Gebruiker:Da dinges/Zandbak/Archief1

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Fructuoso Rivera[bewerken | brontekst bewerken]

Generaal Fructuoso Rivera.

José Fructuoso Rivera y Toscana (Montevideo, 17 oktober 1784 - Melo, 13 januari 1854) was een Uruguayaans generaal en politicus en hij was de eerste president van Uruguay. Tevens was hij de oprichter van el Partigo Colorado, de liberaal, sociaal-demoncratische partij van Uruguay. Rivera is voor 3 termijnen president geweest.

Voor zijn aantreden als president[bewerken | brontekst bewerken]

Rivera was een van de generalen die tijdens de Argentijnse-Braziliaanse oorlog 1825-1828 hielp bij het verdrijven van de Brazilianen uit de Banda Oriental, het huidige Uruguay.

Tijdens zijn presidentstermijnen[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens zijn eerste termijn als president, roeide Rivera alle oorspronkelijke bewoners (de Charrua) uit. Dit deed hij in 1831, toen de nog overgebleve leden van deze nomadenstam aanwezig waren bij een door hem georganiseerde bijeenkomst, nabij de Salsipuedes (letterlijk: Ontsnap-als-je-kan) beek.

Presidents termijnen[bewerken | brontekst bewerken]

18301834 18381839 18391843

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Het Uruguayaanse departement Rivera en de hoofdstad van dit departement Rivera zijn naar Rivera vernoemd.


Rivera, Fructuoso [[+}Categorie:Uruguayaans persoon|Rivera, Fructuoso]] Rivera, Fructuoso

+de:José Fructuoso Rivera +en:Fructuoso Rivera +es:Fructuoso Rivera +fr:Fructuoso Rivera +pl:Fructuoso Rivera +pt:Fructuoso Rivera

Sjabloon Hoofdsteden van Zuid-Amerika[bewerken | brontekst bewerken]

 
Hoofdsteden van Zuid-Amerika
Onafhankelijke gebieden:

Asunción (Vlag van Paraguay Paraguay) | Bogota (Vlag van Colombia Colombia) | Brasilia (Vlag van Brazilië Brazilië) | Buenos Aires (Vlag van Argentinië Argentinië) | Caracas (Vlag van Venezuela Venezuela) | Georgetown (Vlag van Guyana Guyana) | La Paz (Vlag van Bolivia Bolivia) | Lima (Vlag van Peru Peru) | Montevideo (Vlag van Uruguay Uruguay) | Paramaribo (Vlag van Suriname Suriname) | Quito (Vlag van Ecuador Ecuador) | Santiago de Chile (Vlag van Chili Chili) | Sucre (Vlag van Bolivia Bolivia)

Afhankelijke gebieden:

Cayenne (Vlag van Frans-Guyana Frans-Guyana) | Grytviken (Vlag van Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden Zuid-Georgia en de Zuidelijke Sandwicheilanden) | Stanley (Vlag van Falklandeilanden Falklandeilanden)

Sjabloon Hoofdsteden van Europa[bewerken | brontekst bewerken]

 
Hoofdsteden van Europa

Amsterdam (Vlag van Nederland Nederland) | Andorra la Vella (Vlag van Andorra Andorra) | Ankara[1] (Vlag van Turkije Turkije) | Athene (Vlag van Griekenland Griekenland) | Belgrado (Vlag van Servië Servië) | Berlijn (Vlag van Duitsland Duitsland) | Bern[2] (Vlag van Zwitserland Zwitserland) | Boedapest (Vlag van Hongarije Hongarije) | Boekarest (Vlag van Roemenië Roemenië) | Bratislava (Vlag van Slowakije Slowakije) | Brussel (Vlag van België België) | Chisinau (Vlag van Moldavië Moldavië) | Dublin (Vlag van Ierland Ierland) | Helsinki (Vlag van Finland Finland) | Kiëv (Vlag van Oekraïne Oekraïne) | Kopenhagen (Vlag van Denemarken Denemarken) | Ljubljana (Vlag van Slovenië Slovenië) | Londen (Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk) | Lissabon (Vlag van Portugal Portugal) | Luxemburg (Vlag van Luxemburg Luxemburg) | Madrid (Vlag van Spanje Spanje) | Minsk (Vlag van Wit-Rusland Wit-Rusland) | Moskou (Vlag van Rusland Rusland) | Nicosia (Vlag van Cyprus Cyprus) |


