Gebruiker:Benedict Wydooghe/bibliografie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Reading Room van het British Museum
Reading Room van het British Museum
De Boekenworm van Carl Spitzweg.
Albrecht Dürers zelfportret na ziekte, ca. 33 jaar. Pen, penseel en krijt.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Als negentienjarige noemde Robert Musil zichzelf ‘monsieur le vivisecteur’: hij zou de tijd ontleden. Hoogmoed? Als twintiger werd hij bescheidener en wist hij dat cynisme de keerzijde is voor het alles omvattend begrijpen.

Citaten over het kapitalisme[bewerken | brontekst bewerken]

  • "Het is onmogelijk de opkomst van het nationalisme te scheiden van de crisis van het kapitalisme. En het is even onmogelijk niet te waarschuwen voor de gevolgen van dat nationalisme." (Mertens, p. 244.)
  • "Europa weet het. Europa zou het moeten weten. Het economisch nationalisme van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en de anderen heeft het continent naar de slachtbanken van de eerste Wereldoorlog geleid. Zeventien miljoen burgers en soldaten vonden zo de dood." p . 244, Mertens
  • "Arbeiderszonen van alle nationaliteiten vielen als kanonnenvlees in "the hell of Suvla Bay" in Turkije, in de waanzinnige slag aan de Somme en in de moord, de modder en het mosterdgas van Flanders Fields, in een barbaarse oorlog voor nieuwe kolonies en voor een herverdeling van de invloedsferen." Mertens, p. 245.
  • "Landlopers, bedelaars en vagebonden... behoren tot geen enkele beschaafde samenleving of groep noch tot één of andere Kerk: zij zijn zoals verrotte benen en armen die van het lijf vallen... Jaar in jaar uit her en der zwerven om zich in leven te houden is geen roeping maar een beestenleven". William Perkins, een Engels prediker, geciteerd in LIS C. & SOLY H. Armoede en kapitalisme in pre-industrieel Europa. Standaard, Antwerpen, 1980, p. 141.

Over de methode[bewerken | brontekst bewerken]

There's method in my madness

— Shakespeare, Hamlet, 1602.[1]

Details zijn oneindig veel belangrijker.

— A. Conan Doyle, The adventures of Sherlock Holmes
Paul Rigolle

Dichten, zonder je gat op te...[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat het niet altijd wennen moet. Omdat er

altijd iets mag overblijven, altijd iets dat niet
gevat wil worden door het oog (van de naald).
Omdat wij, oude kruimels op de godvergeten rok
van het universum, elkaar schots en scheef
bij de leuning van de versleten beeldspraak
van verre, verre bruggen over water, terug
moeten vinden als schimmen van elkaar...
— Uit: Paul Rigolle, Wat te doen als op een dag zelfs Instant poetry de wereld niet meer redden kan.[2]

Van de Neerstraat naar The Walk of Fame is het maar een kleine stap. Een koud kunstje voor de Hitchcock in elk van ons. Om behoedzaam - like a cat on a hot tin roof - in dit schemerlicht, in het holst van deze grot toe te slaan. Of vanop het balkon, zoekend naar een liaan en slingerend van droom naar droom. Als een Johnny Weismuller in het diepst van zijn gedachten. Ook schieten er lachsalvo's door zaal en publiek. Een laatste stuiptrekking nog, schokkend als het wankele karretje in de eindgeneriek. Maar het liefst nog in the back row of the movies, in de rode fluwelen klapzetels. De gezonde blos om zoveel cinema. En het strelen door de weeledrige gitzwarte haardos van Gina Lollobrigida.

De Encyclopedie[bewerken | brontekst bewerken]

"De vraag is," zei Alice, ' of u dat kunt, woorden zoveel verschillende betekenissen geven."

- "De vraag is," zei Wiggel Waggel, "wie de baas is - punt uit."

Het verlichtingsproject[bewerken | brontekst bewerken]

Diderot en d'Alembert maakten met hun Encyclopédie ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, par une société de gens de lettres - de belangrijkste tekst van de Verlichting - een systematisch overzicht van 'de orde en aaneenschakeling van kennis'[3] en niet zomaar een woordenboek dat rangschikt volgens de willekeur van het alfabet. 'Encyclopedie' komt van het Griekse 'cirkel' of 'aaneenschakeling van de wetenschappen'. Metaforisch verwijst het naar het in kaart te brengen kennisveld enerzijds en de kennisboom (met een organische kennisgroei en verschillende takken) anderzijds. Deze herstructurering maakte de Encyclopedisten bewust van de willekeurig en relativiteit van alle classificaties. Wat de ene filosoof samenbracht, trok een ander in twijfel of ontbond het. Niettemin fungeerden ze als een collectief van 140 participanten die (ook) individueel werkten om zich niet te moeten conformeren aan het gangbare en verzamelen een hoeveelheden informatie over diverse onderwerpen vanuit verschillende standpunten, methodes en filosofieën. Ze benadrukken de kennisovervloed en voorzien tegenstrijdigheden van details, waardoor ze de grootst mogelijke kennis over een onderwerp verkregen. Het verschil met de voorgaande compendia bestond er in dat het naslagwerk een machine de guerre werd zoals John Lough het noemde. De relatie tussen informatie en ideologie van l'Encyclopedie verwijst naar het verband tussen kennis en macht ten tijde van de Verlichting, net zoals Wikipedia dit doet voor de 21ste eeuw.[4] Elementen, kennis en lemma's blijven enkel bijeen omdat ze passen in de classificatie. Die wordt niet in twijfel getrokken waardoor classificeren macht is. Een fout geplaatst boek kan verdwijnen, een vijand die als onmenselijk wordt bestempeld, is uit te roeien. Al het sociale beweegt zich langs de grenzen van de classificatie. Daarom zijn grenzen gevaarlijk: "Blijven ze onbewaakt, dan kunnen ze vervagen, kunnen onze categorieën instorten en kan onze wereld tot chaos vervallen. Daarom is het opstellen en bewaken van categorieën een serieuze zaak. Een filosoof die zou proberen nieuwe grenzen te trekken in de wereld der kennis schendt het taboe. Zelfs wanneer hij gewijde onderwerpen met rust zou laten loopt hij gevaar; want kennis is van nature ambigu. (...) Diderot en d'Alembert namen dus risico's toe ze de oude orde van de kennis omverwierpen en nieuwe grenzen tussen het bekende en het onbekende trokken."[5]

Gerrit Komrij[bewerken | brontekst bewerken]

In het NRC van 21 mei 2011 schetst Gerrit Komrij een hilarisch beeld over de gevolgen van Wikipedia voor de papieren encyclopedie. Hij noemt Wikipedia daarbij Prachtig, maar gammel. Snel, maar ongelijk van kwaliteit. Nu eens bizar uitgebreid over iets onbenulligs, dan weer te summier over zaken van tijdlozer aard. Wikipedia past uitmuntend bij ons verminderd respect voor de waarheid. Bij onze desinteresse voor het fenomeen van oorzaak en gevolg. Ik (de auteur) geloof dat Wikipedia, zo alomvattend en zo dicht op de huid, vooral heeft geleid tot het besef: ‘Dat zoeken we niet op omdat we het elk moment kunnen oproepen.’

Eerste galerij: Alfred Cheney Johnston[bewerken | brontekst bewerken]

Mary Pickford
Doris Eaton Travis, fotograaf onbekend

File:

'SXrivN': schrijfatelier[bewerken | brontekst bewerken]

  • ZWAGERMAN JOOST (Ed.). De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen. Prometheus, Amsterdam, 2005.

Een eigenschap die vaak aan het korte verhaal wordt toegedicht is dat het méér dan de roman een vrijhaven is voor loners in fictie, voor buitenbeentjes, zonderlingen, eenzamen en verstotenen; voor onverbeterlijke fantasten, psychopaten, eenzelvigen, contactgestoorde dromers, zwartromantische criminelen en andere antihelden. (...) In dit verband is het opvallend dat veel korte verhalen vaak het perspectief van de onbetrouwbare verteller bezitten, inderdaad nogal vaak een verwarde en verdoolde ziel met wie de lezer zich helemaal niet hoeft te identificeren, maar die dankzij de taal en de vorm diezelfde lezer gedurende korte tijd toch een tot dan toe onbekend domein binnen weet te krijgen.

