Portaal:In het nieuws/Atletiek/2021
Uiterlijk
Nieuwsfeiten met betrekking tot atletiek in 2021.
21 november[brontekst bewerken]
- Met één seconde stelt hij in Lissabon het wereldrecord op de halve marathon scherper, Jacob Kiplimo uit Oeganda. Zonder noemenswaardige hulp van concurrenten snelt de bronzen medaillewinnaar op de 10.000 m tijdens de Spelen in Tokio in de Portugese hoofdstad naar 57.31. Nog geen jaar eerder, op 6 december 2020, kwam de Keniaan Kibiwott Kandie in Valencia tot zijn record van 57.32, maar die kan zich alweer voegen in het almaar groeiende rijtje van oud-recordhouders.
6 november[brontekst bewerken]
- In het Franse Rijssel verbetert de Ethiopische Dawit Seyaum het wereldrecord op de 5 km in een race voor mannen en vrouwen. Ze komt tot een tijd van 14,41, twee seconden sneller dan het eerdere record van de Keniaanse Beatrice Chepkoech van februari jl. in Monaco. Haar tijd ligt nog wel twaalf seconden boven die van haar landgenote Senbere Teferi, die een kleine twee maanden eerder in een race met alleen vrouwen tot 14.29 kwam.
24 oktober[brontekst bewerken]
- Bashir Abdi bevestigt zijn grote vorm, die hij in de olympische marathon in Tokio etaleerde, waar hij de bronzen medaille won, door in Rotterdam op spectaculaire wijze de marathon van Rotterdam te winnen. De Belg doet dat in 2:03.36. Het is niet alleen een ruime verbetering van het Europese record van de Keniaanse Turk Kaan Kigen Özbilen, die in 2019 tot een tijd van 2:04.36 kwam (en dus vanzelfsprekend ook een Belgisch record), maar ook de snelste tijd die ooit op Nederlands grondgebied is gelopen. Een week eerder had de Ethiopiër Tamirat Tola namelijk de marathon van Amsterdam gewonnen in 2:03.39! Abdi is ook de eerste Europeaan in 23 jaar, die de marathon van Rotterdam op zijn naam schrijft en de tweede Belg na Vincent Rousseau in 1994.
- De Ethiopische Letesenbet Gidey debuteert wel heel opvallend op de halve marathon in Valencia. De winnares van het brons op de 10.000 m tijdens de Olympische Spelen in Tokio en houdster van de wereldrecords op de 5000 en 10.000 m wint in Valencia in 1:02.52, niet minder dan 1 minuut en 10 seconden onder het ruim een half jaar oude wereldrecord van de Keniaanse Ruth Chepngetich en dus heeft zij nu liefst drie wereldrecords in handen.
13 oktober[brontekst bewerken]
- Twee maanden nadat zij als vierde is geëindigd op de 5000 m tijdens de Olympische Spelen in Tokio en een maand na haar wereldrecord op de 10 km wordt de Keniaanse atlete Agnes Tirop dood aangetroffen in haar woning in Iten. Ze had steekwonden in haar buik en is volgens een bestuurslid van de Keniaanse bons doodgestoken door haar ex-vriend. Naast haar reeds vermelde prestaties was Tirop in 2018 winnares van de Ladies Run over 10 km in Tilburg en veroverde zij het brons op de 10.000 m op de WK’s in 2017 en 2019. Agnes Tirop is 25 jaar oud geworden.
3 oktober[brontekst bewerken]
- Kalkidan Gezahegne, de zilveren medaillewinnares op de recente olympische 10.000 m achter Sifan Hassan, verbetert in Genève het wereldrecord op de 10 km gemengd. De Bahreinse komt tot 29.38 en dat is 5 seconden sneller dan het vorige record van de Keniaanse Joyciline Jepkosgei uit 2017.
12 september[brontekst bewerken]
- Tijdens een wegwedstrijd voor alleen vrouwen in het Duitse Herzogenaurach verbetert de Keniaanse Agnes Tirop het wereldrecord op de 10 km. Zij komt tot een tijd van 30.01 en dat is maar liefst 28 seconden sneller dan het oude record uit 2002, dat op naam stond van de Marokkaanse Asmae Leghzaoui. Ook op de 5 km gaat er een wereldrecord aan diggelen, dat van Sifan Hassan nog wel, die in 2019 in Monaco 14.44 over die afstand deed. In Herzogenaurach komt de Ethiopische Senbere Teferi echter al na 14.29 over de finish en dat is dus vijftien seconden sneller dan Hassan. Diens Europese record op deze afstand blijft echter wel onaangetast.
9 september[brontekst bewerken]
- Tijdens de Weltklasse Zürich, de finalewedstrijd van de Diamond League serie van 2021, wordt Nadine Visser tweede op de 100 m horden. Achter de Nigeriaanse Tobi Amusan, die 12,43 s laat noteren, finisht de Nederlandse in 12,51 s, opnieuw een verbetering van haar eigen nationale record van 12,58 s, dat zij nog geen twee weken eerder had gevestigd.
5 september[brontekst bewerken]
- Bij Racing Club Gent hebben ze blijkbaar de smaak te pakken, want een week na hun eerdere nationale record op de 4 × 200 m estafette halen Justine Goossens, Cloë Van Der Meulen, Kiné Gaye en Imke Vervaet er alweer ruim een halve seconde vanaf. In Jambes laat het viertal ditmaal 1.35,38 voor zich noteren.
28 augustus[brontekst bewerken]
- Net als een week eerder worden er op één dag, maar op twee verschillende plaatsen, zowel een Nederlands als een Belgisch record verbeterd. In Parijs loopt hordeloopster Nadine Visser tijdens de Meeting de Paris de 100 m horden 0,04 seconden sneller dan haar eigen nationale record uit 2019. Zij finisht achter de Jamaicaanse Danielle Williams in 12,58 s. In Gent verbeteren Justine Goossens, Cloë Van Der Meulen, Kiné Gaye en Imke Vervaet, allen uitkomend voor Racing Club Gent, het bijna twee jaar oude record op de 4 × 200 m estafette voor clubteams van 1.35,97 naar 1.35,72.
21 augustus[brontekst bewerken]
- Tijdens het Polststokgala in Leuven komt Ben Broeders, die op de Spelen in Tokio niet wist door te dringen tot de finale, tot een hoogte van 5,81 m. Hij verbetert hiermee zijn eigen Belgische record uit 2020 met één centimeter. Bij internationale atletiekwedstrijden in Bern doet Liemarvin Bonevacia iets soortgelijks. Hij verbetert zijn in Tokio gevestigde Nederlandse record op de 400 m van 44,62 s met 0,14 seconden en brengt het terug tot 44,48 s.
8 augustus[brontekst bewerken]
- Het atletiekprogramma op de Olympische Spelen in Tokio wordt afgesloten met de marathon voor mannen en eindigt voor zowel Nederland als België verrassend met een olympische medaille. Achter de onaantastbare Keniaanse wereldrecordhouder en regerend olympische kampioen Eliud Kipchoge veroveren Abdi Nageeye en Bashir Abdi, beiden geboren in Somalië, maar als atleet opgegroeid en groot geworden in respectievelijk Nederland en België, de zilveren en de bronzen medaille. Vooral de wijze waarop de Nederlander zijn Belgische vriend met de finish in zicht opzweept en tot een laatste krachtsinspanning weet te stimuleren, die hem met succes naar het brons doet grijpen, maakt grote indruk. Nageeye laat als tweede aankomende 2:09.58 voor zich noteren, 1 minuut en 20 seconden achter winnaar Kipchoge, terwijl Abdi 2 seconden later finisht.
