Issus (geslacht)
Issus | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een nimf van de soort Issus coleoptratus. de 'bobbel' op het lichaam is een larve van een parasitoïde tangwesp. | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Issus Fabricius, 1803 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Issus op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Issus is een geslacht van insecten dat behoort tot de cicaden en de familie Issidae.
Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]
Alle soorten zijn herbivoor en leven van planten, ze zuigen het plantensap of floëem op met hun tot zuigsnuit omgevormde monddelen. Veel soorten zuigen met name aan de plant klimop (Hedera helix). Net als alle cicaden zijn het goede springers die de achterpoten gebruiken om aan vijanden te ontsnappen, daarnaast heeft de cicade ook vleugels.
Springen[bewerken | brontekst bewerken]
Van de juveniele dieren, de nimfen, is beschreven dat het achterste deel van de achterpoten een op een tandwiel gelijkende structuur heeft die ervoor zorgt dat de beide achterpoten gesynchroniseerd worden tijdens een sprong. Iedere achterpoot heeft een tandwiel-achtige structuur, de tanden grijpen tijdens een sprong in elkaar zodat de krachten gelijkmatig worden verdeeld over beide poten. Hierdoor kan de cicade nauwkeurig zijn richting bepalen.[1]
Als de nimfen volwassen worden, verdwijnen deze tandwielen aan de achterpoten echter. De juveniele nimfen vervellen regelmatig waarbij eventuele beschadigingen zoals afgebroken poten en in dit geval de tanden aan de pootbasis worden vervangen en hersteld. De volwassen exemplaren echter vervellen niet meer en zouden bij een beschadiging van de tanden aan de achterpoten niet meer in staat zijn om gerichte sprongen te maken.[1]
Soorten[bewerken | brontekst bewerken]
Er zijn 29 soorten, die onderstaand zijn weergegeven.
- Issus analis Brullé, 1832
- Issus bellardi Melichar, 1906
- Issus bimaculatus Melichar, 1906
- Issus cagola Remane, 1985
- Issus cagracala Remane, 1985
- Issus cahipi Remane, 1985
- Issus canalaurisi Sergel, 1986
- Issus canariensis Melichar, 1906
- Issus capala Remane 1985
- Issus capapi Remane1985
- Issus cinereus (Olivier, 1791)
- Issus climacus Fieber, 1876
- Issus coleoptratus (Fabricius, 1781)
- Issus distinguendus Lindberg, 1954
- Issus fieberi Melichar, 1906
- Issus fissala Fieber, 1876
- Issus gracalama Remane, 1985
- Issus gratehigo Remane, 1985
- Issus hipidus Remane, 1985
- Issus lauri Ahrens, 1818
- Issus maderensis Lindberg, 1956
- Issus muscaeformis (Schrank, 1781)
- Issus padipus Remane, 1985
- Issus paladitus Remane, 1985
- Issus palama Remane, 1985
- Issus pallipes Lucas, 1853
- Issus pospisili Dlabola, 1958
- Issus rarus Lindberg, 1954
- Issus truncatus Fieber, 1876
Bronvermelding[bewerken | brontekst bewerken]
Referenties
- ↑ a b Jane D Lee - National Geographic, Insects Use Gears in Hind Legs to Jump.
Bronnen
- (en) - Jane D Lee - National Geographic - Insects Use Gears in Hind Legs to Jump - Website