— Joost Zwageman

Trust the story, not the teller

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Schrijven als vaardigheid
  • ECO UMBERTO. Bekentenissen van een jonge roman-schrijver. Bert Bakker, Amsterdam, 2011.
  • GRIJS P. Opperlans! Taal en letterkunde, Querido, Amsterdam, 2003.
  • HOUËT H. Prisma handboek van de Nederlandse taal. Spectrum, Utrecht, 2000.
  • MANGUEL ALBERTO. De kunst van het lezen. Ambo, Amsterdam, 2011.* RENKEMA J. Schrijfwijzer. SdU, Den Haag, 2002.
  • ROBINSON A. The Origins of Writing. In: CROWLEY D. & HEYER P. (Eds.) Communication in History: Technology, Culture, Society, Allyn and Bacon, 2003.
  • WALLECHINSKY D. 1 WALLACE S. Lijstenboek. Het onmisbare handboek van merkwaardige informatie. Thomas Rap, Amsterdam, 2004.
  • WITTEVEEN KAREL. Creatief schrijven. Boom onderwijs, Centrum voor Communicatie en Journalistiek, Amsterdam, Utrecht, 2006. Zie ook: http://www.witteveentraining.nl.
  • WYDOOGHE B. Sadan-Informatiesysteem. Sociaal-Agogische Digitale en Analoge Naslag. Deel III, Spel! Schrijf en oefenboek, Garant, Antwerpen, 2005.
Pers & communicatie
  • ANTHONISSEN P.F. Stop de pers! Hoe de media werken, hoe werken met de media. Armworstelen met de pers. Lannoo, Tielt, 2005.
  • ANTHONISSEN P.F. In de vuurlinie. Armworstelen met de pers. Lannoo, Tielt, 2008.
  • BOTTELBERGHS I. Consumensjes. Over kinderen, reclame en communicatie, Lannoo Campus, Tielt, 2007.
  • BLOEM J. VAN DOORN & DUIVESTEIN S. Me the Media. Verelden, heden en toekomst van de derde mediarevolutie, VINT, Groningen, 2008.
  • CAUDRON JO. Media morgen. De media op hun kop, Cannoo Campus, Leuven, 2011.
  • CENTRAVOC. In het begin was er Dallas. Infodok, Leuven, 1998.
  • CHRISTAKIS N.A. & FOWLER, J.H. Connected! Waarom geluk besmettelijk is en je vrienden je dik kunnen maken: hoe sociale netwerken bijna elk aspect van ons leven vormgeven. Balans, Amsterdam, 2010.
  • DE BENS E. & RAEYMAECKERS K. De pers in België. Het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen, Lannoo Campus, Tielt, 2010.
  • CUSTERS R., DE BONDT B. & SOETE H. Media activisme. EPO, Berchem, 2004.
  • DELTOUR P. Man bijt hond. Over pers, politiek en gerecht. Icarus, Antwerpen, 1996.
  • DHOEST A. Populaire televisie. Essays. Acco, Leuven, 2006.
  • HELLEMANS F. Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis. Lannoo, Tielt, 2009.
  • HOOGHE M., DE SWERT K. & WALGRAVE S. Nieuws op televisie. Acco, Leuven, 2005.
  • HOSPES C. & BOLTE G. Guerrilla marketing. Nieuwe sluiproutes naar het hart van je klant, Haystack, Zaltbommel, 2007.
  • HUYBRECHTS L. Cross-over. Kunst, media en technologie in Vlaanderen. Lannoo, Tielt, 2008.
  • HUYPENS J. Omgaan met de media is ( geen ) kinderspel. Politeia, Brussel, 2008.
  • IN'T HOUT B. De media methode. Professioneel optreden in de publiciteit. Het Spectrum, Utrecht, 2002.
  • MATHIJS E. & HESSELS W. (Ed.). Waarheid en werkelijkheid. Feitelijke, fictionele en artistieke representaties van de realiteit, VUBPress, Brussel, 2007.
  • MIES J. Persberichten schrijven. Hoe komt uw nieuws in het nieuws? Sdu, Den Haag, 2002.
  • MUSSCHOT I. & LOMBAERTS B. Media in beweging. Handboek voor de professional. Lannoo Campus, Leuven, 2008.
  • NIKKEN P. Mediageweld en kinderen. SWP, Amsterdam, 2007.
  • PELGRIMS P. Journalistieke radio- en tv-teksten schrijven. Lannoo, Tielt, 2005.
  • SCHUURMANS U. Digitale Marketing & Communicatie. Toepassing in de ervaringseconomie, Van Duuren, Culemborg, 2010.
  • TAMBUYZER S. & VAN DEN BULCK H. De celebritysupermarkt. EPO, Berchem, 2008.
  • VANLERBERGHE P. Burgermedia. Opmars, ervaringen, bedenkingen. Indymedia, Brussel, 2008.
  • VANSPAUWEN B. Waarom reclame niet werkt. Lannoo, Tielt, 2001.
  • VAN ZEEBROECK T. Let's crossmedia. Of hoe uw reclamegeld beter besteden, www.topcreation.be, 2010.
  • WYDOOGHE B. & VANDERSTICHELE R. Eerst lezen, dan communiceren. Een journalistieke handleiding voor het sociaal-cultureel werk. Trigono, Tremelo, 2010.

Jongerencultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Navigatie[bewerken | brontekst bewerken]

Auteursgalerij[bewerken | brontekst bewerken]

Tuinieren[bewerken | brontekst bewerken]

Bestand:Hortus sanitatis 1491 Mandrake.jpg

Heemkunde en erfgoed[bewerken | brontekst bewerken]

  • Monumentengids Vlaanderen. Erfgoed Vlaanderen, Davidsfonds, Leuven, 2007.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Drieperiodensysteem
Holo-
ceen
Historische Tijd
La Tène-periode   Proto-
historie
Hallstattperiode
IJzertijd
  Laat  
Midden
Vroeg
Bronstijd
Neolithicum Kopertijd  
Laat Pre-
historie
Keramisch
Prekeramisch
Mesoli-
thicum
of
Epipaleo-
lithicum
Laat
Midden
Vroeg
Pleisto-
ceen
Paleo-
lithicum
Laat
Midden
Vroeg
Steentijd

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Uitgestorven gewervelden uit het Jura. Tekening uit Meyers Konversations-Lexikon (1885-1890).

Oudheid, prehistorie & archeologie[bewerken | brontekst bewerken]

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Dionysos en de satyrs

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • RENFREW COLIN & BAHN PAUL. Archaeology. Theories, Methods and Practice, Thames and Hudson Ltd, Lonen, 1991.
  • UTET SpA & Geografisch Instituut De Agostini SpA. Wereldgeschiedenis 1. Van de Prehistorie tot de Egyptische oudheid, Textcase, Hilversum, 2008.

Navigatie[bewerken | brontekst bewerken]

Middeleeuwen[bewerken | brontekst bewerken]

  • VAN KESTEREN RONALD. Het verlangen naar de Middeleeuwen. De verbeelding van een historische passie, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2004.
Het Britse parlementsgebouw, de Efteling, gothic mode, de verfilming van Umberto Eco's 'De naam van de roos' en de opera's van Wagner, zijn uitingen van een verlangen naar de Middeleeuwen.

Nieuwe tijd (1500-1800)[bewerken | brontekst bewerken]

De behandeling van de indianen in de Nieuwe Wereld had in Spanje voor kritische geluiden gezorgd. In de Nederlanden werd dit gebruikt om de opstand te rechtvaardigen. In 1552 kwam Brevíssima relación de la destrucción de las Indias uit van Bartolomé de las Casas. In 1578 werd dit ontdekt in de Nederlanden en vertaald. Het speelde een belangrijke rol in het versterken van de negatieve beeldvorming van de Spanjaarden, des te meer omdat een Spanjaard het schreef. In Den spiegel der Spaensche tijrannije, gheschied in West-Indien, een uitgave uit 1620, versterken de gravures van Theodoor de Bry het beeld.

Zestiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Magie en hekserij
  • BASCHWITZ KURT. De strijd met den duivel. De heksenprocessen in het licht der massapsychologie, Amsterdam, 1948.
  • DRESEN-COENDERS L. De demonen bij Jeroen Bosch. Zoektocht naar bronnen en betekenis, In: ROOIJAKKERS G., DRESEN-COENDERS L. & GEERDES M. (Eds.). Duivelsbeelden. Een cultuurhistorische speurtocht door de Lage Landen, Ambo, Baarn, 1994, p. 168-197.
  • GEERDES M. De duivel en het bedrog. Een opzienbarend praktijkgeval in het werk van zeventiende-eeuwse protestantse schrijvers. In: ROOIJAKKERS G., DRESEN-COENDERS L. & GEERDES M. (Eds.). Duivelsbeelden. Een cultuurhistorische speurtocht door de Lage Landen, Ambo, Baarn, 1994, p. 232-258.
  • HOORENS V. Een ketterse arts voor de heksen: Jan Wier (1515-1588), Bert Bakker, Amsterdam, 2011.
  • VAN DER EERDEN P. De Malleus maleficarum, de duivel en de kwestie van de verdwenen geslachtsdelen. In: ROOIJAKKERS G., DRESEN-COENDERS L. & GEERDES M. (Eds.). Duivelsbeelden. Een cultuurhistorische speurtocht door de Lage Landen, Ambo, Baarn, 1994, p. 137-167.
  • VANHEMELRYCK F. Het gevecht met de duivel. Heksen in Vlaanderen, Davidsfonds, Leuven, 1999.
  • WAITE G.K. David Joris en de opkomst van de sceptische traditie jegens de duivel in de vroeg-moderne Nederlanden. In: ROOIJAKKERS G., DRESEN-COENDERS L. & GEERDES M. (Eds.). Duivelsbeelden. Een cultuurhistorische speurtocht door de Lage Landen, Ambo, Baarn, 1994, p. 216-231.

Vroegrenaissance (15de eeuw)[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

Hoogrenaissance (1495-1520)[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

Maniërisme of late renaissance (1525-1580)[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

Barok (1600 – 1715)[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

Rococo 1720-1775[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

Classicisme (1640-1750)[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

De verlichting[bewerken | brontekst bewerken]

Nieuwste tijd[bewerken | brontekst bewerken]

  • WEBER DONALD. Homo criminalis. Belgische parlementsleden over misdaad en strafrecht, 1830-1940, VUBPress, Brussel, 1996.

Empire (1789-1815)[bewerken | brontekst bewerken]

Bestand:Chateau de Fontainebleau FRA 032.JPG|Troon van Napoleon in empirestijl Bestand:BlueRoombellange.jpg|Paar empire-fauteuils uit het Blauw Salon, Witte huis Bestand:Compiègne Château 19.jpg|Hemelbed, kasteel van Compiègne Bestand:Belgian Royal collection Grand Salon Blanc II.jpg|Groot Wit Salon, Koninklijk Paleis Brussel </gallery>

Romantiek (1795-1848)[bewerken | brontekst bewerken]

De Romantiek is een reactie op de overbeklemtoning van de ratio door De Verlichting.


Frédéric Auguste Bartholdi (2 August 1834 - 4 October 1904) was a French sculptor.

Frederic Auguste Bartholdi[bewerken | brontekst bewerken]

Realisme (1848-1900)[bewerken | brontekst bewerken]

Het Realisme is een reactie op de 'verbloemde' werkelijkheid in de Romantiek.

Biedermeier (1815-1848)[bewerken | brontekst bewerken]

Prerafaëlieten (1848-1860)[bewerken | brontekst bewerken]

Impressionisme (1848-1900)[bewerken | brontekst bewerken]

Wilde westen (1865-1890)[bewerken | brontekst bewerken]

Fin de siècle (1890-1914)[bewerken | brontekst bewerken]

Symbolisme
Jugendstil / Art Nouveau
Walerygalerie Mata Hari[bewerken | brontekst bewerken]

Expressionisme (1893-1940)[bewerken | brontekst bewerken]

Fauvisme (1898-1908)[bewerken | brontekst bewerken]

Kubisme (1906-1920)[bewerken | brontekst bewerken]

Futurisme (1909-1914)[bewerken | brontekst bewerken]

Eerste Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

  • ANDRIESSEN J.H.J. De oorlogsbrieven van Unteroffizier Carl Heller geschreven tijdens de Eerste Wereldoorlog. Aspekt, Soesterberg, 2003.
  • BAUWENS JACQUES. De IJzer, Het ultiemme front, Davidsfonds, Leuven, 2008.
  • BECUWE FRANK. Bier aan het IJzerfront. Het verhaal van de dorst in de grote oorlog, De Klaproos, Brugge, sd.
  • GELDOF W. Stockholm 1917. Camille Huysmans in de schaduw van titanen. Contact, Antwerpen, 1996.
Cfr. p. 43, brief van Roza Luxemburg over Huysmans. Pseudoniem is Spiridio. Stockholmsyndroom
  • GYSEL ANDRE. In de modderbrij van de IJzervallei. Oorlogsdagboek van onderluitenant Raoul Snoeck, Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 1998.
  • GYSEL ANDRE. De Grote Oorlog van Arthur L. Pasquier. Veldtochtnotities 1914-1919 van een Waal in de Westhoek. Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 1999.
  • DEGRANDE VALENTIN. Bibliografie Eerste Wereldoorlog in West-Vlaanderen. Geannoteerde inventaris uit de West-Vlaamse Heemkundige en Historische Tijdschriften, Eigen beheer, Assebroek, 2007.
  • Valere Montens. Lettres d'Alfred Bastien à Paul Collaer. Une correspondance d'Artistes-Soldats pendant la première guerre mondiale. In: Belgisch Tijdschrift voor Militaire geschiedenis, 31 (1996) 7/8, p. 205-248.
  • Marc Constandt. Het aandeel van Oostende en Brugge in het 'oorlogstoerisme' tijdens het Interbellum. In: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis (Brugge), 122 (1985) 1/2 p. 107-116.
  • Begrafenis van H. Geeraert. In: Westvlaamse Gidsenkring Westhoek, 40 (2004), 3, p. 24-26.
  • Bert Bijnens. Wat herinnert in Nieuwpoort nog aan Hendrik Geeraert (1863-1925) - De held van de overstroming. In: Bachten de Kupe, 41 (1999), 4, p. 171-187.
  • Godgaf Dalle. Nieuwpoort 14-18. In: De Gidsenkring, 4 (1966), 2, p. 7-9.
  • P. Darge. Voor memorie. In: Westvlaamse Gidsenkring Westhoek, 22 (1985), 3, p. 2-13.
  • L. De Wolf. Karel Cogge's medewerking aan de onderwateringe in 14. In: Biekorf, 30 (1924), 5 p. 112-113.
  • L. De Wolf. Veurne-Ambacht en de onderwateringe in 1914. In: Biekorf, 30 (1924), 2, p. 40-43.
  • Karel Lodewijk Cogge. In: Curiosa, 33 (1995), 325, P. 27-28.
  • Marcel Messiaen. Hendrik Geeraert, held van de IJzer 50 jaar geleden. In: Bachten de Kupe, 17 (1985), 7, p. 127-138.
  • M. Nevejans. De waarheid over K. Cogge. In: Bachten de Kupe, 19 (1977), 6, p. 89-93.
  • Luc Vanacker. De IJzer oktober 1914. Een slag teveel? Het idee en de timing van de eerste onderwaterzetting. In: Westvlaamse Gidsenkring Westhoek, 39 (2003), 3, p. 1-21 & in: Shrapnel, 16 (2004), 1, p. 26-48.
  • Patrick Vanleene & Jacques Bauwens. Over Karel Cogge. In: Westvlaamse Gidsenkring Westhoek. 40 (2004), 3, p. 1-23.
  • Paul Van Pul. Oktober 1914. De initiële inundaties aan het Belgische front. In: Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geschiedenis. 30 (1994), 7, p. 541-561.
  • H.J. Vanthuyne. De rol van het Vleterse bij de onderwaterzetting in 1914-1918. In: Vlietmara. 4, (1982), 1, p. 13-17.
  • M. Van Wesemael. Nog enig nieuws over de IJzer-inundatie van 1914. In: Bachten de Kupe. 25 (1983), 3, p. 69-73.
  • Roger Verbeke. De overstroming van de IJzerstreek gedurende Wereldoorlog I. In: De Gidsenkring. 19 (1981), 1, p. 13-16.

