de La Fayette beloofde op zijn leven dat de geruchten onwaar waren, maar bleek ongelijk te hebben toen de koning inderdaad poogde te ontsnappen. La Fayette en de Assemblée vonden daarop de leugen uit dat de koning ontvoerd was. Uiteindelijk werden Lodewijk en zijn gezin teruggebracht en de Assemblée bepaalde dat hij onderdeel van de regering zou zijn als hij de Grondwet zou goedkeuren.[1]

Ten tijde van het bloedbad was de verdeeldheid binnen de Derde Stand al enige tijd aan het groeien. Veel arbeiders waren woedend over het sluiten van allerlei werkplaatsen, waardoor sommigen werkloos werden. Gezellen met hogere behendigheid werden ook kwaad vanwege het feit dat de lonen niet verhoogd werden sinds het begin van de Revolutie. De vluchtpoging van de koning vergrootte de spanningen tussen groepen alleen maar. De massamoord was het directe resultaat van hoe verschillende facties op verschillende manieren reageerden op het decreet van de Assemblée constituante. De radicaal-linkse Cordeliers kozen voor het opzetten van een petitie uit protest. Oorspronkelijk werd dit initiatief gesteund door de iets minder radicale jakobijnen, maar de steun werd ingetrokken op voorstel van Robespierre. De Cordeliers gingen door met het opstellen van een radicalere petitie die een republiek eiste en het plannen van een publieke demonstratie om het vergaren van handtekeningen te stimuleren.[3]

Gebaseerd op documentatie van de petitie en de lijken, bestond de menigte voornamelijk uit personen van de armere sociale groepen van Parijs, waarvan sommigen wellicht niet konden lezen. De organisators lijken een vertegenwoordiging van Parijs als geheel te hebben gewenst in plaats van slechts een enkele specifieke bevolkingsgroep.[3]

Resultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Na het bloedbad leek de republikeinse beweging voorbij. 200 van de bij de beweging betrokken activisten werden na de aanval gearresteerd, terwijl anderen moesten onderduiken. Organisaties staakten hun bijeenkomsten en radicale kranten schortten hun publicaties op. Dit duurde echter niet lang.[5]

La Fayette, de commandant van de Nationale Garde, stond lang bekend als de held van de Amerikaanse Revolutie en velen keken ook hoopvol naar hem als degene die de Franse Revolutie in de juiste banen zou leiden. Een jaar eerder op hetzelfde Champ-de-Mars speelde hij nog een prominente rol tijdens de ceremoniële herdenking (Fête de la Fédération, 14 juli 1790) van de bestorming van de Bastille het jaar daarvoor. Na deze bloedige gebeurtenis op 17 juli 1791 heeft zijn reputatie onder de Fransen zich echter nooit meer hersteld. Het volk zag men hem niet langer als bondgenoot of steunde hem nadat zijn mannen op de menigte schoten en daarmee de massamoord veroorzaakten. Zijn politieke invloed in Parijs verdween.[1] Hij zou nog Franse legers aanvoeren van april tot augustus 1792, maar daarna vluchtte hij naar de Oostenrijkse Nederlanden waar hij werd gearresteerd.

In 1793 werd oud-burgemeester van Parijs Bailly geëxecuteerd; een van de misdaden waarvoor hij verantwoordelijk werd gehouden en voor gestraft werd was het aanzetten tot het bloedbad op het Champ-de-Mars.[6]

Eigentijds nieuwsbericht[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende tekst is een fragment uit een nieuwsbericht over het incident dat werd afgedrukt in Les Révolutions de Paris, een republikeinse krant ter ondersteuning van de anti-royalisten die zich op het Champ-de-Mars hadden verzameld:

