Naar inhoud springen

Overleg:Amfitheater van Trier

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Onderwerp toevoegen
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Het amfitheater is het oudste Romeinse gebouw van Trier en werd gebouwd ca. 100 na Chr. Het had een capaciteit van ca. 20.000 mensen en neemt daarmee de tiende plaats in van de op dit moment 71 nog bekende amfitheaters uit de Romeinse wereld. De afmetingen van de arena zijn 75m op 50m.

Het oostelijk deel is uitgegraven in de helling van de Petrisberg, het westelijk deel is kunstmatig opgehoogd. In het westelijk deel bevonden zich de keizerlijke loge en de plaatsen voor de hoge ambtenaren. De hoofdingangen in het noorden en het zuiden waren oorspronkelijk prachtige poorten met een drietal gewelfde doorgangen terwijl twee gewelfde zij-ingangen vanuit het westen naar de rijen voerden. Tegen de arena aan liggen 12 kamertjes die waarschijnlijk kooien voor wilde dieren zijn geweest. De 26 rijen met zitplaatsen waren in drie rangen onderverdeeld die door brede omgangen van elkaar gescheiden waren. De arena zelf was van de onderste rang zitplaatsen gescheiden door een 4m hoge muur om de toeschouwers te beschermen tegen uitbrekende wilde dieren. Bovendien was er een palissade in de arena die parallel liep met deze muur en die dezelfde bedoeling had. De bovenste rij toeschouwers was eveneens afgezet met een houten palissade om zo de arena af te sluiten voor "zwartkijkers". Aan de westkant bevond zich tussen twee zij-ingangen de ereloge voor de keizer en hoge gasten.

De arena was gedeeltelijk onderkelderd met een steunconstructie van hout. De kelder is uitgehouwen in de leisteenrotsen en heeft een kruisvormige oppervlakte. Wellicht bevonden zich hier kooien voor de wilde dieren en een lijkenhuisje voor diegenen die in de arena waren gesneuveld. Er was eveneens een houten hefbrug geïnstalleerd (zoals in het Colosseum te Rome) waarmee men dieren omoog kon hijsen, recht de arena in. Dit moet de spektakelwaarde zeker ten goede zijn gekomen. De kelder is nu met een houtconstructie ondersteund nog steeds toegankelijk en doet dienst als zinkput om het regenwater dat zich in de arena verzamelt via Romeinse kanalen af te voeren naar de Olewigerbeek. In de 4de en 5de eeuw maakte het amfitheater deel uit van de vernieuwde en uitgebreide stadsmuur rond Trier. De noordingang van het amfitheater lag nu binnen en de zuidingang buiten de muur. Het amfitheater deed op die manier dienst als vijfde stadspoort, sinds de christelijke keizers de bloedige gladiatorengevechten hadden afgeschaft. Tijdens de Middeleeuwen werd het amfitheater gebruikt als steengroeve en het werd leeggeroofd. De Pruisen groeven de arena weer uit, zoals ze nu nog steeds te bezichtigen is. Het amfitheater heeft zijn typische, degelijke akoestiek behouden en er worden ook nu nog regelmatig concerten georganiseerd.