Zie ook: Luc Filliaert. Thematentoonstelling Nieuwpoort 1914-1918. In: Die Chronycke Bachten de Kupe, 18 (1985), 6bis, p. 5-6.

Het leven in bezet gebied. In: Curiosa. 41 (2003), 409, p. 19-23. Reeks van acht foto's met commentaar, waarvan één uit Lichtervelde.

  • Over Nieuwpoort: 329, (472), 547, 655, 656, 957, (977), (980), (1064), 1604, (1605), (1606), (1607), 1701, 1797

Dadaïsme (1916-1920)[bewerken | brontekst bewerken]

(...)

Nieuwe Beelding (1917-1944)[bewerken | brontekst bewerken]

Interbellum[bewerken | brontekst bewerken]

Constructivisme (1919-1934)[bewerken | brontekst bewerken]

Bauhaus & Art Deco (1919-1939)[bewerken | brontekst bewerken]

Surrealisme (1925-1940)[bewerken | brontekst bewerken]

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

  • CEULEMANS CARL & STERKENDRIES JEAN-MICHEL. Het fort van Breendonk. Over oorlog, mensenrechten, herinnering, Garant, Antwerpen, 2011.
Gembakukoepel, Hiroshima, 6 augustus 1945

Hedendaagse tijd[bewerken | brontekst bewerken]

Pop Art (1949-1970)[bewerken | brontekst bewerken]

Zilveren jaren vijftig[bewerken | brontekst bewerken]

Gouden jaren zestig[bewerken | brontekst bewerken]

Maatschappijkritiek
  • ILLICH IVAN. Ontscholing van de maatschappij. Het Wereldvenster, Baarn, 1972.
  • TASMAN KOEN. Louter kabouter. Kroniek van een beweging 1969-1974, Babylon-De Geus, Amsterdam, 1996.

Crisisjaren zeventig[bewerken | brontekst bewerken]

Postmoderne jaren 1980[bewerken | brontekst bewerken]

Jaren 1990[bewerken | brontekst bewerken]

De Millennium wissel[bewerken | brontekst bewerken]

  • FERNÁNDEZ-ARMESTO FELIPE. Millennium. Een geschiedenis van de laatste duizend jaar, Contact, Antwerpen, 1996.
  • GRASS GÜNTER. Mijn eeuw. Meulenhof, Amsterdam, 1999.
  • MAK GEERT. In Europa. (aanvullen)

Verenigde Staten[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Mississippi van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

2010[bewerken | brontekst bewerken]

(Geschiedenis)filosofie & futurologie[bewerken | brontekst bewerken]

  • DETHIER HUBERT. Het gezicht en het raadsel. Profielen van Plato tot Derrida, Grote stromingen in de wijsbegeerte van de Oudheid tot heden, VUBPress, Brussel, 1993.
  • TOLLEBEEK JO.De ekster en de kooi. Nieuwe opstellen over de geschiedschrijving. Bert Bakker, Amsterdam, 1996.
  • TOFFLER ALVIN. De derde golf, Veen, Antwerpen, 1981.
  • WATSON RICHARD. Future files. A brief history of the next 50 years, Nicholas Brealey, Londen, 2008.
  • WATSON RICHARD. Future Minds. How the digital age is changing our minds, why this matters and what we can do about it, Nicholas Brealey, Londen, 2010.

Wegwijs in Wikipedia[bewerken | brontekst bewerken]

Portalen[bewerken | brontekst bewerken]

Navigatie[bewerken | brontekst bewerken]

Prinsen en koningen van België[bewerken | brontekst bewerken]

Oude maateenheden[bewerken | brontekst bewerken]

Wikimedia[bewerken | brontekst bewerken]

Vlaanderen[bewerken | brontekst bewerken]

Provincie Henegouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Werelderfgoed[bewerken | brontekst bewerken]

Federale Wetenschappelijke Instelling[bewerken | brontekst bewerken]

Verenigde Staten[bewerken | brontekst bewerken]

Subportalen geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Subportalen van Geschiedenis

Periodes:
Prehistorie · Oudheid · Middeleeuwen · Vroegmoderne Tijd · Moderne Tijd

Oorlogen:
Tachtigjarige Oorlog · Eerste Wereldoorlog · Tweede Wereldoorlog

Historische gebieden:
Romeinse Rijk · Mesopotamië · Thracië · Wilde Westen

Nederlandse geschiedenis:
Fascisme en nationaalsocialisme in Nederland · Volksopvoeding via het onderwijs in Nederland

Deelgebied:
Archeologie · Egyptologie · Numismatiek · Wetenschapsgeschiedenis


Westfront WOI[bewerken | brontekst bewerken]

Eeuwen[bewerken | brontekst bewerken]

Wetenschapsgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Fortengordel Antwerpen[bewerken | brontekst bewerken]

Concentratiekampen[bewerken | brontekst bewerken]

Jodendom[bewerken | brontekst bewerken]


Deel van een serie artikelen over de
Godsdienstfilosofie
Filosofie

Portaal  Portaalicoon  Filosofie

Christendom[bewerken | brontekst bewerken]

De Drie Musketiers[bewerken | brontekst bewerken]

Pausen[bewerken | brontekst bewerken]

Franse koningen[bewerken | brontekst bewerken]

Tachtigjarige oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Filosofen Middeleeuwen en Renaissance[bewerken | brontekst bewerken]

Antieke filosofie[bewerken | brontekst bewerken]

Film[bewerken | brontekst bewerken]

Wereldtentoonstellingen en -erfgoed[bewerken | brontekst bewerken]

Nobelprijswinnaars Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Politieke stroming[bewerken | brontekst bewerken]

Gemenebestlanden[bewerken | brontekst bewerken]

Landen in Afrika[bewerken | brontekst bewerken]

Revolutie[bewerken | brontekst bewerken]

Lijsten[bewerken | brontekst bewerken]

Verzamelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Airotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Fritotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Wikitheek[bewerken | brontekst bewerken]

De Wikitheek is een verzameling van merkwaardige, spitsvondige of originele toepassingen binnen Wikipedia. Voorlopig bestaat het uit een Politiek spectrum en een genealogische tabel.

LibertarismeAnarchismeSociaal-liberalismeConservatief liberalismeSociaal-democratischLinks (politiek)Rechts (politiek)Christen-democratischConservatismeFascismeCommunismeAutoritarisme (politicologie)
Het Europese politieke spectrum volgens Hans Slomp[6]. Klikbaar.
Links-rechtsschema
De voorouders van Koning Oscar II
Oscar II van Zweden Vader:
Oscar I van Zweden
(1799-1859)
Grootvader:
Karel XIV Johan van Zweden
(1763-1844)
Overgrootvader:
Henri Bernadotte
(1711-1780)
Overgrootmoeder:
Jeanne St. Jean
Grootmoeder:
Désirée Clary
(1777-1860)
Overgrootvader:
François Clary (1725-1794)
Overgrootmoeder:
Françoise Rose Somis (1737-1815)
Moeder:
Joséphine van Leuchtenberg
(1807-1876)
Grootvader:
Eugène de Beauharnais
(1781-1824)
Overgrootvader:
Alexandre de Beauharnais
(1760-1794)
Overgrootmoeder:
Joséphine de Beauharnais, keizerin van Frankrijk
(1763-1814)
Grootmoeder:
Augusta van Beieren
(1788-1851)
Overgrootvader:
koning Maximiliaan I Jozef van Beieren
(1756-1825)
Overgrootmoeder:
Augusta Wilhelmina van Hessen-Darmstadt
(1765-1796)
Bovenonderschema

Logotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Stamboom[bewerken | brontekst bewerken]

Voorouders van Simon Wydooghe
Overgrootouders

Valeer Wydooghe (19??–19??)
∞ 19??
X. Desmet (19??–19??)

