Jan Esdré
Jan Esdré (Curaçao, 30 juni 1748 - Heusden, 21 mei 1823)[1] was een Nederlands bestuurder, natuurkundige en docent. Hij was de oudste zoon van Godfried Carel Esdré, kapitein en commandant van de militie van Curaçao en lid van de Grote Raad van Curaçao. In 1758 werd hij met zijn broer naar Nederland gestuurd voor verdere scholing. Hij kwam eerst in Giessen op een Franse kostschool, en daarna ging hij naar de Latijnse school in 's-Hertogenbosch. Daarna ging hij met zijn broer naar Leiden om daar aan de universiteit verder opgeleid te worden in de Godgeleerdheid. Vanwege hun beider belangstelling voor de natuurwetenschappen zat dat er niet in, en ze promoveerden daarom op 18 juni 1773 tot Doctor in de Wijsbegeerte en Meester in de Vrije Kunsten. Hij schreef zijn proefschrift met de titel De Natura Fluminum (Over de aard der rivieren).
Na hun promotie gingen beide broers naar Dordrecht, waar ze op verzoek van enkele Dordtse burgers een "physisch collegie" oprichten, waar lezingen gegeven werden over wetenschappelijke onderwerpen. Vanuit Dordrecht solliciteerde hij naar een betrekking bij de Universiteit van Harderwijk, met een aanbeveling van zijn vroegere hoogleraar, maar werd niet aangenomen.
De ouders van de beide broers waren inmiddels (1760) teruggekeerd naar Nederland en hadden zich in Heusden gevestigd, waar ze oorspronkelijk ook vandaan kwamen. Jan ging toen ook naar Heusden en liet het bestuur van het physisch collegie aan zijn broeder over.
De verdiensten van Esdré werden in 1780 erkend door het provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, waarvan hij toen lid werd, en in 1787 door zijn benoeming tot hoogleraar in de Wijsbegeerte te Franeker, voor welke laatste betrekking hij uiteindelijk bedankte omdat hij niet meer geoefend was in latijn spreken, maar ook omdat hij zijn moeder wilde blijven verzorgen na het overlijden van zin vader in 1783. In deze periode hield hij zich ook bezig met weerkundige waarnemingen. Op aandringen van Jean Henri van Swinden had de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie-Societeit te ‘s-Hage een landelijk netwerk opgezet van waarnemers en in de periode 1780-1783 waar Esdré aan bijdroeg. Zijn gegevens staan in deel 3 en zijn van het jaar 1781.[2]
In het najaar van 1787 was Esdré intensief betrokken bij de politieke gebeurtenissen. In november van dat jaar werd (de patriottische) Pieter van Bleiswijk, van wie hij het proefschrift vertaald had, uit zijn ambt gezet. De prinsgezinde Esdré probeerde de rust en orde te Heusden te herstellen (in het nabijgelegen 's-Hertogenbosch was het in dat jaar goed mis gegaan). Dat lukte en hij kreeg als beloning de functie van "ontvanger der convoijen en licenten" te Heusden, een lucratief erebaantje. Hij bleef dit tot 1795 toen de Fransen Nederland binnentrokken en de Prins van Oranje verdreven.
Na hete vertrek van de Fransen in 1813 kreeg hij zijn baantje terug maar door al deze ontwikkelingen voelde Esdré steeds minder voor de politiek, en wilde zich vooral met de natuurwetenschappen bezig houden. Hij vroeg ontslag en pensioen aan en kreeg dat. Vanaf dat moment hield hij zicht alleen nog maar met de natuurwetenschappen bezig.
In zijn hele periode in Heusden, ook toen hij geen formele functie had, vervulde hij wel allerlei maatschappelijke functies, zoals regent van liefdadige instellingen. Over het geheel werd hij gerespecteerd, en dominee C.W. Pape hield in 1824 nog een lofrede op hem voor de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
De locatie van originele exemplaren van deze publicaties is te vinden door uitvouwen van Bibliografische Informatie hieronder en dan op het OCLC nummer achter ‘world cat identities’ te klikken.)
- Jan Esdré (1773). De Natura Fluminum, Proefschrift Leiden. Johannes le Maire, Leiden, 90 blz. Gearchiveerd op 5 september 2022.
- Jan Esdré, Pieter van Bleiswijk (1778). Natuur- en wiskundige verhandeling over het aanleggen en versterken der dyken door Mr. Pieter van Bleiswijk; uit het latijn vertaald en met aanmerkingen vermeerderd en opgehelderd. Johannes Le Maire, pp. 294.
- Jan Esdré (1780). Beschrijving van een mineralogisch zak-laboratorium, benevens eene byzondere beschrijving van het gebruik der blaaspijp in de Mineralogie enz. door Gustav von Engeström; uit het Engelsch vertaald, met aanmerkingen en bijgevoegde werktuigjes vermeerderd. Frans de Does, Leiden, 40+77 blz met prent. Gearchiveerd op 13 augustus 2023.
- Jan Esdré (1782). Inleiding tot de kennisse der natuurlyke wysbegeerte, of Eenvoudige onderrigting van de eerste grondregels der proefondervind. natuurkunde,. erven F. de Does, Leiden, 6 delen.
- Jan Esdré (1784). Bericht wegens een luchtverschijnsel, vertoonende eene zonderlinge toevallige breking en scheiding der zonnestralen, door eene wolk veroorzaakt. Verhandelingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen ; dl. 2, Utrecht. Gearchiveerd op 13 augustus 2023. blz. 303-312, met een door Esdré getekende plaat.
- Verhandelingen van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie-Societeit, in de Vereenigde Nederlanden, opgericht in 'sHage. Behelzende de weer- en ziektekundige waarneemingen van het jaar 1781. III. deel. A. van Hoogstraten, 's-Gravenhage (1782). Gearchiveerd op 13 augustus 2023. deel3, waarnemingen 1782
- Natuurkundige notities, manuscript, Bibliotheek Universiteit Tilburg, KHS D 3
- Het regionaal archief Leiden bezit verder nog brieven van Jan Esdré aan J. Le Francq van Berkhey.
Bronnen
- C.W. Pape (1824). Iets ter herinnering aan Jan Esdré. H. Palier en zoon, 's-Hertogenbosch. Gearchiveerd op 13 augustus 2023.
- Van der Aa Jan Esdré biografisch woordenboek de Nederlanden
Referenties
- ↑ Overlijden Jan Esdré. Burgerlijke standregister, Heusden, archief 1025, inventarisnummer 4093, aktenummer 16. Streekarchief Langstraat Heusden Altena. Gearchiveerd op 5 september 2022. Geraadpleegd op 5 september 2022.
- ↑ Rietje van Vliet, Verhandelingen van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie-Societeit (1782-1793). Encyclopedie Nederlandstalige Tijdschriften. Gearchiveerd op 26 september 2022. Geraadpleegd op 6 september 2022.