Naar inhoud springen

Gebruiker:Paul.hamann/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Orania (schip, 1922)[bewerken | brontekst bewerken]

Het stoomschip de SS Orania was een vracht- & passagiersschip van de Amsterdamse rederij de Koninklijke Hollandsche Lloyd (KHL). Samen met de zusterschepen Flandria en Zeelandia onderhield het een vast vaarschema naar Zuid-Amerika.

Het schip verwierf nationaal en internationaal grote bekendheid nadat het in de haven van Leixões te Portugal door een Portugees vrachtschip midscheeps geramd werd. Ondanks verwoede pogingen om de Orania te redden zonk het naar de bodem. Deze scheepsramp betekende niet alleen het einde van het vervoer van passagiers naar Zuid-Amerika door de KHL maar luidde tevens de ondergang van deze ooit zo prestigieuze rederij in.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

SS Orania aan de kade

De Orania is door de werf van Workman Clark & Co (Belfast) met nummer 379 gebouwd en in 1922 opgeleverd.[1] Oorspronkelijk gebouwd voor de lijndienst tussen Amsterdam, Cuba, Mexico en New Orleans. Deze dienst bleek niet levensvatbaar en daarom ingezet op de bestemming Zuid-Amerika (Buenos Aires).

Het was een vracht- en passagiersschip met een capaciteit van 128 passagiers in de eerste klasse, 104 in de tweede klasse, 76 in een tussenklasse, 102 tussendeks in hutten en 700 tussendeks op zalen. Totale capaciteit van ruim 1100 passagiers en 250 bemanningsleden. De Orania was een voor die tijd modern en zeer luxueus ingericht schip met prachtige eet- en rooksalons, een social hall, muziekkamers, een kinderkamer en zeer luxe uitgevoerde hutten in de eerste klas.

De voortstuwing van het schip bestond uit twee sets double reduction geared Brown-Curtis stoomturbines waarmee een maximale snelheid van zesentwintig kilometer per uur kon worden behaald. Nieuw aan deze schepen waren de koel- en vriesinstallaties voor het inkomend transport van bevroren en gekoeld vlees, gekoeld fruit en dan met name sinaasappelen en bananen en als uitgaande vracht aardappelen, vis, planten en eieren.

Ondergang[bewerken | brontekst bewerken]

SS Orania kort na de aanvaring in de haven van Leixões te Portugal

Op woensdag 19 december 1934 had de Orania met behulp van een loods de haven van Leixões bereikt. Een lastige haven voor grote zeeschepen om in te varen vanwege de nauwe doorgang, de vele zandbanken voor en in de haven en de sterke getijden. Die dag stond er ook een stevige wind wat het nog gevaarlijker maakte. Om een uur of één in die middag was de Orania in het midden van de haven voor anker gegaan waarna meteen met embarkeren begonnen werd. Niet veel later is het Portugese vrachtschip de Loanda met hoge snelheid eveneens de haven ingevaren. Hierbij kon het niet tijdig snelheid minderen waardoor de boeg van de Loanda met hoge snelheid de Orania midscheeps heeft geramd.

Dit alles gebeurde zo snel dat de waterdichte schotten niet gesloten konden worden. Door een enorm gapend gat stroomde in korte tijd grote hoeveelheden het schip binnen. Binnen een mum van tijd maakte het schip slagzij en konden de reddingsboten niet meer gestreken worden. Toegesnelde bootjes van de kade hebben de opvarenden allemaal in veiligheid kunnen brengen. Binnen een half uur lag het schip grotendeels onder water en rustte het op de bodem van de haven. Enkele weken later is het schip met behulp van explosieven opgeruimd.

Het overgrote merendeel van de opvarenden is met de schrik vrijgekomen. Alle bagage van de passagiers en de volledige lading is verloren gegaan. Het schip was goed verzekerd tegen verlies maar de uitkering van de verzekeraar kon niet verhinderen dat enkele maanden later surseance van betaling door de KHL moest worden aangevraagd.

Landverhuizers[bewerken | brontekst bewerken]

Groep landverhuizers aan boord van het stoomschip de Orania

Vanaf de eerste reis in 1922 tot de laatste in 1934 zijn grote hoeveelheden landverhuizers, emigranten uit Oost-Europa, vervoerd. Deze landverhuizers, vooral afkomstig uit Polen, Rusland, Hongarije en de Baltische Staten, waren boeren die de armoede in eigen land ontvluchtten. Hun bestemming was Argentinië, Brazilië of Uruguay waar zij op de cocoa- en koffieplantages terecht kwamen. Tussen de Oost-Europeanen zaten ook veel Joden, op de vlucht voor het toenemende antisemitisme in Europa.

Om de grote stroom van passagiers in Amsterdam op te kunnen vangen werd het zogenaamde landverhuizershotel in 1921 aan de Oostelijke Handelskade gerealiseerd. Dit hotel stond beter bekend onder de naam ´Lloyd Hotel´, ontworpen door architect Evert Breman. De landverhuizers, vaak moe na een lange reis uit Oost-Europa, werden op het Centraal Station opgevangen en tot de speciale trein voor het verdere transport naar de Oostelijke Handelskade begeleid.

Via een uitgebreid agentennetwerk in geheel Oost-Europa werden de landverhuizers met mooie brochures van vooral het hotel verleid om de grote oversteek met de KHL te gaan maken. Eenmaal bij het hotel aangekomen stond een bezoek aan het ontsmettingsgebouw als eerste op de agenda. Na controle door een arts volgde een douche. De verzamelde kleding werd gedesinfecteerd. Dit was noodzakelijk omdat de hygiënische omstandigheden in het thuisland vaak verre van optimaal waren.

Indien een ziekte geconstateerd werd, was verwijdering uit de passagierslijst het logische gevolg. Tijdens de meer dan twintig dagen durende reis zaten de passagiers op het tussendek kort op elkaar gepakt met weinig licht en frisse lucht. Bovendien waren de sanitaire voorzieningen voor zoveel mensen niet optimaal. Er was dus een groot besmettingsgevaar onder de landverhuizers. De schepen van de KHL hadden daarom altijd een of meerdere dokteren aan boord.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]





  1. L.L. von Munching (1990). Koninklijke Hollandsche Lloyd, wel en wee van een Amsterdamse rederij. Uitgeverij de Alk B.V., pp. 160. ISBN 9060139852.