Oslo (Vlag van Noorwegen Noorwegen) | Parijs (Vlag van Frankrijk Frankrijk) | Podgorica (Vlag van Montenegro Montenegro) | Praag (Vlag van Tsjechië Tsjechië) | Reykjavik (Vlag van IJsland IJsland) | Riga (Vlag van Letland Letland) | Rome (Vlag van Italië Italië) | San Marino (Vlag van San Marino San Marino) | Sarajevo (Vlag van Bosnië en Herzegovina Bosnië en Herzegovina) | Skopje (Vlag van Noord-Macedonië Noord-Macedonië) | Sofia (Vlag van Bulgarije Bulgarije) | Stockholm (Vlag van Zweden Zweden) | Tallinn (Vlag van Estland Estland) | Tbilisi (Vlag van Georgië Georgië) | Tirana (Vlag van Albanië Albanië) | Tórshavn (Vlag van Faeröer Faeröer) | Valetta (Vlag van Malta Malta) | Vaduz (Vlag van Liechtenstein Liechtenstein) | Vilnius (Vlag van Litouwen Litouwen) | Warschau (Vlag van Polen Polen) | Wenen (Vlag van Oostenrijk Oostenrijk) | Zagreb (Vlag van Kroatië Kroatië)

Geen[3] (Vlag van Monaco Monaco)
  1. Ondanks dat Ankara in Azië ligt, wordt Turkije als Europa beschouwt
  2. Is officieel de bondsstad
  3. Heeft geen hoofdstad, maar men zou kunnen beweren dat Monaco-Ville de hoofdstad is

Gimnasia La Plata[bewerken | brontekst bewerken]

Gimnasia de La Plata
Naam Club de Gimnasia y Esgrima La Plata
Bijnaam Los Triperos, Mensanas, El Lobo
Opgericht 3 juni 1887
Stadion Estadio Juan Carlos Zerrillo, La Plata
Capaciteit 33.500
Voorzitter Juan José Muñoz
Trainer (interim) Ricardo Kuzemka
Competitie Primera División
Thuis
Uit
Portaal  Portaalicoon   Voetbal

Gimnasia y Esgrima La Plata (GELP), maar ook vaak als Gimansia (LP) aangeduidt is een voetbalclub/sportclub uit La Plata, Argentinië en komt in het seizoen 2006/2007 uit in de hoogste Argentijnse divisie, de Primera División. De club werd nog nooit kampioen, maar wel 5 maal tweede en 3 keer derde.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De "Club de Gimnasia y Esgrima La Plata" werd gesticht op 3 juni 1887 als een maatschappelijke organisatie. De eerste sporten die te beoefenen waren gymnastiek (gimnasia) en schermen (esgrima), vandaar de naam. Later werden ook sporten zoals voetbal, rugby, atletiek en basketbal aan de club toegevoegd.

De club (voetbal) maakte in zijn begin jaren deel uit van de derde Argentijnse divisie. Na een korte periode begon de club weer met voetbal in 1915 in de zogenaamde tussendivisie, waar het kampioenschap van gewonnen werd, waardoor Gimnasia promoveerde naar het hoogste niveau in Argentinië, wat toen nog amateurvoetbal was. In dat zelfde jaar won de club 2 officiële bekers.

De aartsrivaal is Estudiantes de La Plata. De eerste stadsderby ooit gespeeld (27 april 1916) werd door Gimnasia gewonen met 1-0 in een seizoen waar men 4de eindigde.

In 1929 werd de club kampioen van Argentinië, net voordat het professionele voetbal werd geintroduceerd. De club degradeerde in 1943, 1945, 1951 en 1979 en sinds 1985 is de club weer te vinden op het hoogste niveau. De tweede divisie werd 3x gewonnen namelijk in 1944, 1947 en 1952. De Centenario Beker werd in het seizoen 1993/94 gewonnen, een iniatief van de Argentijnse Voetbalbond AFA, voor het 100-jarige jubilieum van de bond.

Een crisisjaar voor de club was het seizoen 2006/07 toen de voorzitter Juan José Muñoz tijdens de rust van Gimnasia - Boca Juniors (op dat moment 1-0) scheidsrechter Daniel Giménez bedreigde. Muñoz werd voor 6 maanden geschorst, maar hij werd niet ontslagen door het bestuur van de club. Verder werden er in dit seizoen grote verliezen geleden tegen clubs als Estudiantes de La Plata (uit 7-0 verlies) en Boca Juniors (uit 4-0 verlies). Na het verlies tegen Estudiantes (LP) werd de club een paar dagen later in de Copa Sudamericana uitgeschakelt door Colo Colo uit Chili. Deze wedstrijd werd overschaduwt door het geweld van Gimansia-speler Julio Grondona, wat zo ernstig was dat deze een excuusbrief schreef naar de Chileense voetbalbond (ANFP).