7 augustus[brontekst bewerken]
- Op de voorlaatste dag van het olympische atletiektoernooi in Tokio wordt Nederland twee olympische medailles rijker. Ook worden er twee nationale records verbeterd. Dit laatste doet de Belgische vertegenwoordiging trouwens ook. Sifan Hassan presteert iets unieks: na haar eerdere goud op de 5000 m en brons op de 1500 m verovert zij opnieuw goud op de 10.000 m. Zij wint in 29.55,32, na in de eindsprint te hebben afgerekend met Kalkidan Gezahegne uit Bahrein (zilver in 29.56,18) en de Ethiopische Letesenbet Gidey (brons in 30.01,72), die het grootste deel van de race aan kop had gelopen. Op de 4 × 400 m estafette zorgen de Nederlandse mannen voor een daverende verrassing door in de finale achter het winnende team van de Verenigde Staten het zilver te veroveren. Het Nederlandse viertal, met Liemarvin Bonevacia in plaats van Jochem Dobber, doet dit in 2.57,18, bijna twee seconden sneller dan het Nederlandse record van de dag ervoor. In hun kielzog wordt de Belgische vier, bestaande uit Alexander Doom, Jonathan Sacoor, Dylan Borlée en Kevin Borlée, vierde in 2.57,88, een verbetering van het vorige Belgische record uit 2016 met 0,62 seconden. Bij de vrouwen finishen op dit onderdeel de Nederlandse en Belgische vrouwen in de finale als zesde en zevende. In dezelfde samenstelling als in de series verbeteren beide teams opnieuw hun daarin gevestigde nationale records. Het Nederlandse viertal komt nu tot 3.23,74, terwijl het Belgische team ditmaal 3.23,96 laat noteren. Op de 1500 m bij de mannen wint de Noor Jakob Ingebrigtsen in 3.28,32, een verbetering van zijn eigen Europese record uit 2020 met 0,36 seconden.
6 augustus[brontekst bewerken]
- Op de Spelen in Tokio maakt Sifan Hassan er in de finale van de 1500 m een snelle race van. Ze gaat tot 300 meter voor het einde aan kop, maar moet in de eindsprint in de Keniaanse Faith Kipyegon en de Britse Laura Muir haar meerderen erkennen. De Keniaanse wint in de olympische recordtijd van 3.53,11, Muir verovert het zilver in 3.54,50, een Brits record, en Hassan verovert in 3.55,86 het brons, haar tweede olympische plak. Hiermee is zij na Fanny Blankers-Koen (4 x goud) en Wim Slijkhuis (2 x brons) de derde Nederlandse vertegenwoordiger die ooit meer dan één olympische medaille veroverde. In de finale van de 4 × 100 meter estafette halen de Nederlandse vier Nadine Visser, Dafne Schippers, Marije van Hunenstijn en Naomi Sedney de finish niet, omdat de eerste wissel tussen Visser en Schippers mislukt. Nederlands succes is er wel bij de mannen op de 4 × 400 m estafette. In hun serie worden Jochem Dobber, Terrence Agard, Tony van Diepen en Ramsey Angela weliswaar vijfde, maar zij doen dit in 2.59,06, een verbetering van het Nederlandse record uit 2017 met ruim 3,5 seconden. Op basis van hun tijd kwalificeren zij zich voor de finale.
5 augustus[brontekst bewerken]
- Op de zevende olympische atletiekdag in Tokio, waarop Liemarvin Bonevacia in zijn voor Nederland historische 400 m-finale als achtste finisht en de Amerikaanse kogelstoter Ryan Crouser zijn olympische titel prolongeert met een stoot van 23,30 m, slechts 7 cm verwijderd van zijn eigen wereldrecord, wordt België één en Nederland twee olympische medailles rijker. Op de tweede dag van de zevenkamp scoort de Belgische titelverdedigster Nafissatou Thiam op alle drie de onderdelen meer punten dan Anouk Vetter en verdringt haar in de eindstand. Het goud gaat dus naar de Belgische, het zilver is voor de Nederlandse, met daarachter haar opmerkelijk goed presterende landgenote Emma Oosterwegel. Deze verrast vooral bij het speerwerpen met een uithaal van 54,60 m en kaapt hiermee het brons voor de neus weg van Noor Vidts, die juist op dit onderdeel veel punten laat liggen. De tweede Belgische wordt uiteindelijk vierde. Op de 4 x 400 m estafette lopen de vrouwenteams van Nederland en België allebei een nationaal record en plaatsen zich hiermee voor de finale. In de eerste serie finishen Naomi Van Den Broeck, Imke Vervaet, Paulien Couckuyt en Camille Laus als derde in 3.24,08, een verbetering van het Belgische record uit 2019 met 2,5 seconden. In de tweede serie worden Lieke Klaver, Lisanne de Witte, Laura de Witte en Femke Bol vierde in 3.24,01 en dat is 2,97 seconden sneller dan het vorige Nederlandse record van de Olympische Spelen van 2016.
4 augustus[brontekst bewerken]
- Op de zesde atletiekdag op de Olympische Spelen in Tokio vormt andermaal de finale van de 400 m horden, ditmaal van de vrouwen, het hoogtepunt. Na een boeiend gevecht verslaat de Amerikaanse wereldrecordhoudster Sydney McLaughlin in de eindsprint haar landgenote Dalilah Muhammad, de olympisch kampioene van 2016. Zij verbetert daarbij haar in juni gevestigde wereldrecord met bijna een halve seconde tot 51,46 s. Muhammad blijft met 51,58 s ook onder het vorige wereldrecord. In het kielzog van beide kemphanen verovert de Nederlandse Femke Bol het brons in 52,03 s, een verbetering van het Europese record van Joelia Petsjonkina uit 2003 met 0,31 seconden. De zevenkamp bij de vrouwen lijkt op een landenwedstrijd tussen Nederland en België. Na de eerste dag gaat de Nederlandse Anouk Vetter aan de leiding van het tussenklassement, gevolgd door de Belgische meerkampsters Noor Vidts en Nafissatou Thiam.
3 augustus[brontekst bewerken]
- De 'eyecatcher' van de vijfde atletiekdag op de Olympische Spelen in Tokio is de adembenemend snelle 400 m horden-finale bij de mannen. Van de acht finalisten lopen er zes een nationaal record, waarvan één tevens een wereldrecord is en twee een continentaal record. De Noor Karsten Warholm verpulvert zijn eigen, een maand oude wereldrecord van 46,70 s en komt tot een onwaarschijnlijke 45,94 s, gevolgd door de Amerikaan Rai Benjamin, die met zijn 46,17 s ook dik onder het oude wereldrecord blijft, maar er nu 'slechts' een Noord- en Midden-Amerikaans record aan overhoudt. Het brons gaat naar de Braziliaan Alison dos Santos, die 46,72 s voor zich laat klokken, een Zuid-Amerikaans record. Op de 200 m bij de vrouwen loopt de Jamaicaanse Elaine Thompson naar haar tweede gouden plak. Zij doet dit in 21,53 s, de op-één-na snelste tijd ooit gelopen op deze afstand. De jonge Namibische Christine Mboma grijpt verrassend het zilver en doet dit in 21,81 s, een wereldrecord bij de junioren. Het brons is voor de Amerikaanse Gabrielle Thomas, die in 21,87 s veelvoudig olympisch- en wereldkampioene Shelly-Ann Fraser-Pryce buiten het podium doet belanden. Bij het kogelslingeren verovert de Poolse Anita Włodarczyk voor de derde keer achter elkaar het olympisch goud. Het is voor het eerst dat een vrouw op één onderdeel dit presteert.
