De Vreese ontwikkelde peperkoekrecepten in de bakkerij die bekend werd als De Vreese-Van Loo, een bedrijf dat onder zijn leiding flink groeide en internationale faam verwierf. De Vreese werd als voorpost en pionier in de peperkoekindustrie beschouwd en daar hij tevens stichter, voorzitter en erevoorzitter van het Provinciaal Verbond der Meester Bakkers van Oost-Vlaanderen was, werd hij verheerlijkt met de titel "Prince Henri".[2]
Hij was ook gekend om zijn sociale en culturele bijdragen: hij streed onder meer tegen straatarmoede en hij was een amateur toneelspeler binnen de katholieke kring.
Henri De Vreese was de zoon van Lokerse peperkoekbakker August De Vreese (1832-1902)[3][a]
Henri volgde zijn studies in het Sint-Lodewijkscollege in Lokeren met grote onderscheiding. Nadien heeft hij de controle over het familiebedrijf Saint-Laurent moeten overnemen, want vader August begon oud te worden. In 1902 trouwde hij met Maria Van Loo (1877 – 1958[5]),[6] dochter van Lokerse bakker Desiré Van Loo. Ze kregen zes kinderen.[b]
De Vreese (midden, zittend) met zijn personeel van De Vreese-Van Loo in 1936
Na de dood van zijn vader in 1902 nam De Vreese de teugels van de bakkerij over en richtte hij zich op het verfijnen van de receptuur.[7] Het bedrijf groeide onder zijn leiding, tot in 1912 een verhuis nodig werd naar nieuwe fabrieksgebouwen in de Poststraat. Daar groeide het bedrijf verder onder de naam De Vreese - Van Loo nv tot een van de grootste bakkerijen van peperkoek-en-beschuit in Europa.[bron?] De producten wonnen herhaaldelijk eerste prijzen op internationale tentoonstellingen[8] en werden verder geëxporteerd over Europa en de Verenigde Staten.[bron?]
Na De Vreeses dood in 1939 werd het bedrijf overgenomen door zijn kinderen Gaston en Willy De Vreese.[5]
Gedurende de Eerste Wereldoorlog heeft De Vreese diverse functies vervuld: bij het lokaal comité was hij ondervoorzitter, hij was voorzitter van het Fonds tot bestrijding der openbare bedelarij en hij was secretaris van het Stedelijk Noodcomité.[9]
Tijdens zijn mandaat werd hij stichter en voorzitter van de Commissie der Stedelijke Kerkhoven, ondervoorzitter der Stedelijke Feestcommissie, en beheerder van Openbare Werken binnen Stad Lokeren. Toen in de loop van de jaren 1930 het stadhuis verbouwd moest worden werd het aangebouwd volgens zijn aanwijzingen.
In oktober 1938 deed hij niet meer mee aan de verkiezingen wegens langdurige ziekte, en zeven maanden later kwam hij te overlijden.[12] Hij is bijgezet in het De Vreese familiegrafkapel op de begraafplaats van Lokeren.
Burgemeester Auguste Raemdonck van Megrode (midden) met schepenen Henri De Vreese en Romain Lerno (resp. aan de rechter- en linkerzijde vd burgemeester), Achiel Vercouteren en Louis Van de Walle en leden van de gemeenteraad in Lokeren op 15 nov 1934.
De Vreese was een acteur bij amateurtoneelvereniging "Voor God En Den Evenmensch", in 1892/95 opgericht als afdeling binnen de Lokerse Katholieke Kring.[13][14] Hij heeft onder meer de rol gespeeld van Mr Berthier in Armen van Parijs, Minister van Maanen in Voor Land en Volk, en Graaf de Bellecourt in De Bergbloem der Vogeezen, een toneelstuk op basis van de gelijknamige roman van Cyriel Vlaminck. De Vreese speelde ook in De Pauselijke Zouaaf, een toneelstuk van Joseph Demarteau.[8]
Cyriel Vlaminck (ca. 1938), Lokeren: zijn oud verleden, zijn heemkunde of folklore, zijn humor, Drukkerij Jos Drossens, pp. 92, 143, 189-190
Cyriel Vlaminck (ca. 1943), Lokeren: de kunst te Lokeren van 1850 to 1942. Galerij van voorname Loreraars, Hoofdstuk "Henri De Vreese 1872 - 1939" pp. 11, 31-33, 49
R. Van Der Linden (1991), Gekroonde Honingkoek, Koninklijke Peperkoek, Volkskundemuseum Gent. Dit werk is in 1991 de Alfons De Cockprijs toegekend.
Marie-Madeleine Dierick (2014). De peperkoek: een zoete traditie in Vlaanderen. De Souvereinen 45 (4): pp.194-203
Marie-Madeleine Dierick (2015). De pioniers van de Lokerse peperkoek. De Souvereinen 46 (2): pp.70-74
Anne-Mie Havermans (2013), De stedelijke begraafplaats van Lokeren, pp. 216-217
Frans De Bondt (2014), Lokeren - Straten & co, pp. 379, 381
Kijk op een rijk verleden, Heemkring De Souvereinen & Stad Lokeren (2019), pp. 30-31
Henri De Vreese (1872-1939), lijkrede (13 mei 1939), Lokeren. Inclusief stukje geschiedenis van De Vreese-Van Loo.
De Stad. Weekblad voor Vlaanderen (16 november 1934)
↑August De VreeseAugust De Vreese (1832 – Lokeren, 1902) was de zoon van Hendrika Celi (Lokeren, 1804-1876) en Petrus-Leopoldus De Vreese (Oostakker, 1799 -1869), een bakker. August was de tweede van vier kinderen, maar de enige die een oude leeftijd heeft bereikt. Hij trouwde met Maria Ludovica Wiewauters (1839-1905)[4]. August De Vreese schreef het eerste recept voor Lokerse peperkoek en begon in 1870 de peperkoekbakkerij “Sint-Laurentius” op Markt 60 (huidige Markt 63). Hij droeg de bijnaam "den Heiligen bakker", want hij was diepgelovig en raadslid van de Congregatie van de Heilige Franciscus. Bij zijn overlijden droeg De Vreese een scapulier welke, toen hij jaren later opgegraven werd voor overplaatsing naar een familiegraf, nog intact bleek te zijn.
↑Marie Van LooDe kinderen van Henri De Vreese en Maria Van Loo waren; Elza De Vreese (1902-2000), die trouwde met Firmin Ringoot, zoon van Karel Louis Ringoot, burgemeester van Belsele; Lea De Vreese (1903-1994), die trouwde met Theo Bosteels, meubelproducent en eigenaar van Meubels Bosteels in Sint-Niklaas; Gaston De Vreese (1905-1989), die trouwde met Maria Louisa Loos, dochter van Henri Loos (gemeenteontvanger van Wilrijk) en Marie Agnes Ducatillon, en oudste zus van Henri Loos; Willy De Vreese (1906-1983), die trouwde met Maria Van Winckel, dochter van Lokerse schepen en notaris Jozef Van Winckel; Marie-José De Vreese (1918-1919), overleden toen ze zeven weken oud was; en Marie-Ange De Vreese (1918-2000), die trouwde met Werner Van Bogaert, oom van Abt van Averbode Ulrik Edward Geniets. Zijn moeder Marguerite Van Winckel was een eerste nicht van minister Edmond Rubbens.
↑Verkiezingsgeschiedenis Henri De Vreese:
in 1921 met 300 stemmen tot gemeenteraadslid verkozen. In 1926 met 524 stemmen herkozen en tot Schepen benoemd. In 1932 met 693 stemmen herkozen en functie van Schepen behouden.