Tadej Pogačar

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tadej Pogačar
Pogačar tijdens de Ronde van Slovenië in 2022.
Persoonlijke informatie
Geboortedatum 21 september 1998
Geboorteplaats Klanec, Vlag van Slovenië Slovenië
Nationaliteit Sloveense
Lengte 177 cm
Gewicht 67 kg
Sportieve informatie
Huidige ploeg UAE Team Emirates
Discipline(s) Wegwielrennen
Specialisatie(s) Allrounder
Ploegen
2017–2018
2019–heden
Ljubljana Gusto Xaurum
UAE Team Emirates
Beste prestaties
Milaan-San Remo 3e (2024)
Ronde van Vlaanderen 1e (2023)
Amstel Gold Race 1e (2023)
Luik-Bastenaken-Luik 1e (2021, 2024)
Ronde van Lombardije 1e (2021, 2022, 2023)
Ronde van Italië 1 etappezege
Ronde van Frankrijk 1e (2020, 2021)
11 etappezeges
Ronde van Spanje 3e (2019)
3 etappezeges
WK op de weg 3e (2023)
Overige
Zeges:  
Ronde van de VAE
Strade Bianche
Parijs-Nice
Tirreno-Adriatico
Ronde van Catalonië
Ronde van Californië
Waalse Pijl
GP van Montréal
2021, 2022
2022, 2024
2023
2021, 2022
2024
2019
2023
2022
Medailleoverzicht
Wegwielrennen
Evenement Goud Zilver Brons
Olympische Zomerspelen 0 0 1
Wereldkampioenschappen 0 0 1
Totaal (2 medailles) 0 0 2
Portaal  Portaalicoon   Wielersport

Tadej Pogačar (uitspraak) (Klanec, 21 september 1998) is een Sloveens wielrenner die sinds 2019 voor het UCI World Tourteam UAE Team Emirates uitkomt. Pogačar brak in 2019 door bij het grote publiek door op 20-jarige leeftijd derde te worden in de Vuelta. In 2020 werd hij de op een na jongste winnaar ooit van de Tour de France. Pogačar wordt algemeen beschouwd als een van de beste renners ter wereld en won in 2021 de Vélo d'Or.

Als specialist in het rondewerk won Pogačar tweemaal de Ronde van Frankrijk (in 2020 en 2021) en behaalde hij elf ritzeges. Ook in het klassieke werk is hij een wereldtopper, getuige zijn zeges in de wielermonumenten Ronde van Vlaanderen, tweemaal Luik-Bastenaken-Luik en driemaal de Ronde van Lombardije. Verder won hij ook al tweemaal de Strade Bianche, Parijs-Nice, tweemaal de Tirreno-Adriatico, de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Pogačar groeide op in Klanec, een dorpje in het noorden van Slovenië. Als kind deed hij aan hardlopen en voetbal, maar vanaf zijn tiende was wielrennen zijn eerste sport.[1] Pogačar bleek talent te hebben op de fiets en viel op bij ex-renner Andrej Hauptman, die hem wegwijs maakte in de wielersport. In 2016 won hij de prestigieuze meerdaagse juniorenwedstrijd Giro della Lunigiana en anderhalve week later werd hij derde op het Europees kampioenschap in Plumelec. Bij de beloften won hij in 2018 zowel het eindklassement van de GP Priessnitz spa als dat van de Ronde van de Toekomst.

2019[bewerken | brontekst bewerken]

Pogačar tijdens de Ronde van Californië in 2019.

In 2019 werd hij professioneel wielrenner bij UAE Team Emirates. In het voorjaar won hij de Ronde van de Algarve en werd hij eerste in het jongerenklassement van de Ronde van het Baskenland, een World Tour-wedstrijd. In de Ronde van Californië reed hij in de koninginnenrit Tejay van Garderen uit de leiderstrui, waarna hij het eindklassement op zijn naam schreef. Hij werd dat seizoen ook Sloveens kampioen tijdrijden bij de elite. In juni behaalde hij de vierde plaats in de ronde van zijn thuisland, die Diego Ulissi won. Pogačar pakte de jongerentrui. Tijdens de Ronde van Spanje van 2019 won hij drie etappes, werd hij derde in het eindklassement en won hij tevens de jongerentrui.[2]

2020[bewerken | brontekst bewerken]

Begin 2020 schreef Pogačar twee etappes en het eindklassement van de Ronde van Valencia op zijn naam, en won hij een rit en het jongerenklassement in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten. Na de coronabreak kroonde hij zich voor de tweede opeenvolgende keer tot Sloveens kampioen tijdrijden. In de Ronde van Frankrijk verbaasde Pogačar de wielerwereld door, na de negende en de vijftiende etappe, ook de tijdrit in de twintigste etappe te winnen en bij die laatste overwinning een achterstand van 57 seconden op leider Primož Roglič in het klassement nog om te buigen in een voorsprong van 59 seconden. Hij werd daarmee de jongste Tourwinnaar sinds Henri Cornet in 1904, en schreef naast het eindklassement ook het bergklassement en het jongerenklassement op zijn naam.

