Hoewel alleen de 500cc-klasse, de 250cc-klasse en de zijspanklasse aan de start kwamen, werden de races over twee dagen verdeeld: de zijspannen op zaterdag en de solomotoren op zondag. Dat had ook te maken met het feit dat er een Formule 2-autorace werd gehouden, gewonnen door Wolfgang von Trips (Ferrari). Tijdens de trainingen kwam Bob Brown hard ten val met zijn 250cc-Honda RC 161. Hij raakte een hek en werd afgevoerd naar het ziekenhuis, waar hij overleed aan de gevolgen van een schedelbasisfractuur. De werelditel in de zijspanklasse was al eerder beslist, de wereldtitel in de 500cc-klasse werd in deze Grand Prix beslist. Kenjiro Tanaka scoorde de eerste podiumplaats voor Honda. De zijspanklasse sloot haar seizoen af.
Gary Hocking profiteerde van een val van Carlo Ubbiali bij de start van de 250cc-race. Ubbiali kon wel verder en finishte zelfs binnen tien seconden achter Hocking. Daardoor werd de 250cc-klasse wel weer erg spannend: met beiden twee overwinningen en twee tweede plaatsen stonden Hocking en Ubbiali exact gelijk in de tussenstand. Kenjiro Tanaka reed de Honda RC 161 naar de derde plaats, het eerste podium voor Honda. Dickie Dale reed weer op de MZ RE 250, wat erop duidt dat Ernst Degner niet naar Duitsland was afgereisd omdat daar geen 125cc-race werd verreden.