Petrus Vanneste (191?–199?)
∞ 1945
Marcella Debusschere (1916–2001)

??? (???-???)
∞ ??
???? (????–????)

? (????-????)
∞ ????
? (????–????)

Grootouders

Erik Wydooghe (195?–1705)
∞ 196?
Ingrid Vanneste (195?– )

Jacques Caekaert (195?– )
∞ 196?
Gerda Pottie (195?– )

Ouders

Benedict Wydooghe (1972– )
∞ 1998
Henrike Caekaert (1973– )

Simon Wydooghe (1997– )

Standbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

Panorama's[bewerken | brontekst bewerken]

Cartotheek[bewerken | brontekst bewerken]

De Ferrariskaarten zijn 275 gedetailleerde topografische kaarten van de Oostenrijkse Nederlanden die tussen 1771 en 1778 tot stand kwamen onder leiding van Joseph de Ferraris, generaal bij de artillerie, veldmaarschalk in de Oostenrijkse Nederlanden. Het is de eerste systematische kartering in “België” en in West-Europa.

Bibliobibliotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Library of Congress

Pinacotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Pieter Pourbus schildert Joost De Damhouder.
Philippe de Champaigne, 1637 of 1642 was de enige die kardinaal de Richelieu mocht schilderen, hij maakte elf portretten.
Lady Godiva door John Collier, ca. 1898
Tekening van een octopus, met de initialen V.H.
Antoon van Welie’s La Douleur (1895). Van Welie schilderde een periode lang duidelijk en bewust prerafaëlitisch.
Isaak Brodski door Boris Kustodiev
Lenin bij de Poetilov-fabrieken.
Anders Zorn, zelfportret

Portrettenpinacotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Portretten[bewerken | brontekst bewerken]

Librarium[bewerken | brontekst bewerken]

Rariteitenkabinet[bewerken | brontekst bewerken]

Verzamelaar Albertus Seba (1731) door Arnold Houbraken
Verzamelaar Albertus Seba (1731) door Arnold Houbraken

Schedel- en steencollectie[bewerken | brontekst bewerken]

Prehistorische locaties[bewerken | brontekst bewerken]

Taxonomie Hominini[bewerken | brontekst bewerken]

Fototheek[bewerken | brontekst bewerken]

Mobilotheek[bewerken | brontekst bewerken]

Diversen[bewerken | brontekst bewerken]

Animatiegallerij[bewerken | brontekst bewerken]

Eadweard Muybridge
Eadweard Muybridge (1830-1904) was een naar de VS uitgeweken Brits fotograaf die de opdracht kreeg te achterhalen of een paard in galop loskomt van de grond. Met twaalf fototoestellen en Sallie Gardner vond hij het antwoord. Tijdens het onderzoek vermoordde hij de minnaar van zijn vrouw en verbleef even in de gevangenis. Met zijn vinding, de zoopraxiscoop probeerde hij nageschilderde foto's te projecteren.

Verzamelaars verzameld[bewerken | brontekst bewerken]

De Brusselverzamelaar Geert Van Istendael
De Bibliofiel Boudewijn Buch

Femmes fatales[bewerken | brontekst bewerken]

Feminateek[bewerken | brontekst bewerken]

Sumerische Lilith. De echtheid ervan is omstreden.

Necropolis[bewerken | brontekst bewerken]

Dodenmasker van Dante in het Palazzo Vecchio, Florence

Zie ook: Lijst van bekende personen die op jonge leeftijd zijn gestorven, lijst van begraafplaatsen en lijst van militaire begraafplaatsen in België.

Futurotheek[bewerken | brontekst bewerken]

De Mercatortelescoop op de Canarische Eilanden wordt beheerd door het Instituut voor Sterrenkunde van de KUL en het Observatoire Astronomique de l'Université de Genève.

Verlanglijstje[bewerken | brontekst bewerken]

Schilders te Nieuwpoort (tijdens WOI)[bewerken | brontekst bewerken]

Alfred Bastien woonde in Nieuwpoort en was werkzaam bij de Compagnie Sapeurs pontonniers onder leiding van Robert Thijs. "Bij het uitbreken van de oorlog is hij lid van de burgerwacht, de kolderachtige 'Garde Civique'. Als die ontbonden wordt, trekt hij naar Engeland, maar in 1915 al meldt hij zich als vrijwilliger bij het Belgische leger. Hij is dan tweeënveertig jaar. Samen met Leon Huygens, André Lynen en Maurice Wagemans sluit hij zich aan bij de compagnie 'Sapeurs pontonniers', de genie-eenheid die verantwoordelijk is voor de sluizen in Nieuwpoort. Met hun bevelvoerende officier, kapitein Robert Thys, sluit hij een vriendschap voor het leven. De vier zijn oude bekenden en kennen Nieuwpoort. Wagemans, Lynen en Huygens hebben er gewoond. Ze installeren zich in een betonnen kelder en smukken het op tot hun atelier met snuisterijen uit de kapotgeschoten huizen en schilderen het interieur met de warme gloed van de haard. Ondanks de beschietingen en een occasionele gasaanval, is de 'Cave des Artistes' knus, in tegenstelling tot de gruwelijke realiteit buiten."[8] Voor de schilders in Nieuwpoort tijdens de Eerste Wereldoorlog heerst er constant schaarste: schaarste aan materiaal, schaarste aan werkcomfort én een schaarste aan onderwerpen.

{Cquote|Mocht men mij hier vergeten, ik zou de gelukkigste mens ter wereld zijn. Inderdaad zou ik meer dan één jaar mijn handen vol hebben enkel maar met Nieuwpoort te schilderen. Het is onvoorstelbaar en alles is interessant. Hier is het landschap Geschiedenis.|Alfred Bastien, tijdens de Eerste Wereldoorlog} Alfred Bastien, Leon Huygens, André Lynen en Maurice Wagemans installeerden zich in een betonnen kelder die opgevrolijkt werd met snuisterijen uit stuk geschoten huizen. "De vernieling van de oude stad leggen ze bij dag en nacht en doorheen de seizoenen vast. Ruïnes steken boven de sneeuw of de weelderige lentebloei uit. Wat blijft er over van de stad die zij voor de oorlog kenden? Het sluizencomplex, de havengeul, de kaai, de oude herbergen, elke dag een beetje desolater, maar toch herkenbaar. En dan de nieuwe fenomenen: de schuilplaatsen opgetrokken uit afbraakmateriaal, de wachtposten, overstromingen, lichtpijlen in de nacht."[9]

  • Adolphe Keller was een vriend van Bastien.
  • Leon Huygens woonde in Nieuwpoort en was werkzaam bij de Compagnie Sapeurs pontonniers onder leiding van Robert Thijs.
  • André Lynen woonde in Nieuwpoort en was werkzaam bij de Compagnie Sapeurs pontonniers onder leiding van Robert Thijs. Had aanvankelijk een atelier bij de havenmonding en vanaf 1912 woonde hij op de zeedijk in Villa Jeanne. "Een van de vorige bewoners was de Franse kapitein Dreyfus die hier tot rust kwam na de Dreyfusaffaire. Beeldhouwer Victor Rousseau en schilder Jan Van den Eeckhout waren bij Lynen te gast. Hij was bevriend met Carlos Grethe.[10] In oktober 1916 schetst hij het gasalarm tijdens een maaltijd. Iedereen - de drie officieren en hijzelf - draagt een masker en niemand kan eten, een absurde situatie, geen gezicht.
  • Maurice Wagemans woonde in Nieuwpoort en was werkzaam bij de Compagnie Sapeurs pontonniers onder leiding van Robert Thijs.
Albrecht Dürer, De vier Heksen (1497)
Rhinocerus is een houtsnede uit 1515 door Albrecht Dürer. Afgebeeld is een pantserneushoorn uit India. De houtsnede werd veelvuldig gekopieerd, herdrukt en verspreid. Tot in de tweede helft van de achttiende eeuw werd de voorstelling als natuurgetrouw beschouwd.
Nicolas de Largillière (1656–1746) schildert Elizabeth Throckmorton in 1729.

