Naar inhoud springen

Portaal:Latijn/Uitgelicht/10

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De zogenaamde murus Gallicus, beschreven door Caesar in zijn Commentarii de bello Gallico werd algemeen gebruikt in de streek die we vandaag Frankrijk zouden noemen. Daar zijn ongeveer 24 exemplaren bekend. Maar er zijn ook exemplaren te vinden in het huidige Zwitserland, België en sommige delen van de Britse eilanden. Dit type muur is echter zeer zeldzaam in Centraal-Europa. De meest oostelijke vindplaats tot vandaag is in Manching, nabij Ingolstadt in Beieren (Duitsland).

Deze Gallische (Keltische) muur werd opgetrokken op de volle grond. Er werden eerst palen aangebracht in lengte- en dwarsrichting. Deze palen werden op hun kruisingen verbonden door lange ijzeren spijkers zodat een raamwerk gevormd werd dat dan gevuld werd met stenen en steengruis. Aan de voorzijde werd dan een beschermlaag van stenen aangebracht (volgens de techniek van de droge muur, nl. zonder mortel). Op deze manier werd een drie meter dikke muur opgericht, die zeer stabiel was dankzij het raamwerk van palen. Het was niet eenvoudig hem te vernietigen of af te branden omdat enkel de uiteinden van de palen tussen de stenen uitstaken. Aan de binnenkant werd een helling voorzien die niet alleen door voetvolk, maar ook door ruiters kon gebruikt worden om de top van de muur (die verscheidene meters hoog was) te bereiken.