2 augustus[brontekst bewerken]
- De vierde atletiekdag van de Olympische Spelen staat wat Nederland betreft in het teken van de gouden medaille die Sifan Hassan op de 5000 m verovert. In de laatste ronde sprint zij weg van de concurrentie en wint in 14.36,79. De Keniaanse Hellen Obiri pakt ruim twee seconden later het zilver, een honderdste seconde voor de Ethiopische Gudaf Tsegay, voor wie het brons resteert. Het is de eerste olympische gouden medaille voor een Nederlandse atleet of atlete in 29 jaar. De overwinning is des te opmerkelijker, omdat Hassan eerder die dag een serie 1500 m had gelopen, die zij ondanks een valpartij onderweg won. Op de 400 m schrijft Liemarvin Bonevacia geschiedenis door met derde plaats in zijn halve finale als eerste Nederlandse atleet ooit de finale te bereiken. Hij doet dit bovendien in 44,62 s, wat een verbetering van 0,10 seconden is van zijn eigen nationale record uit 2015. Op de 100 m horden wordt Nadine Visser in 12,73 s verdienstelijk vijfde in een race, die door de Puerto Ricaanse Jasmine Camacho-Quinn in 12,37 s wordt gewonnen.
1 augustus[brontekst bewerken]
- De derde dag van het atletiekprogramma op de Olympische Spelen in Tokio levert het eerste wereldrecord op. Bij het hinkstapspringen voor vrouwen is het tweevoudig wereldkampioene Yulimar Rojas, die met een sprong van 15,67 m het uit 1995 stammende record van Inessa Kravets van 15,50 m naar de geschiedenisboeken verwijst. In het kielzog van de Venezolaanse springen de Portugese Patricia Mamona en de Spaanse Ana Peleteiro met 15,01 m en 14,87 m naar nationale records en het zilver en brons. Op de 100 m bij de mannen snelt de Italiaan Marcell Jacobs verrassend naar het goud in 9,80 s, een Europees record. Het vorige stond sinds 2004 met 9,86 s op naam van de Portugees Francis Obikwelu. Het hoogspringen bij de mannen kent een verrassende ontknoping als de Italiaan Gianmarco Tamberi en de Quatarees Mutaz Essa Barshim, na beiden een hoogte van 2,37 te hebben gehaald en daarna driemaal te hebben afgesprongen op 2,39, in plaats van een barrage kiezen voor een gedeelde eerste plaats en dus allebei olympisch kampioen worden.
31 juli[brontekst bewerken]
- Op de tweede atletiekdag van de Olympische Spelen van 2020 finishen in de finale van de 4 x 400 m gemengd de Nederlandse en Belgische formaties direct achter elkaar als vierde en vijfde. Beide teams verbeteren daarbij de nationale records. Liemarvin Bonevacia, Lieke Klaver, Femke Bol en Ramsey Angela lijken op weg naar het brons, maar verliezen die in de eindsprint. Met hun tijd van 3.10,36 zetten zij dit onderdeel op de Nederlandse recordlijst. Dylan Borlée, Imke Vervaet, Camille Laus en Kevin Borlée finishen daarachter in 3.11,51, alweer een dikke seconde sneller dan het Belgische record van de formatie in de series. Op de 400 m horden wordt Paulien Couckuyt derde in haar serie en plaatst zich hiermee voor de halve finale. Haar tijd van 54,90 s is een verbetering van het 25 jaar oude record van Ann Mercken van 54,95 s, dat zij anderhalve maand eerder reeds evenaarde. Op de 100 m prolongeert de Jamaicaanse Elaine Thompson-Herah haar olympische titel door de finale te winnen in 10,61 s, een verbetering van het olympische record van Florence Griffith-Joyner uit 1988 met 0,01 seconde. Het wordt een compleet Jamaicaans podium met Shelly-Ann Fraser-Pryce als tweede in 10,74 s en Shericka Jackson als derde in 10,76 s.
30 juli[brontekst bewerken]
- Op de eerste dag van het atletiekprogramma op de Olympische Spelen van 2020 in Tokio plaatst het Belgische estafetteteam op de 4 x 400 m gemengde estafette zich als derde voor de finale. Alexander Doom, Imke Vervaet, Camille Laus en Jonathan Borlée doen dit in 3.12,75, een verbetering van het bestaande Belgische record met bijna anderhalve seconde.
19 juli[brontekst bewerken]
- De Atletiekunie maakt bekend dat de Nederlandse Olympische atletiekploeg voor de Olympische Spelen in Tokio in totaal 43 atleten telt, 25 vrouwen en 18 mannen. Het betreft de volgende vrouwen: Femke Bol (400 m horden, 4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Andrea Bouma (4 x 400 m, 4 x 400 m 4 x 400 m gemengd), Nadine Broersen (zevenkamp), Andrea Deelstra (marathon), Diana van Es (5000 m), Sifan Hassan (1500 m, 5000 m, 10.000 m), Jill Holterman (marathon), Marije van Hunenstijn (100 m, 4 x 100 m), Lieke Klaver (400 m, 4 x 100 m, 4 x 400 m, 4 x 400 m 4 x 400 m gemengd), Jorinde van Klinken (discuswerpen), Susan Krumins (10.000 m), Emma Oosterwegel (zevenkamp), Hanneke Oosterwegel (4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Irene van der Reijken (3000 m steeple), Jamile Samuel ( 100 m, 200 m, 4 x 100 m), Jessica Schilder (kogelstoten), Dafne Schippers (100 m, 200 m, 4 x 100 m), Naomi Sedney (4 x 100 m), Zoë Sedney (100 m horden), Anouk Vetter (zevenkamp), Nadine Visser (100 m horden), Leonie van Vliet (4 x 100 m), Laura de Witte (4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Lisanne de Witte (400m, 4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd) en Anne van de Wiel (4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd).
De voorgedragen mannen zijn: Terrence Agard (4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Ramsey Angela (4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Solomon Bockarie (4 x 100 m), Liemarvin Bonevacia (400 m, 4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Taymir Burnet (200 m, 4 x 100 m), Khalid Choukoud (marathon), Tony van Diepen (800 m, 4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Jochem Dobber (400 m, 4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd), Mike Foppen (5000 m), Chris Garia (4 x 100 m), Joris van Gool (4 x 100 m), Churandy Martina (4 x 100 m), Abdi Nageeye (marathon), Bart van Nunen (marathon), Hensley Paulina (4 x 100 m), Nick Smidt (400 m horden), Menno Vloon (polsstokhoogspringen, Nout Wardenburg (4 x 400 m, 4 x 400 m gemengd).
18 juli[brontekst bewerken]
- Je zou haast gaan denken dat de Nederlandse atleten die deelnemen aan de EK U20 in Tallinn ditmaal alleen geïnteresseerd zijn in zilver, want op de 4 × 100 m estafette veroveren Matthew Dophia, Nsikak Ekpo, Keiharo Oosterwolde en Xavi Mo-Ajok in 40,07 s op de laatste dag van het toernooi de zevende zilveren plak voor Nederland. Hoogspringster Britt Weerman zet met 1,88 m echter de kers op de Nederlandse taart, want die sprong is letterlijk goud waard. Bovendien vestigt zij hiermee een nieuw nationaal juniorenrecord. Het is overigens pas de tweede keer op een EK U20 dat een Nederlandse hoogspringster goud verovert. De eerste was Mieke van Doorn... in 1970! De totaalscore van de Nederlandse equipe is hiermee de op-één-na hoogste ooit op een EK U20. Alleen in 2019 werden meer medailles (19) veroverd, waaronder vier gouden.
De Belgische delegatie krijgt op de laatste dag van de EK U20 zijn langverwachte medaille en het is gelijk een gouden. Tienkamper Jente Hauttekeete verzamelt over twee dagen 8150 punten, een dik PR dat hem, naast het goud in Tallinn, op de wereldranglijst aller tijden bij de junioren naar de vierde plaats doet stijgen.