Er zijn zo van die lemma's die je graag hebt. Voorlopig had ik geen tijd voor:

Eerste Wereldoorlog en nerveuze vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Ik krijg nieuws van mijn ouders. Tussen de regels lees ik hun angst. Moeder schrijft in elke brief: "Wees voorzichtig, stel je niet teveel bloot aan het gevaar, hou je goed warm." Ik heb juffrouw Bulté van Holland gevraagd hen zoveel mogelijk gerust te stellen. Helaas! Onze ouders vrezen het ergste en denken dat we voortdurend in de strijd betrokken zijn, de bajonet op het geweer en de pet op het oor. Wild, bebloed en groots. Het is volstrekt niet altijd zo, hoewel een soldaat steeds gevaar loopt. We scheppen plezier in het vechten want we houden van actie, en aan het front zijn we vrolijk en talrijk. in de moeilijkste ogenblikken van de strijd voelen we ons nog het vurigst. Vinden we na de strijd iedereen aanwezig in het kantonnement, wat doet het dan deugd te beseffen dat we enkele 'grijzen' gemold hebben en daarmee onze plicht vervuld. (...) Overigens heb ik in het ergste voorzien. Vriedne bezitten mijn adres voor het geval me iets fataals zou overkomen, zodat ze mijn ouders kunnen verwittigen.

— Raoul Snoeck[11]

.

  • Pops 1917 in Poperinge als festival over WOI.
  • Oorlog aan den Oorlog
  • Joseph Roth
  • Arthur L. Pasquier
  • Raoul Snoeck, oorlogsgetuige en telg uit een bekend geslacht van Gentse uitgevers (1893-1918). Zie oorlogsdagboek.
  • André Gysel, auteur (1942)
  • Marie Vermaercke uit Astene die beschrijft hoe ze als zestienjarige haar vaders plaats innam in een Duitse cel en hoe haar jongste broer op het einde van de oorlog zwaar gewond raakte bij het spelen met een achtergebleven kogel.
  • Käthe Kollwitz, de Duitse sociaal geëngageerde kunstenares en moeder die in Vlaanderen bekend werd door haar beeldengroep ‘het treurende ouderpaar’ bij het graf van haar zoon Peter op de Duitse militaire begraafplaats van Vladslo.
  • Marie Curie en Irène Curie: Moeder (van Poolse afkomst) en dochter (Franse) Nobelprijswinnaars. Bij het uitbreken hebben beiden slechts één doel: hun kennis en radiografische apparatuur ten dienste stellen van de lijdende soldaten.
  • Edith Cavell, de Engelse verpleegster en verzetsheldin. Haar executie in Brussel zorgde in het Verenigd Koninkrijk voor een golf van protest, honderdduizenden vrijwilligers namen dienst om te strijden.
  • Rosa Zenokh: als twaalfjarige uit de Oekraïne haalde ze in november 1914 de wereldpers. Zij raakte gewond toen ze water bracht naar Oostenrijkse soldaten. In een ziekenhuis in Wenen kreeg ze de beste behandeling en een onderscheiding van keizer Frans Jozef II.
  • Ellen N. La Motte, een Amerikaanse verpleegster, schrijfster en later journaliste, die over haar ervaringen aan het westelijk front een boek schreef dat door de Amerikaanse overheid tweemaal verboden werd. Erwin Mortier herontdekte haar boek en vertaalde het.
  • Gabriëlle Petit, de Belgische verzetsheldin uit Doornik die als 23-jarige opgepakt, veroordeeld en terechtgesteld werd. Het doodvonnis tegen haar werd door een Duitse militaire rechtbank uitgesproken in de Senaat. Haar verhaal werd na de oorlog bekend.
  • Ailke Westerhof: Nederlandse verpleegster die naar Servië trok om er, in helse omstandigheden, zorg te verlenen aan een bevolking die er te kampen had met een tyfusepidemie.
  • Nellie Spindler: Engelse verpleegster die het leven liet bij een artilleriebeschieting in de buurt van Poperinge. Zij werd begraven op Lijssenthoek Military Cemetery tussen 10.785 mannen.
  • Bertha Krupp: Erfgenaam van het Duitse staalconcern die haar naam gaf aan een 42cm kanon, de ‘dicke Bertha’, die de forten bij Luik vernietigde.
  • De Madonna’s van Pervijze – Mairi Chisholm en Elsie Knocker: Een Schotse tiener en een Engelse vrouw trekken bij het uitbreken van de oorlog over het Kanaal en worden ambulancier. Ze ontwikkelen een methode van eerstehulpverlening vlak achter de voorste linies, waar gewonden transportklaar gemaakt worden.
  • Ursula Brückner: Een kind van zes jaar en vier maanden ligt al bijna honderd jaar begraven op het Duits ereperk van de Brusselse begraafpla

Politieke en sociale geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Kunst en cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Aan beeldende kunstenaars is een tekort op Wikipedia. Een verklaring is hier te vinden.

