Naar inhoud springen

Sint-Columbakerk (Deerlijk)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Sint-Columbakerk (2020)

De Sint-Columbakerk is een classicistische kerk waarvan de oudste delen uit de 12de eeuw stammen. Ze bevindt zich in het centrum van de gemeente Deerlijk. De kerk is toegewijd aan Columba van Sens, patrones van de parochie Deerlijk, waarmee het de enige kerk in Vlaanderen is die aan deze heilige is toegewijd.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens een legende zou de kerk gesticht zijn in 654 door Sint-Amandus. In de tweede helft van de 12de eeuw werd een eerder (wellicht houten) bedehuisje vervangen door een romaanse kruiskerk, vervaardigd uit Doornikse blauwsteen. Deze kerk had een vieringtoren, een vlak afgesloten koor, een dwarsbeuk en een driebeukig schip. In 1181 stond Evrardus (Everhard) van Avesnes, bisschop van Doornik, het altare [kerkgebouw] de Trelleke[1] af aan het Doornikse kapittel. Daarmee plaatste hij de kerk onder het patronaat van de kanunniken van het kapittel, verbonden aan zijn Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Dit kapittel stond voortaan in voor de bouw- en onderhoudswerken van de kerk. Om deze te bekostigen kregen de kanunniken van de bisschop het recht om tienden (kerkelijke belastingen) te heffen. Naast het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Doornik inde in Deerlijk ook het Sint-Salvatorkapittel van Harelbeke de tienden.

In de daaropvolgende eeuwen (wanneer precies is niet geweten) werd de romaanse kruiskerk te klein. Ze werd verbouwd tot een ruimere hallenkerk, waardoor de beuken en de koren op gelijke hoogte kwamen. Van de oorspronkelijke kerk bleven de vieringtoren en de middenbeuk volledig behouden, de dwarsbeuk en het koor deels.

Aan het einde van de 16de eeuw lag de kerk gedeeltelijk in puin, waarschijnlijk door de Beeldenstorm, een geuzenopstand of door strooptochten van Oostendse vrijbuiters. Vermoedelijk werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om bij de herstellingswerken begin 17de eeuw de kerk ingrijpend te verbouwen tot een tweebeukig geheel. Daarbij werden de zuidbeuk en het zuidkoor gesloopt en de doorgangen in het transept en het koor dichtgemaakt. De romaanse toren kreeg een laatgotische klokkenverdieping in zandsteen en een hogere spits. De oudste afbeelding van de kerk dateert uit 1607; in het landboek van Deerlijk uit 1747 is ze afgebeeld als een tweebeukig geheel met vieringtoren. Rond het gebouw ligt een ommuurd kerkhof. Losstaand van de kerk is ook de Sint-Columbakapel (voor het eerst vermeld in 1440) te zien, een aloud en belangrijk bedevaartsoord. In 1667, 1724, 1735-1736 en 1764-1767 voerde men herstellingen uit aan de kerk.

Zijkapel met Christus aan het kruis

Zoals ze er nu uitziet, dateert de kerk van het jaar 1774. In dat jaar werd het huidige classicistische bouwwerk opgericht. Het ontwerp was van architect Simon Steyt uit Kortrijk; de uitvoering van de werken stond onder leiding van architect Laurent-Benoît Dewez, die ook de Harelbeekse Sint-Salvatorkerk bouwde. Meester-metselaar J.B. Philippart werd aangeduid als aannemer. De benodigde stenen werden ter plaatse in ovens gebakken en met een lange platte kruiwagen naar de werf gevoerd. Waarschijnlijk vingen de werken aan midden 1774. Schip en koor van de verbouwde kerk kwamen nu onder één dak te liggen. Van het oude gebouw bleven alleen de toren, de zuidelijke dwarsbeuk en delen van het koor bewaard. De toren werd geïntegreerd in de zuidelijke zijbeuk.[2] Intussen was de naastgelegen Sint-Columbakapel verdwenen onder de slopershamer en het Sint-Columbaretabel overgebracht naar de vernieuwde kerk. In 1776 werd de kerk ingewijd, hoewel de werken nog niet waren afgerond. De laatste af te breken delen van de romaanse kerk verdwenen pas in 1788. In 1902 kwam er een toegang tot de kerk in de zuidelijke transeptarm, het in de volksmond bekend geworden Klein Deurke.