Ook het verlies tegen Boca Juniors was er niet eentje zonder gevolgen. Spelers en de toenmalige coach (Carlos Timoteo Griguol) werden voorafgaande van de wedstrijd met de dood bedreigd. Zij werden bedreigd door sommige leden van de eigen aanhand, omdat men wou dat de wedstrijd tegen Boca Juniors verloren werd, zodat Boca Juniors weer in de race kwam voor het kampionschap en kon voorkomen dat Estudiantes deze won. Verschillende spelers moesten getuigen in deze zaak. Spelers als Marcelo Goux, Martín Cardetti en Ariel Franco weigerden nog verder voor de club uit te komen.

stadion[bewerken | brontekst bewerken]

Het "Juan Carlos Zerrillo" stadium (el Bosque, het bos, vernoemd naar het dichtbij gelegen park met dezelfde naam), had een capaciteit van 33,000 en werd gebruitk tot 2005.

Het nieuwe stadsstadion voor La Plata, het Estadio Ciudad de La Plata, werd gebouwd voor de beide clubs Estudiantes (LP) en Gimnasia (LP). Beide clubs bleven liever in hun eigen stadia blijven, maar door nieuwe veiligheidsmaatregelen was dit niet meer mogelijk.

Records[bewerken | brontekst bewerken]

Gimnasia heeft het record van snelste doelpunt in de Argentijnse nationale divisie. Carlos Dantón Seppaquercia scoorde tegen Huracán na 5 seconden, op 20 Maart 1979.

Ook is Gimnasia de eerste Zuid-Amerikaanse ploeg die Real Madrid op eigen veld wist te kloppen. Op 1 januari 1931 werd het 3-2 in voordeel van de Argentijnse ploeg.

Bekende spelers[bewerken | brontekst bewerken]


Bernardo O'Higgins[bewerken | brontekst bewerken]

Bernardo O'Higgins

Bernardo O'Higgins (Chillán (Chili), 20 augustus 1778 - Lima (Peru), 24 oktober 1842) was een Chileens militair die gezien wordt als de vader des vaderlands van Chili (el Padre de la Patria de Chile). Verder was hij een van de fundamentele militairen in de onafhankelijkheidsstrijd van Chili en Latijns-Amerika. Daarnaast was hij de 3de Opperste Bevelhebber (16 februari 1817 - 28 januari 1823)(wat nu hetzelfde is als de president van Chili) van Chili en de eerste die de titel in Chili als onafhankelijk land (1818) kon dragen.

Andere titels die hij draagt zijn:

Vroege Jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Ambrosio O'Higgins, de vader van Bernardo O'Higgins

Bernardo O'Higgins werd geboren in Chillán, Chili als zoon van Ambrosio O'Higgins, Markies van Osorno, een Spaanse officier geboren in het Ierse County Sligo die gouverneur in Chili werd en later onderkoning van Peru. Zijn moeder, Isabel Riquelme, was een lokale prominente dame. Zijn jeugd spendeerde hij vooral bij zijn moeders familie in het zuiden van Chili. Met zijn vader had hij een afstandelijke relatie. Hij steunde hem financieel en bemoeide met zijn educatie, maar ze hebben elkaar nooit ontmoet, omdat Spaanse officieren niet mochten trouwen met lokalen.

Toen zijn vader gouveneur werd van Peru, werd de jonge Bernardo naar Londen gestuurd om zijn educatie te vervolgen. Daar werd hij bekend met de Amerikaanse onafhankelijkheidsideeën. Hij ontmoette daar de Venezuelaanse revultionair Francisco de Miranda en werd lid van de Logia Lautaro, een loge die bezig was met libareseren van Latijns-Amerika.

Rol in de Chileens Onafhankelijkheid en Overheid[bewerken | brontekst bewerken]

In 1810 voegde O'Higgins zich bij de strijd voor de onafhankelijkheid van Chili om het land af te scheiden van het Spaanse koninkrijk. De rebellen onder zijn leiding werdern door de Spanjaarden verslagen in 1814 waardoor zij gedwongen werden zich terug te trekken in de Andes. Met behulp van de Argentijnse generaal José de San Martín leiden hij het offensief in 1817, zodat hij op 12 februari van dat jaar met zijn cavalerie de Slag om Chacabuco won, nabij Santiago. Hij werd de eerste leider van het onafhankelijke Chili en het jaar daarop de eerste leider van de Republiek Chili.