17 juli[brontekst bewerken]
- Blije gezichten bij de Nederlandse delegatie op de derde dag van de EK U20 in Tallinn, want de score van tweemaal zilver van een dag eerder wordt met viermaal zilver ruimschoots overtroffen. Op de 110 m horden snelt Matthew Sophia naar de eerste van de vier in 13,26. Vervolgens blijkt Alida van Daalen ook bij het kogelstoten goed voor zilver. Met een verste stoot van 16,56 m verovert zij haar tweede zilveren medaille van het toernooi. Minke Bisschops is op de 200 m goed voor het derde zilver door met 23,55 s tweede te worden. Het vierde zilver is voor Rick van Riel, die deze medaille binnenhaalt op de 1500 m 3.46,69.
16 juli[brontekst bewerken]
- Op de EK U20, dat van 15 t/m 18 juli plaatsvindt in het Estse Tallinn, waar eerder ook de EK U23 van 2021 is gehouden, is er op de tweede dag alweer succes voor Nederlandse vertegenwoordigers. Op de zevenkamp komt Sofie Dokter uitstekend voor de dag. Na op de eerste dag al als tweede te zijn geëindigd in de tussenstand, weet zij op dag twee die positie te behouden en verovert zij met 5878 punten de zilveren medaille. Dat doet Alida van Daalen haar bij het discuswerpen na. Met een verste worp van 55,63 m legt ook zij beslag op het zilver.
11 juli[brontekst bewerken]
- Op de slotdag van de EK (U23) in Tallinn voegen de Nederlandse en Belgische delegaties opnieuw enkele medailles toe aan hun reeds eerder veroverde aantal. Nu gaan de Nederlandse atleten weer met de eer strijken van het hoogste dagtotaal. Tienkamper Sven Roosen bemachtigt de zilveren medaille door te eindigen op een PR-totaalscore van 8056 punten. Op de 5000 m weet de op de vijfde plaats liggende Diana van Es na een sterke laatste ronde alsnog het brons te veroveren in 15.48,4. Bij de Belgen doet Eliott Crestan een duit in het medaillezakje door op de 800 m 12 honderdsten na winnaar Barontini als tweede te eindigen in 1.46,32. De teller eindigt voor België hiermee op vijf medailles, die van Nederland op acht, evenveel als in 2013. Nooit eerder werd er echter driemaal goud gescoord.
10 juli[brontekst bewerken]
- De Nederlandse en Belgische atleten op de EK (U23) in Tallinn hebben de smaak te pakken, zo blijkt. Op de derde dag van het toernooi worden er opnieuw medailles gescoord, vijf in totaal. Ditmaal zijn de Belgen in de meerderheid, want er wordt zowel goud als zilver en brons gescoord, terwijl Nederland eenmaal goud en brons rijker wordt. Op de 1500 m snelt Ruben Verheyden na een vlammende eindsprint verrassend naar de overwinning in 3.40,03. Acht jaar na Pieter-Jan Hannes heeft België opnieuw een EK U23-kampioen op dit onderdeel. Op de 110 m horden grijpt Michael Obasuyi naar het zilver in 13,40 s, zijn op-een-na beste prestatie ooit, ondanks een tegenwind van 1,6 m/s. Op de 400 m gaat het brons in 45,17 s naar Jonathan Sacoor. Van de Nederlandse deelnemers is bij het kogelstoten Jessica Schilder de enige vrouw die in haar laatste poging de 18 metergrens weet te passeren met een stoot van 18,11 m en dus gaat het goud naar haar. Ramsey Angela loopt op de 400 m horden naar eigen zeggen een slordige race, maar die levert hem in 49,07 s desondanks brons op.
9 juli[brontekst bewerken]
- Op de tweede dag van de EK voor neo-senioren (U23) in de Estse hoofdstad Tallinn zijn er zowel voor de Nederlandse als de Belgische delegatie gelijk successen. Aan Nederlandse zijde loopt langeafstandsloopster Jasmijn Lau op de 10.000 m onweerstaanbaar naar het goud. Zij snelt naar de overwinning in 32.30,49, tien seconden sneller dan haar eerstvolgende concurrente. Jorinde van Klinken levert bij het discuswerpen een vergelijkbare prestatie. Met haar verste worp van 63,04 m is de Nederlandse de enige die over de 60 meter gooit en haar 63,04 is zes meter verder dan die van de eerstvolgende werpster. Sprintster Rani Rosius snelt op de 100 m naar de eerste Belgische medaille van het toernooi. Kort achter de Duitse winnares Lilly Kaden (goud in 11,36 s) verovert zij met een tegenwind van 1,3 m/s in 11,43 s het zilver.
5 juli[brontekst bewerken]
- De Belgische Cynthia Bolingo Mbongo blijkt in grote vorm, zo vlak voor de Spelen in Tokio. In Nancy verpulvert zij op de 400 m haar eigen nationale record van 50,72 s van twee dagen eerder door deze afstand ditmaal af te leggen in 50,29 s. Hiermee is zij dit jaar nu de snelste van Europa. Na Femke Bol in Stockholm dient zij zich aan als de volgende medaillekandidate uit de Benelux voor Tokio.
4 juli[brontekst bewerken]
- Tijdens de Stockholm Bauhaus Athletics-meeting, een wedstrijd die deel uitmaakt van de Diamond League-serie, dient Femke Bol zich nadrukkelijk aan als medaillekandidate voor de komende Olympische Spelen in Tokio. Zij wint de 400 m horden in 52,37 s en dat is alweer bijna een seconde sneller dan drie dagen eerder in Oslo. De Nederlandse is nu nog maar 0,03 seconden verwijderd van het Europese record van de Russin Joelia Petsjonkina uit 2003. Ditmaal ondervindt zij overigens veel tegenstand van de Amerikaanse Shamier Little, die 52,39 s laat noteren.
3 juli[brontekst bewerken]
- Ondanks de regenachtige omstandigheden worden er tijdens de Nacht van de Atletiek in Heusden enkele Belgische records bijgesteld. Europees indoorkampioene op de 1500 Elise Vanderelst kiest dit keer voor de 1000 m en slaagt erin om het 42 oude record van Anne-Marie Van Nuffel van 2.36,8 aan te scherpen tot 2.35,98. Op de 400 m is het Cynthia Bolingo Mbongo, die op de natte piste naar 50,72 s snelt, een verbetering met drie honderdsten van haar vorige toptijd van een maand geleden.
1 juli[brontekst bewerken]
- Tijdens de Bislett Games in Oslo verbetert de Noor Karsten Warholm het wereldrecord op de 400 m horden. Hij laat de klokken stilstaan op 46,70 s en dat is 0,08 seconden sneller dan het 29 jaar oude wereldrecord van de Amerikaan Kevin Young, die dit vestigde tijdens de Olympische Spelen van 1992. Warholm kandideert zich met deze prestatie nadrukkelijk voor de gouden medaille op de aanstaande Olympische Spelen in Tokio. Bij de vrouwen is er op ditzelfde onderdeel succes voor Nederland. Femke Bol laat de concurrentie voor de zoveelste keer haar hielen zien en doet dit alweer sneller dan drie weken eerder in Firenze. Ditmaal finisht zij in 53,33 s en dat is 0,11 seconden sneller dan haar vorige nationale record. De Atletiekunie krijgt het er maar druk mee.
28 juni[brontekst bewerken]
- In Belgrado overlijdt de vroegere Joegoslavische atlete Vera Nikolić, na eerder in januari een beroerte te hebben gehad. Nikolić kreeg wereldfaam door in 1966 als 17-jarige Europees kampioene te worden op de 800 m en als 19-jarige het wereldrecord op deze afstand op 2.00,5 te stellen. Vervolgens kon zij op de Olympische Spelen van 1968 de enorme druk die op haar rustte niet aan en stapte zij na 300 meter uit haar race. Hierna werd zij door de Joegoslavische pers verguisd. Nikolić slaagde er echter in om zich te ontworstelen aan alle druk, wist terug te keren en werd uiteindelijk in 1971 opnieuw Europees kampioene op de 800 m. Zij was ook een van de eerste atletes die de 800 m binnen de twee minuten aflegde en op de Olympische Spelen van 1972 in München werd zij vijfde. In 1974 beëindigde zij haar carrière. Vera Nikolić werd 73 jaar.
