De wedstrijd voor vrouwen vond echter niet plaats in Zandvoort, maar in het Belgische Rotheux-Rimière, ten zuiden van Luik. De wedstrijd werd twee weken voor de mannenwedstrijd verreden, op een ronde van vier kilometer die 18 keer afgelegd werd. De Luxemburgse titelverdedigster Elsy Jacobs raakte in de voorlaatste ronde opgehouden door een val. Ze wist nog aan te sluiten bij de eerste groep, maar werd in de sprint 15e. Beste Nederlandse was Wilhelmina van de Wal op de 16e plek.[1]