Tijdens zijn zesjarige regeerperiode richtte hij de Militaire Academie op en keurde hij de (huidige) Chileense vlag goed. Echter, zijn radicalere en liberale hervorming, zoals de invoering van de democratie en de afschaffing van adelijke titels, kregen veel weerstand van de conservatieve grootgrondbezitters. Verder stichtte hij de steden La Unión en Vicuña. Op 28 januari 1823 werd hij afgezet door een conservatieve coup.

Tijdens zijn latere ballingschap in Peru, was hij een voorstander van de Chileense expansie naar het zuiden, dat leidde tot de stichting van de stad Punta Arenas in 1845. Verder hielp hij bij de onafhankelijkheid van Peru.

Dood en nalatenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Na zijn ballingschap, leefde O'Higgins tot aan zijn dood in Peru, waar hij stief in 1842, in Lima.

Monument voor O'Higgins in Lima, Peru

Na zijn dood werden zijn overblijfselen naar Chili gebracht, wat gebeurde in 1862. In 1979 werden deze overblijfselen in het Altar de la Patria'smausoleum voor het Palacio de La Moneda, het presidentiële paleis van Chili, geplaatst, met een onderbreking in 2004 toen dit mausoleum werd gerestaureerd. De stad Villa O'Higgins is vernoemd naar O'Higgins.

sCategorie:Chileens militair

Lijst van steden van Chili[bewerken | brontekst bewerken]

In deze tabel zijn alle steden in het land Chili opgenomen die meer dan 40.000 inwoners hebben op de datum 24 april 2002. Verder is ook aangegeven in welke regio de stad ligt. De dikt gedrukte steden zijn de hoofdsteden van de regio´s.

Steden van Chili
Rang Stad Inwonertal Regio
Census 1985 Census 1996 Census 2002
1. Santiago de Chile 3.650.541 4.295.593 4.656.690 Metropolitana
2. Puente Alto 110.099 254.127 492.603 Metropolitana
3. Viña del Mar 265.355 285.454 286.931 Valparaíso
4. Antofagasta 183.333 225.316 285.255 Antofagasta
5. Valparaíso 265.355 274.228 263.499 Valparaíso
6. San Bernardo 117.132 179.398 237.708 Metropolitana
7. Temuco 157.297 185.936 227.086 Araucanía
8. Concepción 266.953 206.839 212.003 Bío-Bío
9. Rancagua 139.781 179.638 206.971 Bernardo O'Higgins
10. Talca 128.445 159.711 189.505 Maule
11. Arica 139.017 161.333 175.441 Tarapacá
12. Iquique 110.175 145.139 164.396 Tarapacá
13. Talcahuano 202.264 244.034 161.692 Bío-Bío
14. Puerto Montt 84.195 110.139 153.118 Los Lagos
15. Coquimbo 86.000 110.879 148.434 Coquimbo
16. La Serena 83.009 109.293 147.815 Coquimbo
17. Chillán 118.213 145.759 146.701 Bío-Bío
18. Osorno 95.215 114.239 132.245 Los Lagos
19. Valdivia 99.704 112.712 127.750 Los Lagos
20. Quilpué 84.136 102.233 126.893 Valparaíso
21. Calama 99.000 106.970 126.135 Antofagasta
22. Copiapó 68.953 98.188 125.983 Atacama
23. Los Angeles 70.539 94.716 117.972 Bío-Bío
24. Punta Arenas 97.137 109.110 116.005 Magellanes
25. Villa Alemana 55.766 70.663 94.802 Valparaíso
26. Curicó 60.496 77.733 93.447 Maule
27. Coronel 65.957 79.677 91.469 Bío-Bío
28. Hualpén k.A. k.A. 85.928 Bío-Bío
29. San Antonio 61.486 74.742 83.435 Valparaíso
30. Chiguayante k.A. 56.371 81.238 Bío-Bío
31. San Pedro de la Paz k.A. 67.817 80.159 Bío-Bío
32. Ovalle 42.895 53.515 66.405 Coquimbo
33. Linares 46.364 59.658 65.133 Maule
34. Peñaflor 36.551 46.711 63.209 Metropolitana
35. Quillota 44.824 53.765 62.231 Valparaíso
36. Colina 15.484 33.459 58.769 Metropolitana
37. Los Andes 34.613 44.107 55.127 Valparaíso
38. Melipilla 33.654 45.722 53.522 Metropolitana
39. San Felipe 31.656 44.327 53.017 Valparaíso
40. Alto Hospicio k.A. 5.520 50.190 Tarapacá
41. Talagante 24.851 37.198 49.957 Metropolitana
42. San Fernando 32.386 42.684 49.519 Bernardo O'Higgins
43. Lota 47.156 50.123 48.975 Bío-Bío
44. La Calera 38.322 44.422 47.836 Valparaíso
45. Penco 30.972 39.562 45.361 Bío-Bío
46. Coyhaique 29.128 36.376 44.850 Aisén
47. Angol 31.005 39.151 43.801 Araucanía
48. Vallenar 38.279 42.725 43.750 Atacama
49. Tomé 34.124 37.394 41.198 Bío-Bío
50. Buín 18.040 33.059 40.091 Metropolitana