27 juni[brontekst bewerken]
- Twee jaar geleden op de WK in Doha werden de twee Amerikaanse hordeloopsters Dalilah Muhammad en Sydney McLaughlin één en twee op de 400 m horden. Daarbij verbeterde Muhammad met 52,16 s haar eigen, enkele maanden oude wereldrecord van 52,20 s en finishte McLaughlin in 52,23 s. Tijdens de Amerikaanse Olympic Trials van 2021 zijn de rollen ditmaal omgedraaid, want McLaughlin wint en Mohammad wordt tweede. Bovendien loopt nu McLaughlin met haar winnende 51,90 s een wereldrecord en doorbreekt als eerste vrouw ter wereld ook nog eens de grens van 52 seconden. Muhammad komt deze keer tot 52,42 s. Het zijn op dit onderdeel de twee beste wereldprestaties van het jaar.
26 juni[brontekst bewerken]
- In de hoofdstad van Qatar, Doha, komt de 24-jarige atleet Abdalelah Haroun om bij een auto-ongeluk. De uit Soedan afkomstige 400 meterloper kwam sinds 2015 voor Qatar uit en kreeg vooral bekendheid door zijn derde plaats op de 400 m tijdens de WK van 2017 in Londen. Die race werd toen in 43,98 s gewonnen door de Zuid-Afrikaan Wayde van Niekerk, gevolgd door Steven Gardiner van de Bahama's in 44,41 s. Haroun veroverde toen het brons in 44,48 s, een persoonlijk record.
19 juni[brontekst bewerken]
- Femke Bol blijft het ene na het andere Nederlandse record verbeteren. Tijdens de EK voor landenteams in het Roemeense Cluj-Napoca loopt ze ditmaal op de 400 m weer sneller dan ooit. Haar record van 50,56 s van drie weken eerder in Oordegem wordt alweer naar de geschiedenisboeken verwezen. Dit keer komt de 21-jarige Amersfoortse tot 50,37. Ze verstevigt hiermee haar positie als snelste atlete van Europa op deze afstand.
18 juni[brontekst bewerken]
- Tijdens een wedstrijd op Hayward Field in Oregon stoot de Amerikaanse kogelstoter Ryan Crouser het 31 jaar oude wereldrecord van 23,12 m van zijn landgenoot Randy Barnes uit de boeken. De 28-jarige Amerikaan, die nog niet geboren was toen Barnes zijn wereldrecord vestigde, komt tot een afstand van 23,37 m. Crouser is nu zowel in- als outdoor de nieuwe wereldrecordhouder, want begin dit jaar verbeterde hij ook al het indoorrecord van Barnes van 22,66 m uit 1989 naar 22,82 m.
12 juni[brontekst bewerken]
- Tijdens de Atletica-meeting in Genève worden twee Belgische records in de boeken bijgeschreven. Op de 400 m horden evenaart Paulien Couckuyt het 25 jaar oude record van Ann Mercken, die op de Olympische Spelen van 1996 tot 54,95 s kwam. Met deze evenaring verbetert Couckuyt haar eigen PR van 55,37 s met 0,42 seconden en doorbreekt al doende voor het eerst in haar carrière de 55 seconden barrière. Op de 1500 m verbetert Ismael Debjani zijn uit 2017 stammende nationale record van 3.33,70 tot 3.33,06. Hij loopt hierbij in zijn race de voltallige concurrentie op meer dan 5 seconden.
11 juni[brontekst bewerken]
- In Rome overlijdt oud-atlete Paola Pigni. Zij werd in 1973 de eerste officiële wereldkampioene veldlopen, welke titel zij een jaar later prolongeerde. Pigni vestigde wereldrecords op zes verschillende loopafstanden (van de 1500 m tot en met de 10.000 m), in enkele gevallen zelfs meerdere keren, en nam deel aan de Olympische Spelen van 1968 en 1972; bij de tweede gelegenheid veroverde zij op de 1500 m de bronzen medaille. Hierbij liet zij onder meer de Nederlandse deelneemsters Ilja Keizer-Laman en Berny Boxem-Lenferink achter zich, dezelfde atletes waartegen zij ook bij andere gelegenheden, zoals bij interlandwedstrijden, regelmatig ten strijde was getrokken. Pigni had op 11 juni ’s morgens een ceremonie in het kader van het Food Education Festival in het presidentiële landgoed Castel Porziano (Rome) bijgewoond. Ze voelde zich daarna niet goed worden en werd vervoerd naar een ziekenhuis, waar zij later overleed. Zij werd 75 jaar.
10 juni[brontekst bewerken]
- Tijdens de Golden Gala Meeting in Firenze, een wedstrijd uit de Diamond League-serie, verliest België een Europees record, maar wordt er een nationaal record verbeterd. De Noor Jakob Ingebrigtsen wint de 5000 m in 12.48,45 en haalt hiermee een streep door het Europese record van Mohammed Mourhit, dat sinds 2000 op 12.49,71 stond. Ingebrigtsen vestigt zich hiermee tevens aan de kop van de wereldjaarranglijst. Elise Vanderelst neemt bij de vrouwen deel aan de 1500 m en hoewel zij in de schaduw opereert van de Nederlandse Sifan Hassan, die er in de beste wereldjaartijd van 3.53,63 met de winst vandoor gaat, komt de Belgische ondanks een zevende plaats tot een tijd van 4.02,63, waarmee zij het vorige record van Veerle Dejaeghere van 4.05,05 uit 2002 aanzienlijk scherper stelt. Voor Nederland is er, naast de winst van Hassan, tevens succes weggelegd voor Femke Bol, die op de 400 m horden naar de overwinning snelt in 53,44 s, 0,35 seconden sneller dan haar eigen nationale record van een jaar geleden.
- In zijn woonplaats Culemborg overlijdt oud-atleet en nationaal recordhouder op de 1500 m Haico Scharn. Hij was al geruime tijd ernstig ziek en overleed vier maanden nadat zijn echtgenote, oud-sprintster Els Vader, aan dezelfde ernstige ziekte was bezweken. Scharn behoorde eind jaren ‘60 tot en met half jaren ‘70 tot de Nederlandse top, werd vijf keer 1500 meterkampioen en nam op deze afstand ook deel aan de Olympische Spelen van 1972, waarin hij doordrong tot de halve finale. Hij was ook de eerste Nederlander die in 1973 op de Engelse mijl de 4 minutengrens doorbrak. Zijn in 1974 gevestigde nationale record van 3.57,18 zou elf jaar standhouden. Scharn werd 75 jaar.
8 juni[brontekst bewerken]
- De inkt waarmee het wereldrecord van Sifan Hassan op de 10.000 m van 29.06,82 op de recordlijst was bijgeschreven, is nauwelijks opgedroogd, of er kan alweer een streep doorheen worden gehaald. Want twee dagen na dit gedenkwaardige record loopt de Ethiopische Letesenbet Gidey er alweer ruim vijfeneenhalve seconde vanaf. Tijdens de Ethiopische selectiewedstrijden voor de aanstaande Olympische Spelen in Tokio komt Gidey in hetzelfde Fanny Blankers-Koen Stadion in Hengelo onder ideale omstandigheden tot een tijd van 29.01,03. Het ziet er naar uit dat de Ethiopische, die op de WK van 2019 achter Hassan op de 10.000 m het zilver veroverde, in Tokio opnieuw de grootste concurrente van de Nederlandse gaat worden op haar weg naar olympisch goud.