Tegen de zuidelijke zijbeuk is een kapel te zien van omtrent 1832 met Christus aan het kruis. Het houten beeld is ouder. Een soortgelijke kapel - opgetrokken ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten - is aangebouwd tegen de noordelijke zijbeuk en dateert van 1948.

In 1891 sloeg de bliksem in op de torenspits. Het bovenste deel van de toren brandde daardoor volledig uit. Na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog constateerde men relatief lichte schade aan de kerk. Herstellingen volgden al snel.

Bij Koninklijk Besluit van 6 mei 1985 werd het gebouw beschermd als monument.

In 1987 was er de restauratie van de toren van de kerk onder leiding van architect Pauwels uit Kortrijk. Meest recent was een diepgaande renovatie van het kerkgebouw, in 2017-2018 (zie verder).

Interieur[bewerken | brontekst bewerken]

Het meeste meubilair is afkomstig uit de 18de eeuw. Er is een hoogkoor met gipsen kopieën van eikenhouten medaillons van de westerse kerkvaders Ambrosius, Augustinus, Gregorius en Hiëronymus, gemaakt in het jaar 1954. Er staan twee zijaltaren, een van Onze-Lieve-Vrouw en een van Sint-Amandus. Voorts zijn er een preekstoel en vier biechtstoelen. In het hoogkoor staat een doopvont van wit marmer en steen met een koperen deksel dat gemaakt is in 1873. Een deel van de laat-18de-eeuwse communiebank is uit smeedijzer vervaardigd en sluit nu de ruimte af voor het Sint-Columbaretabel. Eveneens voorin bevindt zich een 18e-eeuws Sint-Elooisbeeld uit lindehout. De overige beelden dateren uit de 19de eeuw. Het schilderij boven het hoofdaltaar, de Balseming van Christus, is een kopie van een doek van Emmanuel Taffin uit 1785. De kopie is in 1954 vervaardigd door kunstschilder Georges Dheedene. In hetzelfde jaar maakte Dheedene een grote muurschildering.[3][4]

Het orgel is van 1907 en gebouwd door Théophile Delmotte uit Doornik, een van zijn laatste creaties. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte het beschadigd en werd naderhand hersteld. In 1998-2000 kreeg het orgel een grondige opknapbeurt.

Restauratie van 2017-2018[bewerken | brontekst bewerken]

Toekenning premie[bewerken | brontekst bewerken]

In april 2014 kende Vlaams Minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois een premie toe van 666.353 euro voor een ingrijpende restauratie en isolatie van de daken en de gevels van de Sint-Columbakerk.[5]

De werken[bewerken | brontekst bewerken]

In september 2017 werd begonnen met het plaatsen van steigers rond de kerk.[6] Er werd voorzien in acht maanden voor de realisatie, maar uiteindelijk zouden de werken dubbel zo lang duren en zo’n 1 miljoen euro kosten.

Het grootste deel van het budget (651.000 euro) ging naar het herstel van het baksteenmetselwerk, de natuursteen en de voegen van de gevels.[7] Daarnaast werden de dakconstructie[8] hersteld en de asbestleien op het dak vervangen door natuurleien. Ook werd de elektriciteit verbeterd en de brandbeveiliging vernieuwd. In een tweede fase (41.000 euro) werd de isolatie van het plafond aangepakt en de bevestiging van het plafond aan de moerbalken verstevigd. Op de zolders werd zo’n zes ton stof en vuil verwijderd en looppaden met leuningen en verlichting aangebracht.

Bescherming van de gierzwaluwenkolonie[bewerken | brontekst bewerken]

Aan de Sint-Columbakerk huist al jaren een gierzwaluwenkolonie van zo’n twintig koppels. Deze vogels hadden hun nest gebouwd in barsten en spleten in het metselwerk onder de dakgoot (de steenplaat). Door de restauratiewerken zouden de nesten verdoken zitten achter bouwstellingen en de spleten gedicht worden.

