Artikel 9 van de Belgische Grondwet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Artikel 9 van de Belgische Grondwet
Artikel 9 van de Belgische Grondwet
Artikel
Voor coördinatie Art. 5 GW
Na coördinatie Art. 9 GW
Titel II. De Belgen en hun rechten
Status Geldend
Invoering
Datum 7 februari 1831
Ingevoerd door Nationaal Congres
Herzieningen
Datum 1 februari 1991
Onderdeel van Hervorming nationaliteitswetgeving
Datum 17 februari 1994
Onderdeel van Coördinatie van de Grondwet
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij

Artikel 9 van de Belgische grondwet kent aan de federale wetgevende macht de bevoegdheid toe naturalisaties te verlenen. Hierdoor kan de Belgische nationaliteit worden toegekend via een wet die naturalisaties verleent. Zulke naturalisatiewetten zijn wetten in de formele zin, die overeenkomstig artikel 74 van de Belgische Grondwet uitgaan van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Koning.

Tekst[bewerken | brontekst bewerken]

Naturalisatie wordt verleend door de federale wetgevende macht.

— Artikel 9 van de Belgische Grondwet.

Commentaar[bewerken | brontekst bewerken]

Het artikel gaat terug tot artikel 5 in de grondwet aangenomen op 7 februari 1831. De officiële tekst was: "La naturalisation est accordée par le pouvoir législatif. La grande naturalisation seule assimile l'étranger au Belge pour l'exercice des droits politiques."[1] Bij het vastleggen van de Nederlandse versie van de Grondwet in 1967 werd dit vertaald als: "Naturalisatie wordt verleend door de wetgevende macht. Alleen grote naturalisatie stelt de vreemdeling met de Belg gelijk voor de uitoefening van de politieke rechten."

In 1991 werd het tweede lid omtrent de grote naturalisatie opgeheven. Sindsdien luidde de Nederlandstalige versie van dit artikel: Naturalisatie wordt verleend door de wetgevende macht.[2]

In 1994 werd de grondwet gecoördineerd, en preciseerde men "wetgevende macht" door het te vervangen in "federale wetgevende macht".

Op andere Wikimedia-projecten