6 juni[brontekst bewerken]
- Tijdens de FBK Games in Hengelo verrast Sifan Hassan vriend en vijand door op de 10.000 m het al behoorlijk scherp staande wereldrecord van de Ethiopische Almaz Ayana, gelopen tijdens de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro, met ruim tien seconden te verbeteren tot 29.06,82. De Nederlandse levert de prestatie bijna geheel alleen, na in de eerste zes ronden op gang te zijn geholpen door een tempomaakster. De ledlampjes in de ring rond de binnenbaan zijn daarna haar enige baken tijdens haar geslaagde aanval op het wereldrecord.
3 juni[brontekst bewerken]
- Wat haar in het Duitse Rehlingen nog niet lukte, lukt in het Spaanse Huelva wel: in een tijd van 9.27,38 op de 3000 m steeple verpulvert Irene van der Reijken niet alleen haar nog geen twee weken oude Nederlandse record van 9.33,83, maar kwalificeert zij zich ook voor deelname aan de Olympische Spelen van Tokio. Zij is hiermee de eerste Nederlandse vrouw die zich voor dit onderdeel voor de Olympische Spelen plaatst.
1 juni[brontekst bewerken]
- Cynthia Bolingo Mbongo doet de Belgische atletiekwereld versteld staan door in het Franse Montreuil de 400 m af te leggen in 50,75 s. Daarmee loopt zij niet alleen het Belgische record van 51,45 s van Kim Gevaert uit 2005 aan flarden, maar kwalificeert zij zich ook in één klap voor de Olympische Spoelen in Tokio en duikt ze als eerste Belgische onder de 52 seconden. Zelf staat ze nog het meest versteld van haar prestatie. Haar uit 2018 stammende PR stond immers op 51,69 s!
29 mei[brontekst bewerken]
- Bij wedstrijden in het Belgische Oordegem zet Femke Bol nu ook het Nederlandse outdoorrecord op de 400 m op haar naam. Ze zegeviert in 50,56 s, waarmee zij het vorige record van 50,77 s verbetert, dat Lisanne de Witte sinds 2018 op haar naam had staan. Eerder dit jaar liep zij indoor al naar een tijd van 50,63 s en ook dat is een Nederlands record.
23 mei[brontekst bewerken]
- Tijdens het 56e Pfingstsportfest in Rehlingen verbetert Irene van der Reijken haar eigen Nederlandse record op de 3000 m steeple van 9.34,80 met bijna een seconde en brengt het op 9.33,83. Ze is de norm voor deelname aan de Olympische Spelen van Tokio (9.33,00) nu op bijna vier tellen genaderd.
22 mei[brontekst bewerken]
- De in de Amerikaanse staat Arizona verblijvende Nederlandse discuswerpster Jorinde van Klinken werpt zich in één week tijd naar de top van de wereldranglijst. Na op 16 mei te zijn begonnen met een verbetering van haar beste prestatie naar 62,58 m en op 20 mei te zijn doorgestoomd naar een nationaal record van 65,94 m, komt zij twee dagen later, opnieuw in Tucson, via eerdere worpen van 65,91 en 67,00 ten slotte uit op 70,22 m, waarmee zij haar pas gevestigde Nederlandse record alweer aanzienlijk aanscherpt. Bovendien gaat zij nu ruimschoots aan de leiding van de wereldranglijst van 2021. Na Ria Stalman, wier prestaties in later jaren werden geschrapt, is zij de tweede Nederlandse die ooit de grens van 70 meter heeft overschreden.
20 mei[brontekst bewerken]
- Discuswerpster Jorinde van Klinken komt bij een wedstrijd in Tucson tot een afstand van 65,94 m. Dat is verder dan de limiet van 63,90 m die de Atletiekunie had gesteld, nadat in 2016 het toenmalige Nederlandse record van 71,22 m van Ria Stalman was geschrapt, toen die had toegegeven prestatie bevorderende middelen te hebben gebruikt. Van Klinken is nu dus de nieuwe nationale recordhoudster en heeft zich met haar prestatie bovendien gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van Tokio.
19 mei[brontekst bewerken]
- Na een week eerder als gevolg van een beroerte in Lagos, Nigeria, in een ziekenhuis te zijn opgenomen, overlijdt oud-olympisch kampioen Lee Evans. De Amerikaanse sprinter wist op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-Stad het wereldrecord op de 400 m te verbeteren tot 43,86 s. Hij was hiermee de eerste ter wereld die deze afstand binnen de 44 seconden liep. Zijn record bleef vervolgens bijna twintig jaar onaangetast. Na zijn actieve loopbaan werd Evans atletiekcoach en werkte daarbij in twintig verschillende landen. Hij is 74 jaar oud geworden.
2 mei[brontekst bewerken]
- Nederland is met vijf ploegen present op de World Athletics Relays 2021 in het Poolse Chorzów: de 4 × 100 m vrouwen en mannen, de 4 × 400 m vrouwen en mannen en de mixed 4 × 400 m. De 4 × 100 m mannen en de 4 × 400 m vrouwen hebben zich reeds verzekerd van deelname aan de Olympische Spelen in Tokio, voor de overige teams is dit het voornaamste doel. Het bereiken van de finale is hierbij de eis. Dat lukt alle vijf de Nederlandse teams. In die finales worden bovendien door twee teams medailles veroverd. Hoogtepunt is het goud dat bij de mannen op de 4 × 400 m wordt behaald. Jochem Dobber, Liemarvin Bonevacia, Ramsey Angela en Tony van Diepen winnen hun race afgetekend in 3.03,45. Op de 4 × 100 m lijken de vrouwen ook op weg naar goud, maar de laatste wissel gaat moeizaam, waardoor die medaille er niet inzit. In 44,10 s kapen Jamile Samuel, Dafne Schippers, Nadine Visser en Naomi Sedney ten slotte het brons nog net voor de neus weg van Polen.
26 april[brontekst bewerken]
- In haar woonplaats Dongen overlijdt oud-olympisch atlete Lia Louer-Hinten. Louer-Hinten was aanvankelijk actief op de horden en de meerkamp, maar schakelde in een latere fase van haar loopbaan over op de 400 m. Zij veroverde een zestal nationale titels en vestigde diverse nationale records. Ook was ze een jaar lang houdster van het Europese indoorrecord op de 400 m. Ze werd tweemaal uitgezonden naar de Olympische Spelen, in 1964 en 1968. Bij die tweede gelegenheid, in Mexico-Stad, zorgde Lia Louer-Hinten voor een olympische primeur toen daar bleek dat zij in verwachting was. Zij kwam hierdoor tijdens de Spelen niet in actie en kwam er een abrupt einde haar atletiekloopbaan. Lia Louer-Hinten werd 78 jaar.
- In Moskou overlijdt op 83-jarige leeftijd oud-olympisch kampioene Tamara Press. De in Charkov geboren Oekraïense, die als atlete uitkwam voor de Sovjet-Unie, regeerde vooral in de jaren zestig van de vorige eeuw bij het kogelstoten en discuswerpen. In beide disciplines werd zij zowel Europees als olympisch kampioene. Met de discus veroverde zij zelfs tweemaal Europees goud (in 1958 en 1962), terwijl zij dat op olympisch niveau juist weer met de kogel tweemaal deed (in 1960 en 1964). Van Tamara en haar jongere zuster Irina is heel wat beweerd wat betreft hun geslacht. De roddels werden aangewakkerd, toen een seksetest op de wedstrijdlocatie in 1966 werd verplicht voor alle internationale wedstrijden en de beide sportsters dat jaar niet meer aan wedstrijden deelnamen. De westerse pers zag dit als een bevestiging. Russische kranten spreken nog altijd alle aantijgingen tegen. Het tweetal heeft echter nooit een seksetest ondergaan, dus definitieve uitspraken kunnen er niet over gedaan worden.