  • Marlene Dietrich is zeer bondig
  • Ronny Delrue
  • Kathleen Vermeir
  • Kris Fierens
  • Philippe Vandenberg
  • Anna Neagle, een filmster uit "Victoria the Great" wijdde in 1930 een eclectische bioscoopsgebouw in dat na de Tweede Wereldoorlog verdween voor de uitbreiding van een bank in de Arenbergstraat.
  • Jean de Baets of Jan de Baets, schreef het lied van vijftien coupletten "In de Rue des Bouchers". Johan Verminnen bracht het lied in 1979 uit.
  • Stefanie De Graef: grafische vormgeving
  • Ann Goeminne: schilderijen
  • Ann Speybrouck: schilderijen
  • Linda Delchambre: Keramiek
  • Erwin Houssin: beelden
  • Lisy Beuten: Kleurtekeningen
  • Eric Ingels: beelden
  • Bernard Bossuyt: glaskunst
  • Museum van Elsene
  • Elke Boon
  • Paul Van den Abeele, fotograaf
  • Kirra Jamison
  • Reza Hedayat-Iran
  • Rick Bartow
  • Akira Kusaka
  • Claire Falkenberg
  • Ben Shahn
  • Patrick Vermeulen
  • Sieb Wiemer Glastra
  • Willem van Genk: Op school weigert Willem van Genk (Nederland, Voorbur, 1927-2005) te studeren, hij wil uitsluitend tekenen. Hij wordt als mentaal achterlijk beschouwd. Als kind komt hij tijdens de oorlog in contact met de Gestapo. Ze dragen zwarte jassen met decoraties en ondervragen hem over de schuilplaats van zijn ondergedoken vader. Zijn leven lang blijft hem het beeld van die gebeurtenis bij. Zijn verlangen naar macht en aanzien versmelt met het beeld van de jas? Voor Willem zijn de Gestapo's afschrikwekkend en slecht (bulderstemmen en harde handen) maar ze zijn ook prachtig en oppermachtig (met hun indrukwekkende uniformjassen). De jas symboliseert macht, het brengt een indrukwekkende collectie zwere regenjassen bijeen, die hij versiert. Van Genk maakt zijn eigen wereld, hij droomde als kind al van reizen en verre landen.Het is slechts in zijn werken dat hij uiteindelijk zal 'reizen'. Van Genk wordt ook Koning der Stations genoemd. Hij is gefascineerd door de wereld van treinen en trasport. Het is een machtig universum: alles is met alles verbonden via zichtbare en onzichtbare netwerken, zo meent hij. De bussen die hij maakt zijn beodeld om de netwerken in de stad onder controle te krijgen.
  • Zhang Dali
  • Janet Vercaemer (schilderijen en objecten)Janet Vercaemer studeerde maatschappelijk werk, optie sociaal cultureel vormingswerk, en monumentale kunsten in Kortrijk. Haar artistiek talent gaat naar assemblages en schilderijen. Haar werken starten bij een materiaal dat haar aanspreekt. De werken groeien vanuit een handeling in het hier en nu. Een gebeurtenis van waarnemen en dialogeren.
  • Linda Lacombe (schilderijen, monumentale) De schilderkunst van Linda Lacombe gaat niet in de eerste plaats om esthetiek maar om waarachtigheid. Zij streeft naar een schilderkunst, vrij van subjectieve elementen en vrij van figuratieve onderwerpen. Een schilderkunst waar vormen, kleuren en texturen het onderwerp van uitmaken. Meestal op groot formaat start Lacombe met een brede kwast een meanderende beweging. Haar schilderijen ontstaan vanuit de verfmaterie. In deze startfase worden vormen en kleuren op elkaar losgelaten die in hun wilde ontmoetingen uitgroeien tot merkwaardige composities. In een tweede fase komt er een gesprek tot stand tussen de kunstenares en de verfkorsten. Zij zoekt het geheim achter de materies, naar het effect van lagen verf over elkaar. Het verhaal is ten einde wanneer de kunstenares een gevoel van rust krijgt bij het bekijken van haar geleverd gevecht. Noem het 'organische schilderkunst'. (Hervé Martijn)
  • Dirk Obin Potstructuren In zijn vormgeving gaat Dirk Obin steeds op zoek naar communicatieve vormen. Ze vormen een basis voor meer… Zijn structuren lijken opgetild te worden, zijn vaak sober en toch elegant. De accenten vormen de communicatie, de meerwaarde. Ze vormen een aantrekkingspool om de potstructuur tot leven te wekken.
  • Gudrun Soens Kerkamiek De onderwerpen van Gudrun Soens zijn vaak heel verschillend. Ze streeft helemaal niet naar enige filosofie in haar werk. Geen strekking, geen stroming waar ze zich door laat leiden. Als bron vol inspiratie gaat ze steeds opnieuw de uitdaging aan om met haar handen de klei te duwen en te kneden tot haar creaties de gewenste vorm krijgen. Fantasie, een vrolijke knipoog en een hartelijke uitstraling komt in haar werk steeds op de eerste plaats. Als kijker voel je de glimlach om je lippen. Je gaat op zoek naar uitleg, een eigen vertaling. Een verhaal die vaak een eigen leven gaat leiden.
  • Paul Boone Juwelen Paul is autodidact en dat verklaart misschien de puurheid van zijn juwelen. Kennis en métier sprokkelt hij zelf samen, met vallen en opstaan tot hij het kleinste detail beheerst. Instinctief laat Paul zijn rijke verbeeldingskracht en creativiteit de vrije loop, pas nadien wordt het een proces van bedachtzaam overwegen. Een ontwerp moet altijd kunnen groeien, langzaam rijpen. Hij laat zich vooral inspireren door de grillige vormen van de natuur. Zijn creaties komen tot stand door te experimenteren met vormen om deze daarna in een definitieve vorm te dwingen. Het meest gebruikt hij zilver, ook in combinatie met edelstenen en parels. Paul zorgt ervoor dat ieder juweel een bijzondere betekenis krijgt voor de toekomstige draagster of drager.
  • Maarten Wydooghe Schilderijen
  • Sébastien Van Malleghem Canvascollectie, 1 april 2012, gefascineerd door politie
  • Timothy H. O'Sullivan, een fotograaf tijdens de Amerikaanse burgeroorlog, met een pagina bij onze Engelse collega's: http://en.wikipedia.org/wiki/Timothy_H._O'Sullivan.

Klaar:

[[Categorie:Belgisch kunstenaar]] [[Categorie:Beeldend kunstenaar]]

Alfabetisch[bewerken | brontekst bewerken]