2021[bewerken | brontekst bewerken]

In 2021 was het voor Pogačar meteen raak in zijn eerste etappekoers van het jaar: hij won de derde etappe en het eind- en jongerenklassement in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten.[3] Hij had een verschil van 35 seconden opgebouwd met Adam Yates. In de volgende rittenkoers waar hij aan deelnam kon hij eveneens zegevieren, ditmaal in de Tirreno-Adriatico. Hij won de vierde etappe van Terni naar Prati di Tivo. Enkele dagen later werd hij na een tijdrit in San Benedetto del Tronto de winnaar van het eind-, berg- en jongerenklassement van deze 56e editie van de Koers van de twee zeeën, zoals de wedstrijd ook wel genoemd wordt. Eind april won hij Luik-Bastenaken-Luik nadat hij te sterk was voor wereldkampioen Julian Alaphilippe.[4] In "zijn" Ronde van Slovenië won hij voor de eerste keer in zijn carrière het eindklassement, na een vijfde en tweemaal een vierde plek in de voorgaande edities. Zijn voorsprong op de nummer twee Diego Ulissi was ruim: 1 minuut en 26 seconden. Deze Ronde van Slovenië gold voor Pogačar als zijn voorbereiding op de Ronde van Frankrijk 2021, die niet veel later volgde. In de vijfde etappe van deze ronde, een tijdrit van Changé naar Laval, was hij maar liefst 26 seconden sneller dan de Deen Jonas Vingegaard. Desalniettemin bleef de leiderstrui in handen van Mathieu van der Poel. Na de achtste etappe nam Pogačar de leiderstrui over. In de etappes die volgden wist hij zijn voorsprong met zijn concurrenten flink uit te breiden. Zijn volgende etappezege behaalde hij in de zeventiende etappe op de Col de Portet. Concurrenten Vingegaard en Richard Carapaz werden tweede en derde, beide renners hadden inmiddels een achterstand van ruim vijf en een halve minuut op de Sloveen. Een dag later won hij de achttiende etappe, met wederom Vingegaard en Carapaz in zijn kielzog.[5] Bij aankomst op de Champs-Élysées in Parijs won hij het eind-, berg- en jongerenklassement, net als in 2020. Tevens bracht hij zijn totale aantal etappezeges naar zes. Een week later moest hij het onderspit delven in de wegwedstrijd op de Olympische Spelen. Samen met Wout van Aert sloot hij het podium af na winst van Carapaz. Op zijn laatste koersdag van het jaar won Pogačar bij zijn eerste deelname de Ronde van Lombardije. Hij versloeg Fausto Masnada in een sprint om de zege. Pogačar won hiermee zijn tweede wielermonument van het jaar.[6]

2022[bewerken | brontekst bewerken]

Pogačar wint de derde etappe van de Ronde van Slovenië in 2022.

Net als in 2021 schreef hij in 2022 in het begin van het jaar de eindklassementen in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten en Tirreno-Adriatico op zijn naam. Daarnaast won hij in beide rondes twee etappes en enkele klassementen. Tussen deze twee meerdaagse wedstrijden door vond de Strade Bianche plaats. In Siena kwam hij solo over de finish nadat hij 50 kilometer daarvoor weggereden was bij zijn concurrenten.[7] In het voorjaar reed hij verder top 10-uitslagen in Milaan-San Remo, Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen. Medio juni nam hij deel aan de Ronde van Slovenië waar hij, net als een jaar eerder, het eindklassement won. Ook won hij twee etappes en het puntenklassement. De Ronde van Frankrijk, die niet veel later volgde, zorgde voor veel spektakel en strijd tussen de Sloveen en Jonas Vingegaard. Pogačar boekte drie etappezeges in deze wedstrijd. Zijn eerste was de zesde etappe die finishte in Longwy.[8] Na een spannende finale om de ritzege in de zevende etappe was hij net te sterk voor Vingegaard en vergrootte hiermee zijn voorsprong in het algemene klassement.[9] In de elfde etappe liep hij grote tijdsachterstand op met Vingegaard, die Pogačar het onderspit liet delven. Pogačar had na deze etappe een achterstand van twee minuten en tweeëntwintig seconden op Vingegaard.[10] Later won hij de zeventiende etappe, maar dat mocht echter niet baten voor zijn eindklassering. De Deen was in het eindklassement ditmaal te sterk voor Pogačar. Pogačar werd tweede en won voor de derde keer op rij het jongerenklassement. In het najaar won hij nog drie eendagswedstrijden: de Grote Prijs van Montréal, Tre Valli Varesine en de Ronde van Lombardije.