4 april[brontekst bewerken]
- Ruth Chepngetich verbetert in het Turkse Istanboel het wereldrecord op de halve marathon. Aan de oevers van de Bosporus komt de Keniaanse tot een tijd van 1:04.02, waarmee zij bijna een halve minuut sneller is dan de Ethiopische Ababel Yeshaneh, die in februari 2020 een tijd van 1:04.31 neerzette.
3 april[brontekst bewerken]
- Tijdens een lokale wegwedstrijd in het Engelse Barrowford loopt triatlete Beth Potter de 5 km in 14.41. Dat is een verbetering van het recente wereldrecord van Beatrice Chepkoech met twee seconden. De vraag is wel of het record erkend zal worden door World Athletics, aangezien er na afloop van de wedstrijd geen dopingtest-faciliteiten aanwezig waren.
7 maart[brontekst bewerken]
- De derde en laatste dag van de Europese indoorkampioenschappen in Toruń eindigt zowel voor Nederland als België ongekend succesvol. Aan Nederlandse zijde wordt maar liefst driemaal goud en eenmaal brons veroverd. Nadine Visser maakt haar favorietenrol op de 60 m horden waar en prolongeert haar titel in 7,77 s en dat is een Nederlands record. Op de 4 x 400 m estafette gaan zowel de Nederlandse mannen als vrouwen met de hoogste eer strijken en beide teams doen dat met Nederlandse indoorrecordtijden. Jochem Dobber, Liemarvin Bonevacia, Ramsey Angela en Tony van Diepen leiden bij de mannen vrijwel de gehele race en winnen die in 3.06,06. De vrouwen moeten er wat harder voor werken om de winst te bereiken, maar ten slotte is de eindtijd van Lieke Klaver, Marit Dopheide, Lisanne de Witte en Femke Bol van 3.27,15 niet alleen een Nederlands, maar zelfs een toernooirecord. Jamile Samuel ten slotte laat zien dat zij, na een blessureperiode, weer op de goede weg terug is. Op de 60 m sprint zij in 7,22 s naar het brons. Met in totaal viermaal goud, eenmaal zilver en tweemaal brons wint Nederland voor het eerst het medailleklassement.
Bij België is de vierde medaille van het toernooi voor hoogspringer Thomas Carmoy, die met een hoogte van 2,26 m de bronzen medaille verovert. Zilver is er op de 3000 m voor Isaac Kimeli, die als enige het Noorse loopwonder Jakob Ingebrigtsen bijna tot het eind weet te volgen en op de finish met 7.49,41 slechts 1,21 sec. op hem hoeft toe te geven. Met tweemaal goud, tweemaal zilver en eenmaal brons eindigt België op de vierde plaats in het medailleklassement en ook dat is nog nooit eerder vertoond. - Tijdens een wedstrijd in Berlijn evenaart Richard Douma zijn eigen Nederlandse record op de 10 km van 28.08, dat hij ruim een jaar eerder in Valencia vestigde. Even lijkt het er zelfs op dat hij dit record heeft verbeterd, maar de aanvankelijk voor de Zaankanter geregistreerde tijd van 28.04 wordt achteraf gecorrigeerd naar 28.08.
6 maart[brontekst bewerken]
- Op de tweede dag van de Europese indoorkampioenschappen in Toruń blinkt er niet alleen opnieuw goud in het Belgische kamp, maar doet nu ook de Nederlandse afvaardiging een forse greep in de prijzenpot. Op de 1500 m bij de vrouwen laat de Belgische recordhoudster Elise Vanderelst, na eerder nauwelijks haar serie te hebben overleefd, er in de finale geen misverstand over bestaan en loopt na een traag op gang gekomen race in de laatste ronde superieur naar het goud in 4.18,44. Aan Nederlandse zijde hebben maar liefst vijf deelnemers de beide finales van de 400 m gehaald en dat levert heel wat op. Bij de vrouwen maakt Femke Bol haar favorietenrol waar en rent naar het goud in 50,63 s, haar zoveelste nationale recordverbetering van het jaar. Bij de mannen haalt Tony van Diepen het goud net niet, maar kaapt in 46,25 s wel het zilver weg voor de neus van zijn landgenoot Liemarvin Bonevacia, die met zijn 46,30 s nog wel goed genoeg is voor het brons. België gaat nu na twee dagen aan de kop van het medailleklassement.
5 maart[brontekst bewerken]
- Het eerste grote succes op de officiële openingsdag van de Europese indoorkampioenschappen in Toruń is binnen. De Belgische meerkampsters Nafissatou Thiam en Noor Vidts veroveren goud en zilver op de vijfkamp. Voor Thiam ligt de overwinning in de lijn der verwachtingen, maar dat Vidts in haar kielzog het zilver grijpt is een verrassing. Beide Belgische atletes laten met respectievelijk 4904 (een Belgisch indoorrecord) en 4791 punten de concurrentie ver achter zich, van wie de Hongaarse Xénia Krizsán met 4644 punten nog het dichtst in hun buurt komt. Aan Nederlandse zijde is er succes voor Jessica Schilder, die met een kogelstoot van 18,69 m niet alleen vijfde wordt, maar met deze prestatie tevens voldoet aan de kwalificatielimiet voor de Olympische Spelen in Tokio.
27 februari[brontekst bewerken]
- Polsstokhoogspringer Menno Vloon overtreft zichzelf bij een indoorwedstrijd in Clermont-Ferrand. Hij springt over 5,96 m, niet minder dan vijftien centimeter hoger dan zijn eerder in januari in Düsseldorf gevestigde Nederlandse indoorrecord van 5,81 m. Drie pogingen om vervolgens over 6,01 m te springen en zich bij de mondiale elite van het polsstokhoogspringen te voegen, mislukken.
24 februari[brontekst bewerken]
- Tijdens indoorwedstrijden in Madrid wint Nadine Visser de 60 m horden in 7,81 s. Daarmee is zij tweehonderdste van een seconde sneller dan haar eigen Nederlandse indoorrecord van 7,83 s, dat ze destijds in Birmingham liep tijdens de WK indoor. Het is tevens de beste wereldtijd van het seizoen. Bij de mannen verbetert de Amerikaan Grant Holloway op hetzelfde onderdeel het wereldindoorrecord van de Brit Colin Jackson uit 1994 met 0,01 seconde en brengt het op 7,29 s.
21 februari[brontekst bewerken]
- Op de tweede dag van de NK indoor in Apeldoorn wordt op de 400 m bij zowel de vrouwen als de mannen uitstekend gepresteerd. Femke Bol wint de titel bij de vrouwen in 50,64, wat alweer sneller is dan haar eerdere Nederlandse indoorrecord van vier dagen eerder. Het zilver is voor Lieke Klaver, die met haar 51,21 s voldoet aan de olympische limiet. Bij de mannen gaat de zege naar Liemarvin Bonevacia, die in 45,99 s als eerste Nederlander de 46 secondengrens doorbreekt. Het vorige record stond met 46,13 s op naam van Tony van Diepen, die nu in 46,17 s tweede wordt.
20 februari[brontekst bewerken]
- De sleet zit er nog bepaald niet in bij de bijna 35-jarige Fanny Smets. De Belgische polsstokspringster wipte tijdens de BK indoor in Louvain-la-Neuve over 4,53 m, twee centimeter boven haar eigen nationale record van januari jl. Met deze prestatie vergroot zij tevens haar kansen op deelname aan de komende Olympische Spelen in Tokio.