De vrees ontstond dat de vogels definitief zouden terugkeren naar hun overwinteringsplaats in het zuiden. Het gemeentebestuur werkte daarom samen met Natuurpunt Gaverstreke om de kolonie te redden. De provincie West-Vlaanderen schonk 18 speciale nestkasten. Acht daarvan werden op de toren geplaatst, boven de werf. Na een klein jaar waren alle nestkasten bewoond, iets wat normaal gezien jaren duurt. Na de beëindiging van de renovatie hing men de tien resterende kasten aan een zijgebouw en na een tijd waren ook enkele van deze ontdekt door de gierzwaluwen. Om extra ruimte te creëren voor de vogels was voor de werken beslist om de steenplaat niet volledig te dichten, maar enkele spleten open te laten. Deze openingen bleven voorlopig onaangeroerd. De gierzwaluwenkolonie in Deerlijk is een van de succesvolste in de regio.

Omgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Kerkhof[bewerken | brontekst bewerken]

Tot 1925 werd nog begraven rond de Sint-Columbakerk. Door plaatsgebrek en de beoogde verbetering van de verkeerscirculatie op de Plaats werd besloten om het oude kerkhof geleidelijk te verlaten en een nieuwe dodenakker in gebruik te nemen in de Hoogstraat. Tegen het einde van de jaren 1930 was dit proces voltooid.

Na de Eerste Wereldoorlog lagen er rond de Sint-Columbakerk een tijdje Engelse en Duitse militairen begraven, naast één Franse en één Belgische soldaat. Allen werden vóór 1930 overgebracht naar militaire kerkhoven, met uitzondering van de Belg wiens graf zelfs niet naar de Hoogstraat werd verhuisd en om onbekende reden verdween.

Standbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Standbeeld voor Pieter Jan Renier

In 1869 kwam er op het kerkhof een standbeeld ter ere van Pieter Jan Renier, dat na 50 jaar het gezelschap kreeg van een eerste monument voor de gesneuvelden, in de volksmond De Dikke Bertha[9] genoemd. Na het ontruimen van het kerkhof werd het oorlogsmonument achteruitgeschoven naar de zuidgevel van de kerk en later wisselden de monumenten van plaats. In 1952 werd het oude oorlogsmonument vervangen door een nieuw, dat bekend werd onder de naam Het Heilig Hart[10]. De positie van de standbeelden bleef tot op heden ongewijzigd.

In 1951 werd ten noordwesten van de kerk een borstbeeld opgericht voor Hugo Verriest en in 1982 werden het grafmonument en het graf van René De Clercq overgebracht naar Deerlijk en ten zuidoosten van de kerk geplaatst.

Kerkplein[bewerken | brontekst bewerken]

De omgeving van de Sint-Columbakerk was vanaf 1927 onderverdeeld in drie delen: het Hugo Verriestplein ten noorden, het Pieter Jan Renierplein en de Plaats ten westen, oosten en zuiden van de kerk. Op het einde van de jaren 1960 verdween deze ingewikkelde situatie. Het Hugo Verriestplein verloor toen zijn naam en werd opnieuw een deel van de Hoogstraat. De andere pleinen (eigenlijk straten) daarentegen kregen een nieuwe naam: Kerkplein.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ph. Despriet, De Sint-Columbakerk van Deerlijk, in De Gaverstreke V, Waregem, 1977, pp. 10-48
  • A. Bruggeman, F. Byttebier, H. Defraeye, K. Uyttenhove, De Sint-Columbakerk van Deerlijk, Kerkraad Sint-Columba, Deerlijk, 1992
  • N.N., Restauratie Sint-Columbakerk afgerond, Tijdschrift Gemeentenieuws Deerlijk, nr. 8 - 01.09 > 15.10.2019, pag. 3
  • N.N., Achter de schermen bij de restauratie van de kerk - Het verhaal van de gierzwaluwen, Tijdschrift Gemeentenieuws Deerlijk, nr. 8 - 01.09 > 15.10.2019, pag. 6

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Church of Deerlijk (St-Columba) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.