Letter A
Moses Abramovitz
Bart van Ark
Paulus Aegineta
Leo Africanus
Franciscus Agricola
Georgius Agricola
Bernhard Albrecht
Albucasis
Andrea Alciati
Apuleius
Thomas Arnold
Jean Astruc
Koning der Meden Astyages
Averroës
Avicenna
Alexandre Axenfeld
Wilhelm Bombast von Hohenheim, vader van Paracelsus
Amerikaanse tuin
Letter B
de Franse socialist en revolutionair Louis Blanc, de Franse historica Elinor Barber, Marc Bloch, Fernand Braudel, Lucas Bacmeister(us), Roger Bacon, Leonard Badehorn, Pietro Bairo, Ernst Godfried Baldinger, Richard Banister, Heinrich Bars Olisleger, Nicolas Bassé, Levinus Battus (Lieven Baten), Caspar Bauhin, Christopher Baxter, Balthasar Bekker, Antonio Benivierni, Richard Bernard, Christoph Besold, Peter Binsfeld, Carl Binz, Arnold Birckmann, Johann Birckmann, Theodor Birckmann, Joseph Bizouard, Steven Blankaart of Stephanus Blancardus, Jean Bodin, Hector Boece of Hector Boëtius, Henri Boguet, Franciscus Bonadus, Caspar Borcholt, Johann Borcholten, Laurent Bordelon, Jochum Bos (Joachim), Richard Boulton, Pierre Bourgot, Désiré Magloire Bourneville, Robert Boyle, Johannes Brachelius, Johann Brant, Johann Brenz (Johannes Brentius), Timothy Bright, Hendrik van den Broeck (Henricus Brucaeus), Adolf Brüning, Balthasar Brunner, George Buchanan, Antonis Cornelisz Bulk, Cornelis Hendriksz Bulk, Heinrich Bullinger, Edward George Bulwer-Lytton, Thomas Burnet, George Burroughs, Robert Burton, Helene Blowers, Hans Boutelier.
Letter C
Peter Kanis, Girolamo Cardano, Benedict Carpzov, Martinus Bellius, Jan Jacob Cobben, Alfred H. Conrad, Gordon Childe.
Letter D
Joost de Damhouder, Paul David, Hubert Dethier[12], Pietro d'Abano, Jeanne d'Albret, Cecco d'Ascoli, Charles de Bovelles, Martin Anton del Rio, Phyllis Deane, Nicolas de Largilli.
Letter E
Johann Echt
Stanley Engerman
Letter F
Lucien Febvre
Charles Feinstein
Michel Fleury
Gabriele Falopio, een Italiaans plantkundige, schreef Observationes anatomicae in 1561
Letter G
Letter H
Het heksenproces van Arnhem is één van de best gedocumenteerde heksenprocessen in de Nederlandse geschiedenis. Op Wikipedia is daar momenteel (eind 2011) niets over te vinden. Jan Wier was vrij dicht betrokken bij de processen. Zie ook: Toverijproces voor het hof van Gelre. Bron, zie o.m.: HOORENS V. p. 97-101.
Vera Hoorens
Letter I
Letter J
Letter K
Anton Koberg, beroemd Neurenbergs drukker
Letter L
Amatus Lusitanus, de Latijnse naam voor (João Rodrigues de Castelo Branco), een Portugees anatoom met zijn boek Zeven hondertallen medische behandelingen dat vanaf 1551 in afzonderlijke delen verscheen.
Lev Zasetsky
Letter M
Letter N
  • Nero Wolfe
  • Tekstkunstenaar, kalligraaf en kunsthistoricus Brody Neuenschwander die het boek 'Textasy' schreef en samenwerkte met Peter Greenaway. Neuenschwander heeft/had een handelswoning uit 1347 op het Jan van Eyckplein in Brugge. Hij werkte mee aan films, opera's en tentoonstellingen van Greenaway zoals de cultfilm The Pillow Book. In zijn huis is een muurschildering uit 1381 te zien.
Letter O
Johannes Oporinus, ook wel Johann Herbst drukker midden zestiende eeuw in Basel. Zie HOORENS V. p. 10, 84, 116-117, 119-202, 204, 206, 209, 216-217, 242, 245, 252, 295, 298-299.
Letter P
De wiskundige en arts Caspar Peucer, de schoonzoon van de hervormer Philipp Melanchton, schreef Commentarius de praecipuis generibus divinationum of Bedenking over de belangrijkste soorten voorspellingen waarin hij beweert dat weerwolven alleen tussen Kerstmis en Driekoningen actief waren (zie: HOORENS V. p. 116). Verder de jurist Johann Prickheimer,
Letter Q
Letter R
Remigio Zenoe
Rodrigo Niño y Lasso
Renaissancetuin
Jacobus Jodoci de Rosa een Kortrijkzaan en rondtrekkende waarzegger, geciteerd in HOORENS V. p. 91, 97-98, 168.
Letter S
Jan Steyaert
Reginald Scot (Hoorens, p. 360-362), de Duitse dichter, diplomaat, historicus en arts Johannes Cuspinianus (°?-+1529) een alias voor Johan Spießheimer. Hij schreef Austria sive Commentarius de rebus Austria (Oostenrijk of commentaar over de Oostenrijkse geschiedenis). Tijdens zijn studie in Wenen trok hij de aandacht van het keizerlijk hof. Onder Maximiliaan I werd hij lid van de Geheime Raad, hoofdbibliothecaris en archivaris van de keizerlijke familie en diplomaat. Op literair vlak gaf onder meer de handschriften van Otto von Freising uit. Cuspinianus probeerde zijn eigen historisch werk in 1526 te laten drukken bij de Anton Koberg maar die wees het manuscript af omdat 'niemand nog boeken koopt'. Teleurgesteld liet Cuspinianus weten dat hij het document zou verbranden en suggereerde te stoppen met schrijven. Toch schreef hij in de winter van 1527-28 Oostenrijk waarin hij zijn kennis over zijn tweede vaderland samenvatte. In 1553, vele jaren na zijn dood, verscheen het werk bij Johannes Oporinus. (HOORENS V. p. 116-117.)
Marten Schook, zie HOORENS V. p. 408.
Serenus Zeitblom
Sinterklaasrazzia: zie deze link.
Letter T
Jo Tollebeek, tuingeschiedenis, Dorothea Tanning, tweede vrouw van Max Ernst
Letter U
De Duitse kunstschilder Carl von Steuben (1788–1856) die onder meer De Slag bij Poitiers uit 732 schilderde.
Letter V
De Vrouwen van Borges: Estela Canto, Haydée Lange, Maria Esther Vázquez, Ulrike von Kuhlmann, Silvina Bullrich, Beatriz Biblioni Webster de Bullrich, Sara Diehl de Moreno Hueyo, Margot Guerrero, Cecilia Ingenieros, allemaal even waardevol en onvervangbaar, aldus Borges.
Sigismund von Herberstein, auteur van Rerum Moscoviticorum Commentarii (Commentaren over de geschiedenis van Moskou) en Sloveens baron die als diplomaat voor Karel V naar Turkije en Rusland reisde, besprak het landschap, de dierenwereld en de bevolking van dat land. Ook de rechtspraak, huwelijksgebruiken, kledij, muntsoorten en omgangsvormen kwamen aan bod. Voor veel Europeanen was het een getuigenverslag van het leven in Rusland. Het werd in 1549 in Wenen gerukt en in Basel in 1551 door Johannes Oporinus. Otto von Freising, een twaalfde eeuwse Duitse bischop en één van de belangrijkste Middeleeuwse historici met het geschrift Chronica sive historia de duabus civitatibus (Kroniek of geschiedenis van twee steden).
Jan Vanriet, met onder meer zijn schilderij 'De Ziener 1 seance', olie op doel, 2008. Zie ook catalogus 'Uit het geheugen'.
Letter W
Donald Weber
Over Wikipediafrustraties wil ik een artikel schrijven. Ik documenteer me via: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:Kvdh en http://nl.wikipedia.org/wiki/Overleg_gebruiker:Kvdh/Archief/jan_2011 waar je toch trieste dingen leest... Bemoedigend is dan weer dit en dit. In De Standaard van 30 oktober 2011 stond een interview met Jimmy Wales over zijn rol in het oprichten van Wikipedia en dat hij data zou hebben verdonkeremaand en zo Larry Sangers rol te minimaliseren bij de oprichting.
Wondertekenboeken, een geliefd genre in de zestiende eeuw dat merkwaardige verschijnselen beschrijft: lichtringen rond de zon, reuzen vissen, monsters, opstanding uit de dood, sprekende boorlingen, bloed- en graanregens, engelen- en geestesverschijningen, een vlammenhemel, steeds weer fenomenen die sinds de oudheid bekend zijn. Wat op het eerste zicht losse anekdotes zijn, blijk na grondiger lezing een boodschap (van de vaak protestantse samenstellers) te bevatten: Gods woede over de zondige mens kondigt het einde der tijden aan.
* De Duitse arts Hiob Fincel schreef in 1559 Der ander Thei Wunderzeichen. Gründlich verzeuchnis schrecklcher Wunderzeichen unnd Geschichten, so innerhalb viertzig Jaren sich begeben haben.
* Conrad Wolffhart, een humanist uit de Elzas, met de Latijnse naam Conradus Lycosthenes publiceerde wondertekenboeken. Lycosthenes Boek van wondertekenen verscheen in 1552 bij Oporinus. Zie HOORENS V. p. 119.
Letter X
Letter Y
Letter Z
Natalie Zemon Davis

Nobelprijs Natuurkunde[bewerken | brontekst bewerken]

Orde Pour le Mérite Civiel[bewerken | brontekst bewerken]

Academische graden[bewerken | brontekst bewerken]

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. De werkelijke tekst luidt 'Though this be madness yet there is method in it'.
  2. Uit: Blogbericht "Paars". In: blog arcadim in arcadië, 5 augustus 2006 (blogbericht in blogarchief augustus 2006)
  3. (Discours préliminaire in Encyclopédie ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, par une société de gens de lettres. Parijs, 1751-72, I, I.
  4. Michel Foucault. The Order of Things: An Archeology of the Human Sciences. New York, 1973, p. xv.
  5. Robert Darnton. De Grote Kattenslachting. Bert Bakker, 1984, p. 216-242.
  6. Slomp, Hans (2000). European Politics Into the Twenty-First Century: Integration and Division. Praeger, Westport. ISBN 0275968146.
  7. http://diglib.hab.de/wdb.php?dir=mss/1-gud-lat&imgtyp=1&pointer=0
  8. Rik Sauwen. Kunstenaars aan de Westkust. Van Nieuwpoort over Koksijde tot De Panne, 1830-1975, Stichting Kunstboek, Oostkamp, 2011, p. 64. Andere veertigers bij deze 'Section artistique' zijn Jef Dutilleu, Charles Houben, Médard Maertens en Marc-Henri Meunier.
  9. Rik Sauwen. Kunstenaars aan de Westkust. Van Nieuwpoort over Koksijde tot De Panne, 1830-1975, Stichting Kunstboek, Oostkamp, 2011, p. 67.
  10. Maria Vlamijnck. Een Plejade Kunstschilders in Nieuwpoort van 1835 tot 1918. Dilbeekse cahiers, 1990, P. 26.
  11. André Gysel. In de modderbrij van de IJzervallei. Oorlogsdagboek van onderluitenant Raoul Snoeck, Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 1998, p. 94-95.
  12. "Van het gezicht en het raadsel" is een fragment uit Nietzsches's 'Also spracht Zarathustra', een herinnering aan de door God uitgezonden Jonas die de mensen bekeren moest. Dethier doceerde aan de Universiteit van Amsterdam en aan de VUB in diverse vakken: wijsbegeerte, geschiedenis van de godsdiensten, filosofie, kritiek van de religie, kunsttheorie, semiotiek, teksttheorie.