17 februari[brontekst bewerken]
- Haar eigen, nog geen twee weken oude Nederlandse record op de 400 m van 50,81 s is geen lang leven beschoren, want bij wedstrijden in het Poolse Toruń legt Femke Bol die afstand af in 50,66 s, een verbetering met 0,15 seconden. Slechts twee atletes in de wereld hebben een snellere tijd op de klokken staan dan de Amersfoortse. Lieke Klaver gaat in dezelfde race snel van start, maar eindigt als derde in 51,92 s.
14 februari[brontekst bewerken]
- Tijdens de Monaco Run, een wegwedstrijd over 5 km, realiseert Richard Douma een tijd van 13.27. Dat is een ruime verbetering van het Nederlandse record van Mike Foppen van 13.31 uit 2020. De Zaandammer finisht in de wedstrijd als vijfde. De Oegandees Joshua Cheptegei wint in 13.11. Bij de vrouwen komt de Keniaanse Beatrice Chepkoech tot 14.43 en dat is een verbetering van het wereldrecord uit 2018 met 5 seconden.
9 februari[brontekst bewerken]
- Tijdens een meeting in het kader van de World Indoor Tour in het Franse Liévin verbetert Mike Foppen op de 3000 m het Nederlandse indoorrecord van Gert-Jan Liefers van 7.44,34, gevestigd in 2003, door een tijd van 7.42,55 voor zich te laten noteren. Met deze prestatie kwalificeert Foppen zich tevens voor de EK indoor, die begin maart in het Poolse Toruń zullen plaatsvinden. Zich kwalificeren voor Toruń deed ook de Belgische Elise Vanderelst door op de 1500 m te finishen in 4.05,71, ruim onder de toelatingslimiet van 4.11,83, ruim ook onder het Belgische indoorrecord van Lindsey De Grande van 4.09,18 uit 2011. De wedstrijd winnen deed Vanderelst overigens bij lange na niet. Die eer was weggelegd voor de Ethiopische Gudaf Tsegay, die 3.53,09 voor zich liet klokken, een verbetering van het wereldindoorrecord van 3.55,17, dat sinds 2014 op naam stond van haar landgenote Genzebe Dibaba. Bij de mannen kwam op diezelfde afstand de Noor Jakob Ingebrigtsen tot een tijd van 3.31,80, een verbetering van het Europese indoorrecord van de Spanjaard Andrés Manuel Díaz van 3.33,32 uit 1999.
8 februari[brontekst bewerken]
- Els Vader, die tot Nederlands snelste sprintsters behoorde en die 33 jaar het record hield op de 200 meter sprint bij de dames, tot 30 januari 2021, is overleden. Ze overleed aan een zeldzame soort kanker. Vader, die aan drie Olympische Spelen deelnam en 23 nationale titels (twaalf outdoor en elf indoor) veroverde, werd 61 jaar.
7 februari[brontekst bewerken]
- Bij indoorwedstrijden in Dortmund verbetert sprinter Joris van Gool zijn eigen Nederlandse record op de 60 m. Zijn vorig jaar in het Poolse Toruń gelopen 6,59 s stelt hij met 0,01 seconde bij naar 6,58 s. Het is alweer het derde Nederlandse sprintrecord binnen één weekend. Mike Foppen schrijft eveneens een Nederlands indoorrecord op zijn naam. In Liévin laat hij de klokken stilstaan op 7.42,55, ruim anderhalve minuut sneller dan de 7.44,34 die Gert-Jan Liefers in 2003 had laten optekenen.
6 februari[brontekst bewerken]
- Femke Bol en Lieke Klaver verkeren in een blakende vorm. Een week na hun opzienbarende nationale records op de 400 en 200 m halen de twee Nederlandse vedettes er bij indoorwedstrijden in Metz alweer wat vanaf. Bol komt op de 400 m nu tot 50,81 s, 0,15 seconde sneller dan in Wenen, terwijl Klaver op de 200 m 23,10 s laat optekenen, 0,07 seconde onder haar vorige recordtijd. Er is ook Belgisch succes. De 22-jarige Eliott Crestan komt op de 800 m tot een tijd van 1.46,40. Hiermee verbetert de Namenaar het zeventien jaar oude Belgische record van Joeri Jansen met 0,06 seconden. Tevens voldoet hij hiermee aan de limiet voor deelname aan de EK indoor in het Poolse Toruń.
31 januari[brontekst bewerken]
- De polsstokhoogspringers Femke Pluim en Menno Vloon blijven gelijk opgaan. Niet alleen is het Nederlandse duo praktisch even oud (zij schelen slechts één dag in leeftijd) en bevatten hun voor- en achternamen evenveel letters, zij zijn nu ook beiden zowel in- als outdoor Nederlands recordhouder. Pluim was dat al, maar verbetert haar eigen indoorrecord van veertien dagen geleden tijdens de Perche en Or in Tourcoing met 1 cm door ditmaal over 4,52 m te springen. Vloon komt in Düsseldorf tot een verbetering met 6 cm van het record dat Rens Blom in 2003 op 5,75 m stelde en dat in 2020 werd geëvenaard door Rutger Koppelaar. Overigens stond het indoor PR van Vloon op 5,70 m, dus die maakt de grootste sprong vooruit.
30 januari[brontekst bewerken]
- Bij indoorwedstrijden in Wenen worden twee oude Nederlandse indoorrecords verbeterd. Femke Bol en Lieke Klaver zetten nieuwe nationale toptijden in de recordboeken. Eerst is het op de 400 m Lieke Klaver die het 23 jaar oude indoorrecord van Ester Goossens van 51,82 s bijstelt naar 51,48 s. Zij is nog niet bekomen van de inspanning, of Femke Bol haalt er in de volgende serie alweer ruim een halve seconde vanaf en stelt het record ten slotte op 50,96 s, tevens de snelste wereldtijd tot nu toe. Later op de dag krijgt Klaver alsnog haar nationale record, als zij op de 200 m tot 23,17 s komt. Dat is 0,17 seconde sneller dan Els Vader in 1988 in Liévin.
16 januari[brontekst bewerken]
- In het Franse Aubière springt de hink-stap-springer Hugues Fabrice Zango indoor 18,07 m. De atleet uit Burkina Faso verbreekt hiermee het tien jaar oude wereldindoorrecord van zijn tegenwoordige trainer Teddy Tamgho met 15 cm. Tevens is hij de eerste hink-stap-springer die indoor de grens van 18 meter passeert. Het buitenrecord staat al sinds 1995 op 18,29 m, op naam van de Brit Jonathan Edwards.
- Tijdens de Star Perche, een indoormeeting in Bordeaux voor alleen polsstokhoogspringers, verbeteren zowel de Belgische Fanny Smets als de Nederlandse Femke Pluim hun eigen nationale records door beiden de hoogte van 4,51 m te bedwingen. Smets verbetert met maar liefst 11 centimeter haar eerdere Belgische record van 4,40 m, dat zij vorig jaar februari vestigde tijdens de Belgische indoorkampioenschappen. Pluim verbetert haar vorige Nederlandse record van 4,47 m uit 2015 met 4 centimeter. De 4,50 m waarover in de media wordt gerept, als zou dit haar vorige record zijn en die zij in 2016 inderdaad tweemaal heeft bedwongen, is beide malen echter nooit door de Atletiekunie als officieel Nederlands record erkend.
13 januari[brontekst bewerken]
- In het Duitse Munster overlijdt oud-olympisch kampioen snelwandelen Bernd Kannenberg. In 1972 werd Kannenberg tijdens de Olympische Spelen van München kampioen op de 50 km snelwandelen in de olympische recordtijd van 3:56.11,6. Tevens was de Duitser op deze afstand van 1972 tot 1978 met 3:52.45 houder van het wereldrecord. Kannenberg is 78 jaar oud geworden.