Helianthus
Helianthus | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zonnebloem | |||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||||||
Helianthus L. (1753) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
Helianthus op Wikispecies | |||||||||||||||||||||
|
Helianthus is een geslacht in de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae): de naam is een samenstelling van Oudgrieks ἥλιος, hḗlios = zon en ἄνθος, ánthos = bloem.
Alle soorten komen van nature voor in Noord-Amerika. Helianthus annuus, oftewel de zonnebloem, en Helianthus tuberosus, de aardpeer of Jeruzalemartisjok, worden vooral in Europa gekweekt.
Het zijn gewoonlijk lange, eenjarige planten, van 60 tot 390 cm hoog. De ruwe en harige stengels zijn in het bovenste deel vertakt. De gesteelde bladeren zijn getand en vaak kleverig. De lagere bladeren zijn tegenoverstaand, eirond of hartvormig. De bovenste bladeren zijn niet tegenoverstaand en smaller.
Ze dragen meerdere eindstandige bloemhoofden met helder gele straalbloemen aan de buitenzijde en donkerder schijfvormige buisbloemen in het centrum. Deze bloemhoofden volgen overdag de richting van de zon.
Soorten[bewerken | brontekst bewerken]
Lijst van soorten
|
|
|
Ecologische aspecten[bewerken | brontekst bewerken]
Helianthus-soorten worden als voedselplant gebruikt door de larven van een aantal vlindersoorten.
Soorten die zich uitsluitend voeden met Helianthus[bewerken | brontekst bewerken]
- Bucculatrix bladmineerders:
- B. fusicola
- B. ilecebrosa
- B. longula - op Helianthus annuus
- B. needhami
- B. simulans - op Helianthus annuus
- Schinia avemensis - op Helianthus petiolaris
Soorten die zich ook met andere planten voeden[bewerken | brontekst bewerken]
- Phlogophora meticulosa
- Mamestra brassicae
- Coleophora vernoniaeella
- Korscheltellus lupulina
- Hepialus humuli
- Ecpantheria scribonia
- Antitype chi
- Hypercompe albicornis
- Eupithecia pusillata
- Xestia c-nigrum
- Agrotis segetum
- Chlosyne lacinia