Van Dongen (geslacht)
Uiterlijk
Van Dongen is een oud adellijk geslacht waarvan een lid sinds 1814 tot de Nederlandse adel behoorde en met wie het geslacht in 1830 uitstierf.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
De stamreeks begint met Gerrit van Dongen die in 1572 tot dijkgraaf van Salland werd benoemd. Nadat zijn achterkleinzoon Cornelis van Dongen, heer van Oldengaerden (1630-1731) in 1664 zijn riddermatigheid had bewezen werd hij toegelaten tot de ridderschap van Drenthe. Zijn achterkleinzoon Anton Bernard Coenraad van Dongen tot Oldengaerden (1744-1830) werd in 1814 benoemd in de ridderschap van Drenthe, en werd er voorzitter van. Met hem stierf het 'adellijke geslacht' in 1830 uit.
Enkele telgen[bewerken | brontekst bewerken]
Gerrit van Dongen, dijkgraaf van Salland
- Cornelis van Dongen (1560-1636), burgemeester en schout van Zwolle en Zwollerkerspel, bezat de havezathe Zalne in Zwollerkerspel
- Gerrit van Dongen († 1636)
- Cornelis van Dongen, heer van Oldengaerden en Dunningen ([1630]-1713), lid van de ridderschap van Drenthe
- Cornelis van Dongen, heer van Dunningen, Oldengaerden en Vledderinge (1665-1723), lid van de ridderschap van Drenthe
- Cornelis van Dongen, heer van Oldengaerden en Westdorp (1716-1758), lid van de ridderschap van Drenthe
- jhr. Anton Bernard Coenraad van Dongen tot Oldengaerden (1744-1830), lid en voorzitter van de ridderschap van Drenthe, laatste telg van het adellijke geslacht
- Cornelis van Dongen, heer van Oldengaerden en Westdorp (1716-1758), lid van de ridderschap van Drenthe
- Cornelis van Dongen, heer van Dunningen, Oldengaerden en Vledderinge (1665-1723), lid van de ridderschap van Drenthe
- Cornelis van Dongen, heer van Oldengaerden en Dunningen ([1630]-1713), lid van de ridderschap van Drenthe
- Gerrit van Dongen († 1636)
Bronnen, noten en/of referenties
|