2023[bewerken | brontekst bewerken]

Pogačar tijdens de Ronde van Frankrijk in 2023.

In 2023 nam hij in het voorjaar aan andere wedstrijden deel dan de laatste paar voorgaande jaren. Op zijn eerste racedag was het meteen raak: hij won de Clásica Jaén Paraíso Interior, waar hij een solo van 36 kilometer afrondde.[11] Nadien reed hij de Ruta del Sol, waar hij de eerste, tweede en vierde etappe won. Zijn etappezeges zorgden ervoor dat hij het eind-, punten- en jongerenklassement won. Twee weken later ging hij in Parijs-Nice de strijd wederom aan met Vingegaard. In dit geval was de Sloveen te sterk voor Vingegaard. Pogačar won drie etappes en drie klassementen, waaronder het eindklassement. David Gaudu werd tweede en Vingegaard sloot het podium af.[12] Ook in de eendaagse klassiekers van dat voorjaar liet hij zich zien. Hij won de Ronde van Vlaanderen, voor Mathieu van der Poel, de Amstel Gold Race, voor Ben Healy, en de Waalse Pijl, voor Mattias Skjelmose. Dit jaar was Pogačars enige voorbereiding op de Ronde van Frankrijk deelname aan de nationale kampioenschappen. Op 22 juni werd hij kampioen in het tijdrijden, drie dagen later zegevierde hij voor het eerst in de wegrit. In de Ronde van Frankrijk won hij twee etappes: de zesde en de twintigste etappe. Zijn totale aantal etappezeges in de Ronde van Frankrijk kwam hiermee op elf te staan. In het eindklassement was Vingegaard echter wederom te sterk. De Deen had een tijdsverschil van bijna zeven minuten en dertig seconden opgebouwd.[13] Ondanks enige vermoeidheid na deze Ronde van Frankrijk nam hij deel aan de wereldkampioenschappen wielrennen.[14] Op de weg eindigde hij als derde achter Wout van Aert en Van der Poel. In de tijdrit moest hij het doen met een 21e plaats. In het najaar was hij opnieuw sterk in de Italiaanse eendagskoersen. Hij haalde vier top 10-plaatsen en won voor de derde maal op rij de Ronde van Lombardije, waar hij solo over de finish kwam, voor Andrea Bagioli. Dit was het derde jaar op rij dat Pogačar de eindklassementen van de Europe Tour en de World Tour won.

2024[bewerken | brontekst bewerken]

In 2024 won hij op zijn eerste wedstrijddag van het seizoen voor de tweede keer de Strade Bianche. In Milaan-San Remo werd hij derde achter Jasper Philipsen en Michael Matthews. In de Ronde van Catalonië was hij oppermachtig: hij won vier etappes en ook drie klassementen.[15] Een maand later zegevierde hij voor de tweede maal in Luik-Bastenaken-Luik. Hij reed wederom een solo van meer dan dertig kilometer. Zijn prestaties in het voorjaar zorgden ervoor dat hij als favoriet voor de eindzege ging deelnemen aan de Ronde van Italië.[16][17] Dit werd zijn eerste deelname aan de Giro. In de slotfase van de eerste etappe plaatste Pogačar, na voorbereidend werk van zijn ploeggenoten, op een korte klim een aanval die enkel Jhonatan Narváez kon volgen. In de afdaling sloot Maximilian Schachmann nog aan, waarna de drie samen naar de finish reden en om de winst konden sprinten. Narváez trok aan het langste eind, voor Schachmann en topfavoriet Pogačar.[18] Tijdens de etappe droeg de Sloveen een rouwband, vanwege het overlijden van een vijftienjarige renner uit zijn opleidingsploeg.[19] Een dag later was hij wederom topfavoriet in de tweede rit, een bergetappe met aankomst na een klim van bijna twaalf kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van meer dan zes procent naar Oropa.[20] Vlak voor de slotklim kwam Pogačar na een lekke band ten val, waarna hij met behulp van enkele ploeggenoten in achtervolging moest op het peloton.[21] Voor de klim begon was Pogi terug in het peloton, waarna zijn ploeggenoten Felix Großschartner en Mikkel Bjerg het tempo bepaalden. Na voorbereidend werk van Rafał Majka trok Pogačar zelf ten aanval. Enkel Ben O'Connor leek te kunnen volgen, maar zo'n tweehonderd meter later moest ook hij passen. Pogačar reed solo naar zijn eerste ritzege in de Giro. Door zijn zege voltooide hij de trilogie: ritwinst in elk van de drie Grote Rondes.[22] Door zijn zege nam hij ook de roze leiderstrui over van Narváez.[23] De derde rit was op papier een etappe voor de sprinters, hoewel er in de laatste kilometers nog een oplopende strook van 1,8 kilometer aan 4,2 procent lag.[24] Op die helling plaatste de Deen Mikkel Honoré een versnelling, waarna Pogačar en Geraint Thomas meesprongen. Het drietal reed enkele tientallen meters voor het peloton, tot Honoré moest lossen. Pogačar en Thomas hielden het langer vol, tot ook zij in de laatste hectometers terug werden gepakt door het aanstormende peloton.[25][26] Tim Merlier won de sprint, voor Jonathan Milan en Biniam Girmay.

