Naar inhoud springen

Portaal:Jazz/Uitgelicht 356

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Häns’che Weiss (Berlijn, 1951) is een Duitse jazzgitarist, componist en vertolker van zigeunerjazz in de traditie van Django Reinhardt.

Weiss leerde de basisbeginselen van het gitaarspel in zijn familie. In december 1969 nam Schnuckenack Reinhardt hem op in zijn kwintet. Drie jaar later, in september 1972, richtte hij het Häns’che Weiss kwintet op, dat voortkwam uit het (oude) Schnuckenack Reinhardt Kwintet. De leden waren:

  • Häns'che Weiss (sologitaar)
  • Titi Winterstein (1956–2008, viool)
  • Holzmanno Winterstein (tot 1976), resp. Lulu Reinhardt (ritmegitaar)
  • Ziroli Winterstein (1954–2007, ritmegitaar)
  • Hojok Merstein (bas)

In 1978 kreeg het ensemble de Deutscher Schallplattenpreis voor zijn vierde album 5 Jahre Musik Deutscher Zigeuner. Dit album bevat de eerste politieke titel van een Sinto-muzikant, Lass Maro Tschatschepen (Laat ons ons recht opeisen). Het lied gaat over de Porajmos ('Holocaust' van de Roma en Sinti) in het Romani. Het gevolg was een woede-uitbarsting onder zijn volk, omdat men niet wilde dat de taal bekend werd bij de 'burgers'. Veel jonge Duitsers hoorden pas over de vernietiging van de zigeuners door deze plaat.