Juan Carlos Onetti[bewerken | brontekst bewerken]

Juan Carlos Onetti (Montevideo, Uruguay, 1 juli 1909 - Madrid, Spanje, 30 mei 1994) was een Uruguayaans schrijver.

Jonge jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Juan Carlos Onetti was de zoon van Carlos Onetti en Honoria Borges. Hij had een oudere broer Raúl en een jongere zus Raquel. In 1930 trouwt hij met zijn nichtje María Amalia Onetti, in dat zelfde jaar verhuizen ze naar Buenos Aires. Op 16 juni 1931 word hun eerste kind geboren; Jorge Onetti Onetti Borges. In 1933 scheid het paar zich en een jaar later trouwt hij opnieuw, nu met zijn andere nichtje María Julia Onetti, waardoor hij weer terug in Montevideo gaat wonen.

Carriére[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1939 begint Ornetti met schrijven en verdient hij zijn geld via de journalistiek, later in de literatuur. Zo werd hij onder meer hoofdredacteur van het blad Marcha in 1941. In 1975 ontvlucht hij Uruguay naar Spanje uit angst voor de toenheersende dictatuur. Uruguay nodigt hem uit om in 1985 terug te komen naar het land maar dat weigert hij. In dat zelfde jaar wint hij de Uruguyaanse literatuurprijs

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

  • El pozo, 1939.
  • Tierra de nadie, 1941.
  • Para esta noche, 1943.
  • La vida breve, 1950.
  • Los adioses 1954.
  • Para una tumba sin nombre, 1959.
  • La cara de la desgracia, 1960.
  • El astillero, 1961.
  • El infierno tan temido y otros cuentos, 1962.
  • Juntacadáveres, 1964.
  • La muerte y la niña, 1973.
  • Tiempo de abrazar, 1974.
  • Dejemos hablar al viento, 1979.
  • Presencia y otros cuentos, 1986.
  • Cuando entonces, 1987.
  • Cuando ya no importe, 1993.

Pando[bewerken | brontekst bewerken]

Pando kan verwijzen naar:

Itamar Franco[bewerken | brontekst bewerken]

Itamar Augusto Cautiero Franco (Salvador, Bahia, 28 juni 1930) is een Braziliaans politicus en ingenieur. Hij staat vooral bekend als president van Brazilië. Hij was in ambt van 2 oktober 1992 tot 1 januari 1995.

In 1989 vertrok Franco van de PL naar de kleine PRN (Nationale Heropbouwingspartij) waar hij zichzelf tot kandaat voor het vice-presidentschap stelde, dat van president Fernando Collor. Hij nam deze positie in op 15 maart 1990.

In 1992 werd Collor beschuldigt van corruptie en onderging een procedure van Impeachment door het Nationale Congres. Franco trad in als president op 2 oktober 1992 maar werd pas uitgeroepen tot president op 27 december 1992 toen Collor zijn ontslag indiende.

Brazilië bevond zich in een grote economische crisis, ze had een inflatie van 1100% in 1992, het jaar daarop een inflatie van 6000%. Franco zette de aanval in door onder meer Fernando Henrique Cardoso als minister van financiën aan te stellen. In februari 1994 zette zijn regering het Plano Real in, een plan om de Braziliaanse economie te stabiliseren zodat de hyperinflatie kon worden bestreden. Dit plan had succes met als gevolg dat Franco's minister Fernando Henrique Cardoso zich succesvol kandidaat stelde voor de daarop volgende presidentsverkiezingen en deze won.

Na zijn presidentschap was Franco gouveneur van de staat Minas Gerais van 1999 tot 2003.

Voorganger:
Tancredo de Almeida Neves
President van Brazilië
1992-1994
Opvolger:
Fernando Henrique Cardoso