Privé[bewerken | brontekst bewerken]

Pogačar heeft een relatie met wielrenster Urška Žigart.[27]

Palmares[bewerken | brontekst bewerken]

Overwinningen[bewerken | brontekst bewerken]

2017 – 0 zeges
2018 – 1 zege
2019 – 8 zeges
2020 – 9 zeges
2021 – 13 zeges
2022 – 16 zeges
2023 – 17 zeges
2024 – 8 zeges

Totaal: 72 zeges (waarvan 71 individuele UCI-zeges)

Resultaten in voornaamste wedstrijden[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Ronde van
Italië
Ronde van
Frankrijk
Ronde van
Spanje
2019 Brons ↑ (3)  
2020  ↑ (3)  
2021  ↑ (3)  
2022 Zilver ↑ (3)  
2023 Zilver ↑ (2)  
2024  (1) 
(*) tussen haakjes aantal individuele etappeoverwinningen
Jaar Milaan-San Remo Ronde van Vlaanderen Amstel Gold Race Luik-Bast.‑Luik Ronde van Lombardije Strade Bianche Waalse Pijl Clásica San Sebastián WK op de weg Wereld­ranglijsten
2019 opgave 18e 30e 53e opgave 18e 15e (UWR)
2020 12e Brons ↑ 13e 9e 33e Zilver (UWR)
2021 Goud ↑ Goud ↑ 7e 37e Goud (UWR)
2022 5e 4e Goud ↑ Goud ↑ 12e opgave 19e Goud (UWR)
2023 4e Goud ↑ Goud ↑ opgave Goud ↑ Goud ↑ Brons ↑ Goud (UWR)
2024 Brons ↑ Goud ↑ Goud ↑

Resultaten in andere etappekoersen[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar Ronde van Valencia Ruta del Sol Ronde van de Algarve Ronde van de VAE Parijs-Nice Tirreno-Adriatico Ronde van Catalonië Ronde van het Baskenland Ronde van Californië Ronde van Slovenië
2017 5e Jongerenklassement
2018 4e Jongerenklassement
2019 Algemeen klassement (1) Jongerenklassement 6e Jongerenklassement Algemeen klassement ↑ (1) Jongerenklassement 4e Jongerenklassement
2020 Algemeen klassement ↑ (2) Jongerenklassement Zilver ↑ (1) Jongerenklassement
2021 Algemeen klassement ↑ (1) Jongerenklassement Algemeen klassement ↑ (1) BergklassementJongerenklassement Brons ↑ (1) Algemeen klassement (1) Bergklassement
2022 Algemeen klassement ↑ (2) Jongerenklassement Algemeen klassement ↑ (2) PuntenklassementJongerenklassement Algemeen klassement (2) Puntenklassement
2023 Algemeen klassement (3) Puntenklassement Algemeen klassement ↑ (3) PuntenklassementJongerenklassement
2024 Algemeen klassement ↑ (4) PuntenklassementBergklassement

(*) tussen haakjes aantal individuele etappeoverwinningen

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

2016 (junioren)
2017 (beloften)

Ploegen[bewerken | brontekst bewerken]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Voorganger:
Vlag van Colombia Egan Bernal
2019
Gele trui Winnaar van de Ronde van Frankrijk Gele trui
Vlag van Slovenië Tadej Pogačar
2020, 2021
Opvolger:
Vlag van Denemarken Jonas Vingegaard
2022
Voorganger:
Vlag van Frankrijk Romain Bardet
2019
Bolletjestrui Bergkoning in de Ronde van Frankrijk Bolletjestrui
Vlag van Slovenië Tadej Pogačar
2020, 2021
Opvolger:
Vlag van Denemarken Jonas Vingegaard
2022
Voorganger:
Vlag van Colombia Egan Bernal
2019
Witte trui Beste jongere in de Ronde van Frankrijk Witte trui
Vlag van Slovenië Tadej Pogačar
2020, 2021, 2022, 2023
Opvolger:

2024