Bloed heeft zojuist gevloeid op het veld van de Fédération en daarmee is het altaar van het vaderland bezoedeld. De kelen van mannen en vrouwen zijn doorkliefd en de burgers zijn radeloos. Wat zal er van de vrijheid terechtkomen? Sommigen zeggen dat zij verwoest is en dat de contrarevolutie gewonnen heeft. Anderen weten zeker dat de vrijheid gewroken is en dat de Revolutie onomstotelijk is gevestigd. Laten wij onpartijdig deze twee zo vreemd verschillende opvattingen bestuderen. ...
De meerderheid van de Nationale Vergadering, het departement, de gemeente Parijs en veel van de schrijvers zeggen dat de hoofdstad is overweldigd door brigands, that these brigands are paid by agents of foreign courts, and that they are in alliance with the factions that secretly conspire against France. They say that at ten o'clock on Sunday morning, two citizens were sacrificed to their fury. They say these citizens insulted, molested and provoked the National Guard, assassinated several of the citizen soldiers; that they went so far as to try to kill the Commandant-General. And finally they say that they gathered at the Champ de Mars for the sole purpose of disturbing public peace and order, getting so carried away that perhaps it was hard to restrain themselves two hours later. From this point of view, it is certain that the Paris municipality could have and should have taken the severe measures that it did. It is better to sacrifice some thirty wretched vagabonds than to risk the safety of twenty-five million citizens.
However, if the victims of Champ de Mars were not brigands, if these victims were peaceful citizens with their wives and children, and if that terrible scene is but the result of a formidable coalition against the progress of the Revolution, then liberty is truly in danger, and the declaration of martial law is a horrible crime, and the sure precursor of counterrevolution. ...
The field of the federation . . . is a vast plain, at the center of which the altar of the fatherland is located, and where the slopes surrounding the plain are cut at intervals to facilitate entry and exit. One section of the troops entered at the far side of the military school, another came through the entrance somewhat lower down, and a third by the gate that opens on to the Grande Rue de Chaillot, where the red flag[noot 1] was placed. The people at the altar, more than fifteen thousand strong, had hardly noticed the flag when shots were heard. "Do not move, they are firing blanks. They must come here to post the law." The troops advanced a second time. The composure of the faces of those who surrounded the altar did not change. But when a third volley mowed many of them down, the crowd fled, leaving only a group of a hundred people at the altar itself. Alas, they paid dearly for their courage and blind trust in the law. Men, women, even a child, were massacred there, massacred on the altar of the fatherland.[7]

Tekst van de petitie[bewerken | brontekst bewerken]

The following is the text of the manifesto which was being read and signed by French citizens in the Champ de Mars on the day of the massacre, 17 July 1791:

THE undersigned Frenchmen, members of the sovereign people, considering that, in questions concerning the safety of the people, it is their right to express their will in order to enlighten and guide their deputies,[8]
THAT no question has ever arisen more important than the King's desertion,[noot 2]
THAT the decree of 15 July contains no decision concerning Louis XVI,
THAT, in obeying this decree, it is necessary to decide promptly the future of this individual,
THAT his conduct must form the basis of this decision,
THAT Louis XVI, having accepted Royal functions, and sworn to defend the Constitution, has deserted the post entrusted to him; has protested against that very Constitution in a declaration written and signed in his own hand; has attempted, by his flight and his orders, to paralyze the executive power, and to upset the Constitution in complicity with men who are today awaiting trial for such an attempt,
THAT his perjury, his desertion, his protest, not to speak of all the other criminal acts which have proceeded, accompanied, and followed them, involve a formal abdication of the constitutional Crown entrusted to him,
THAT the National Assembly has so judged in assuming the executive power, suspending the Royal authority and holding him in a state of arrest,
THAT fresh promises from Louis XVI to observe the Constitution cannot offer the Nation a sufficient guarantee against a fresh perjury and a new conspiracy.
CONSIDERING finally that it would be as contrary to the majesty of the outraged Nation as it would be contrary to its interest to confide the reins of empire to a perjurer, a traitor, and a fugitive, [we] formally and specifically demand that the Assembly receive the abdication made on 21 June by Louis XVI of the crown which had been delegated to him, and provide for his successor in the constitutional manner, [and we] declare that the undersigned will never recognise Louis XVI as their King unless the majority of the Nation express a desire contrary to the present petition.[9]
Zie de categorie Champ-de-Mars van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Categorie:1790-1799 Categorie:Franse Revolutie Categorie:Bloedbad Categorie:Schietpartij in Frankrijk Categorie:Geschiedenis van Parijs