Naar inhoud springen

Louis van Heiden Reinestein

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Louis van Heiden Reinestein
Louis van Heiden Reinestein
Algemeen
Geboren 11 juli 1809
Overleden 2 november 1882
Partij conservatief
Titulatuur mr
Functies
1832-1838 burgemeester van Zuidlaren
1838-1867 kantonrechter in Assen
1846-1849 lid Provinciale Staten van Overijssel
1849-1867 lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
1867-1882 Commissaris des Konings van Groningen
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Louis graaf van Heiden Reinestein (Zuidlaren, Laarwoud, 11 juli 1809 – aldaar, 2 november 1882) was commissaris des Konings van de provincie Groningen.

Van Heiden Reinestein was zoon van Sigismund Jacques graaf van Heiden Reinestein (1771-1830), die onder meer plaatsvervangend drost en Tweede Kamerlid was. Ook zijn grootvader Sigismund Pierre Alexander graaf van Heiden-Reinestein was drost van het landschap Drenthe. Hij studeerde Romeins en hedendaags recht aan de Hogeschool te Groningen. Werd als vrijwilliger bij de Groninger vrijwillige flankeurs ingezet tijdens de Tiendaagse veldtocht tot 1831. Hij werd nog tijdens zijn studie burgemeester in zijn geboorteplaats. Hij bewoonde de havezate Laarwoud in Zuidlaren. In 1838 werd hij kantonrechter in Assen.

Hij was korte tijd lid van de Drentse Provinciale Staten (1846-1849) en was vervolgens voor het kiesdistrict Assen lid van de Tweede Kamer (1849-1867). In 1867 werd hij benoemd tot commissaris des Konings van Groningen. Hij vervulde deze functie tot zijn overlijden in 1882. Hij overleed ongehuwd.

Van Heiden Reinestein werd meerdere keren onderscheiden, zo was hij commandeur in de Orde van de Eikenkroon (1854), commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw en grootofficier in de Orde van de Eikenkroon (1873).

Zie de categorie Louis van Heiden Reinestein van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Voorganger:
W.J. van Heiden
Burgemeester van Zuidlaren
1832-1838
Opvolger:
E. Bentum
Voorganger:
Isaäc Antoni Soetens van Roijen
Commissaris des Konings van Groningen
1867-1882
Opvolger:
Johan Æmilius Abraham van Panhuys