Op grond van een beslissing van de gezamenlijke internationale tennisbonden[1] speelden deelneemsters uit Rusland en Wit-Rusland zonder hun nationale kenmerken.
De als vierde geplaatste titelverdedigster Jekaterina Aleksandrova won het toernooi. In de finale versloeg zij het eerste reekshoofd Veronika Koedermetova in drie sets, met een tiebreak in de derde set. Aleksandrova wist voor de tweede keer het toernooi van Rosmalen op haar naam te schrijven.[2] Het was haar zevende WTA-titel, de eerste van dat jaar. Zij incasseerde € 29.760 prijzengeld op dit toernooi.
De Belgische Elise Mertens was als vijfde geplaatst – wegens een onderrugblessure meldde zij zich af voor de eerste ronde. Haar landgenote Greet Minnen bereikte de tweede ronde. De derde Belgische, Ysaline Bonaventure, verloor haar openingspartij.
De enige Nederlandse, Lesley Pattinama-Kerkhove, was via een wildcard tot het toernooi toegelaten – zij kwam niet voorbij de eerste ronde.
Van de titelhoudsters Ellen Perez en Tamara Zidanšek had de laatste zich niet voor deze editie van het toernooi ingeschreven. Perez speelde samen met de Amerikaanse Nicole Melichar-Martinez, met wie zij het tweede reekshoofd vormde – zij kwamen niet voorbij de tweede ronde.
Het eerste reekshoofd, Elise Mertens en Demi Schuurs, bereikte eveneens de tweede ronde. Daar lieten zij evenwel verstek gaan, wegens een onderrugblessure van Mertens.
Het als derde geplaatste Japanse duo Shuko Aoyama en Ena Shibahara won het toernooi. In de op zaterdag 17 juni gespeelde finale versloegen zij het ongeplaatste Slowaakse koppel Viktória Hrunčáková en Tereza Mihalíková in twee sets. Het was hun negende gezamenlijke titel, de eerste sinds twee jaar. Aoyama had daarnaast negen eerdere dubbelspeltitels met andere partners; Shibahara één.